Wegens de grootte van en de hoeveelheid aan informatie in deze Tak, is de Simpelveldse Tak opgedeeld in twee pagina’s. Generatie 1 t/m 7 gaat tot het midden van de 19e eeuw. De generaties erna staan op de andere pagina: Simpelveldse Tak Gen 8 t/m 13.
Wanneer je jouw eigen tak wilt vinden, kun je in het zoekvenster rechtsboven jouw naam, of de naam van je moeder of oma intypen.
Je ziet dan achter het rode cijfer een mansnaam staan met daarachter zoon van. Dan kun je naar boven scrollen op zoek naar dat nummer. En zo kun je teruggaan tot het begin van jouw stamboom.
Ondanks onderzoek is er (nog) geen aansluiting gevonden met een van de andere takken, hoewel anderen menen dat er wel een aansluiting is en plaatsen dat dan op hun website. Puur kopieerwerk en geen eigen onderzoek. Zij gaan echter van veronderstellingen uit, die niet ondersteund worden door bewijzen. Het doopregister van Eijs begint eerst in 1647. Van 1647 tot 1657 vonden hierin geen inschrijvingen plaats omdat de toenmalige pastoor Joannes Heiben vaak afwezig was.
S.1. Nicolaas van Werst, gedoopt circa 1625, trouwde circa 1644 Maria Vaessen.
Uit dit huwelijk werden in Eijs gedoopt
S.2. Jan van Werst, zoon van 1, gedoopt circa 1645, trouwde Anna Boenen, gedoopt Eijs 5 mei 1646, overleden voor 1717, dochter van Jan Boenen en Barbara Welters.
1672: Bij de geboorte van zijn oudste zoon schreef de pastoor in het kerkboek dat de vader uit Cartils kwam,. En dat is de parochie Wylre . Het is tevens de eerste keer dat er in het doopboek van 1621 tot 1672 er nu van wersch staat.
18 december 1697: Jan van Werst, oudste zoon van Nicolaas, gehuwd met Anna Boenen, kocht van Gillis Sinck zijn aandeel in een erfenis. Deze goederen lagen in Roode Cartils. Het betrof een morgen land naast het bos van Jan Vaessen, een morgen naast land van Jost Honts en een morgen legen in het Wittemerdille. Voor deze drie morgen betaalde Jan van Werst 55 pattacon vermeerderd met de transportkosten. Deze opbrengst was bestemd voor de kinderen van Gillis Sinck.
Op 24 mei 1701 verkocht Jan van Werst, schoonzoon van Jan Boenen, kerkmeester in Eijs, en Barbara Welters, voor de hoofdbank van Mechelen, aan Jan Hamers de Oude een dries (ongebruikt land) voor 6 pattacon. Deze dries lag in het Wittemerveld naast de weide van de hof Groeneweg.
5 maart 1717: Na het overlijden van zijn vrouw Anna Boenen verkocht Jan van Werst voor de schepenbank van Simpelveld uit zijn erfenis twee stukken land aan Jan Dautzenberg en zijn vrouw Maria Ortmans. Een morgen en enige roeden lagen in de Heijdtkamp en de andere aan de Hertogenweg naast land van Maria Eijmael, weduwe van schepen Jan van Werst uit Simpelveld en naast land van wijlen Peter Schiffelers (gehuwd met Catharina van Werst). De jaarlijkse lasten op deze landerijen bedroegen een cop haever. Jan Dautzenberg betaalde 160 daalder voor deze twee morgen land, vermeerderd met 13 daalder transportkosten.
Uit dit huwelijk werden gedoopt
S.2a. Bertram van Wersch / van Werss / van Werst, zoon van 1, gedoopt circa 1655, overleden Eijs 11 juni 1715, trouwde Aken 28 november 1677 Margaretha Wilraedt, overleden Eijs 1 februari 1731.
Hij was lid van de schutterij Sint Sebastianus van Eijs. Daar werd zijn achternaam als Van Weersch geschreven.
Hij was lid van een broederschap in Eys. Op dezelfde lijst staan ook zijn vader Nicolaas (Claes Van Weerss), Gilles van Weerst (Gielis Vveerst), Franciscus van Werst en Herman van Weersch.
Hij wordt beschreven als Berhram Van Weerss.
Voor het huwelijk werden gedoopt
Uit dit huwelijk werden in Eijs gedoopt
S.2b. Kerst van Wers (Christiaan van Wers) zoon van S.1. geboren Eijs ca 1640, overleden voor 1702, trouwde 1. Margaretha Frainck, trouwde 2. Agnes Coppenhagen, overleden Wijlre 19 februari 1709.
Zijn vader of neef Claes van Weerss was lid van de schutterij ofte Broderschappe St Sebastianus Eijs. Op dezelfde lijst staan ook diens zoon/broer Bertram , maar ook Gilles van Weerst ( Gielis Weerst, Franciscus van Werst en Herman van Weersch
Uit het eerste huwelijk werd gedoopt
S.3. Peter van Wers, zoon van 2, gedoopt Eijs in 1673, overleden Eijs 21 april 1753 (80 jaar), trouwde circa 1699 Maria Geelen / Geilen, overleden 15 september 1748.
De pastoor van Eys was een slordige schrijver. Diverse malen maakte hij fouten met achternamen en met data. Bij de geboorte van Christiaan (nr 4) in 1705 schreef hij de achternaam van de getuige als achternaam van de moeder. Dus volgens de pastoor was Peter getrouwd met Maria Sceperjans, terwijl het Maria Geelen had moeten zijn.
Uit dit huwelijk werden in Eijs gedoopt
S.3a. Frans van Werss (Franciscus van Wersch), zoon van 2, gedoopt Eijs circa 1675, overleden aan waterzucht Eijs 6 september 1715, trouwde Eijs 25 september 1702 Gertrude Stevens / Steins / Steijns, gedoopt 9 augustus 1660, overleden Eijs 1 september 1718, dochter van Henricus Steins en Catharina Klinckhamers.
Uit dit huwelijk werd gedoopt
S.3b. Hendrik (Heijn) van Weersh / Weerst / Werst, zoon van 2a, gedoopt 2 februari 1691, overleden Oud Valkenburg 6 april 1753, trouwde Anna Rouwet, overleden Oud Valkenburg 9 september 1750, dochter van Willem Ruwet en Barbara Zink (Zinq).
Uit dit huwelijk werden in Mechelen gedoopt
S.4. Jan van Wersch / van Wers, zoon van 3, gedoopt Eijs 18 januari 1700, overleden Simpelveld 5 mei 1777, trouwde Simpelveld 18 mei 1741 Anna Catharina Broers /Brouwers / Brors, gedoopt Simpelveld 20 oktober 1712, overleden aan dysenterie Simpelveld 25 november 1779, dochter van Jan Broers en Anna Frings.
1747: Jan van Wers en Anna Catharina Broers woonden tot en met 1747 in Simpelveld. Toen verhuisden zij naar Heeren Anstel gelegen in Kerkrade, dat hij in pacht van klooster Rolduc had. Daar had hij twee knechten en een meijdt
1763: Voor notaris Daelen laat Jan van Werst (die in de akte zowel Joannes van Werts als Joannes van Werst genoemd wordt) een akte opmaken over de pacht van de hof. Hierin staat dat hij ongeveer 59 jaar is en al 16 jaar de hoeve Anstel pacht. Dus al in 1747. Dit kost hem 300 Akener Rijksdaalders per jaar. Het land en huis zijn eigendom van de Abdye Cloosterrode. Niemand woonde in het huis omdat het te slecht bij stond. Twaalf jaar geleden stond het geheel ook te koop, maar er waren geen kopers voor. Landmeter Caspar Rhoe had toen alles opgemeten huis, hof, weiden, beemden, landerijen, broeken, vijvers, bossages. Bij elkaar 120 morgen groot. Jan zei ook dat het zeer slechte grond was met vuile beemden en broeken. Hij moest ook acht vrachten per jaar wegbrengen. Die acht vrachten per jaar kostte hem 3 à 4 uur werk. Per keer omgezet naar geld 50 rijksdaalders. Dat geld had hij niet meer. Hij liet zelfs zijn kinderen in plaats van knechten werken. Het huis werd ook al lange tijd niet meer bewoond. Hij wilde vermindering van het pachtbedrag.
1767: Met zijn schoonzuster Mechtilde Broers, weduwe van Bart Horbach, verscheen hij in 1767 voor notaris Cox in ’s-Hertogenrade. Hij verklaarde dat hij van haar gekocht had het huis, hof, stallen en schuren gelegen aan de Irmstraat (Dat is Irmstraat 61) in Simpelveld met daarbij 21 morgen landerijen. Deze goederen waren vrij van erfpacht en lasten, behoudens de tienden en bankkosten. Ook transporteerde Mechtilde aan Jan van Wers een huis en hof met enkele morgen land, onderhorig aan de laathof Bongard die Thomas Vliex, schoonzoon van Mechtilde, in gebruik had. Thomas, die bij de overdracht aanwezig was, verklaarde dat hij afstand van deze goederen gedaan had.
Voor het huis met toebehoren betaalde Jan van Wers aan zijn schoonzuster 500 pattacon, gerekend tegen 12 Akense gulden per pattacon, en 950 pattacon voor de 21 morgen land. Mechtilde verklaarde dat de totale koopsom, 1450 pattacon, of 17.400 mark, door Jan ten volle voldaan was.
Vervolgens verklaarde Thomas Vliex dat hij eveneens aan Jan van Wers overdroeg de nalatenschap die hij, na het overlijden van zijn zwager Abraham Colleth, zou ontvangen. Zij kwamen overeen dat de pachter van deze goederen deze tot komende St. Andries (30 november) mag blijven gebruiken.
De pachtsom tot deze datum zal door beiden gedeeld worden .
Voor de financiering van deze transactie sloot Jan van Wers bij notaris Uhrlings in Aken een hypotheek, groot 1400 pattacon, als onderpand stelde hij bovenstaande goederen. En verder het huis met landerijen, gelegen aan de Molsberg in Simpelveld, afkomstig uit de erfenis van zijn vrouw.
Voor een volgende transactie verschenen Jan van Wers, zijn vrouw Catharina Brouwers met Jan Willem Schultheiss en zijn vrouw Ida Keuffkens voor notaris J.L. Hendriks in Eijs-Wittem. Jan verklaarde aan Jan Willem te hebben verkocht vijftig roeden weidegrond en drie morgen akkerland die onder Eijs lagen. Jan Willem betaalde voor de landerijen 140 pattacon, vermeerderd met de transportkosten. Ongeveer een jaar later tekende Jan Peter van Wersch (nu zo geschreven) mede namen zijn moeder Anna Catharina Brouwers en zijn broers, de notariële akte betreffende de ontvangst van het vijfde deel van de nalatenschap van Anna Catharina Horbach. Deze bestond uit 184 roeden akkerland gelegen in Simpelveld. Mede erfgenamen waren Gertrude Brouwers, weduwe van Mathias Horbach en haar schoonzoon. Deze Mathias was een broer van de reeds genoemde Bart Horbach, de zwager van hun vader Jan van Wersch.
In 1767 koopt hij huis en erf aan de Irmstraat in Simpelveld. Zijn zoon Lambert blijft als pachter op Heeren Anstel achter. Het huis was eigendom van de abdij Rolduc. Heeren Anstel lag aan de Hammolenweg in Kerkrade. Tegenwoordig staat er een tehuis voor ouderen.
2 juni 1777: Gerard Prickartz gehuwd met Anna Maria Brouwers wonen in Beustenrade onder Heerlen. Zij verkopen aan de weduwe Catharina Brouwers inwoonderesse van Simpelvelt, een stuk grond van vijff vierdel vijfthien roeden acht voeten in de Martensgraaf. Aan de ene kant grenzend aan het land van schepen Albrechts, aan de ander kant schepen Lindelauff en aan de kopse kant aan Coen Rosenbaum. Daarbij moet zij een kop haver aan de Domijnen betalen en 3 koppen haver aan de kerk of pastorie van Simpelveld. En zij betaalde 85 pattacons a 12 Aker guldens. Haar zoon Jan bevestigd dat het bedrag betaald is. Catharina Brouwers was de aencoopersse.
6 oktober 1777: Op deze dag verscheen voor de notaris de hoog edelgeboren heer Frantz Willem Grieffgens, drossaard van de Bank Kerkrade gehuwd met juffrouw Maria Johanna Corneli, en Peter Smits, koopman in Aken. Hij leende aan de weduwe van Johannes van Wersch: Anna Catharina Brouwers, een bedrag van 1400 pattacons tegen 12 Akener gulden of 72 Akener mark.
1778: Op 27 maart verzocht zoon Jan Theodoor voor de drost en schepenen van Wittem, mede namens zijn moeder en zijn broers, de volgende overdracht alsnog te registreren. Kort voor zijn overlijden had hun vader, Jan van Wers, twee in Eijs gelegen stukken akkerland, elk een halve morgen groot, verkocht aan Leonard Priem en zijn vrouw Anna van de Berg. De koopsom, die inmiddels ontvangen was, had 18 pattacon bedragen .
1779: Voor een volgende transactie verschenen Jan van Wers, zijn vrouw Catharina Brouwers met Jan Willem Schultheiss en zijn vrouw Ida Keuffkens voor notaris J.L. Hendriks in Eijs-Wittem. Jan verklaarde aan Jan Willem te hebben verkocht vijftig roeden weidegrond en drie morgen akkerland die onder Eijs lagen. Jan Willem betaalde voor de landerijen 140 pattacon vermeerderd met de transportkosten
Uit dit huwelijk werden gedoopt
S.4a. Herman van Werss, van Werst, van Werch, van Weersch, zoon van 3, gedoopt 10 januari 1713, overleden Simpelveld in den Beissel sub Simpelvelt, 18 februari 1800,
trouwde Eijs 1: 12 februari 1741 Helena Meurers, gedoopt Eijs 30 oktober 1716 en overleden Eijs 15 juni 1772,
trouwde 2: Simpelveld 16 november 1772 Anna Elisabeth Frosch, gedoopt Simpelveld 9 juli 1716, overleden Laurensberg 6 december 1802, dochter van Leonardus Frösch en Agnetis Bunlen.
28 december 1746: notaris Swilders Voerendaal: Henricus Schielen, gehuwd met Anna Catharina Dautzenberg en wonende op de Prickenis in de Bank van Heerlen gaf te kennen ingevolge Chirographaire handschrift of Constitutie dat hij op 9 mei 1741 namens zichzelf en zijn afwezige broers, dat er niets gebleken is van verkochte goederen in de heerlijkheid Eijs in Trintelen aan Herman van Weers want er was niets betaald van de 300 rijksdaalders.
17 oktober 1750: Schepenbank Kerkrade: Staet ende Specificatie van den ondergeschreeven gedaen ten behoeve van den capellanije (Kapelanie, woning van de kapelaan) der bancke van kerckrode op versoeck van den heere Schoutet ende andere regeerders der voorschr. bancke.
In den maent octobris hebben doen arbeijden drije van mijne Knechten, welcke jeder van hun gearbeijt hebben an de capellanije aldaer ad thien, ende eenen halve daeg, voor welcke arbeijt reckene S daghs voor eenen knecht ad vierthien mx aix mackende oversulcks te saemen voor de drije Knechten ad drij en seeventigh gulden ende drij merc St aix doende in specie gelders sess pattacons eene schijlingh
Hermanus von wers.
Den Collecteur deser voors. Bancke betaelende aen den voormelden hermanus van Wers die voors. sess pattacons en de eene schillinghe welcke betaelinge aen denselven sal dienen aen sijne ter doende Banck raeckeninghen sigl Kerkrode den 27 9bris 1750.
Getekende door Schout Poijck
Herman bevestigde de ontvangst:
dat den Schatheffer der bancke van Kerkrode aen mij onderge. die bovenstaende ses pattacons eenen schill betaelt heeft word hiermede betuijgh den 27 9bris 1750
En tekende
Aan het eind van het jaar werd de balans opgemaakt. Daar stond ook het volgende bij:
Item volgens ordre en quitd sub No.19 aen den Muijrer Hermanus van Werst voor gedaene arbeijt aen de Cappellanije deser gemeijnte betaelt ad 6 pattacaons 1 schilling.
1751: Herman was lid van het broederschap confraternitas Jesu Agonizantis et Maria Dolorosa in Eys.
8 september 1752: Meester Hermannus Van Wersch Mouijrder hefft verdient seven pettacon en twee stuijvers Dit was voor hoognodige reparatie van het gemeijnen Schoel-huys.
30 maart 1756: Schepenbank Heerlen.
Voor de schepenen en secretaris van de Vrijheid en hoofdbank van Heerlen verschenen Hermanus van Weers uit Eijs gehuwd met Helena Muijsers en Lambertus Vaessen gehuwd met Geertruyd Keufkens die op IJzerheide woonde. Herman verkocht hem een stuk akkerland gelegen op de Agterweg, groot 125 kleine roeden. Iedere roede voor een gulden Brabants, Maastrichter koers godsheller twee mark over de Licop. Herman had dit stuk akkerland in 1756 gekregen. Hij tekende met een kruisje.
1760: Zijn ouders Peter van Wers en Maria Geelen hadden vier zonen: Jan, Christiaan, Peter en Herman en drie dochters: Joanna Maria, Anna Maria en Anna. De jongste zoon Herman, gehuwd met Helena Meurers, ruilde in 1760 met zijn zwagers Jan en Hendrik Meurers onderling een drietal weilanden in Trintelen die door hun ouders waren nagelaten
1762: In 1762 was hij koster in Eys. Zijn zoon was dat in 1798/1799 en 1800.
Hij was mauermeister die het gewelf van de Sint Sebastianus kerk in Eijs gemaakt/hersteld had.
Augustus 1762: Herman von Wers ondertekende samen met Peter Creusen een akte als borgemeister.
In 1765 verkochten Herman van Wers en Peter Creusen, beiden dorpmeesters, via notaris Hendrik namens de gemeente, de hof Vogelsanck aan vrijheer Von Geijer zu Sweppenburg. Deze hof lag tussen Eijs en Simpelveld, was 1181 kleine roeden groot en bracht vier Carolijnsche guldens op.
1772: Tweede huwelijk. Zij was in Heerlen op 21 februari 1745 met Johannes Petrus Lauvenberg getrouwd die in 1760 in Laurensberg overleed.
1779: Hij erfde van de weduwe Leonard Vrusch: huis, tuin, groentetuin en huisweide gelegen aan den beijtel, reigenoot van de erfgenamen Willen Schelen en aan de andere kant diverse erfgenamen. Groot 130 kleine roeden,
2: Land gelegen aan de heide reigenoot een lange zijde de weduwe Slagen, de andere kant Joannes Kroll, 83 kleine roeden
3: land gelegen in het Logterveld aan de lange zijde grenzend aan Nicolaas Vrusch en an de andere kant verschillende erven, 94 kleine roeden groot.
1783: Parochianenlijst Simpelveld. Zij wonen Beissel dat tot de parochie Simpelveld hoorde. Blijkbaar gingen zij hier wonen nadat zij dat geërfd hadden. Zijn vrouw heet Anna Elisabeth Frösch. Zij wonen hier met kleindochter Anna Elisabeth Rocks, 12 jaar en de meid Maria Elisabeth Trachten.
1785: De drossaard en schepenen van Wittem verklaarden op 3 februari 1785 dat Herman van Wers een bedrag betaald had aan Maria Theresia Tewis, tijdelijk moeder van het klooster St. Marienthal.
In 1787 werd voor de Akense notaris J.H. Kramer bevestigd dat Herman van Wers, in tweede huwelijk (16 november 1772) met Elisabeth Frösch, 162 pattacon had afgelost op een lening verstrekt door het klooster in St. Mariental. Deze lening, groot 500 pattacon, werd in 1776 door de Weinmeister van het klooster verstrekt aan de kinderen Lauvenberg. Als onderpand diende hun in Eijs gelegen huis, hof, stallen en bijbehorende landerijen. De aflossing van Herman van Wers had betrekking op een bedrag van 50 pattacon uit 1778 en een bedrag van 112 pattacon uit 1779. Voor het restant van 337 pattacon bleven de bovengenoemde goederen als onderpand. Elisabeth Frösch, vrouw van Herman, was weduwe van Jan Lauvenberg met wie zij op 21 februari 1745 getrouwd was.
16 augustus 1795: Als man van Anne Elisabeth Vroesch (zoals de notaris schreef), schonk hij zijn nichten Maria Elisabeth Josepha Lauvenbergh, dochter van Nicolas Lauvenbergh en Sibille Lauvenbergh, dochter van Joannes Leonard Lauvenbergh respectievelijk het vee dat hij had. Mocht hij geen vee meer hebben dan kreeg zij 15 Franse Cronen. En de andere nicht kreeg een gouden kruis en een met zilver beslagen boek. Dit alles deed hij met waermer hande. Zij tekende met anna elisabeth frech.
1800: Bij het overlijden van Herman schreef de pastoor van Simpelveld hermannus van wersh (geen c).
Uit het eerste huwelijk werden in Eijs gedoopt
S.4b. Jan (Johann, Joes) van Wers, van Wersch, zoon van 3a, gedoopt Eijs (of Eiserheide) 29 februari 1704, overleden Brandenberg/Bergstein 31 maart 1769, trouwde Bergstein 20 september 1730 Catharina Schmitz, overleden voor 1769.
Hij was tussen 1763 en 1764 koster in Bergstein.
Uit dit huwelijk werden gedoopt
S.4c. Nicolaas van (von) Werst, zoon van 3b, gedoopt Wijlre, overleden Cartils (Eijs) 15 maart 1800, trouwde 1: Oud-Valkenburg 9 mei 1745 Catharina Habets, geboren Schin op Geul 2 november 1723, overleden Mechelen 2 februari 1763, trouwde 2: Mechelen 31 mei 1763 Ida Crutzenclaess (Creutzerclaes, Crutzen, Krutzen, Crutsenclas Crutzerclaas), gedoopt Slenaken 3 april 1726, overleden Gulpen 12 augustus 1781, dochter van Mathias Crütserclaes en Anna Tossing.
1754: Voor de notaris in Maastricht verschenen de weduwe Crets van Thomas Gijsen en Peter Lousberg, gehuwd met Catharina Wiljaerts, weduwe van Leonard Ghijsen. Zij verkochten twee stukken land aan Nicolaas van Wers gehuwd met Catharina Habets. Die woonde in Roede Cartils. Het land lag in het Wittemse Veld onder Mechelen en een stuk in het Eyservelt onder Eys. Hij betaalde hier voor 200 Maastrichtse guldens.
1765: Nicolaus van Werst verklaarde tijdens zijn tweede huwelijk met Ida Crutzenclaes, op 20 oktober 1765, op verzoek van Peter Habets, gehuwd met Barbara Rouwet, dat het huis, hof, schuren, stallen, weiden en landerijen, gelegen in Cartils, en nu in bezit van zijn schoonmoeder Margaretha Weerens, weduwe van Gerard Rouwet, een waarde hadden van tweeduizend Maastrichter guldens.
1768: In een akte van notaris Hindricks van 7 september 1768 stond dat Nicolaus ziek te bed lag. Nicolaus verklaarde dat hij in 1763 met zijn eerste vrouw Catharina Habets, enkele goederen verworven had die indertijd niet geregistreerd waren. Hij betaalde de boete en de belasting zodat zijn vier kinderen uit zijn eerste huwelijk hierover konden beschikken.
Nicolaas van Werst stelde 42 roeden land, gelegen in het Wittemerveld, in Cartils, beschikbaar als onderpand voor een betaling van zestien pattacons en acht Aker mark die de minderjarige Liesbeth Frösch schuldig was aan Jan Frösch, gehuwd met Angela Vliegen.
Uit het eerste huwelijk werden in Oud-Valkenburg gedoopt
S.4d. Joannes van Weerts / van Wersch,zoon van 3b, overleden Schin op Geul 22 januari 1795, trouwde Oud-Valkenburg 27 oktober 1752 Anna Clara Gierkens / Gerckens, gedoopt Schin op Geul 3 oktober 1720, overleden Schin op Geul 27 februari 1804, 83 jaar oud, dochter van Leonard Geerkens en Gertrudis Bitonville. Hij was smid volgens de huwelijksinschrijving van dochter Maria Christina, dochter 4
Uit dit huwelijk werden in Oud-Valkenburg gedoopt
S.5. Jan Lambert van Wersch, zoon van 4, gedoopt Simpelveld 9 november 1744, overleden Kerkrade 11 januari 1820, trouwde Kerkrade 10 mei 1771 Johanna Clara Scheeren / Johanna Catharina Scheren / Anna Clara Schieren / Schieren / Scheren, gedoopt Kerkrade 3 april 1751, overleden 24 november 1815, dochter van Hubert Scheeren en Maria Anna Spierts.
Uit dit huwelijk werden in Kerkrade gedoopt
Kind 7: Anna Gertrud van Wersche (volgens het doopboek van Kerkrade) trouwde met Jan Vaessen. Zijn vader pachtte de inmiddels gesloopte boerderij Vroen-Nulland die aan de Voorterstraat in Kerkrade stond.
In het boek uit 2006 Bleijerheide op de Heide, verzamelde artikelen over Bleijerheide van kapelaan en later pastoor Jos. L’Ortye staat op blz 438/439 een artikel over de hoeve Vroen- Nulland. Deze hoeve had een sluitsteen boven de poort waarop de namen van zijn ouders stonden. Zijn vader was stadhouder van het Vroen-Nullander leen. Waarschijnlijk beheerde hij namens zijn heer (Fron) de boerderij. Philip Jacob Vaessen verbouwde rond 1763 de hoeve. Zoon Jan Vaessen was net een jaar oud.
S.5a. Jan Theodoor van Wersch (van Wers), zoon van 4, burgemeester van Simpelveld van 1799 tot 1813, gedoopt Kerkrade 30 maart 1750, overleden Simpelveld 29 juli 1828, trouwde Simpelveld 14 oktober 1779 Maria Elisabeth Lintjens (Leintjes, Lintgens, Lindgens), gedoopt Ubachsberg (Ubesberg sub Voerendael) 5 oktober 1746, overleden Simpelveld 29 maart 1806, dochter van Jan Lintiens en Odilia Doutzenbergh.
In Simpelveld drie stukken bouwland in het Buschveld, een stuk bouwland Op den Knol, vier stukken bouwland aan de Martensgraaf en twee stukken aan de Erimstraat. Verder daar twee boomgaarden, een tuin en een huis, hooiland aan de Oude Molen waar hij ook een bos had.
Bron: Historische Boerderijen in Simpelveld en Bocholtz, door Luc Wolters en Mathieu Klinkers, 2003
“Op de vier Morgen”
Adres: Broek 13-15-17-19
De benaming van de hoeve is afgeleid van oppervlaktemaat van vier morgen. Begin van de 19e eeuw werd de hoeve bewoond door het pasgehuwde echtpaar Andres Horbach en Anna Catharina van Wersch, die er tot 1848 woonde. In 1804 was er bij de boerderij een bakhuis verrezen (in het dialect “bakkus”). Het jaartal is er in de achterzijde op aangebracht. In het bakhuis werd voor eigen behoefte brood en vlaai gebakken, geheel in vakwerkstijl. Het staat op de nominatie voor restauratie. Later werd de hoeve bewoond door de familie Merx. In de loop der jaren werd het pand verbouwd en opgedeeld in vier woningen, namelijk Broek 13 – 15 – 19. Het vroegere Broek 17 is nu de woonkamer van de eigenaar en bewoner van nr. 19, de heer Vervoort. (tot zover)
Op 30 december 1918 verkocht de familie Horbach in het openbaar huis met stal, bakoven en tuin in den Broek, weiland achter de Kievel en bouwland in Kieveling.
Uit dit huwelijk werden zes kinderen geboren
a. Joannes Henricus Horbach, geboren Bocholtz op de vier morgen 29 september 1818, overleden Simpelveld 26 augustus 1905, trouwde Simpelveld 10 februari 1844 Maria Catharina Hubertina Vandeweyer, geboren Simpelveld 5 juni 1818, overleden Simpelveld 27 juli 1893, dochter van Jan Willem Vandeweyer en Maria Theresia Alberts.
1846: overlijden van zijn moeder. Hij is schrijnwerker in Simpelveld.
b. Joannes Theodorus Adolphus Horbach, geboren Bocholtz op de vier morgen 17 februari 1821, ongehuwd overleden 80 jaar Simpelveld 8 maart 1900.
1846: overlijden van zijn moeder. Hij is landbouwer in Oud-Valkenburg.
1900: Zijn overlijden werd door zijn broer Johan Hendrik aangegeven 81 jaar.en landbouwer.Die woonde ook in Simpelveld.
c. Joannes Mathias Horbach, geboren Bocholtz 15 november 1822, ongehuwd overleden Simpelveld 24 maart 1898, 74 jaar.
1898: Memorie van Aangifte voor het recht van successie: Aan baten bezat hij ƒ 3.879,25, aan lasten en schulden: ƒ 140.
Saldo ƒ 3.739,25. Waarde der roerende zaken ƒ 521,25.
De erfgenamen kregen ieder 1/4 deel van
1: roerende zaken geschat ƒ 140.
2: een vordering ten laste van de Rijkspostspaarbank Simpelveld inclusief de rente tot en met zijn sterfdag ƒ 225.
3: een vordering ten laste van notaris J. Wintgens uit Wittem wegens geleend geld volgens akte van 11 maart 1897 ƒ 521,25.
4: onroerend goed in Simpelveld: negen stukken bouwland in de Martensgraaf, hooiland te Oude Molen, een boomgaard te St. Nicolaas. Daar had hij zijn twee huizen met tuin en boomgaard. Ook had hij 1/10 deel in een huis en tuin in de Schiffelderstraat.
Alles geschat op ƒ 2.994.
Bij elkaar: ƒ 3.879,25
Begrafeniskosten inbegrepen de kosten voor de eerste jaardienst ƒ 140.
Blijkens de aangehechte berekening is van deze nalatenschap verschuldigd voor recht van Successie honderd acht en zestig gulden en zes en twintig opcenten zeven en zestig gulden negentig en een halve cent. Samen twee honderd zes en veertig gulden acht en vijftig en een halve cent.
d. Maria Agnes Horbach, geboren Bocholtz 14 september 1824, overleden Bocholtz 24 april 1913, trouwde Bocholtz 9 mei 1851 Daniel Hollands, geboren Voerendaal 14 maart 1822, overleden Bocholtz 22 januari 1903, zoon van Stephanus Hollands en Maria Ida Daemen.
e. Wilhelmus Henricus Horbach, geboren Bocholtz 9 juli 1827, overleden Simpelveld 20 juli 1895, trouwde Simpelveld 22 februari 1865 Joanna / Anna Gertrudis Schröders / Schroeders, geboren Simpelveld 24 december 1827, overleden Simpelveld 24 november 1894, dochter van Henricus Schröders en Joanna Regina Pallant 1895: Memorie van Aangifte: Baten ƒ 7.168,57. Lasten en schulden ƒ 390
Saldo: ƒ 6.778,57
Waarde der roerende zaken ƒ 1.124,55
De erfgenamen zijn zijn broers, zus en neef ieder voor 1/5 deel.
Hij liet zelf na
1: roerende goederen ƒ 1.700.
2: een vordering ten laste van de Rijkspostspaarbank ƒ 37.
3: een vordering wegens geleend geld ten laste van Pieter Joseph Vermeeren, smid in Eijs ƒ 425,25.
4: rente daarop ƒ 21,08.
5: een vordering wegens geleend geld ten laste van Pieter Joseph Römgens gehuwd met Francisca Rothkranz in Vink, Kerkrade ƒ 699,30.
6: Rente daarvan ƒ 33,59.
En drie stukken land in de gemeente Bocholtz
In de gemeente Simpelveld had hij zijn twee huizen aan de Schiffelderstraat, zes stukken bouwland en een boomgaard te Fromkuil.
Alles bij elkaar geschat ƒ 7.168,57
Daar gaan de begrafeniskosten vanaf en de kosten voor de eerste jaardienst ƒ 390.
Blijft over: ƒ 6.778,57.
f. Petrus Josephus Hubertus Horbach, geboren Bocholtz 11 januari 1832, overleden Wijlre 27 november 1877, trouwde Schin op Geul 18 oktober 1861 Anna Barbara Ubags, geboren Klimmen 5 maart 1819, overleden Wijlre 6 juli 1892, dochter van Hendrik Ubachs en Lauretta Kikken
1878: Memorie van aangifte der nalatenschap Wijlre in geleverd 1 maart 1878.
Hij woonde met zijn vrouw in Ransdaal (Wijlre). Zij hadden een huwelijkscontract verleden voor notaris Bex. Daardoor had zij het vruchtgebruik, terwijl hun enige zoon Jan Hendrik als minderjarige alles erfde.
Peter Hendrik had in Voerendaal, ƒ 1.390 aan baten. In Voerendaal en Schin op Geul had hij twee stukken bouwland en in Wijlre zeven stukken.
S.5b. Jan Peter van Wers (Von Wersch, Vanwers), zoon van 4, gedoopt Kerkrade 1 januari 1752, overleden Simpelveld 15 oktober 1825, trouwde Simpelveld 21 januari 1782 Maria Anna Bisschoffs, gedoopt Hoensbroek 6 juni 1762, overleden Simpelveld 2 november 1825, dochter van Francis Josephus Bischof en Maria Catharina Schiffelers.
1782: De moeder van de bruid was weduwe en gaf toestemming. Haar dochter was immers pas 19 jaar. De bruidegom was 30.
1783: Parochianenlijst Simpelveld: Zijn naam komt nxet voor op de parochianenlijst van 1779. Dus ergens tussen deze jaren naar Simpelveld verhuisd. Zij wonen in de Irmenstraat, Simpelveld. Bij hen in huis woont ook zijn schoonmoeder, de weduwe Maria Catharina Schiffelaerts. Verder zoon Lambertus Joseph, haar broer Joannes Henricus Bischoffs en haar zus Maria Joseph Bischofs.
Naast hen woonde in de Irmenstraat zijn broer Theodorus Van Wers (S.5a) gehuwd met Lindgens.
21 oktober 1795: Voor notaris Scheilen uit Simpelveld ruilde hij met Joannes Leonardus Haeselier getrouwd met Maria Magdalena Vliex een stuk grond in den bovendael groot 121 roeden. Daarvoor kreeg hij van Haeselier een stuk land op den Kroun groot 114 roeden.
1796: In huis woonde ook zijn grootmoeder de weduwe Moberts, de dienstmeid Catharina Marmeldier, 23 jaar en zijn broer Stefan van Wersch, 40 jaar.
1798: Geboorte Catharina. Aangifte werd door de vroedvrouw gedaan omdat vader wegens de toestand van zijn vrouw niet van huis kon. Moeder was volgens de akte ongeveer 40. In feite was zij 35. Haar man was arbeider, circa 44 jaar. In feite was hij 46 jaar. Zij woonden in den Irmenstraet in Simpelveld. Getuige was onder andere zijn broer Jan Theodoor die distillateur was. De ambtenaar schreef van Wers. Zijn broer tekende de akte met J. Theodorus von Wersch. Zijn dochter Anna Catharina, geboren in 1798, bleef maar drie maanden leven. Vader tekende haar overlijdensakte met j.p. von Wersch. De ambtenaar schreef van Wers.
1825: Zijn overlijden wordt aangegeven door Machel Bisschoff, akkerman, 36 jaar en schoonzoon. Jan was akkerman in Simpelveld en 75 jaar. Machel kon niet schrijven.
Vervolgens werd in Heerlen op 10 april 1826 de aangifte der nalatenschap van wijlen Johan Pieter Van Wersch gedaan door zijn weduwe en twee kinderen.
Zoon Johan Joseph van Wersch was landbouwer in Würselen en dochter Maria Elisabeth van Wersch woonde in Simpelveld. Moeder Maria Anna Bischoff woonde ook in Simpelveld. Haar man was ab intestato = zonder testament overleden. Zodoende kreeg wettelijk zijn vrouw het vruchtgebruik over de onroerende goederen en erfden de beide kinderen ieder de helft van deze onroerende goederen.
Dat waren:
1: huis met stalling en mestplaats
2: Land aan de Koolhof,
3: bouwland Op het Veld naast oa Theodor van Wersch, dat was de broer van de overledene
4: Weide bij het huis
5: Weide in de Irmstraat
6: bouwland In den Kardinael nevens Theodor van Wersch
7: bouwland Tussen de Graven
8: bouwland Op het Schilegen
9: bouwland Boven Bulkom nevens Theodor
10: bouwland Op den Sleutel nevens Theodor
11: bouwland Op den Kraan nevens Theodor
12: bouwland aan den Paschenheide
13. bouwland aan den Nieuweweiden
14: bouwland aan den Tillenhaag
15: weide aan de Brik
16: weide aan den Waalbroek
17: beemd op den Broek
18: beemd op den Grootenbeemd
19: bouwland in het Langveld nevens Theodor
20: bouwland in het Landveld nevens Theodor
21: bouwland aan de Wittenstein
22: land genaamd den Plattenmorgen nevens Theodor
23: bouwland aan den Eikenblij nevens Theodor
24: bouwland aan den Stiggel
Dit alles had een waarde van ƒ 1.856.
Ieder kind kreeg dus ƒ 928.
Moeder kon niet schrijven, dus niet tekenen. Zoon Jan tekende met Johannes Josep van Wersch en dochter Maria tekende met Maria Elisabet van Wersch.
Een getuige was de andere broer Jan Steven j: S: van Wersch als getug.
1829: Bij de Volkstelling van Simpelveld over de jaren 1840-1850 was Anna Bisschop 67. Jan Joseph is volgens de lijst 39. In hun huis in de Irmstraat 54 woonden vier kinderen met de achternaam Bischoff. Michiel Bischoff is de schoonzoon van Maria Anna Bischoff. Hij is 40 jaar. Zie kind 6.
1836: Bij haar overlijden werd de aangifte door zoon Johan Joseph gedaan die in Simpelveld woonde. Vervolgens werd in mei 1836 een memorie van successie. Op de omslag van deze akte stond dat hij getrouwd was met Maria Anna Bisschoff, terwijl zij zijn moeder was. Zij overleed ab intestato = zonder testament. Er stond in dat zij geen roerende en onroerende goederen had nagelaten.
1857: Bij het overlijden van hun zoon Jan Joseph schreef de ambtenaar dat zijn moeder Bischops heette, dus met één s. Deze ambtenaar noemde zijn vader Jan Joseph Van Wersch, dus met twee hoofdletters.
Uit dit huwelijk werden in Simpelveld gedoopt: Van de tien kinderen werden er maar twee volwassen. De meesten overleden als baby of kleuter.
Werd geërfd
1: door de weduwe Anna Gertrude Vlieks
A: het volle eigendom der roerende goederen ƒ 1735,11 onder aftrek van schulden ƒ 291,60 = ƒ 1.443,51.
B: het vruchtgebruik der onroerende goederen ƒ 3.420.
2: door de kerkfabriek aan onroerende goed ƒ 260.
3: de vier kinderen ƒ 3.160.
Hierover moest nog belasting betaald worden, variërend van 2 tot 10%
1864: Na het overlijden van Anna Gertrud Vliex werd er op 22 juni 1864 een memorie van aangifte der nalatenschap gedaan. De baten waren ƒ 4.295, de lasten en schulden ƒ 172, dus saldo was ƒ 4.123. Er was geen testament. Zij woonde in de pachthof Hinnenberg.
Dit bedrag ging naar de twee zussen en de broer van Anna Gertrudis Vlieks en de kinderen van haar overleden broer. Ieder kreeg een vier deel. ƒ 1.030,75. Hiervan ging nog een bedrag van ƒ 230 totaal af voor de kerkfabriek van Simpelveld waardoor ieder ƒ 973,25 kreeg.
Naam van den vermaker of stichter: Anna Gertrudis Vlieks, huisvrouw van Johan Joseph Van Wersch:
Aard van het legaat of de schenking en bepaald doeleinde
De onverdeelde helft van een perceel weide of boomgaard, in het geheel groot 51 roeden 92 ellen, tot stichting van een eeuwigdurende jaargetijde, Waarde ƒ 280
Zeven met vruchtgebruik bezwaarde perceelen bouwland, te zamen groot 1 bunder 36 roeden 65 ellen, tot stichting van acht eeuwigdurende jaargetijden en andere kerkelijke diensten, waarde ƒ 1600.
S.5c. Jan Peter van Weers /van Werst /von Wersch /von Weers, zoon van 4a, gedoopt Eijs 15 december 1741, kerkmeester (= koster) en herbergier in Eijs, overleden Eijs 11 maart 1805, trouwde Roosteren 1771 Ida Oyen / Oijen / Olye, gedoopt Roosteren 16 april 1743, overleden Wittem 15 juni 1824, dochter van Stephanus Oijen en Mechtildes Verstegen.
Johannes Petrus was als kerkmeester veelvuldig in Eijs getuige bij dopen, trouwen en overlijdens. Als enige over de periode van 1762-1806 was hij drie opeenvolgende jaren de koster. Zijn vader was in 1762 koster in Eijs. Ook de zoon van Jan Peter werd koster in Eijs. Die heette ook Joannes Peter. Vader Jan Peter stond in de boeken met de naam Herin. Deze naam komt van Heribertus.
1781: Rond deze tijd verhuisde het gezin van Roosteren naar Eijs.
1809: In hun huis nummer 19 in Eijs woonden de weduwe Marie Ide Olije 61 jaar geboren Roosteren met haar kinderen Herman 31 jaar en Jean 20 jaar bij het gezin van chirurgijn Jacques Einmael, geboren in Den Bosch.
Maria Ida heeft 2 koeien en één vaars.
1817: Hij was lid geweest van het broederschap Confraternitas Jesu Agonizantis et Maria Dolorosa, naast zijn kosterschap. De pastoor Joannes Hensen schreef echter zijn naam verkeerd: Joannes Petrus van Versch.
15 juni 1824 Haar overlijden: Aangave over de Nalatenschap:
De ondergetekenden
1: Johan Pieter van Weersch
2: Hendrik van Weersch
3: Maria Mechtildis van Weersch en haar man Johannes Otten
Allen landbouwers in Eijs
verklaarden dat hun moeder hen samen met hun broer Herman ook uit Eijs, als erfgenamen heeft aangewezen.
Haar nalatenschap bestaat uit de onverdeelde helft van de volgende onroerende goederen alle gelegen in Eijs dat zij samen met haar man gekocht had.
1: Een huis met schuur en stallingen aan de Kerk in Eijs twv ƒ 336
2: Bouwland Op den Dries twv ƒ 78
3: Land aan de Bissenweg twv ƒ 22
4: Land het vierdel genoemd twv ƒ 14
5: Land aan de Gatz, twv ƒ 60
6: Land ook aan de Gatz ƒ 74
Bij elkaar ƒ 584 waarvan de helft van de overledene toebehoort dus ƒ 292
Zij liet zelf ook nog een weide na In de Piper bij Eijs twv ƒ 68
De kinderen erfden ter waarde van totaal ƒ 360.
Uit dit huwelijk werden gedoopt
De ondergeteekende hermanus van Weersch, akkerman Jan Peter van Weersch, Koster beide woonende te Eijs Gemeente Wittem, Maria Mechtilde van Weersch echtgenoot van Jan Otten bouwman wonende te Trintelen zelve gemeente Wittem Provincie Limburg woning verkiezende ten huize van den eerstgenoemden Herman van Weersch. Verklaren dat hun broer Hendrik overleden is.
De nalatenschap bestaat uit:
1: een Huisje met een kleen Kamertje benevens eene leege plaats ter mate van zeven en tagchentig ellen Vierkant gestaan en gelegen te Eijs palende opgank de dorpstraat ondergank en Middag Mechtilde van Weersch geschat aan een hoofd Som van twee honderd Gulden.
2: 82 ellen ledige plaats en mesthof met opstaande schuurtje palende de opgang Mechtilde van Weersch, ondergang en middag de erven Jan Peter Scheven, geschat ƒ 60
3: negen roeden, 92 ellen bouwland de Woekender genaamd bij Eijs, grenzend aan Hendrik Hollands en Anton Creusen, geschat ƒ 45
4: 19 roeden , 62 ellen land aan de Pipersberg, grenzend aan de weduwe Leonard Hamers en Peter Jozef Biem, ƒ 55
5: 16 roeden, 45 ellen vierkant land aan de Gatz, grenzend Jan Willem Scholtis ƒ 40
6: 9 roeden 81 ellen gelegen Panhuisweide genoemd, grenzend aan de heer Coenegracht en Willem Bouwmans, geschat ƒ 10
7: 21 roeden, 80 ellen land aan Hollandsberg, grenzend aan Jan Willem van Weersch 20,
8: Eindelijk kledingstukken bestaande in Rokken, Kamizalen (=kamizolen = onderhemden), Broeken, hemden enz. zamen geschat aan tien Gulden
9: een roede vijftig vierkante ellen tuin grenzen de gemelde schuur en Nicolaas Creusen ƒ 15,-
10: 7 roeden 60 ellen land op Trintelen grenzend aan de weg en de erven Steven Tijssen, geschat ƒ 35
Activa: Dit alles is 490 gulden.
Passiva: kosten van de begrafenis ƒ 90
Dus ƒ 400
Aan de belastingontvanger in Valkenburg moesten zij 4% afdragen over ƒ 400 is 16,- met 5,60 opcenten = 21,60.
Johannes Leonard von Weers, gedoopt Roosteren 21 januari 1780 , overleden Eijs 27 juni 1782.
S.5d. Jan von Werst (Van Weers, van Weersch), zoon van 4a, gedoopt 12 januari 1756, overleden Elkenraad 21 oktober 1823, trouwde 3 maart 1783 Maria Catharina van Can / Kann / Kan, gedoopt Simpelveld 6 augustus 1762, overleden Wittem 2 november 1824, dochter van Franciscus (Willem) van Can en Helena Werents /Weerens.
Zijn achternaam komt in verschillende vormen voor op de diverse aktes; Von Wers, Von Werst, van Weersch, Van Wersch. Vanwerts, Vanwersch.
1783: Voordat zij trouwden wilden zij dispensatie hebben van het bisdom Luik omdat zij familie in de 4e graad waren. De aanvraag werd op 18 februari 1873 gedaan. Enkele weken later trouwden zij. Hij was woonagtig op Trintelen onder Wittem.
0 | Joannes van Wersch (1756-1823) | Maria Catharina van Kan (1762-1824) |
1 | Herman van Wersch (1713-1800) x Helena Murers (*1716) | Frans Willem van Kan (*1733) x Helena Werens (*1738) |
2 | Lenerd Muijrers (*1675) x Catharina Keufgens (*1684) | Joannes Werens (1702-1781) x Catharina Schillings |
3 | Henricus Muijrers x Margaretha Werrens (ca. 1642 – ca. 1683) | Gerard Werens (1657-1704) x Berb Mertens |
4 | N.N. Werrens x N.N. | Jan Werrens x Maria Buschops |
4 juni 1795: Hij kocht van zijn neef Joannes Weerens uit Brunssum een stuk land in Mingersborger onder de bank Heerlen van 68½ roeden.
16 juni 1795: Het echtpaar woonde in Drintelen onder Heerlijckheijt van Eijs. Hij verkocht aan Peter Caspar Vroesch getrouwd met Petronella Houbben uit De Locht onder Kerkrade een stuk land aan de Koulweg onder Heerlen, grenzend aan Soureth en de weg.
1796: Volkstelling: Zij wonen in Trintelen met drie kinderen boven de 12. Hij is vlg deze lijst 35 en zij 31. Beiden zijn hier geboren. Hij is arbeider.
9 maart 1800: Jan Van Weers woonagtig op Drintelen onder Wittem, zijnde een Landbouwer in huwelijk met Maria Catherine Van Kan verkocht een wei gelegen in Trintelen 100 kleine roeden aan Joannes Murers uit Trintelen getrouwd met Maria Mertens. Hij betaalde 50 Franse kronen of te wel 300 francs. Jan van Weers kon niet schrijven dus ook niet tekenen.
1804: Bij het overlijden van hun dochter Maria schreef de ambtenaar Jean Van Weerst, 48 jaar oud, dagloner wonend in Trintelen.
1807: Bij het overlijden van hun zoon Herman, schreef de ambtenaar Van Wersch. Op de tienjarige tafels index staat de ene keer VanWerss en de andere keer Vanwerts, landbouwer. Hij was 52 jaar. De achternaam van zijn vrouw werd als van Cann geschreven.
1808/1809: Volkstelling Wittem: zij wonen huis Wittem nummer 77 en woonagtig op Trintelen onder Wittem. Zij hadden twee kippen en een schaap. Zij woonden in het huis waarin ook een weduwe met haar dochter en kleinkind woonden. Jan zei 53 te zijn. Zijn vrouw M. C. Van Kan was 43. In hun huis woonde ook zijn schoonvader Willem Van Kan, 76 jaar, weduwnaar van Helene Weerens.
1809: Volkstelling Wittem. Zij wonen in Eys, nu in huis nummer 78. Ze hebben twee paarden en een koe.
1821: Volkstelling Wittem. Zij wonen in Eys. Jan en Maria wonen op nummer 16 met als buren hun dochter Maria Barb getrouwd met Ackermans. Die wonen op nummer 16b. Vader staat te boek als Vonwersch, zijn dochter als Vanwersch. In huis bij hun dochter woont ook de schoonzus van Jan, de weduwe van zijn oudste broer: Maria Ida Oyn (= Oyen). Jan heeft twee koeien en een paard.
1822: Huwelijk van zoon Jan Willem, nr 3. Zij zijn ackerslieden in Eijs. Moeder wordt Van Kan genoemd.
1823: Vader Jan overleed in Elkenrade. Daar woonde zijn zoon. Hij werd 70 jaar oud. Vader woonde in het huis van weduwe Kleuters. Zijn zoon Jan was getrouwd met de vrouw van Kleuters. Toen die stierf trouwde zij met Jan van Wersch. Dus vader Jan was in het huis van de eerste schoonmoeder van zijn schoondochter.
Uit dit huwelijk werden in Eijs gedoopt
S.5e. Franz Heinrich van Wersch, zoon van 4b, geboren Brandenberg en gedoopt Bergstein 24 augustus 1730, boswachter in Brandenberg, overleed als weduwnaar in Brandenburg 31 mei 1800, trouwde Bergstein 10 juni 1757 Anna Gertrud Jörres, geboren Bergstein 17 mei 1721, dochter van Johann Wilhelm Jörres & Agnes Balsam.
Boswachter in Brandenberg en koster in Bergstein net als zijn vader.
In het overlijdensboek van Bergstein staat dat toen Henricus Leers op 16 november 1771 in de kerk voor het Maria altaar achter de trappen van het koor bijgezet werd, er eigenlijk geen originele documenten aanwezig waren om dat recht uit 1709 en in 1730 bevestigd, te bekrachtigen. Maar Frans von Wersch wist dat dat mocht, schreef de pastoor in het overlijdensboek.
Uit dit huwelijk werden geboren
S.5f. Hendrik van Werst / van Weerts / van Weers / Van Weersch, zoon van 4c, gedoopt Oud-Valkenburg 26 september 1746, overleden Eijs 3 februari 1822, trouwde 1: Eijs 25 november 1793 Maria Catharina Schmietz, overleden Eijs 26 juli 1800,
trouwde 2: 13 december 1800 Maria Catharina Küsters/ Kotters, weduwe van Nicolaas Funcken, geboren Wijlre circa 1736, overleden Wittem 12 december 1825, dochter van Christianus Kusters en Johanna Huppermans.
1794: Bij de doop van dochter Anna heette de moeder volgens de pastoor Schmietz en vader van Weersch.
1800: Bij het overlijden van zijn eerste vrouw was Hendrik 40 jaar, dagloner en woonde in Eijs. Zij werd 38. Bovenaan de overlijdensakte schreef de ambtenaar Henry Van Weersch en iets lager Henry Van Wersch.
1800: Op 12 december 1800 werd hun huwelijk afgeroepen in de kerk van Elkenrade (=Wijlre). Catharina Kusters was weduwe van Nicolaas Funcken. De pastoor in Eijs trouwde hen. De pastoor van Wijlre schreef Hendrik Weerst, weduwnaar. Zijn bruid kwam uit Wijlre. Maria Catharina Kusters was de schoonmoeder van zijn broer Nicolaas (S.5g).
1808: Bij de volkstelling van Wittem heette hij Henri van Wersch en zijn vrouw Marie Catharina Kotters. Hij is 59, zij is 63. De kinderen: Ida is 19, Anne Catharina is 15 en Nicolas is 10. Het gezin heeft twee koeien en één vaars. In huis woonde een neefje Nicolas Voncken (de eerste man van Anna Catharina Kusters heette Voncken). De jongen is 24, geboren Wijlre en een knecht Mathieu Coevers, 24 jaar, geboren in Berg. Zij woonden Eijs nummer Wittem 28.
1819: Op 26 november 1819 verscheen Hendrik van Weers met zijn meerderjarige kinderen Anna Catharina en Nicolaas, allen wonend in Eijs, en in naam van hun afwezige zus Maria Ida, Zij was dienstmeijd woonagtig op den Huls onder Simpelveld, voor notaris Kemmerling in Gulpen. Op de Huls heet zo omdat Huls hoger, op een heuvel, ligt dan Simpelveld. Zij transporteerden een weiland gelegen in Trintelen (bij Eijs), gemeente Wittem, groot veertig kleine roeden en een stuk land groot 85 kleine roeden, aan Leonard Keufkens, gehuwd met Catharina Lousberg, voor 249 frank of 117 gulden. Ook op deze dag voor dezelfde notaris verscheen Nicolaus van Weers die onroerend goed aan Joannes Leonard Keuffkens verkocht, bij elkaar voor f. 1.177,65.
1821: Bij de volkstelling van Wittem betreffende Eijs heette hij Heinricus Vonwersch getrouwd met Maria Catharina Koesters Zij hadden twee koeien. In dit huis woonde ook Anna Catharina Mertens (wellicht zus van hun schoonzoon?).
1822: Zijn overlijden werd aangegeven door zijn zoon Nikolaas en schoonzoon Andreas Mertens. Hendrik werd 78 jaar, was nog steeds wagenmaker en geboren in Valkenberg. Als echtgenoten van zijn vader noemde hij Maria Catharina Schmeitz (overleden) en Catharina Koosters (nog levend). Nikolaas was 24 jaar en wagenmaker en zijn zwager (de man was zijn oudste zus) was 30 jaar en knecht.
Er werd na zijn overlijden een Memorie van Aangifte opgemaakt. Hierin stond wie er erfden en wat zij erfden, en dus waarover belasting betaald diende te worden. Er waren acht stukken land, gelegen in de Kattenlock, Kirreberg, Cromhaag en Heuvelsberg. Naast een huis met stal en tuin in Eijs ter waarde van ƒ 280.
1825: Haar overlijden werd door zoon Nikolaas Vanwersch aangegeven uit Wittem, landman 26 jaar en zegt schoonzoon te zijn schreef de ambtenaar terwijl het stiefzoon is.
In 1783 trouwde Nicolaas van Werst in Mechelen met Anna Barbara Voncken, dochter van Nicolaas Voncken en Maria Catharina Custers. Na het overlijden van Nicolaas Voncken hertrouwde de weduwe Custers in 1800 met Hendrik van Werst.
Deze Hendrik was de broer van Nicolaas van Werst waardoor Hendrik dus de stiefschoonvader van zijn broer werd en Maria Voncken als schoonmoeder nu ook de schoonzus van Nicolaas werd.
Uit het eerste huwelijk werden in Eijs gedoopt
Deze Leonard Keufgens kocht aardig wat grond, maar ook van de dochters van Jan van Werst uit Trintelen, getrouwd met Maria van Kan.
1842: Jan Nicolaas trouwde de eerste maal toen hij 42 was met de weduwe Maria Guignard die 18 jaar ouder was, dus 60. Op de akte staat zij beschreven als 62-jarige. Op de huwelijksakte staat dat de bruidegom en bruid verklaren onvermogend te zijn.
S.5g. Nicolaas van Werst / Weerst / Von Werst, zoon van 4c, gedoopt Mechelen 28 januari 1754, overleden Cartils 23 mei 1812, trouwde Mechelen 30 september 1783 Anna Barbara Funcken / Vonken / Voncken / Vinken, gedoopt Wylre 5 mei 1767, overleden Cartils 25 maart 1818, dochter van Nicolas Voncken en Maria Catharina Kusters.
1784: Bij de geboorte van hun eerste kind schreef de pastoor in het doopboek Nicolaus van werst en anna berb funcken. Later kopieerde een andere pastoor dit doopboek en schreef Anna Barbara Funcken. In de tweede versie Anna Barbara Funcken. In beide versies was het van Werst.
1791: Nicolaas van Wers en Anna Barbara Funcken kochten voor het leenhof van Wittem van de gezusters Maria en Joanna Frösch een stuk land gelegen in het Wittemerveld, groot 74 roeden voor een halve frank per roede.
1792: Ook voor het leenhof van Wittem kochten zij nog een stuk land in het Wittemerveld, groot veertig roeden van Frans Heuts en zijn vrouw Maria Broers, voor 65 stuiver per halve roede.
1800: Ook kochten zij op 16 februari 1800 voor notaris Kemmerling 33 kleine roeden land gelegen in het Wittemerveld voor 29 frank van Maria à Campo uit Cartils. Voor dezelfde notaris transporteerde Charles Kahn, weduwnaar van Anna Maria Piron, wonende in Cartils, aan Nicolaas van Weers, landbouwer in Cartils, een woonhuis met alle toebehoren met koolhof en bossen, gelegen in Cartils, grenzend aan land van Nicolaas van Weers en Frans Heuts. De koopsom bedroeg 296 frank of vijftig Franse kronen.
1800: Zijn schoonmoeder Maria Catharina Kusters trouwde in een tweede huwelijk met zijn broer Hendrik (S.5f). En dus is zijn schoonmoeder ook zijn schoonzus en zijn broer zijn stiefschoonvader.
1808/1809: Bij de volkstelling Wittem heette vader Von Wersch. Hij zei 55 te zijn en zijn vrouw 50. Feitelijk was vader inderdaad 55 en zijn vrouw 42. Zoon Nicolas was 27, feitelijk 24, zoon Laurentius was 22, Zij waren de enige kinderen die in huis woonden. Zij hebben twee paarden, drie koeien, één vaars, vier schapen en drie lammetjes. Vader was landbouwer in Wittem.
1808: Nicolaus van Werst werd op 3 juni 1808 door de burgemeester van Wittem dhr. S. Merkelbach, voorgedragen, met enkele anderen, tot kerkmeester van de hulpkapel in Wittem. Nicolaus zei toen 52 te zijn.
1809: Bij de volkstelling van Wittem werden de dieren niet meer genoemd. Vader en moeder konden niet schrijven, beide jongens wel.
1811: Toen de kadastrale kaarten werden gemaakt zie je dat Nicolaas en zijn zoon Laurens heel wat grond hadden.
1818: Overlijden van zijn vrouw. De ambtenaar schreef in de akte als echtgenoot: Nicolas Vonwersth. Hij was landbouwer en woonde in Cartils gemeente Wittem. Hij tekende de akte met N van wersth. Vervolgens werd er een Memorie van Aangifte opgemaakt waarin stond dat haar zonen de volgende stukken bouwland erfden die lagen in of aan de Kreekelsgragt, Rensberg, den Klinkert, op de Reebelheijde, het Leijveld, in den Laagendoern, in de Geetenkool, in Cartils, Eijserveld, in het Kattelook, in het Wittemerveld, in het Mechelder bosch en de Geulwijde in Cartils.
Totaal waren het 27 stukken land. Verder twee huizen in Cartils en twee schuren.
1852: Overlijden van zoon Nikolaas. In de akte heetten zijn ouders: Nikolaas Vanweersth en Anna Barbara Voncken. Het echtpaar kreeg zeven kinderen waarvan er vijf vroeg overleden waren.
Uit dit huwelijk werden gedoopt
S.5h. Johannes Mathias van Weers, zoon van 4c, gedoopt Mechelen 20 februari 1764, overleden als Mathieu van Weers: in de Houbbestraat Gulpen 6 juni 1814, 50 jaar oud, trouwde Gulpen 22 februari 1789 Anna Catharina Heijenraets / Hijenraed Heijenraed / Heijraats), gedoopt Gulpen 7 september 1764, overleden Gulpen 26 februari 1832, dochter van Gillis Heijenraets en Anna Bour.
1796: Volkstelling. Math van Weers 38, arbeider, Anna Catharina Heijenrats, zijn vrouw is 39. Zij wonen in Gulpen, wijk Billenhuijsen met hun zes kinderen die jonger zijn dan 12 jaar.
1789: Hun huwelijk. De pastoor noemde hen: Johannes Matthijs van Weerts en Anna Catrijn Heijraats.
1796: Volkstelling: Math van Weers 38, arbeider, Anna Catharina Heijenrats is 39. Zij wonen Rode straat, Gulpen, wijk Billenhuijsen met hun zes kinderen jonger dan 12 jaar.
1799: Vader is linnenwever.
1804: Op 29 juli 1804 verschenen voor notaris Kemmerling Mathijs van Weers, landbouwer, en zijn vrouw Anna Catharina Heijenraets, wonende in Gulpen. Zij verklaarden opdracht te hebben gegeven om vier stukken land, groot totaal 110 aren, tegen het hoogste bod te veilen.
De opbrengst zou gebruikt worden voor de afbetaling van een lening van 1.425 frank of 475 Akense rijksdaalder, welk bedrag door de rentenier Mathijs Konings uit Burtscheid (D) op 25 juli 1792 verstrekt was.
1810/1811: Toen zoon Nicolas in het leger van Napoleon werd ingelijfd, schreef de administratie dat hij een zoon was van Jean Nicolas Van Weers en Anna Catharina Heijenrath.
1814: Het overlijden van Mathieu. Hij werd 50 jaar en was linnenspinner. Hij woonde in de Houbestraat in Gulpen.
1816: Volkstelling Gulpen. Nu haar man overleden was, deelde zij een huis met Frederix Busseler (53) en zijn vrouw Catharina Ploumen (51) en zijn zwager Laurent Ploumen (56). Anna Catharina Heijenrath is 51. Bij haar zijn Arnold Van Weersch 18, Catharina Van Weersch 15, Anna Maria Van Weersch 7 jaar. Zij wonen in Euwerheim (is Euverem).
1816-1825: Volkstelling Gulpen Zij wonen in het gehucht Waterop, aan de Trap, huis nummer 56. De weduwe is in behoeftige staat in deze volkstelling. Zij is 70 jaar. Bij haar wonen Maria Ida van Weersch, 37 jaar, Anna 31 jaar (allen geboren in Gulpen) en Mari Elisabeth, 6 jaar, geboren in Wijlre (er staat inderdaad Mari). Achter alle vier staat behoeftige. Hun andere kinderen zijn blijkbaar het huis uit, of werken ergens anders? In ieder geval werkte zoon Arnold bij boer Gillis Schatten als dienstknecht in Gulpen. De andere kinderen worden niet genoemd.
1823: Toen zijn zoon Fredrik in dienst moest was vader al overleden. Moeder had als beroep: Bedelaarster. Hun achternaam was van Wersch. Toen zoon Arnold in dienst moet werd hun achternaam verbasterd tot van Weerts.
1832: Memorie van Successie bij het overlijden van Anna Catharina Heijenraths. Dochter Ida Vanweersch verklaarde dat haar moeder geen roerende of onroerende goederen had nagelaten. Ook de burgemeester verklaarde dat. De ambtenaar schreef haar naam als Hijenraad. Die ambtenaar schreef ook dat zij met haar dochter in Oenerem woonden. Dat moet dus Euverem zijn.
1855: Op de overlijdensakte van zoon Arnold staat dat diens zoon dacht dat zijn oma Anna Catharina Warlemont heette in plaats van Lemmens.
1868: Op de overlijdensakte van dochter Maria Ida geeft haar man als achternaam van zijn schoonmoeder: Lardinois.ipv Heijenraets.
1815-1923: Toen zijn zoon Fredrik in dienst moest was vader al overleden. Moeder had als beroep: Bedelaarster. Hun achternaam was van Wersch. Toen zoon Arnold (5) in dienst moet werd hun achternaam verbasterd tot van Weerts. Vader was dagloner.
Uit dit huwelijk werden gedoopt
S.5i. Joannes Petrus van Werst, zoon van 4c, gedoopt Mechelen 11 december 1767, overleden Gulpen in de Houbbestraat 15 januari 1806, trouwde Slenaken 20 februari 1803 Anna Maria Weickmans, gedoopt Gulpen 22 januari 1767, overleden Gulpen 4 december 1837, dochter van Jan Wijkmans en Maria Anna Kockelmans.
1767: Haar geboorte was voor het huwelijk. De vroedvrouw gaf het kind bij de doop aan. Moeder was Marie Anne Kokkelmans uit Margraten en zei tegen de pastoor dat de vader Jan Wijkmans uit Slenaken was. Daarom trouwden zij in Slenaken terwijl de bruid in Gulpen geboren was. Traditioneel zou het huwelijk dan ook in Gulpen zijn.
1827: In de krant l’ Eclaireur van 26 november 1827 staat een aantal gerechtelijke beslagen. Zo ook een jaarlijkse rente van 4 gulden en 30 cent op het kapitaal van 86,15 gulden dat nov 1770 uitgeleend werd als hypotheek. Dit kwam ten laste van Jan Jozef Schillings, gemeentebode, zijn vrouw Maria Wijckmans en Anna Maria Wijckmans, weduwe van Piter van Weers, alle drie wonend in Slenaken. Marie was landbouwster.
Uit dit huwelijk werd in Gulpen geboren
S.6. Willem Joseph van Wersche, zoon van 5, gedoopt 29 november 1782, overleden Seraing 9 oktober 1859, trouwde Kerkrade 29 mei 1807 Anna Maria Crombach, ook wel Maria Josepha Crombach / Anne Marie Josephe Crombach, Krombach, Crombag en Crumbag genoemd, gedoopt Kerkrade 18 juli 1787, overleden Seraing 29 april 1869, 87 jaar, dochter van Godefroi Crombag en Marie Friede Lauven.
1807: Hij werd vrijgesteld van de militie omdat hij getrouwd was. Willem was 24 jaar. Zijn bruid 19.
1818: Bij de geboorte van Godefrid is vader 34 jaar, landbouwer in Nulland en tekende de akte met w j von wersch. De ambtenaar schreef Vanwersch.
1827: Willem Joseph Vanwersch gehuwd met Merrier Josepha Crombach, akkerman, wonend te Nulland, leende van de heer Johan Jordan Berden, gehuwd met Mevrouw Jeanette Frissen, grondeigenaar, wonend in de Nieuwstraat Kerkrade, de som van ƒ 411,07 over twee jaar terug te betalen tegen een jaarlijkse rente van 5%.
Als borg: huis met bijbehoren en 73 roeden, 66 el, 68 palmen bouwland in een stuk op de Spekholzerheide, grenzend aan de ene kant aan land van de weduwe Daelen, aan de andere kant de Steenweg, aan de kopse kant Alberts en aan de andere kant Mathias Lejeune. Dit had hij van zijn ouders geërfd. Berden was belastingontvanger.
1842: Bij het huwelijk van hun zoon Godfroid was hij mijnwerker en tekende akte met Will Jos van wersch.
Circa 1848: Het gezin verhuisde naar Seraing (B) waar hij mijnwerker was. Voortaan heette hij Guillaume Joseph Vanwersch. De familienaam werd ook Vanwersch.
1854: In dit jaar moest het echtpaar afscheid nemen van drie van hun kinderen Jean Leonard op 17 oktober 1854, Marie Hubertine op 21 oktober 1854 en Anne Marie op 2 december 1854.
1859: Bij zijn overlijden wonen zij in de Rue Marchamps, Seraing, Hij werd 79 jaar en was zonder beroep.
1869: Moeder Crombag overleed 29 april 1869. Haar zoon Henri overleed 15 april 1869, diens vrouw 25 juni 1869. Zij woonde Rue des Arres in Seraing.
Uit dit huwelijk werden in Kerkrade geboren
S.6a. Jan Joseph van Wersch, (Vanwersch), zoon van 5, winkelier in Kerkrade, gedoopt 16 november 1790, overleden Kerkrade 31 december 1855, trouwde 20 januari 1824 Maria Theresia Sauren (Souren), geboren Kerkrade 15 oktober 1801, overleden Kerkrade 17 april 1883, dochter van Albert Sauren en Maria Widderhoven.
1790: Bij zijn doop schreef de pastoor zijn achternaam als van Wersh.
1809: Toen hij in dienst moest, had hij geen beroep. Hij stond overigens ingeschreven als geboren op 16 december 1790 en had een klein litteken op zijn kin.
1812: Op zijn 22ste was hij koning van schuttersgilde St George Simpelveld.
1 februari 1820: Samen met zijn broer Franz Wilhelm (S.6b) verkopen zij in het openbaar de inventaris van de boerderij. Hun vader is net overleden. Hun moeder was al vijf jaar eerder overleden. Er werden 182 zaken ingebracht, variërend van een bed naar een varken. Totaal bracht de verkoop per opbod 453 gulden. 27 cent op. Ook wel 959 francs en 30 centimes. Willem Bellem uit Kerkrade was de uitroeper.
1824: Op zijn huwelijksakte staat dat hij barrier = ontvanger was. Hij woonde in Onderspekholz, het tegenwoordige Terwinselen.
1829: Vanaf 1829 tot aan zijn overlijden in 1855 staat steeds in de aktes dat hij winkelier in Kerkrade was.HIj had in Kerkrade acht stukken land in Kerkrade: Niersprinckveld, Niersprinck en in het dorp. Hier had hij twee huizen en een tuin.
1831: In het Bevolkingsregister van 1831 staat dat hij kruidenier was.
1836-1851: Jan zat als raadslid in de gemeenteraad van Kerkrade.
1848: Op 3 januari 1848 werd Jan Joseph Vanwersch door de gemeenteraad benoemd tot leidinggevende van de Kerkraadse nachtwacht.
1851-1852: Wethouder Kerkrade: J J van Wersch.Er waren toen twee wethouders.
8 juli 1852: Anna Catharina Souren, weduwe van Leonard Savelsberg, landbouwster in Hahnrade, verkocht aan Johan Joseph Vanwersch, herbergier in Kerkrade gehuwd met haar zus Theresia Souren, een perceel bouwland aan de Flotsgraaf te Hahnrade. Dat was van hun ouders Karel Albert Souren en Maria Josepha Widdershoven geweest.
Vanwersch betaalde direct ƒ 360.
1853: Hij trad af als wethouder in Kerkrade.
1855: Bij zijn overlijden liet hij 19 stukken land in Kerkrade na waaronder één huis.
1868: De weduwe Vanwersch leende als winkelierster en herbergierster ƒ 1.410 uit aan Johan Herrij.
Mei 1872: Er was op haar verzoek een openbare veiling van haar inboedel als canapés, boekenkast, stoelen, uittrek- en andere tafels, kleder- en glazenkasten, ledikanten, schilderstukken in olieverf, saksisch en ander porselein, koper- tin-, glas- en aardewerk. Totaal werden er 144 artikelen aangeboden. Het meeste bracht een kachel op ƒ 17,50, een klerenkast ƒ 36 en een glazenkast ƒ28. Totaal bracht de verkoop ƒ 655 op.
11 maart 1875: Voor notaris Beekman verschenen
1: Maria Theresia Souren, zonder beroep, weduwe van Jan Joseph Van Wersch (de notaris schreef de achternaam steeds met een hoofdletter V), uit Kerkrade en moeder van de onderstaande kinderen.
2: Clara Francisca Van Wersch, bijgestaan en gemachtigd door haar echtgenoot Lambert Straatman, winkelier in Kerkrade,
3: Félicité Van Wersch, zonder beroep, bijgestaan en gemachtigd door haar echtgenoot Johan Gerard Van Ool, hoofdonderwijzer, wonende in Simpelveld,
4: Antoon Jozef Wiertz, brievengaarder in Kerkrade, weduwnaar van Maria Theresia Van Wersch. in eigen naam en als vader van zijn nog minderjarige kind Maria Elisabeth Vincentia Wierts, bij hem gedomicileerd. Hij was gemachtigd door Anna Maria Van Wersch (moet zijn Anna Josepha Van Wersch) en haar echtgenoot Jan Jozef Carl Conen, koopman, samen in Amsterdam wonende.
Ook namens de wel eerwaarde heer Franciscus Xaverius (moet zijn Willem) Van Wersch, Roomsch Katholijk Priester en Kapellaan in Rotterdam en namens Maria Elisabeth Van Wersch, Geestelijk Zuster te Gulpen,
5: Gerard Joseph Van Wersch, landbouwer te Schürzelt, voor zich en als toeziend voogd van genoemde Wiertz. Hij was de neef van de kinderen Van Wersch. Zijn vader was een broer van hun vader getrouwd met Maria Theresia Souren.
Zij verkochten een perceel boomgaard van 51 aren, 60 centiaren gelegen in het Niersprink, gemeente Kerkrade. Een deel ervan was van
de eerste comparant de weduwe Van Wersch en het andere deel van haar vijf kinderen, genoemd onder 2, 3 en 4. Met de minderjarige Maria Elisabeth Vincentia Van Wersch zegge Wiertz. Deze boomgaard was afkomstig van hun grootvader Jan Jozef Van Wersch.
De boomgaard werd door Dominicus Bergstein gekocht, koopman en grondeigenaar in Kerkrade, getrouwd met Anna Maria Groneschild. Hij betaalde ƒ 1.506.
1883: Bij haar overlijden liet zij de helft van dertien stukken onroerend goed na en diverse vorderingen op enkele personen met een totale waarde van ƒ 11.522,04. Maar zij had ook kosten gehad zoals de begrafeniskosten en nog te betalen pachten met een waarde van ƒ 4.454,44.
1884: In 1884 werd, na het overlijden van beide ouders, de inboedel verdeeld ter waarde van ƒ 16.943. Zij lieten geen mannelijke nazaten met kinderen achter. Deze tak stierf dus uit.
Uit dit huwelijk werden geboren
De comparanten geven te kennen dat hun overleden (schoon)ouders Jan Joseph Van Wersch en Maria Theresia Souren op 20 januari 1824, dus onder de werking van de Franse Wetgeving, zijn gehuwd in gemeenschap van goederen,
dat hun schoonvader Jan Joseph Van Wersch op de 31 december 1855 in Kerkrade overleden is zonder over zijn nagelaten goederen bij testament beschikt te hebben. Als enige erfgenamen liet hij achter zijn zes kinderen
1: Anna Maria
2: Maria Theresia
3: Francis Willem
4: Maria Elisabeth
5: Clara Francisca
6: Felicité
die ieder een zesde deel erven.
Na zijn overlijden werd door zijn vrouw Maria Theresia Souren bij notaris Daelen uit Nieuwhagen op 26 maart 1856 een boedelbeschrijving opgemaakt van goederen die deel uitmaakten van de gemeenschap van goederen, dat de inboedel door haar tussen haar kinderen is verdeeld maar dat zij tot op 28 februari 1872 de pacht heeft betaald over de onroerende goederen. Zij hertrouwde niet. Zij overleed op 17 april 1883 zonder testament in Kerkrade. Zij liet als enige erfgenamen haar kinderen
1: Anna Maria
2: Francis Willem
3: Maria Elisabeth
4: Felicité
5: haar kleinkind de eerder genoemde minderjarige Straatman
ieder voor 1/5 deel
Bij haar overlijden was geen inboedel meer aanwezig.
De comparanten willen overgaan tot scheiding van de gemeenschappelijke inboedel van hun schoonouders. De waarde van de nalatenschap is op 15 januari 1884 door drie deskundigen geschat: de landbouwers Lodewijk Herrij, Joseph Savelsberg en gemeentebode Pieter Joseph Wiertz, alle drie uit Kerkrade.
Alles wordt opgedeeld in drie onderwerpen
A: de goederen uit de gemeenschap
B: de goederen uit de nalatenschap van (schoon)vader
C: de goederen uit de nalatenschap van (schoon)moeder
A: over de gemeenschappelijke boedel
1: De volgende onroerende goederen
a: Huis , poort, plaats en achterbouw en tuin in Kerkrade 4 are 10 centiaren ƒ 3000,
b: Bouwland aam de Niersprinkerweg 32 aren 50 centiaren, geschat ƒ 632,66,
c: bouwland aan de Flotsgraaf 37 aren ƒ 630,
d: bouwland ook daar 32 aren 71 centiaren ƒ 538,
e: de helft van de boomgaard in Haanrade, 82 aren 30 centiaren, ƒ 615.
2: de inbrengsten te doen door de deelgenoot Wierts, Conen en Straatman wegende de door hen ieder voor een derde opgetrokken kooppeningen van verkochte goederen der gemeenschap ƒ 794,53,
3: een vordering ten laste van de nalatenschap van moeder wegens betaalde schulden op persoonlijke goederen van moeder ƒ 207,89,
4: een vordering ten laste op de nalatenschap op vader wegens de doodschulden betaald met penningen der gemeenschap ƒ 120.
Bij elkaar voor A: ƒ 6.528,08
Hierop moet afgetrokken worden de vordering van Straatman en zijn minderjarig kind wegens kosten van hertimmering van het huis hierboven omschreven gedaan tijdens het huwelijk van met zijn overleden echtgenote van ƒ 600.
Ter verdeling: ƒ 5.928,08
B: de nalatenschap van Jan Joseph Van Wersch
1: huis en erf in Kerkrade 3 aren, 95 centiaren, ƒ 2.000, grenzend aan Antoon Joseph Wiertz en aan de Dorpstraat,
2: Bouwland in Niersprinkerveld, 72 aren 9 centiaren, geschat ƒ 1.403,34.
3: Opbrengst van de door moeder verkochte bomen die op het land stonden van vader ƒ 167,22,
4: De inbrengsten door Wiertz, Conen en Straatman wegens de door hen ieder voor een derde opgetrokken kooppeningen van verkochte goederen van de vader ƒ 664,47,
5: De inbrengst van Conen vanwege de door hem ontvangen bedrag voor verkochte goederen ƒ 1.018,
6: De inbrengst die Maria Elisabeth Van Wersch had ontvangen vanwege vooraf gegeven bedrag ƒ 799,68,
7: De inbrengst door Francis Willem Van Wersch om dezelfde reden ƒ 1.599,35,
8: De helft van het zuiver bedrag van de gemeenschappelijke boedel ƒ 2.984,04
|Samen ƒ 10.616,10.
te korten:
a: de begrafeniskosten ƒ 120,
b: de vordering van de deelgenoot Wiertz op betimmeringen van het huis onder B,1 ƒ 900,
Samen: ƒ 1.020.
Resteert ƒ 9.596,10.
C: de nalatenschap van Maria Theresia Souren
1: goederen gelegen in Kerkrade
a: bouwland aan Nievelstein op het Haanraderveld, 1 hectare, 122 aren, 96 centiaren. geschat ƒ 2.093,
b: bouwland aan de Flotsgraaf grenzend aan de Haanderweg, 20 are, 52 centiaren ƒ 325,
c: Bouwland te Haanrade achter de eerder gemelde boomgaard 50 are en 40 centiaren ƒ 723,
d: de helft van de boomgaard daar gelegen 82 aren en 30 centiaren geschat ƒ 615,
e: bouwland daar gelegen 7 aren, 35 centiaren, gewaardeerd ƒ 120,
f: bouwland daar gelegen 35 aren, 70 centiaren ƒ 727,
g: Beemd in de Kombeemden 20 aren, 40 centiaren, geschat ƒ 297,
h. Schaapsweide aan Lichtenberg 18 aren 10 centiaren ƒ 50.
Deze goederen behoren tot de nalatenschap van Maria Theresia Souren.
i: een schuldvordering ƒ 517 tegen 5% door Daniel Joseph Gorissen uit Kerkrade van 4 juni 1871,
j: een schuldvordering van ƒ1410 tegen 5% verschuldigd door Johan Maria Frans Xavier Lodewijk Herry uit Kerkrade,
k: een schuldvordering van ƒ 1181 tegen 4½ door Willem Vandermeulen uit Kerkrade,
l: een schuldvordering ƒ376 tegen 5% door Johan Joseph Thevissen uit Kerkrade,
m: De inbrengst door Van Ool vanwege vooraf geint bedrag van ƒ 600,
n: De inbrengst door Francis Willem Van Wersch wegens vooraf genoten bedrag van ƒ 1900,
Totale waarde ƒ 16.943
1892: Na haar overlijden werd de inventaris van hun huis opgemaakt en geschat wat de waarde was. Dit gebeurde door Lodewijk Herry, haar oom van manskant. Die was secretaris van de gemeente Kerkrade. Het echtpaar was in gemeenschap van goederen getrouwd, maar daarbuiten bleven de onroerende goederen voor het huwelijk en tijdens het huwelijk door haar gekocht. Het vruchtgebruik was voor de langstlevende.
De goederen werden beschreven die in het huis waren verdeeld over de kamers:
In de benedenkamer uitziend op de straat
In de keuken / op de eerste slaapkamer / op de tweede slaapkamer / in het bakhuis / in de kelder, op zolder/ op de eerste slaapkamer in de kleerkast / Alles bij elkaar 1.220,50 gulden.
Er waren leningen van
ƒ 370. aan Frans Joseph Römgens,
ƒ 367 aan Jan Joseph Römkens,
ƒ 200 aan Willem Willems uit Maubach,
ƒ 376 aan Jan Pieter Lennertz,
ƒ 400 aan Willem Sander Meulen uit Kerkrade,
ƒ 150 aan Jan Pieter Heckman onder Kerkrade,
ƒ 517 aan Marcel Nijsters,
ƒ 470 aan Conrad Crombach uit Krichelberg,
ƒ 235 aan Pieter Joseph Ploum,
ƒ 225 aan Jan Joseph Bemelen uit Kerkrade,
Totaal ƒ 3316
Zij was aan diverse personen een bedrag van ƒ 141,- verschuldigd. Als eigendom had zij een stuk bouwland onder Kerkrade op de Kloosterbosch. De begrafeniskosten bedroegen ƒ 80,-
Uit het huwelijk werden geboren
a. Hendrik Joseph Wiertz, geboren Kerkrade 27 februari 1861, overleden Kerkrade 1 maart 1861.
b. Hendrik Joseph Wiertz, geboren Kerkrade 19 april 1862, overleden Kerkrade 6 mei 1863.
c. Levenloos geboren Kerkrade 26 november 1863.
d. Maria Elisabeth Vincentia Wiertz, geboren Kerkrade 4 april 1865, overleden Kerkrade 21 mei 1875.
e. Maria Theresia Wiertz, geboren Kerkrade 16 maart 1869, overleden Kerkrade 5 februari 1872.
Op weer een ander blaadje: actief ƒ 6,301,90
passief ƒ 456
schulden ƒ 276
restant ƒ 180
Saldo ƒ 6.121,90
4/1883: Hij hertrouwde Kerkrade 2 april 1883 met Johanna Hubertina Schiffelers.
In 1884 was hij koffiehuishouder in Kerkrade. Van hun negen kinderen was er in 1884 nog maar een in leven.
Uit dit huwelijk werden geboren
a. Gerard Straatman, geboren Kerkrade 3 augustus 1872, overleden Kerkrade 4 december 1872.
b. Levenloos geboren en overleden Kerkrade 5 februari 1874.
c. Levenloos geboren en overleden 11 april 1875.
d. Maria Theresia Francisca Straatman, geboren Kerkrade 21 augustus 1876, overleden Kerkrade 24 september 1876.
e. Maria Theresia Hubertina Straatman, geboren Kerkrade 4 maart 1879, trouwde Kerkrade 8 mei 1899 Richard Rudolf Gabriel Wackers, geboren Herzogenrath 7 augustus 1874, overleden in het ziekenhuis Herzogenrath 19 november 1925, zoon van Anton Hubert Wackers en Laura Schummer.
1906: Hij waseigenaar van een bedrijf A. Wackens in Herzogenrath. Voorheen was hij hier de procuratiehouder.
3 februari 1911: Echo der Gegenwart. Hij pachtte de molen en was Nederlander. Hij kreeg samen met een politieagent een reddingsmedaille met lint.
28 februari 1922: Aachener Anzeiger: In das Handelsregister wurde heute bei „A. Wackers“ in Herzogenrath eingetragen: Das Handelsgeschäft ist mit der Firma auf die in Gütern getrennt lebende Ehefrau Rudolf Wackers, Maria geb. Straatmann, Kauffrau in Herzogenrath übergegangen. Der Uebergang der in dem Betriebe des Geschäfts begründeten Verbindlichkeiten ist bei den Erwerbe des Geschäfts durch die Ehefrau Rudolf Wackers ausgeschlossen. Dem Rudolf Wackers zu Herzogenrath ist Einzelprokura erteilt.
Aachen, den 23. Februar 1922,
In das Handelsregister wurde heute die Firma „Frau Maria Wackers“ in Herzogenrath und auch deren Inhaberin Ehefrau Rudolf Wackers, Maria geb. Straatmann, Kauffrau daselbst, eingetragen . Der Rudolf Wackers zu Herzogenrath ist Einzelprokura erteilt. Geschäftszweig: Geldwechslergeschäft. Geschäftsräume: Hauptstraße.
Aachen, den 25. Februar 1922,
Vertaling:
28 februari 1922 Aachener Anzeiger: A. Wackers in Herzogenrath werd vandaag in het handelsregister ingeschreven: Het handelsbedrijf is overgedragen aan de echtgenote van Rudolf Wackers, Maria Straatmann, koopman in Herzogenrath, die gescheiden van haar woont. De overdracht van de verplichtingen die voortvloeien uit de exploitatie van het bedrijf is uitgesloten wanneer het bedrijf wordt overgenomen door de echtgenote van Rudolf Wackers. Rudolf Wackers in Herzogenrath heeft… volmacht verleend.
Aachen, 23 februari 1922,
Het bedrijf “Mevrouw Maria Wackers” in Herzogenrath en ook de eigenaar ervan, de echtgenote van Rudolf Wackers, Maria née Straatmann, koopvrouw aldaar, werden vandaag ingeschreven in het handelsregister. Rudolf Wackers in Herzogenrath is de volmacht gegeven. Bedrijf: geldwisselaar. Bedrijfspand: Hauptstraße. Aken, 25 februari 1922.
12/1930: Het bedrijf werd opgeheven.
f. Frans Gerard Joseph Straatman, geboren Kerkrade 3 januari 1879, overleden een maand oud als Frans Leonard Joseph Straatman Kerkrade 11 februari 1879.
g. Levenloos geboren en overleden Kerkrade 17 september 1880.
i. Levenloos geboren 14 maart 1882.
Drie dagen later overleed zijn moeder Clara Francisca Vanwersch.
Felicité Vanwersch, geboren 24 december 1841, overleden Gennep 16 april 1902, trouwde Kerkrade 14 november 1871 Karl Johan Gerard van Ool, geboren Roermond 1 september 1846, overleden Roermond 21 december 1889, zoon van Jan Joseph Hubert van Ool en Maria Catharina Weilenus.
1871: Gerard van Ool was van 1871 tot 1878 hoofd van de nieuw gebouwde jongensschool in de Irmstraat in Simpelveld.
12 november 1871: Haar zus Clara maakte op datzelfde moment haar huwelijkse voorwaarde voor dezelfde notaris op.
Zij trouwden in gemeenschap van goederen en de erfenis ging naar de langstlevende. Zij tekende de akte met F Van Wersch.
1878: In 1878 werd hij tot hoofd van de school in Gulpen benoemd. Zijn salaris was in Simpelveld ƒ 500.- per jaar dat in die tijd een groot bedrag was.
1884: Hij zei tegen notaris Timmers in Heerlen bij het opmaken van een verdelingsakte dat hij hoofd der school in Gulpen was.
Op 15 oktober 1889 verhuisden zij naar Roermond waar Karl van Ool dat jaar overleed, 43 jaar oud. Zijn weduwe bedankte iedereen die haar gesteund had. Mede ondertekenaar was dochter Maria. Hun zoon, Joseph, werd niet genoemd, dus die zou dan ook al overleden kunnen zijn. Beide zussen trouwden op dezelfde datum. Enkele maanden daarvoor waren ze net naar Roermond verhuisd. Een maand voor zijn dood vertrokken moeder en dochter naar Laurensberg. Waarschijnlijk ging het daarna ook niet goed met haar. Karl was mede oprichter en secretaris der Conferentie van den H. Vincentius van Paulo in Gulpen.
1889: Na zijn overlijden werd een Memorie van Successie opgemaakt. Aan baten waren er ƒ 2.838,75. Aan lasten ƒ 270, dus totaal aan baten ƒ 2.568,75. Waarde van roerende zaken ƒ 325.
Moeder en dochter erfden:
Boomgaard in Kerkrade, geschat ƒ 1.130.
Bouwland in Kerkrade geschat ƒ 700.
Schaapsweide aan Lichtenberg , geschat ƒ 50.
Bouwland geschat ƒ 500.
Bouwland aan de Flotsgraaf geschat ƒ 500.
Bouwland te Haanrade geschat ƒ 110.
Beemd in de Wormbeemd geschat ƒ 270.
Bouwland in Haanraderveld geschat ƒ 850.
Boomgaard te Haanrade geschat ƒ 270.
Waarde totaal ƒ 4.380.
Vordering aan geleend geld van Joseph Lijsten uit Simpelveld sinds 1875 ƒ 650.
Lopende interest ƒ 31
Lopende pachtsom ƒ 40.
Meubilair, goederen en kleren geschat ƒ 200.
Een vordering van notaris Van Oppen te Gulpen, opbrengst van in oktober 1889 gehouden meubelverkoop ƒ 240.
Een vordering op de gemeente Gulpen als restant van van het traktement als hoofd der school ƒ 36.
Contacten ƒ 100.
Totaal actief: ƒ 5.677, gedeeld door 2 (weduwe en kind) ƒ 2.838
Passief:
Verschuldigd aan zijn zwager Lambert Straatman, koffiehuishouder in Kerkrade wegens geleend geld 6 januari 1887 ƒ 300, voor de helft ƒ 150.
Begrafeniskosten inclusief kerkelijke dienst ƒ 120.
Totaal passief ƒ 270.
Zuiver saldo ƒ 2.564.
21 december 1893: Staatscourant. Een wet bepaalde dat grond voor de aanleg van de locaalspoorweg van Sittard over Heerlen tot aan de Nederlandsch-Pruissische grens, nabij Herzogenrath onteigend moest worden ten gunste van de Nederlandsche
Zuider-Spoorwgmaatsehappij, In de betrokken gemeenten waren zittingen gehouden ten einde de bezwaren der belanghebbenden aan te horen,
Het echtpaar Conen-van Wersch moest twee stukken land afstaan. Haar zus Felicité getrouwd met Van Ool moest één stuk land verkopen.
1896: Zij werd opgenomen in het krankzinnigengesticht (zoals dat toen heette) Reinier van Arkel in Den Bosch. Maar zij overleed in 1902 in Gennep.
Uit dit huwelijk werden geboren
a. Josephus Hubertus Franciscus Van Ool, geboren Simpelveld 8 mei 1874, overleden Simpelveld in het schoollokaal 27 juni 1874.
b. Maria Theresia Josephina van Ool, geboren Simpelveld 8 juni 1876, overleden Utrecht 25 september 1944.
S.6b. Frans Willem van Wersch, zoon van 5, (Vanwersch, Van Wersche, landbouwer), gedoopt Kerkrade 5 april 1794, overleden Laurensberg 29 maart 1872, trouwde 24 juli 1819 Maria Elisabeth Josephe Wiertz (Wirtz), geboren Kerkrade 19 mei 1800, overleden Laurensberg Gut Alt-Schurzelt 14 februari 1878, dochter van Gerard Wirtz en Maria Agnes Linnerts / Lennartz.
1794: Bij zijn doop was zijn vader burgmimagister hujus communitatis.
1815: Toen Frans in dienst moet was zijn vader rentenier. Toen zijn zoon Lodewijk Hubert (7) in dienst moest was Frans landbouwer in Kerkrade.
1 februari 1820: Samen met zijn broer Joannes Joseph (S.6a) verkopen zij in het openbaar de inventaris van de boerderij. Hun vader is net overleden. Hun moeder was al vijf jaar eerder overleden. Er werden 182 zaken ingebracht, variërend van een bed naar een varken. Totaal bracht de verkoop per opbod 453 gulden. 27 cent op. Ook wel 959 francs en 30 centimes. Willem Bellem uit Kerkrade was de uitroeper. Frans tekende de akte:
1823: Bij de Kerkraadse volkstelling was hij landbouwer en zij hadden net twee kinderen. Het jonge gezin woonde bij zijn schoonouders in. Frans bezat veel grond in Kerkrade. Op de kadasterkaart stonden acht stukken bouw- en weiland op zijn naam. Twee stukken ervan waren voor zijn huis en tuin.
Alle geboorte- en overlijdensakten van zijn kinderen tekende hij met f.w. van Wersch. De ambtenaren schreven echter steeds zijn achternaam als Vanwersch.
10 april 1827: Anna Maria Josepha Doveren, gemachtigd door haar man Willem Joseph Schlijper, mijnwerker, wonende aan het Einde in Kerkrade, verkocht aan Frans Willem Vanwersch, getrouwd met Maria Elisabeth Wirtz, akkerman, ook wonende aan het Einde in Kerkrade zeven roeden, 69 el, 50 palmen bouwland gelegen in het Nullanderveld. Zij had dat in 1821 van haar ouders geërfd. Vanwersch betaalde ƒ 48,19.
1832: Hij ontving uit handen van Stephan van Wersch, eigenaar in Simpelveld, een bedrag van 100 rijksdaalders uit en in naam van zijn zwager Johan Hendrik Ossenbeck uit Bardenberg. Voor zichzelf ontving Frans Willem nog eens 100 rijksdaalders uit de nalatenschap van wijlen zijn oom Philip van Wersch, pastoor in Morken.
27 oktober 1833: Frans Willem Vanwersch gehuwd met Elisabeth Wirtz, akkerman wonende aan het Einde te Kerkrade die zijn overleden vader vertegenwoordigde, Lambert Vanwersch, verklaarde de lening van zijn vader over te nemen van 180 rijksdaalders à negen Aker gulden of 540 francs, oorspronkelijk geleend van pastoor Marbaise uit Afden die de kerkfabriek vertegenwoordigde.
4 oktober 1848: Magdalena Savelsberg, zonder beroep, bijgestaan door haar man Pieter Joseph Housen, schoenmaker in Luik, verkocht aan Francis Willem Van Weersch, landbouwer wonende aan het Einde binnen de gemeente Kerkrade, gehuwd met Maria Elisabeth Weerts, een boomgaard en een plaats of bakhuis voor ƒ 189. Hij tekende de akte met f; w; vanwersch.
11 februari 1850: Maria Petronella Lebens, weduwe van Lodewijk Willebrordus De Danner, rentenierster in Maastricht, verpachtte voor 9 jaar met ingang van 15 maart 1851 aan hem een landhoeve gelegen te Wijk-Chevremont bestaande uit een pachterswoning, schuur, stallingen, bakhuis, puthuisje, vijvers, mesthof en al de gebouwen die zich daar bevonden alsmede de tuinen met vruchtbomen beplant en wei- bouw- en hooiland en een bos. Alles bij elkaar ongeveer 32 bunder groot. De jaarlijkse pachtprijs was ƒ 1.100 te betalen in gouden of zilveren geldstukken te betalen in twee termijnen: 15 september en 15 maart.
Er waren natuurlijk voorwaarden aan verbonden zoals deze: De boomgaarden en beemden moesten in goede staat gehouden worden en distelen, dorens en onkruid bij tijds uit te roeien, de molshopen te spreiden en de watergrebben te openen en reinigen. De hagen moest dicht en gesloten gehouden worden en op kosten van de pachter moeten eventueel nieuwe planten gezet worden, er mogen geen levende bomen gerooid worden zonder schriftelijke toestemming.
De eigenaresse had het recht van jacht. De pachters moesten ieder jaar zes wagens appels van de beste soort in Maastricht bij haar afleveren, 20 pond kastanjes van de beste en dikste soort, negen mud beste soort aardappelen en twee karren met kolen van de mijn. Alle kosten zijn voor de pachters.
Mocht er een misoogst zijn of andere onvoorziene zaken, dan zal de verpachster geen schadevergoeding eisen
Zij mochten de grote heg langs de Vinkerweg weghalen maar er moest dan wel een nieuwe beukenhaag geplaatst worden.
24 april 1851: Francis Willem Van Weersch, landbouwer te Chevremont, gehuwd met Maria Elisabeth Weerts, leende van Wijnand Joseph Poijck, landbouwer in Kerkrade ƒ 330 terug te betalen op 24 april 1855 met een jaarlijks een interest van 5%.
Hij hoefde geen borg te stellen.
17 maart 1852: Francis Willem Van Weersch, landbouwer te Chevremont gehuwd met Maria Elisabeth Weerts, leende van Johan Willem Kockelkorn, meesterbierbrouwer te Kerkrade en weduwnaar van Maria Agnes Soumer ƒ 400. Op 17 maart 1857 zou hij het bedrag teruggeven en elk jaar moest hij 5% interest betalen. Er werd geen borg gesteld.
1855: Hij pachtte de hoeve Schurzelt in Duitsland. In 1855 was hij (of een van zijn zonen) aan het ploegen toen hij een zerk, aardewerk vaten, glasschalen, zalfhouders en een lampje uit de Romeinse tijd vond. Hiermee bewees hij dat de grond zeer oud was.
17 maart 1859: Francis Willem Van Wersch en zijn door hem ten dese bijgestaan en gemagtigde Echtgenoote Maria Elisabetha Wiertz, pachter en landbouwers woonende te Luikeheide, leende van Hendrik Dominicus Reijners, pastoor van Heerlerheide, ƒ 472,50, terug te betalen over tien jaar met een jaarlijkse interest van 5%.
Het mocht terugbetaald worden in gangbare geldmunten of in Frans geld waarbij 5 franc ƒ 2,35¼ waard is.
Als onderpand stelde Van Wersch
1: Een huis gelegen aan het Eind, 2 roeden 70 el.
2: een ander huis ook daar gelegen 55 el.
3: een boomgaard daar gelegen 27 roeden 20 el.
4: tuin daar gelegen groot 4 roeden, 60 el.
5: weiland 1 roede 20 el.
Deze goederen waren van zijn vrouw, gekregen als enig kind en erfgename van haar ouders Gerardus Wiertz en Maria Agnes Lennertz.
6 juni 1859: Notaris Haenen verkocht bij een openbare veiling, zonder recht van opbod, van het prachtige eigendom bekend als Chevremont.
Hij adverteerde: Op dinsdag 6 juni 1859 om 11 uur zal er bij de heer Nellis te Kerkrade een openbare verkoping plaatsvinden, in opdracht van notaris Haenen, wonende te Maastricht, met rechterlijke machtiging, van het mooie goed van Chevremont, gemeente Kerkrade, gelegen aan de hoofdweg op 10 minuten van Kerkrade, 20 van de spoorweg van Herzogenrath en 10 van Rolduc, bestaande uit een woning, een boerenwoning, een schuur, stallen en andere gebouwen, een moestuin, een vijver, landerijen, weiden en bossen, alles samengevoegd en bijna één blok vormend, met een oppervlakte van 32 bunder en 32 vierkante aren, bewoond door boer Van Weersch.
Adolph De Lom de Berg, grondeigenaar wonend in Meerssen gehuwd met Maria Augustina Hubertina Levens, gaf aan notaris Haenen een onderhandse volmacht die gedagtekend was op 15 mei, 16 mei, 20 mei jongstleden door Jan Lodewijk Hubert Lebens, chaf de bureau bij de Regie van de Staatsspoorwegen in België wonende te Sint Josse ten Noode
De heer Gerlachus Spee, ontvanger der Douanen bij de Entrepots te Antwerpen en zijn door hem geautoriseerde echtgenote Marie Mathilde Antoinette Lebens, zonder beroep, beiden wonend in Antwerpen
3: de bovengemelde echtgenote van hem.
De volmacht is gelegaliseerd door de heren Burgemeesters van Sint Josse ten Noode en Antwerpen, door getuigen, (twee kandidaat notarissen).
In de volmacht stond dat zijn de erfgenamen zijn van hun overleden tante Mevrouw Maria Petronella Lebens weduwe van wijlen den heer Ludovicus Willebrordus De Danner, gewoond hebbende en overleden te Maastricht. Met de mede erfgenamen over te gaan tot de openbare verkoop van het goed genaamd Chevremont gelegen in de gemeente Kerkrade met aanhorige gebouwen, tuin, weide, bouwlanden, bos en verdere aanhorigheden te samen groot aan mate twee en dertig bunder twee en dertig roeden en twee en dertig el vierkant in pacht bij de heer Van Weersch en van nog twee percelen bouwland in dezelfde gemeente gelegen te samen groot een bunder zeven en veertig roeden dertien ellen in pacht bij Van Ijzeren, Vleeken en Janssen.
Op 7 juli 1859 werd het landgoed met bebouwing definitief te verkoop aangeboden.
Francis Willem Van Wersch gehuwd met Elisabeth Wiertz, landbouwer en pachter van Luikerheide, vertegenwoordigde ook zijn vader Lambert Van Wersch, landbouwer te Kerkrade, Hij verklaarde schuldig te zijn aan de Kerkfabriek van Afden, gemeente Hertogenrade, ƒ 255,15 tegen 5% jaarlijks te betalen op. 10 mei. Hij beloofde opnieuw dat hij alles met interest zonder korting terug te betalen. De penningmeester van de kerk van Afden was Johan Godfried Paffen die tevens landbouwer was.
Op 18 maart 1868 vertrokken vader en moeder met enkele kinderen naar Laurensberg. Zoon Gerard pachtte vervolgens de hoeve Lückerheide in Kerkrade.
1869: In de Königlich Preußischer Staats-Anzeiger (Allgemeine Preußische Staats-Zeitung) van juni 1869 staat dat in het Duitse Handelsregister hij eigenaar is van een brandewijnstokerij. Hij woonde in Schurzelt bij Aken, Zijn zonen Gerard Joseph en Anton Joseph, die ook in Schurzelt woonden, waren ook bevoegd om te tekenen.
1873: Vader was inmiddels overleden en het bedrijf werd op naam van zijn zonen gezet.
Op 14 juli 1876 werd de handelsgezelschap Geschwister van Wersch uit Schurzelt opgericht en per 18 december 1876 weer ontbonden.
Op deze 18e december 1876 wordt de firma Geschwister van Wersch met vijf leden opgericht: Gerard, Ludwig. Daniel, Franz, Maria Gertrud van Wersch. Zij hebben distilleerderij.
1890: De Geschwister van Alt-Schurzelt verkopen het vee en inventaris wegens het stoppen van het bedrijf. De verkoop was op 10, 11 en 12 maart 1890.
1913: Zoon Ludwig Hubert overleed in Frelenberg. De aangevers wisten dat zijn ouders uit Schurzelt kwamen, dat ligt vlak tegen Laurensberg aan. Zijn vader was daar boer.
1924: De kinderen van Frans en Maria werden opgeroepen om te verschijnen bij notaris Van Oppen in Maastricht om in te stemmen met grondonteigening. Dit ten algemeenen nutte ten behoeve van den aanleg van een spoorweg van Schaesberg over Kerkrade naar Spekholzerheide ten name van het Rijk. Aan de erven (er staat: geïnsueerden) werd een totale vergoeding geboden van f 262. Indien ze na twee dagen niet zouden komen opdagen werd de grond in ieder geval onteigend.
In het bijzonder werd zoon Gerard Joseph gemaand te verschijnen. Zijn laatste bekende woonplaats was Schurzelt. Hier was hij landbouwer. Maar zijn huidige verblijfplaats was onbekend. Ze wisten niet dat Gerard al in 1891 overleden was.
Uit dit huwelijk werden geboren
1891: Zijn overlijden: Hij woonde in Würm, Kreis Geilenkirchen. Aangifte van overlijden gebeurde door zijn huisknecht Heinrich Jansen.
1924: Gerard Joseph van Wersch, landbouwer, vroeger wonend Schurzelt, doch thans zonder bekende woon- of verblijfplaats. Ten behoeve van de aanleg van spoorweg van Schaesberg over Kerkrade naar Spekholzerheide kon grond onteigend worden. Het betrof nummer 290 van het grondplan, weiland, B 3460 Kerkrade waarvan de eigenaren de erven Frans Willem van Wersch, landbouwer in Kerkrade en Gerard Joseph van Wersch landbouwer in Schurzelt waren en verdere erfgenamen als mede eigenaren. Zij konden ƒ 262 totaal krijgen. Ze wisten dus niet dat Gerard overleden was.
S.6c. Jan Stefan (Jean Etienne) van Wersch, zoon van 5a, geboren Simpelveld 14 januari 1782, getuigen Stefan van Wersch en Maria Mechtilde Lintjens, uit Voerendaal, overleden Simpelveld 9 augustus 1838, trouwde Simpelveld 12 januari 1809 Maria Joseph Lauvenberg (Laufenberg, Lovenberg), geboren Laurensberg 3 maart 1787, overleden Simpelveld 4 mei 1835, dochter van Nicolas Laufenberg en Maria Anna Schielen.
Alle jongens kregen de naam Hubertus in hun doopnamen. Van de tien kinderen trouwde alleen Johan Josephus Hubert.
Uit dit huwelijk werden geboren
S.6d. Peter Joseph van Wersch, zoon van 5a, (Vanwersch, Van Wers op de huwelijkaankondiging), landbouwer, geboren Simpelveld 18 mei 1790, overleden Kerkrade op 2 januari 1862, trouwde Richterich 10 april 1822, trouwde kerkelijk Simpelveld 15 april 1822 Maria Sibilla Catharina Hubertina Corneli (Cornely, Cornelij), geboren Horbach 16 februari 1800, overleden Simpelveld 20 september 1829 (zij werd slechts 29 jaar oud), dochter van Joannes Josef Jacobus Cornely en van Anna Catharina Meyer.
Soldaat onder Napoleon.
Uit dit huwelijk werden geboren
S.6e. Joannes Petrus (Jan) van Weersch (von Wersch), zoon van 5c, gedoopt Eijs 13 januari 1783, overleden Eijs 22 februari 1851, landbouwer in Eijs, trouwde 20 november 1816 Maria Gertrude Creusen, geboren Eijs 2 april 1781, overleden 24 januari 1844, dochter van Nicolas Creusen en Anna Maria Straeten.
1802: Toen hij in dienst moest was hij landbouwer in Wittem.
Zijn vader Joannes Petrus, was koster. Toen zijn vader in 1805 overleed, nam zoon Jan het kosterschap van hem over. In 1807 wordt Joannes Petrus van Werst als doopgetuige / koster genoemd (sacrista), ook nog in 1812 wanneer er aedituus (koster) achter zijn naam als doopgetuige staat.
1796: Hij woonde met zijn ouders en zus Gertrudis in Eys. Hij werd Pierre Joseph von Weers genoemd, 13 jaar oud.
1805: Hij gaf samen met broer Herman het overlijden van hun vader aan. Jan was 23 jaar en dagloner.
1816: De ambtenaar schreef in zijn huwelijksakte Von Wersch. Jan was 33 jaar, landbouwer en woonde in Eijs. Zij was 35 en woonde ook in Eijs. In de trouwakte, opgemaakt in het Frans, ondertekenden zowel Jan en getuige Herman met Van Wersch, terwijl zij in de akte Von Wersch werden genoemd.
1817: Bij de geboorte van Jan, is vader 34 jaar, koster (sacristain) en tekende J P Van Wersch. Hij was al in 1798 koster. Tevens is hij lid van het broederschap Confraternitas Jesu Agonizantis et Maria Dolorosa in Eys.
1820: In de geboorteakte van hun zoon Petrus Josephus wordt Joannes Petrus echter Petrus Johannes genoemd en is hij, net als zijn vader koster in Eijs.
1821: Haar vader Nicolaas Creusen woont bij hen in. Vader Jan had vier koeien, vijf paarden en 49 schapen.
3 december 1827: Zie de vermeldingen bij zijn oudste broer Herman.
1836: Bij de Volkstelling Wittem woonden Jan, zijn vrouw en hun zoon Peter Joseph vijftien jaar in Eijs. Bij hen woonde ook een dienstmeid Anna Elisabeth Lerssen, geboren Voerendaal 22 jaar en ook zijn oudste broer Herman, 63 jaar die ongehuwd was. Zij hadden 3 koejen en drie varkens.
1851: Bij zijn overlijden was hij landbouwer en 69 jaar. Feitelijk was hij 68 jaar. Hij was veertien jaar koster geweest. Klik hier voor zijn testament opgemaakt in 1848. Hij had geen nakomelingen meer en maakte alles wat hij had over aan zijn dienstmeid.
Uit dit huwelijk werden geboren
S.6f. Jan Willem van Weersch, van Weersch Von Wersch, zoon van 5d, gedoopt Eijs 16 januari 1788, overleden Wijlre 24 juni 1859, dienstknecht, trouwde Wylre 16 februari 1822 Anna Catharina van den Hove, geboren Wijlre 28 december 1793, overleden Wijlre 14 februari 1880, dochter van Andreas van den Hove en Maria Gertrudis Linckens.
Uit dit huwelijk werden geboren
S.6g. Hubert van Wersch, zoon van 5e, gedoopt Bergstein 23 mei 1759, overleden Brandenberg 4 september 1827, trouwde Bergstein 8 juli 1788 Anna Eva Stoffels, geboren Lucasmühle Bergstein 6 mei 1768, overleden Brandenberg 16 maart 1840.
1808: Hij was loco-burgemeester in Bergstein in de Franse tijd. Toen heette dat adjoint.
Uit dit huwelijk werden geboren
9/1849: Hij verkocht grond aan Hobert Stolenworth voor 96 dollar.
4/1864: Testament
In the name of God, Amen. I, Peter Joerres, of the Town of Lake in the County of Milwaukee and State of Wisconsin, being weak in body, but of sound and perfect memory, blessed be Almighty God for the same, do make and publish this my last will and Testament in manner and form following, that is to say: I give and bequeath unto my beloved wife Anna Gertrude Joerres, (born Van Wersch) all my Real and Personal Estate and Property, together with all appurtenances thereto, situated and being in the Town of Lake and County of Milwaukee and State of Wisconsin.
To have and to hold the same to her, the said Anna Gertrude Joerres, for the term of her natural life; and after her natural life the same shall come to and be divided unto my legal heirs in equal shares, but provided: that, before deviding, my daughter Anna Margaretha shall first receive the sum of Three Hundred Dollars in addition to her then equal share.
In witness whereof, I have hereunto set my hand and seal this first day of April A.D. 1864 .
Signed sealed and declared by the above named Peter Joerres to be his last will and Testament in the presence of us, who at his request, and in his presence, have subscribed our names as witnesses thereto. John W. Jörres, Christian Gross Mathias Gerhard Jansen Witnesses
S.6h. Johannes van Wersch, zoon van 5e, geboren Bergstein 10 maart 1763, boswachter, overleden Kalterherberg (D) 30 november 1833, trouwde Kalterherberg 11 november 1804 Gertrud Weishaupt, geboren Kalterherberg 1783, overleden Kalterherberg 23 maart 1858, dochter van Nicolaas Weishaupt en Anna Rademacher.
1823: Der Unterförster Johann Vanderwersch von Kalterherberg tötet in Stellerholz eine alte Wölfin, welche auf die nicht mehr weit entfernten Schafe wollte.
1913: Overlijden van dochter Anna Gertrud. Vader was Königlichen Forster Johann van Wersch
.
Uit dit huwelijk werden geboren
S.6i. Nicolaus van Werst / van Wersch/ van Weersth / Von Werst, zoon van 5g, gedoopt in Cartils 18 februari 1785, doopgetuigen Nicolaus Funken en Barbara Direcks, landbouwer, overleden Straat /Cartils 11 juli 1852, 66 jaar, trouwde Bocholtz 8 juli 1814 Maria Barbara Lennaerts / Lenaertz / Lennarts / Lennerts / Lenardt) / Lennertz / Lenars, geboren Bocholtz 3 oktober 1788, overleden Mechelen 25 juli 1858: plots van deze wereld geroepen, bijna 70 jaar, dochter van Martin Lennaerts en Marie Nevelstein.
Uit dit huwelijk werden geboren
S.6j. Laurens van Wersch / van Werst / van Weersth / Vonwerst / van Weersch), zoon van 5g, gedoopt Mechelen 30 januari 1788, overleden Mechelen 13 juni 1831, trouwde Mechelen 21 oktober 1817 Maria Theresia Ernst, gedoopt Mechelen 22 maart 1793, overleden 12 mei 1872, dochter van Laurent Ernst en Maria Agnes Schmetz.
1809: Bij de Volkstelling Wittem werd als zijn geboortedatum 16 januari 1788. genoemd. Hij heette hier van Wersch en was vrijgezel. Toen hij in dienst moest was hij landbouwer in zijn woonplaats Wittem. Toen zijn zoon Nicolaas in dienst moest werd hun achternaam als van Weertsch geschreven.
1811: De kadastrale kaarten werden getekend en het onroerend goed kreeg kadastrale nummers. Zo is te zien dat hij en zijn broer Nicolaus heel wat grond in Wittem hadden.
1817: De huwelijksakte werd door Laurens ondertekend met L. van Weersth. Zijn broer Nicolaus was een van de getuigen. Hij tekende de akte met N van Weersth. De ambtenaar had echter in deze akte hun namen geschreven als Vonwerst bovenaan de huwelijksakte en Vonwersch onderin in de akte. Hun vader was overleden en hun moeder was landbouwster in Cartils. De bruid was dienstmeid in Maastricht.
1817: Laurens van Wersch, akkerman in de gemeente Wittem, kocht voor notaris Rompen op 26 maart 1817 van Gertrude Nijssen, jonge dochter zonder beroep, uit Wittem, een stuk akkerland genaamd Eijserveld, groot veertien aren voor honderd frank.
1820: Samen met zijn vrouw, kocht Laurens op 25 juni 1820 van Arnold Vollers uit Wijk-Maastricht drie stukken land waarvan er twee in de gemeente Wittem lagen en een in Gulpen, voor 276 gulden of vijfhonderd frank.
1821: Bij de Volkstelling Wittem woonde bij het gezin Laurens Vanweersth ook Jan Vanweersth, geboren Gulpen en 19 jaar, dus geboren 1801 en Maria Clara Ernst, 31 jaar, geboren Wittem. De familie had drie varkens, drie koeien en een paard.
Een jaar later hadden zij vier koeien en twee paarden. Cartils had toen 21 inwoners waarvan 2 families Vanweersth. De ander was zijn broer Nikolaus.
1821: Op 7 oktober 1821 verschenen voor notaris Rompen Nicolaas en Laurens van Wersch, erfgenamen van hun in Cartils overleden ouders Nicolaas en Anna. Zij verklaarden de nalatenschap van hun ouders als volgt te willen verdelen. Het deel van Nicolaas omvatte een deel van de gebouwen in Cartils. Te weten, het huis, kamer, kleine kamer met de kelder, koe- en varkensstallen, het bakhuis, de koolhof met mesthof en huisweide, groot veertien vierkante roeden. Verder aan land- en weidegrond 162 roeden. De totale waarde van de nalatenschap werd getaxeerd op 3.173 gulden. Notarieel werden tot ieders tevredenheid afspraken vastgelegd voor het gezamenlijk gebruik van de landwegen en de betaling van lasten en cijnzen. 1822: Op 27 december 1822 verpachtten Laurens van Weersch getrouwd met Maria Theresia Ernst, wonend te Cartils, Wittem een huis in Party.
1825: Bij de Volkstelling Wittem over Cartils woonden in hun huis ook twee hulpen: Clement Thiodor (28) en Maria Johanna Schulteis (21). Laurens had vijf koeien, vier paarden en een varken.
1828: Op een openbare veiling van 11 december 1828 werd aan Laurens van Weersch, landbouwer in Cartils, achttien roeden land gelegen in het Wittemerveld toegewezen voor de som van 132 gulden. Voor zijn broer Nicolaas ontving hij negentien roeden land in het Wittemerveld voor 145 gulden.
1831: Bij zijn overlijden was hij 43 jaar.
1831: De Memorie van Successie werd vreemd genoeg in het Frans opgemaakt en 13 december 1831 ingeleverd. Hij heette volgens deze akte: Laurent Vanweersch. Zij weduwe woonde in Kartijls. Hij overleed zonder testament na te laten. Zijn weduwe was moeder van Anna Barbe, Laurent,
Marie Catharine, Nicolas, Henri Van Wersch.
Hij had als eigendom
1: Huis met schuur, stal, tuin, en wei ,met een geschatte waarde van ƒ 500.
2: een weide genaamd Geulweide geschat ƒ 380.
3: bouwland in het Wittemer Veld, geschat ƒ 100.
4: bouwland genaamd Den Langen Morgen geschat ƒ 100.
5: bouwland in het Wittemer Veld geschat ƒ 120.
6: bouwland ook daar, ƒ 150
7: bouwland in het Eiserveld ƒ 50
8: bouwland ook in het Eiserveld ƒ 110
9: bouwland ook daar ƒ 60
Dan is er nog onroerend goed verkregen tijdens het huwelijk
.
10: bouwland in het Wittemerveld ƒ 130 .
11: Weide in Cartils ƒ 320 .
12: bouwland in het gebied dat Achter de Heiden heet ƒ 112.
13: bouwland genaamd de Stelbeek /Stelbuck ƒ 100 Totaal ƒ 1.570. 14: een beemd ƒ 331 .
Totaal ƒ 1.901.
1832: Zij hertrouwt Wittem 5 mei 1832 met Hendrik Snackers uit Gulpen. In de huwelijksakte staat dat zij weduwnaarste van wijlen Laurens Vonwersth was.
1836: Bij de Volkstelling Wittem woonden zijn weduwe Theresia Ernst en Hendrik Schnackken, met Barbara (17), Laurens (16 jaar), Catharina (12), Nicolas (8) en Hendrik Van Wersch (6) in huis. Andere bewoners waren hun zoontje Peter Schakkers 2 jaar in huis, naast de knecht Johannes Cramberger, geboren Hoensbroek 28 jaar. Zij hadden twee paarden, vier koeien, een rund en twee varkens.
Uit dit huwelijk werden in Mechelen geboren
S.6k. Nicolaas van Werst (Vanwersch), zoon van 5h, geboren Gulpen 18 augustus 1792, trouwde 1823 Elisabeth Lafarre (Lafaire) gedoopt Richterich Aken 3 september 1795, dochter van Peter Lafarre en Catharina Rompen.
1810: Toen hij in dienst moest was hij scheper maar werd vrijgesteld omdat hij kostwinner was. Nicolaas van Werst moest echter wel onder Napoleon dienen. Hij zat in het 123ste regiment infanterie van Linie (de Ligne). Zij waren in St. Omer gelegerd als plan van Napoleon om Engeland binnen te vallen.
1831: Bij het overlijden dochter van Maria Catharina is vader 39 jaar, houtzager van beroep en zij wonen in Orsbach. Moeder wordt Johanna Elisabeth Lafarre genoemd.
1861: Bij het huwelijk van dochter Catharina was haar vader dagloner en woonde in Laurensberg. Moeder Lafarre was overleden.
Uit dit huwelijk werden geboren
S.6l. Arnold van Wersch (van Weersch, Vanweers), zoon van 5h, geboren Gulpen 20 april 1797, overleden Mechelen 30 januari 1855, hij was dienstknecht, 57 jaar oud, trouwde Mechelen 23 juni 1826 Maria Catharina Lemmens, geboren Mechelen 1 september 1801, overleden Wittem 8 september 1864, dochter van Andreas Lemmens en Anna Maria Langendorf.
Uit dit huwelijk werden in Mechelen geboren
S.6m. Jan van Weers, zoon van 5h, gedoopt Gulpen 26 januari 1799, begraven Vetschau = Laurensberg 2 juni 1857, trouwde Forst 8 januari 1834 Joanna Maria Lafarre / Anna Margareta Lafarre, geboren Orsbach 27 november 1807, overleden Aken 8 september 1886, dochter van Peter Lafarre en Katharina Rompen.
1834: Bij hun huwelijk was hij 34 jaar, dienstknecht en woont in Forst. Joanna Maria Lafarre was 31 jaar en woonde in Roetgen,. Zijn vrouw was zus van Joanna Elisabeth Lafarre die zijn broer Nicolaas trouwde.
1886: Haar overlijdensakte: Overlijden van Anna Lafarre. Vlg de akte woonde zij in Mulheim an der Ruhr. Zij was de weduwe van de houtarbeider Mathias (!) Vanwersch. De aangifte gebeurde niet door een familielid. Dus wellicht raadde hij die naam omdat hij niet beter wist? Mathias was de naam van de vader van haar echtgenoot Jan Vanwersch.
Uit het huwelijk werden geboren
S.6n. Frederic Van Weers, zoon van 5h, geboren Gulpen 13 maart 1803, overleden als Hendrik Van Weers, Banholt-Mheer in de Groote Straat 13 september 1849, trouwde Richelle (B) 28 februari 1829 Marie Elisabeth Ritservelt, geboren Mheer, 2 oktober 1797, overleden Mheer 13 april 1874, dochter van Michel Ritservelt en Barbe Hounjet.
1803: Op de inhoudsopgave van de aktes schreef de ambtenaar Frederic Van Weersch en in de akte zelf schreef hij Van Weers.
1821: In het jaar dat hij 19 werd moest hij zich bij de Nationale Militie melden. Die noteerde: van Wersch. Geboren en wonend in Gulpen. Hij was dienstknecht. Zijn vader was overleden. Zijn moeder bedelaarster.
1829: Bij hun huwelijk schreef de ambtenaar in Richelle: Frederik Van Weers. Hij was knecht en 25 jaar en woonde in Richelle. Marie was 31 jaar en woonde ook in Richelle. Beiden konden niet schrijven.
1830: Bij de geboorte van Maria woonden de ouders in Richelle. Vader heette in de akte Frederic Vanweers en was 26 jaar. Hij was dagloner, moeder was 32 jaar.
1832: Bij de geboorte van de tweeling werd moeder in de geboorteakte Ritzervelt genoemd en was 36 jaar. Frederic was dagloner en 29 jaar. Zij woonden in Richelle. Marie Barbe werd om 03:00 uur geboren en Marie Ida werd om 03:15 geboren.
1849: Bij het overlijden van Hendrik (!) in plaats van Frederik, Vanweers was hij, volgens de aangevers de zoon van Jan Vanweers en Barbara Mararetha Creemers en man van Maria Elisabeth Ristervelt. Hij werd 47 jaar en woonde in de Grote Straat in Mheer. De aangevers verzonnen de namen van de ouders omdat zij die blijkbaar niet wisten. Bij het overlijden van haar man was zij huishoudster.
1860: Bij het huwelijk van dochter Maria Catharina stond de volgende opmerking in de huwelijksakte: Dat de geslachtsnaam Van Wers en Van Weers gelijk is maar wel dat het Van Wers moet zijn. En verder: de vader met de voornamen Frederic en Hendrik (..) dat (hij) zich werkelijk noemende Hendrik.
1874: De aangifte van het overlijden van Marie Elisabeth Ritservelt gebeurde door twee schoonzonen: Anton Hubert Bleeser, jager in Mheer, 44 jaar en Pieter Joseph Houben, timmerman in Banholt, Mheer, 46 jaar. Zij werd 66 jaar volgens de akte. Feitelijk was zij 76 Zij was weduwe van Hendrik van Wers (!). Enkele maanden later zou haar dochter Barbara overlijden.
Uit dit huwelijk werden geboren
Marie Catharine Van Weers, geboren Richelle (B) 14 augustus 1830, overleden Mheer 18 augustus 1882, trouwt Mheer 11 januari 1860 Antonius Hubertus Bleeser, geboren Gulpen 14 november 1829, overleden Valkenburg 10 november 1912, zoon van Gillis Bleeser en Johanna Catharina Gerit / Gerards.
1860: Bij hun huwelijk was zij 29 jaar, woonde in Banholt en tekende de akte met M C Van Wers. Hij tekende de akte met A Bleeser. Het was opvallend dat zij konden schrijven. Hij was jager en 30 jaar. Haar vader was al overleden. Moeder was wel aanwezig. Zij was 52 jaar.
18 augustus 1882: Memorie van Successie van Anna Catharina van Wers. Haar man Anton Hubert Bleeser deed hiervan op 5 maart 1883 de aangifte als vader en voogd over de kinderen
1: Catharina Antonia Bleezer
2: Joseph Hubert Bleezer, milicien te Haarlem
3: Hubert Antoon Bleezer
4: Egidius Hubert Bleezer
5: Maria Barbara Antonia Bleezer
6: Hendrik Hubert Bleezer
7: Maria Magdalena Hubertina Bleezer
Iedereen behalve 2 was zonder beroep en in Mheer wonende. Zij had geen roerende of onroerende goederen of in vruchtgebruik. Maar zij beschikt wel over de helft van de volgende roerende goederen
Een koe ƒ 80
Een rund ƒ 30
Drie scheutelingen ƒ 60 (dat zijn biggetjes)
Tafels ƒ 15,50
Kachel ƒ 20
Huismeubelen, kleren en voorraad ƒ 160
Een bedrag van ƒ 737,16
Bij elkaar: ƒ 1172,16 en dan de helft: ƒ 586,08
Daar gaat van af
Kosten voor de lijkdienst en begrafenis ƒ 70
Dokters- en apothekerskosten ƒ 40
En andere ziektekosten ƒ 76
Bij elkaar 186
Dus houdt zij ƒ 400,08 over.
1912: Zijn overlijden: hij was cafébaas en jager.
Uit dit huwelijk werden negen kinderen geboren
a. Maria Catharina Antonia Bleeser, geboren Mheer 30 november 1860, overleden Houthem 25 mei 1904, trouwde 16 september 1887 Pieter Joseph Loozen, geboren Wijlre 20 december 1857, overleden als schrijnwerker Valkenburg 25 januari 1939, zoon van Wijnandus Loozen en Maria Anna Reijnders.
b. Josephus Hubertus Bleeser, geboren Mheer 17 mei 1862, overleden Valkenburg, 17 januari 1916, trouwde Berg en Terblijt 8 juni 1899 Maria Barbara Meertens, geboren Berg en Terblijt 5 januari 1873, overleden Valkenburg 17 april 1950, dochter van Pieter Henricus Meertens en Anna Elisabeth Geelen.
1916: Zijn doodsoorzaak: Phthisis pulmonum = tbc, geconstateerd door door Ed. van Aubel, med. Doc. Arts, Valkenburg 18 januari 1916.
c. Antonius Hubertus Bleeser, geboren Mheer 14 maart 1864, overleden Berg en Terblijt 10 juli 1928, trouwde 1 Houthem-Valkenburg 12 oktober 1891 Anna Maria Heldt, geboren Valkenburg 26 juli 1857 overleden Berg en Terblijt 8 januari 1915, dochter van Herman Joseph Heldt en Hubertina Elisabeth Smeets.
Trouwde 2: Valkenburg 14 juli 1916 Maria Hubertina Merkelbach, geboren Sittard 25 september 1873, overleden Schin op Geul, 19 november 1931, dochter van Peter Joseph Merkelbach en Maria Josepha Wehrens.
1891: Bij zijn eerste huwelijk is hij schoenmaker in Valkenburg waar hij woont. 27 jaar oud. Zij is 34.
1912: Hij geeft het overlijden van zijn vader in Valkenburg aan. Hij is 48 jaar en schoenmaker in Berg en Terblijt.
d. Frederic Hubertus Bleeser, geboren Mheer 26 mei 1866, overleden Mheer 28 december 1873.
e. Egidius Hubertus Bleeser, geboren Mheer 3 mei 1868.
Leeft nog in 1882.
f. Maria Barbara Antonia Bleeser, geboren Mheer 28 mei 1870, overleden Valkenburg 21 september 1933, trouwde Berg en Terblijt, 25 november 1897 Jan Hubert Caelen, geboren Valkenburg 20 maart 1866, zoon van Jan Henricus Caelen en Anna Maria Huntjens.
g. Henricus Hubertus Bleeser, geboren Mheer 22 januari 1873, overleden Houthem Valkenburg 22 maart 1956, trouwde Christina Peltzer, overleden Valkenburg 27 november 1969.
1956: Zij wonen Plenkertstraat 7, Valkenburg. Hij was onderscheiden met Pro Ecclesia et Pontifice als lid van het kerkzangkoor St Caecilia.
h. Joannes Wilhelmus Hubertus Bleeser, geboren Mheer 5 februari 1875, overleden Mheer 17 januari 1877.
i. Maria Magdalena Hubertina Bleeser, geboren Mheer 23 juli 1877.
S.7. Henri Joseph Vanwersch, zoon van 6, geboren Kerkrade 10 januari 1820, overleden Seraing 15 april 1869, trouwde Seraing 28 augustus 1847 Marie Catharine Micha, geboren Luik 25 juli 1821, overleden Seraing 25 juni 1869, dochter van François Joseph Micha en Marie Françoise Leonard.
1849: Bij de geboorte van zoon Henri Vanwersch was vader mijnwerker, 23 jaar en moeder was 21 jaar. Hij kon niet schrijven. Henri overleed een maand na zijn geboorte. Zijn overlijden werd door zijn vader en door haar broer Lambert Micha aangegeven. Die was veldwachter in Seraing. De ambtenaar schreef Vanwerst. Vader was mijnwerker 25 jaar, Lambert was 39 jaar. In dit jaar 1849 stierven de twee eerstgeborenen vlak achter elkaar: augustus en september 1849.
1859: Geboorte Marie Josephine: vader is 36 en mijnwerker. Zij wonen Rue Marchamps. Moeder is 34 jaar. Hij kon niet schrijven.
1869: Bij zijn overlijden was hij slechts 49 jaar en is altijd mijnwerker gebleven. Zijn vrouw overleed drie maanden later.
Uit dit huwelijk werden geboren
S.7a. Jan Leonard Vanwersch, zoon van 6, geboren Kerkrade 14 mei 1821, overleden Seraing 17 oktober 1854, trouwde Seraing 7 oktober 1853 Anne Marie Maitrejean, geboren Seraing 7 mei 1826, overleden Seraing 16 april 1890, dochter van Jean Gilles Maitrejean en Marie Josephe Françoise Mawet.
1853: Bij hun huwelijk was Jean 32 jaar en mijnwerker. Hij woonde Rue Saint Antoine nummer 8 in Seraing. Marie was 27 jaar, en woonde in Seraing Impasse Faisanderie nummer 7.
1854: Bij de geboorte van Marie schreef de ambtenaar in de namenindex Vanwerch en in de geboorteakte Vanwersch. Vader was 23 jaar en mijnwerker, moeder was 28 jaar. Mede aangever was zijn zwager Jean Gilles Maitrejean, 63 jaar.
1855: Bij het overlijden van hun dochter Marie. was vader al overleden. Moeder woonde in de Rue des six Boniers in Seraing. De aangifte werd door haar twee broers gedaan: Pierre Joseph, 36 jaar en Gilles Maitrejean 26 jaar.
1868: Zij hertrouwde voor de derde keer Seraing 8 januari 1868 met Mathieu Mathias Bernard. Haar tweede man Mathieu Joseph Gabriël was ook al overleden in Seraing op 28 maart 1864.
1890: Toen zij overleed wisten de aangevers (oa haar zoon uit haar derde huwelijk en 21 jaar) niet dat zij ook met Leonard Vanwersch getrouwd was geweest. Alleen haar vorige en huidige man werden genoemd.
Uit dit huwelijk werd geboren
S.7b. Willem Joseph Vanwersch, zoon van 6, geboren Kerkrade 10 december 1822, mijnwerker, overleden Bleijerheide 28 februari 1872, trouwde Seraing 14 mei 1845 Maria Elisabetha Josepha Wolgens (Wölgens, Wultgens, Wulgens), geboren Kerkrade 7 september 1823, overleden Bleijerheide 22 augustus 1904, dochter van Christian Wöltgens en Joanna Maria Rosenboom.
1846: Bij de geboorte van Maria was vader koolwerker en 22 jaar. Zij woonden in Bleijerheide.
1852: Van de zes erfgenamen Putzeler kocht Willem, koolwerker in Bleijerheide, een perceel bouwland in het Kokeleveld voor ƒ 100. Een half jaar later verkocht een van de kinderen: Agnes aan Willem een perceel bouwland in Bleijerheide genaamd Steenkuil voor ƒ 150.
12 januari 1853: Willem Van Wersch, koolwerker te Bleijerheide getrouwd met Maria Josepha Wülgens, leende van Martinus Crombach, bakker in Bleijerheide gehuwd met Anna Catharina Mickaertz ƒ 113,75. Over één jaar terug te betalen met interest van 5%.
1857: Hij kocht een huis met grote tuin aan de Mundgenweg (toen zo geheten) Nu Mundgensstraat. Hij leende hiervoor van de verkoper f 660 en beloofde dit binnen 12 jaar tegen 5% jaarlijks terug te betalen. Hij kocht het van Nicolaas Joseph Poetzler (Putzeler), schoenmaker in Bleijerheide, die gehuwd was met Maria Josepha Schroeff. Die had het huis weer destijds van de kleermaker Jan Leonard Vanderweiden gekocht.
2 februari 1859: Voor de notaris verschenen
1: Joseph Wülgens, mijnwerker
2: Maria Josepha Wulgens, zonder beroep, bijgestaan en gemachtigd door haar man Willem Van Wersch, mijnwerker
3: Christiaan Wülgens, mijnwerker
Allen in Kerkrade wonend.
Uit de nalatenschap van hun overleden ouders Christiaan Wülgens en Johanna Maria Roosinbaum .
kreeg ieder kind 1/3 deel. Met behulp van een deskundige landmeter werden de landerijen begroot op 700 gulden. Dus ieder kreeg ƒ 233,33 1/3.
Maria Joseph Wülgens kreeg lot 2:
een gedeelte van het huis in Bleijerheide bestaand uit een nieuwbouw en gedeelte voorplaats en de tuin aan de achterkant van het huis, twee roeden groot.
1872: Bij zijn eigen overlijden was hij zonder beroep, woonde Bleijerheide en was 51 jaar oud. In zijn overlijdensakte staat dat zijn ouders zijn: Wijlen Johan Vanwersch en wijlen Josepha Crombach. Zijn ouders zijn echter Willem Joseph en Maria Josepha Crombach. In zijn geboorteakte staan ook duidelijk die laatste namen en Willem Joseph ondertekende menige akte met W.J. van Wersch.
29 augustus 1872: Na zijn overlijden werd een Memorie van Successie voor de Belastingdienst opgemaakt. Hierin stonden de onroerende goederen waarover de erfgenamen erfbelasting moesten betalen. Dat waren zijn kinderen. Zijn vrouw had slechts het vruchtgebruik ervan.
Zijn nalatenschap bestond uit
1: de helft van een huis met aanhorigheden in Bleijerheide groot 3 aren.
2: De helft van een tuin 9 aren.
3: De helft van perceel bouwland 8 aren.
4: de helft van een perceel bouwland 8 aren.
5: de helft van een huis en erf Bleijerheide 1 are.
6: de helft van nog een huis en erf.
7: de helft van de tuin 2 aren.
De weduwe trad op als voogd over haar zes kinderen. De oudste was inmiddels gehuwd. Opvallend is dan dochter Josephina, de tweede, toen al 24 was.
1903: Maria Wolgens woonde als weduwe samen met haar zoon Jozef (*1859) in Bleijerheide.
15 augustus 1904: Zij maakte haar testament op en een week later overleed zij. In de akte wordt zij Jozefa Maria Wöltgens genoemd. Zij laat alles na aan haar zes kinderen. Op het moment dat deze akte werd opgemaakt leefden er zeven kinderen. Een van haar dochters was in 1880 overleden: Maria Elisabeth maar in de akte wordt zij Anna Maria genoemd. En dochter Anna Maria leefde in 1904 nog en overleed in 1935.
1904: Na ook het overlijden van hun moeder, verkopen de erven Van Wersch voor notaris Moors in oktober 1904 twee naast elkaar gelegen huizen in Bleijerheide, een huis met tuin, twee weilanden in de Slak, bouwland in de Kokelveld, huismeubels, schilderijen etc. De roerende goederen als vijf schilderijen, een klok, vazen, twee koffiepotten, messen, glazen, percelen, drie tafels, klerenkast, stenen potten, negen stoelen, ijzerwerk, ketels, emmers, twee lampen, rommel, waterketel, baktrog, bank, bankje, kastje, kachel, kruiken, twee ledikanten, werden verkocht voor totaal ƒ 45,95.
De onroerende goederen werden verkocht voor ƒ 3.825,45. Die waren
1: Huis met tuin en erf Bleijerheide 1/10 deel,
2: Huis en tuin Bleijerheide. Deze beide huizen werden voor ƒ 1.450 aan zoon Jozef van Wersch verkocht,
3: Huis, tuin en erf werden aan Leonard Jozef Thomas voor ƒ 850 verkocht,
4: Twee weilanden in de Slak werden verkocht aan Willem Chermin voor ƒ 888,
5: Bouwland aan de Bleijerheiderweg werd voor ƒ 637,45 verkocht aan Leonard Hubert Lochtman dienstknecht die namens de Sint Ursulaschool handelde.
1905: Uitbetaling van bovenstaande gekochte huizen en land
Aan:
1: Johan Antoon Römgens, herbergier, Bleijerheide, man van Catharina Van Wersch,
2: Antoon Jozef Sijstermans, metselaar Kohlscheid, man van Maria Josephina Van Wersch,
3: Hubert Jozef Vonken, man van Anna Maria Van Wersch,
4: Willem Vonken, Jozef Vonken, Balthazar Vonken, Daniel Knops, man van Maria Vonken, alle vier mijnwerker, Jozef Dautzenberg, fabrieksarbeider, man van Geertruida Vonken,
5: Johan Jozef Consten, mijnwerker, man van Maria Van Wersch,
6: Jozef Van Wersch, mijnwerker,
7: Hubert Van Wersch, barbier,
8: Jozef Scholtes, mijnwerker, weduwnaar van Elisabeth Van Wersch,
Zij ontvingen van
1 en 2: Joseph Van Wersch mijnwerker Bleijerheide betaalde ƒ 1.450.
3: huis verkocht aan Leonard Jozef Thomas, mijnwerker in Bleijerheide. Hij betaalde ƒ 850
4 en 5: Willem Chermin, schrijnwerker in Kerkrade kocht twee stukken weiland in de Slak, ƒ 888
6: De sint Ursula school in Kerkrade kocht bouwland aan de Bleijerheideweg: ƒ 637,45
Uit dit huwelijk werden in Bleijerheide geboren
S.7c. Jan Joseph Van Wersch, (Vanwersch), zoon van 6b, landbouwer, winkelier in Bocholtz/Vaals, geboren Kerkrade 1 mei 1825, overleden 14 januari 1896, trouwde Kerkrade 8 januari 1853 Maria Theresia Moll, huishoudster, winkelierster, geboren Kerkrade op 20 oktober 1822, overleden Vaals 18 mei 1894, dochter van Jan Willem en Maria Josepha Groneschild.
Uit dit huwelijk werden geboren
Maria Elisabeth van Wersch, geboren Kerkrade 28 oktober 1853, overleden 24 februari 1897, trouwde Bocholtz 26 januari 1880 Johan Hubert Leonard Souren, geboren Laurensberg 3 januari 1851, bakker in Vaals, overleden Vaals 28 mei 1929, zoon van Peter Egidius Souren en Maria Catharina Barbara Schlüper.
Uit dit huwelijk werden geboren
a. Johan Joseph Souren, geboren Gulpen 4 januari 1881, winkelbediende, overleden als gescheiden man Den Haag 28 oktober 1931, trouwde Maria Louisa Damen / Dahmen.
1/1908: Zij wonen in Vaals en de NV Hammonia uit Aken legde beslag op hun inboedel die openbaar verkocht werd door deurwaarder Odekerken.Hij was nog getrouwd met Louisa Dahmen.
Hij was bouwkundige. Toen hij overleed stond in zijn akte dat hij hotelhouder was.
b. Johan Pieter Joseph Souren, geboren Gulpen 13 april 1882, overleden na lange ziekte 57 jaar, Vaals 11 januari 1940, trouwde Heerlen 6 oktober 1913 Maria Sophia Schijns, geboren Heerlen 8 november 1890, overleden Vaals 2 september 1946, dochter van Jan Antoon Schijns en Maria Sophia Fleischeuer.
Zij hadden in twintiger jaren een winkel aan de Kerkstraat tegenover de kerk waar zij heren- dames- en kinderkleding verkochten.
c. Frans Hubert Souren, geboren Vaals 28 september 1883, overleden 68 jaar, Vaals 19 april 1952, trouwde Hilde Neeser, geboren Hummelmarter 9 november 1900, overleden Vaals 16 maart 1979.
Na zijn overlijden hertrouwde zijn weduwe met Jan Nass.
d. Anna Maria Jozefina Souren, geboren Vaals 6 juni 1885, overleden Vaals 3 mei 1967, trouwde Vaals 30 september 1918 Hubertus Guilhelmus Johannes Maria de Bock, geboren Antwerpen 15 juni 1891, overleden Kerkrade 22 april 1938, zoon van Wilhelmus de Bock en Anna Gertrudis Doehems.
e. Maria Geertruid Hubertina Souren, geboren Vaals 22 augustus 1888, overleden Vaals 11 januari 1985, trouwde Vaals 7 oktober 1912 Maria Joseph Hubert Bernhard Martin Lennartz, geboren Aken 7 mei 1880, overleden Vaals 31 oktober 1940, zoon van Maria Joseph Hubert Bernard Lennartz en Anna Maria Sophia Glasmacher.
f. Gerard Jozef Hubert Souren, geboren Vaals 24 november 1889, overleden gelijk met zijn vader Vaals 28 mei 1929 aan de koorts, trouwde Vaals 15 oktober 1917 Philomene Bernardine Quaedvlieg, geboren Laeken (B) 15 september 1892, overleden 69 jaar oud, Amsterdam 13 juni 1962. dochter van Ludovicus Bartholomeus Cornelius Quaedvlieg en Josephine Arets.
1928: Volkshuisvesting. Door de vereeniging „Neerlands Hoogste Berg”, werd in onze gemeente een Huisvestingscomité in het leven geroepen, met het doel aan personen, die zich binnen onze gemeente wenschen te vestigen, in de gelegenheid te stellen inlichtingen te bekomen voor het verkrijgen van woningen. Verhuurders van woningen of kamers kunnen hiervan opgave doen aan het bureau. Het secretariaat is gevestigd bij dhr. G.Souren, Tentstraat 12. Vaals.
Zij hertrouwde na zijn overlijden met Jacobus Antonius Alphonsus Maria Elsenburg.
g. Alphons Willem Souren, geboren 17 juli 1894, overleden Vaals 9 mei 1949, trouwde Vaals 21 mei 1920 Ernestine Maria Grofs geboren Aken 8 september 1895, overleden Vaals 5 november 1976.
h. Leonard Hubert Daniel Souren, geboren Vaals 19 december 1896, overleden Vaals 31 juli 1897.
S.7d. Anton Joseph van Wersch, zoon van 6b, geboren 9 februari 1846, overleden Düren 16 augustus 1896, trouwde Aken 13 juli 1875 Maria Magdalena Marichal / Marechal / Maarschal, gedoopt Burtscheid St Michael 28 juli 1857, overleden Aken 8 mei 1893, 35 jaar, dochter van Josef Marchal en Elisa Hartz.
1869: In de Königlich Preußischer Staats-Anzeiger (Allgemeine preußische Staats-Zeitung) van juni 1869 staat dat zijn vader in het Duitse Handelsregister eigenaar is van een brandewijnstokerij. Zij wonen in Schurzelt bij Aken. Zijn broer Gerhard Joseph en Anton zijn ook bevoegd om te tekenen.
1876: Advertentie (rechts) in de Echo der Gegenwart van 12 maart 1876: Hotel restaurant Jos van Wersch, Obere Wirichbongardstrasse 59, Aken Früher Rosen, heropend.
1880: Bij de geboorte van hun dochter Maria Gertrud is vader zonder werk. Zij wonen Pontsteinweg 108, Aken.
1885: De pachter van de hoeve Schurzelt van Wersch vond tijdens het ploegen in Krapol tegenover de Süsterngasse een Romeinse sarcofaag met schalen, vazen etc.. De sarcofaag was 160 cm lang, 84 cm breed en 37 cm diep.
1887: Het telefoonboek van Aken uit 1887 laat zien dat hij van Wersch een “Brennerei” had op de Pontsteinweg 108.
1907: Toen zijn zoon Gerhard trouwde was Anton pachter in Scherpenseel.
1914: Bij zijn overlijden was Anton brandewijnstoker in Aken. Hij woonde het laatst in Würm.
Uit dit huwelijk werden zes kinderen geboren waarvan er vijf kort na de geboorte overleden
Laurensberg. 21. März. Gestern ist hier ein für die älteste Geschichte unserer Gegend nicht unwichtiger Fund gemaat worden Der Pächter des Gutes Schurzelt, Herr van Wersch stieß nämlich in der Flurabtheilung Krapol, Alt-Schurzelt gegenüber, an der Süsterngasse auf der dortigen Anhöhe beim pflügen auf ein römisches Grab. Der Vorsicht beim Ausräumen ist es zu verdanken, daß die vorhandenen Sachen ziemlich unverletzt erhalten worden sind. Außerhalb des Sarges, an der linken Seite desselben fanden sich zwei einhenkelige Aschenkrüge, in der bekannten weitbauchigen, nach unten spitz zulaufenden Gestalt, von denen jeder etwa 27 cm hoch und 15 cm breit ist, ein 21 cm hoher und 15 cm breiter einbenkeliger Krug und ein 7 cm hover und 12 cm weiter Tiegel. Diese drei Gesäße sind aus weißem Thon glait und rein gebrannt.
Ferner ein schönes, eiwa 15 cm hohes, 20 cm breites, 10 cm tiefes und 18 cm im Lichten messendes Gefäß aus rothem Thon, mit breitem ringsum herabbängendem Kragen. Beim Reinigen stellte sich heraus, daß eine schöne Schale aus dünnem, ganz hellem, weißem Glase in dieses Thongefäß hineingestellt war, die aber der schwere, im Laufe der Jahrhunderte hineingesickerte Boden vollständig zerdrückt hatte. Der ebenfalls mehrfach zerstückte Kragen des Thongefäßes läßt sich glücklicherweise wieder ganz herstellen.
Außerdem standen dort noch 2 Schalen aus einem dickeren, wolkigen Glase von denen die eine, 15 cm lange und 12½ cm breite ebenfalls vollständig hergestellt werden kann. Der Sarg selbst ist aus einem niedermendiger Stein herausgebauen. Er ist 160 cm lang 84 cm breit und 37 cm tief; im Lichten mißt er 135 cm in der Länge und 61 cm in der Breite. Außer einigen kleinen Gebeinresten, denen die Spuren des Leichenfeuers noch anhaften, sand man im Sarge vier höchst interessante, weitbauchige und langhalsige Glaskrüglein verschiedener Größe, welche mit je 4, zwei blauen und zwei weißen Schlangenfizuren in Gestalt eines langezogenen, verschnörkelten V(lateinische Schreibschrift) geziert sind. Eines derselven ist verletzt und zeigt ein äußern dü ines, weißes Glas. Sodann zweigrüngläserne, 13½ cm hobe, schmale Salbenphiolen und ein 7 cm langes und 4 cm breites Lämpchen aus töthlichem Thon.
Der Deckel des Sarges besteht aus einem 166 cm langen un2. 84 cm breiten Steine derselben Gattung, wie der Sarg. Dieser Fund dürfte zunächst beweisen, daß die erwähnte Süsterngasse, in deren unmittelbarer Nähe das Grab liegt, schon zur Römerzent vorhanden war; vielleicht auch noch, daß Schurzelt, das alte oirxoli, dessen König Zwentebold mit dem Königshose in Seffent und der laurensberger Kirche 896 erwähnt, eine eömische Villa gewesen ist, deren Besitzer in dem jetzt aufgedeckten Steinsarge seine Ruhestätte gefunden hat.
Indem wir von diesem Funde hier Mittheilung machen, möchten wir zugleich die Bitte aussprechen, es möge den beiden, um Aachen und seine Geschichte bereits hochverdienten Vereine, dem Museums= und Geschichtsverein gefallen, den Sarg mit einer Ausstattung zu erwerben und etwa im Museum, so wie er gefunden wurde, aufzustellen.
Laurensberg. 21 maart. Gisteren is hier een ontdekking gedaan, die niet onbelangrijk is voor de oudste geschiedenis van onze streek. De pachter van het landgoed Schurzelt, de heer van Wersch, stuitte bij het ploegen in het deelgebied Krapol, tegenover Alt=Schurzelt, op een Romeins graf aan de Sünterngasse (tegenwoordig Süstergasse) op de heuvel aldaar. Dankzij de zorgvuldigheid waarmee de opgravingen zijn verricht, zijn de bestaande voorwerpen goed bewaard gebleven. Buiten de kist, aan de linkerkant van de kist, stonden twee askruiken met één hand, in de bekende breedbuikige vorm die naar onderen taps toeloopt, elk ongeveer 27 cm hoog en 15 cm breed, een kruik met één hand van 21 cm hoog en 15 cm breed en een kroes van 7 cm hoog en 12 cm breed. Deze drie potten zijn gemaakt van wit geglazuurde en zuiver gebakken klei.
Verder een prachtige schaal van rode klei, ongeveer 15 cm hoog, 20 cm breed, 10 cm diep en 18 cm in het licht, met een brede kraag die rondom naar beneden hangt. Bij het schoonmaken bleek dat een prachtige schaal van dun, zeer helder, wit glas in dit Thon vat was geplaatst, maar de zware aarde die er in de loop der eeuwen in was gesijpeld, had het volledig verbrijzeld. Gelukkig kan de kraag van het kleivat, dat ook verscheidene malen was verbrijzeld, volledig worden hersteld.
Bovendien waren er twee kommen van dik, troebel glas, waarvan er een, 15 cm lang en 12½ cm breed, ook volledig kan worden gereconstrueerd. De kist zelf is gemaakt van een lage steen. Hij is 160 cm lang, 84 cm breed en 37 cm diep; in het licht meet hij 135 cm in de lengte en 61 cm in de breedte. Afgezien van enkele kleine resten beenderen, waaraan de sporen van het lijkvuur nog kleven, werden in de kist vier zeer interessante, wijdbeens en langhalzige glazen potten van verschillende afmetingen gevonden, die elk zijn versierd met vier, twee blauwe en twee witte serpentijnbeeldjes in de vorm van een lange, kronkelende V (Latijns schrift). Een van hen is beschadigd en vertoont een buitenste wit glas. Dan twee groene glazen, 13½ cm hoge, smalle zalfpotjes en een 7 cm lange en 4 cm brede lamp van rode klei.
Het deksel van de kist bestaat uit een 166 cm lang en 2. 84 cm brede steen van hetzelfde type als de kist. Deze vondst moet in de eerste plaats bewijzen dat de eerder genoemde Süsterngasse, in de onmiddellijke nabijheid waarvan het graf ligt, reeds in de Romeinse tijd aanwezig was; misschien ook dat Schurzelt, de oude oirxoli, waarvan koning Zwentebold in 896 met de koningsbroek in Seffent en de Laurensbergkerk wordt vermeld, een Romeinse villa was, waarvan de eigenaar zijn rustplaats vond in de thans blootgelegde stenen kist.
Door deze ontdekking hier bekend te maken, willen wij ook de twee verenigingen die Aken en zijn geschiedenis toch al een warm hart toedragen, de Museum- en Geschiedkundige Vereniging, verzoeken de kist met zijn inrichting te verwerven en in het museum onder te brengen zoals hij werd gevonden.
Vertaald met www.DeepL.com/Translator (gratis versie)
1885: In de Duitse krant Echo der Gegenwart 1 april 1885.
Laurensberg. 29. März. Wir hatten heute durch die Freundlichkeit des Herrn van Wersch Gelegenheit, den vor Kurzem in der Nähe des Gutes Schurzelt ausgegrabenen Sarkophag in Augenschein zu nehmen, den Herr van Wersch nunmehr im Hose seines Besitzthums aufgestellt hat, während die übrigen in und bei dem Sarge aufgefundenen Reste einstweilen auf dem Bürgermeisteramte hinterlegt sind. Ueber den Befund des Sarkophages sagen wir heute Nichts weiter, als daß in einer Ecke des Deckels die Ziffern 664 und zwar beinahe ganz in der heutigen Schreibweise zu lesen sind. Daß dies zu denken gibt, brauchen wir dem auch nur in etwa kundigen Leser kaum anzudeuten.
Laurensberg. 29 maart. Vandaag hebben wij door de vriendelijkheid van de heer van Wersch de gelegenheid gehad de onlangs bij het landgoed Schurzelt opgegraven sarcofaag te inspecteren, die de heer van Wersch thans in zijn eigendom heeft geplaatst, terwijl de andere in en bij de kist gevonden stoffelijke resten voorlopig op het kabinet van de burgemeester zijn gedeponeerd. Vandaag kunnen wij over de vondsten van de sarcofaag niet meer zeggen dan dat in een hoek van het deksel de cijfers 664 te lezen zijn, bijna geheel in de spelling van vandaag. De lezer die er alleen met vertrouwd is, behoeft nauwelijks te beseffen dat dit te denken geeft.
C. Rhoen schreef hierover een artikel in Zeitschrift des Aachener Geschichtsvereins
7, 1885, pagina 281-284: Die Grabfund bei Alt-Schurzelt.
S.7e. Joannes Josephus Hubertus van Wersch, zoon van 6c, geboren 30 juni 1818, overleden door een herseninfarct Simpelveld 9 juli 1876, trouwde in Orsbach (D.) op 4 mei 1847 Anna Maria Lumey (Lumeij), geboren Orsbach 9 augustus 1819, overleden Simpelveld 17 april 1899, dochter van Joannes Jacobus Lumey en Joanna Catharina Bröcheler.
Uit dit huwelijk werden in Simpelveld geboren
Uit dit huwelijk werden geboren
a: Martinus Johannes Jozef Eugenius Verstraelen, geboren Sevenum 22 april 1874, overleden Bunde 21 augustus 1909.
1893: Nationale Militie: hij was student in de godsgeleerdheid.
2/1896: In het seminarie van Roermond kreeg hij (en zijn mede studenten) van bisschop Boermans de tonsuur
1899: Hij kwam terug uit Roermond.
4/1900: Bisschop Drehmanns van Roermond wijdde hem (en zijn mede studenten) tot subdiaken.
6/1900: Idem maar dan tot diaken.
23 maart 1901 tot priester gewijd.
4/1903: Benoemd tot rector klooster van de zusters franciscanessen.in Bunde
6/1904: Rolduc eindexamen Gymnasium.
8/1908: Limburger Koerier: KERKNIEUWS.
Rector M. Verstraelen. – BUNDE. Vrijdagavond overleed zacht en kalm, na eene langdurige ziekte, in het klooster der Eerw. Zusters Franciscanessen alhier, de WelEerw. Rector des huizes, de heer M. J. J. E. Verstraelen.
Z.Eerw. werd geboren te Sevenum den 22 April 1874 en priester gewijd te Roermond den 23 Maart 1901. In 1903 tot rector te Bunde benoemd,, besteedde hij de hem ten dienste staande krachten met offervaardigheid vóór het welzijn van het huis. Hij stierf er gelaten, gesterkt door de genademiddelen der H. Kerk, en betreurd door allen, die hem kenden en achtten om zijne priesterlijke deugden
Hij ruste in vrede!
b: Maria Gertrudis Magdalena Jacoba Verstraelen, geboren Sevenum 7 december 1876, overleden Roermond 20 februari 1945.
c: Arnoldus Joannes Maria Hubertus Verstraelen, geboren Sevenum 12 mei 1879, overleden Sevenum 27 januari 1881.
d: Levenloos geboren (een jongen) overleden Sevenum 3 maart 1881,
e: Arnoldus Joannes Hubertus Vincentius Verstraelen, geboren Sevenum 19 juli 1882.
Arnold Verstraelen werd later Apostolisch Vicaris in Indonesië (aanspreektitel monseigneur, bisschop ) en overleed daar door een auto ongeluk in maart 1932.
f: Cornelius Emilius Joannes (Emile) Verstraelen, geboren Sevenum 12 oktober 1884, overleden Weert 21 november 1950, trouwde Angelique Feijen.
g: Joannes Josephus Hubertus,(Jean Verstraelen) geboren Sevenum 24 juni 1887, overleden Roermond 20 januari 1936, trouwde Maria Helena Antonia Heitzer
h: Pieter Josephus Hubertus, geboren Sevenum 15 februari 1889, trouwde Zoeterwoude juni 1944 Johanna Maria Mathilde Christina Smeets, geboren 24 december 1895 te Posterholt, overleden Horn 20 januari 1980.
i: Anna Margaretha Elisabeth Hubertina, geboren Sevenum 20 september 1890, overleden Sevenum 28 mei 1894, drie jaar oud.
j: Maria Magdalena Josephina Verstraelen, geboren Sevenum 4 maart 1894, overleden Roermond 29 november 1987.
Maria Josephina Hubertina van Wersch, geboren 26 januari 1863, overleden Simpelveld 25 november 1916, trouwde Simpelveld 27 augustus 1892 Maximiliaan van Wersch, geboren 25 januari 1858, overleden 15 juni 1935, zoon van Jan Stefan Hubert en Anna Elisabeth Hubertina Horsmans, Een huwelijk van een Van Wersch met een Van Wersch. Klik hier.
1896: Josephina leende samen met haar zussen Maria en Helena en haar broer Cornelis ƒ 1.600 aan Jan Theodoor Gerard Schoenmakers, landbouwer in Klimmen, wijk Dalberg. Die was gehuwd met Maria Hubertina Ramaekers. Als borg stelde Schoenmakers zijn huis, tuin, erf, boomgaard en bouwland in Dalberg, Solbergerveldje en Koulenberg in Klimmen. De familie van Wersch machtigde Jan Wolter Hubert Reijners uit Klimmen om namens hen voor de notaris Lemmens uit Klimmen te verschijnen.
Op dezelfde dag,10 januari 1896, verschenen voor notaris Lemmens, dezelfde dames en broer. Zij leenden aan Hubert L’Ortije uit Klimmen, landbouwer en rijtuigverhuurder een bedrag van ƒ 500. L’Ortije was gemachtigd door Anna Catharina Frissen weduwe van Jan Pieter Mommers uit Schimmert. Als onderpand gaf zij 14 stukken land in Klimmen en Schin op geul. Namens L’Ortije nam Jan Wolter Hubert Reijners uit Klimmen het bedrag aan. Jan Pieter Mommers was overleden in Klimmen op 3 februari 1893. Frissen overleed Schimmert 25 januari 1896, 79 jaar oud.
Uit dit huwelijk werden zes kinderen geboren. Klik hier.
S.7f. Johan Stephanus Houbertus van Wersch (roepnaam: Hub), zoon van 6d, landbouwer, geboren Simpelveld 23 december 1825, overleden 17 oktober 1904,
trouwde 1: Simpelveld 8 januari 1851 Johanna Maria Franssen, geboren Beitel 12 december 1825, overleden Beitel-Heerlen 4 januari 1852, dochter van Jan Pieter Franssen en Maria Sophia Scheilen,
Op haar bidprentje staat onder andere dat zij an den Folgen der Entbindung eines Söhnchen overleed. Dus bij de geboorte van een zoontje.
trouwde 2: Klimmen 8 november 1855 Anna Elisabeth Hubertina Horsmans, geboren Klimmen 23 februari 1833, overleden Simpelveld 25 maart 1878, dochter van Jan Mathias Horsmans en van Anna Catharina Hubertina Rhoen.
1878: Zijn tweede vrouw Anna overleed vlak na de geboorte van haar dochter Eugenie aan bloedvloeiingen. Zij liet dertien kinderen achter.
Alle kinderen kregen de naam Hubertus of Hubertina in de doopnaam mee. Vader Johan Stephanus Hubertus kreeg 21 kinderen, een bij zijn eerste vrouw en twintig bij zijn tweede vrouw. Tien kinderen overleden op jonge leeftijd.
Uit het eerste huwelijk werd geboren
Uit het tweede huwelijk werden in Simpelveld geboren.
Johanna Hubertina (Anna) van Wersch, geboren 22 mei 1860, overleden 29 juni 1953, trouwde Simpelveld 21 augustus 1889 Franz Souren, geboren Laurensberg (D) 28 augustus 1855, overleden 2 juli 1922, zoon van Dionis Souren en Elisabeth Adenau.
Uit dit huwelijk werden negen kinderen geboren waarvan er vijf vroeg overleden.
a. Maria Elisabeth Souren geboren Orsbach 1 april 1890, overleden 16 maart 1937, bijna 47 jaar oud, trouwde 25 juni 1918 Joseph Wilhelm Maria Houben geboren Aken 24 mei 1890, overleden 5 augustus 1977, zoon van Cornelius Houben en Henriette Helmer.
1918: Bij hun huwelijk zat hij in het Duitse leger Jaeger Rg 378.
b. Johanna Hubertina Souren, geboren Orsbach april 1891, overleden 5 mnd oud, 6 oktober 1891.
c. Josephina (Finische, Fientsche) Souren, geboren 2 augustus 1892, overleden 15 januari 1973.
d. Joseph Souren, geboren 1894, overleden Orsbach 17 februari 1895.
e. Philomena Souren, geboren Orsbach maart 1895 , overleden 11 maanden oud, 7 februari 1896.
f. Joseph Hubert Souren, geboren Burtscheid 23 mei 1896.
g. Maria Hubertina Souren , geboren Burtscheid (Ellerstrasse 17) 5 februari 1898, overleden 30 juli 1983, ongehuwd.
h. Egidius Joseph Hubert Souren, geboren Burtscheid 9 maart 1900, overleden 13 jaar oud, Aken Ziekenhuis 21 augustus 1913.
i. Maria Souren, geboren 21 december 1901, overleden 14 april 1985, trouwde 1926 Gerard Becker, geboren 3 januari 1889, overleden 15 augustus 1969.
a. Jean Joseph Hubert Klinkenberg, geboren Moresnet 29 juli 1888, overleden 27 februari 1948, trouwde Gemmenich 4 juni 1919 Anne Marie Hubertine Schmets, geboren Gemmenich 15 november 1886, overleden 1966, dochter van Etienne Joseph Schmets en Marie Hubertine Bausens .
Hij is kolenhandelaar, woont Moresnet bij het station en is getrouwd.
1915: Hij geeft het overlijden van zijn vader aan. Hij is 27, autoverhuurder en woont in Moresnet.
1919: Hun huwelijk: Hij was Charcutier =slager in Moresnet. Zij woonde in Gemmenich.
b. Marie Philomene Hubertine (Tineke) Klinkenberg, geboren Moresnet 25 augustus 1889 .
Zij ligt in het graf van haar ouders in Moresnet. Op de steen staat alleen A la mémoire des époux Klinkenberg-van Wersch et fille Hubertine. Zij was winkelierster, ongehuwd en woonde in Moresnet aan het station.
c. Marie Hubertine Maximilienne Klinkenberg, geboren Moresnet 2 november 1890, trouwde Moresnet 12 mei 1914 Antoine Louis Simons (chef de station), geboren Lanklaar 3 augustus 1886. Hij woonde in Kermpt, zoon van Pierre Mathieu Simons, postambtenaar gepensioneerd en Marie Josephine Eggen.
Maria Hubertina (Marie) van Wersch, geboren 15 juli 1876, overleden Gulpen 2 januari 1960, ruim 83 jaar, trouwde Simpelveld 25 september 1901 Jacques Victor Sampermans, geboren Moresnet 26 april 1877, overleden 12 januari 1949, zoon van Jean Guillaume Englebert Sampermans en Marie Elisabeth Hartzong.
Uit dit huwelijk werden geboren
a: Elisa Hubertina Marie Sampermans, geboren Angleur 6 september 1902, overleden 30 januari 1990, trouwde Simpelveld 5 september 1927 Max Johannes Darleij / Darley geboren Coesfeld 30 oktober 1899, overleden Heer 11 maart 1965, zoon van Theodor Darleij en Elisabeth Holthaus.
Aantekening in de huw akte> In 1968 werd Darleij wettelijk veranderd in Darley. Echter de acte werd door hem en zijn vader ondertekend met Darleij. Bij zijn huwelijk was hij ingenieur, directeur van Machinefabriekfabriek Darley vanaf 1932.
b. Charles Maximilien Hubert Sampermans, geboren 20 februari 1906, overleden Tongeren 9 juni 1980, trouwde Simpelveld 14 september 1932 Jozefina Agnes Hubertina Schmitz, geboren Heerlen 6 augustus 1908, overleden 6 maart 1987, dochter van Jakob Schmitz en Anna Maria Knubben.
1980: oud directeur en oprichter ABC Sampermans.
c. Joseph Jacques Marie Sampermans, geboren Heerlen 10 januari 1913, overleden na een ongeval 21 oktober 1986, trouwde Simpelveld 22 september 1941 Maria Johanna Crott geboren Raeren 27 september 1907, overleden Landgraaf 21 januari 1996.
1996: De ABC Autobandencentrale Sampermans BV, Willemstraat 78, Heerlen was op de dag van haar overlijden een dag gesloten.
d. Adolph Hubert (Ado) Sampermans, geboren Simpelveld 18 december 1915, overleden Heerlen 28 februari 1983, trouwde Maria Jeanne Werna (May) Vaessen, geboren 14 november 1921, overleden 21 oktober 2006.
Eugenia Hubertina Josephina van Wersch, geboren 25 maart 1878, overleden 5 juli 1879.
S.7g. Johannes Josephus van Weersch, zoon van 6f, geboren en gedoopt Wylre 18 februari 1822, overleden Wijlre 24 februari 1857, landbouwer, wonend in Wijlre, trouwde voor de wet op 19 februari 1857 en voor de kerk op 23 februari 1857 Maria Catharina Gatsen (Gatzen), geboren Wijlre 30 juli 1826, overleden Elkenrade 8 juli 1903, dochter van Hendrik Gatzen en Maria Gertrude Schwarts, landbouwers in Wijlre.
1822: Hij werd twee dagen na het huwelijk van zijn ouders geboren.
1841: In het jaar dat hij 19 werd moest hij zich bij de Nationale Militie inschrijven. Toenwas hij 1 el. 6 palmen. 4 duimen groot, had een ovaal gezicht, smal voorhoofd, grijsbruine ogen, lange spitse neus, kleine mond, spitse kin, bruine haren en geen merkbare tekenen. Hij woonde bij zijn ouders in Elkenrade en was landbouwer.
1857: Op de huwelijksakte van 1857 van de Burgerlijke Stand staat de volgende aantekening: “…de contracteerende echtgenooten voormeld verklaren te erkennen en wettigen hun kind met name Willem Hendrick Gatzen, geboren Wijlre de zeventiende Mei achttien hondert zes en veertig en al daar in de Registers van den Burgerlijken Stand ingeschreven onder nummer vijf en twintig der akte.”
Hij trouwde dus vijf dagen voor zijn dood om zijn onwettige zoon toch te erkennen. Voor de kerk trouwde hij één dag voor zijn dood. Waarschijnlijk wist hij dat hij dood ging. Nog voor zijn huwelijk was zijn aanstaande alweer in verwachting van de tweede. Zij trouwden in febr en in juli werd dochter geboren, vader stierf enkele dagen na het huwelijk en ca zes maanden voor haar geboorte.
Hij woonde met zijn vrouw bij zijn schoonvader in die in Elkenrade woonde. Die heette Willem Hendrik Gatzen. Vandaar dat hun eerste kind die naam kreeg.
Geschreven als Von Weersch op de geboorteakte van Willem. Vader kon niet schrijven. Hij is landbouwer. Bij zijn huwelijk was hij 35 jaar en zij was 30 jaar. Zijn overlijden werd door zijn broer Jan Hubert aangegeven. Die tekende de akte met J H van Weersht, de ambt schreef Von Weersch.
1860/1880: Na de dood van Johannes van Wersch bleef zijn vrouw Maria Catharina Gatzen achter met twee kinderen: Willem was 11 en Johanna was 0. Gelukkig konden zij terecht bij haar vader Willem Hendrik Gatzen en zijn vrouw Maria Gertrude Schwarts. Die woonden Elkenrade huis nr 155. Zij trouwde in 1859 met Balthazar Blesers uit Gulpen. Ook hij verbleef in het huis van zijn schoonouders. Dit echtpaar kreeg 5 kinderen: Maria Gertrude, Maria Catharina, Jan Caspar, Maria Elisabeth en Jan Augustinus Blesers. In het huis woonde ook de zus van Maria Schwartz: Maria Cornelia Schwartz. Willem Hendrik Gatzen was akkerbouwer. In zijn huis waren dus twaalf mensen.
Uit het samenzijn werd geboren
S.7h. Herman van Weersch / van Wersch, zoon van 6f, gedoopt Wijlre 15 februari 1834, overleden 21 februari 1920, landbouwer, trouwde Wylre 27 februari 1867 Maria Elisabeth Eussen, geboren Klimmen 29 mei 1842, overleden Klimmen 1 maart 1912.
1850: Toen hij in dienst moest was hij landbouwer net als zijn vader. In de boeken van de Nationale Militie staat zijn uiterlijk beschreven: Hij is 1 el, 6 palmen, 6 duim, en 5 streep groot, heeft een ovaal gezicht, breed voorhoofd, bruine ogen, gewone neus, kleine mond, spitse kin, donkerbruine haren en geen merkbare tekenen.
1859: Herman geeft het overlijden aan van zijn vader. Herman is landbouwer en woonde in Elkenrade. Hij kon niet schrijven.
1860/1880: Bevolkingsregister Wijlre. Hij woont met stiefbroer Jan Kleuters, broer Hubert en moeder in Elkenrade huis nummer 135. Volgens dit register zou hij geboren zijn op 11 oktober 1833, maar dat is niet correct. Het was 15 februari 1834.
1867: In oktober 1867 vertrok hij naar Voerendaal.
1876: Hij woont in Ubagsberg en kocht toen bij een openbare verkoop van Martin Linckens wonend in Kapolder, gemeente Wijlre via kandidaat Notaris Nijst balansen voor ƒ 16,50.
1878: Bij de geboorte van Anna Hubertina in Voerendaal tekende vader de akte met H. vom Wersch.
Maart 1881: Verhuizing naar Klimmen.
29 oktober 1885 De vijf nabestaanden van zijn schoonvader kwamen weer bij notaris Bex. Nu om weer een inboedelbeschrijving vast te leggen. Schoonvader was overleden Ransdaal 23 augustus 1885. De waarde is ƒ 4.466,75. Zijn schoonvader had aanmerkelijk meer land.
30 juni 1898: Verkoopakte: De erfgenamen Kusters verkochten per openbare verkoop onroerende goederen. Herman kocht namens zijn zwagers Eussen enkele stukken land. Voor zichzelf kocht hij een boomgaard in de gemeente Voerendaal voor ƒ 400,70 en twee andere percelen in de gemeente Voerendaal. Totaal betaalde Herman ƒ 1082,05.
20 februari 1899: Hij betaalde via de notaris aan de erfgenamen Kusters ƒ 1.483,75.
Op 20 februari 1920 was Herman van Wersch overleden. Zijn vrouw was al in 1912 overleden. Zij hadden acht kinderen. Blijkbaar voelde hij zijn dood naderen want op 19 februari 1920 werd hun huis en bouwland in zijn opdracht openbaar verkocht. Het huis en stal, erf, tuin en boomgaard lagen uiteraard in Ubachsberg en was ongeveer 46 are groot (= gelijk aan 235 roeden). Hij verkocht ook een stuk grond waarop gebouwd mocht worden van 36 are en 32 stukken bouwland met een totale grootte van: 1453 are, (dus 14,5 hectare, dus iets meer dan 14 voetbalvelden groot). Totaal werden 34 items verkocht. Het huis stond in Ubachsberg noord, tegenwoordig in de bocht van de Vrenkenweg/Oude Schoolstraat. Tegenwoordig staan er allemaal nieuwe huizen .
23 febr 1920: De boerderij van de familie Eussen en Van Wersch alhier is geveild door notaris Jaspers te Klimmen groot circa twaalf bunder (oude maat) is aangekocht door de heer Jan Laeven – Van Wersch voor de som van ƒ 29.450.
Uit dit huwelijk werden geboren
Drie van hun kinderen trouwden met een partner uit de familie Laeven.
geboren Voerendaal 19 september 1873, overleden Klimmen 16 april 1959, trouwde Klimmen 7 mei 1914 Maria Hubertina Francisca Otten, geboren Kerkrade 12 december 1896, overleden Klimmen 2 maart 1964, dochter van Hubert Joseph Otten en Augustina Wilhelmina Delahaije.
1923: Hij werd lid van het bestuur van de Boerenleenbank van Klimmen. Dat was hij ook nog in 1939.
In de overlijdensadvertentie van Eduard stonden geen kinderen vermeld. Hij was bijna veertig jaar lid van het kerkbestuur als koster tussen 1918 en 1959, van de parochie Sint Remigius in Klimmen en Lid van de Heilige Familie. Hij was ruim 40 jaar boer.
1944: In de krant van 7 november 1944:
DANKBETUIGING.
Langs dezen weg betuigen ondergeteekenden hun hartelijken dank aan familie van Wersch, Putstraat, Klimmen voor de buitengewone goede verzorging tijdens de evacuatie ondervonden. Familie Simons.
Bleyerheide, Boorstraat 11
Op 25 september 1944 gaven de Duitsers het bevel dat Kerkrade ontruimd moest worden. 30.000 mensen vertrokken vervolgens naar omliggende dorpen, maar ook naar de Amerikanen die daar vlak in de buurt waren. Op 22 oktober viel Aken in de handen van de Amerikanen waardoor ook de evacués konden terugkeren.
1958: Op 7 december 1958 bestaat de Boerenleenbank in Klimmen 50 jaar. Ed was toen 28 jaar bestuurslid en 40 jaar lid.
De 17de-eeuwse hoeve De Hof (Hofstraat 7-9) is genoemd naar de familie Van den Hove, indertijd eigenaar van het huis Overhuizen. Deze gesloten hoeve in breuksteen, baksteen en vakwerk, heeft aan de binnenplaatszijde de jaarankers ‘1617’. De sluitsteen met leeuwenkop in de poortdoorgang vermeldt het jaartal ‘1679’. Het gecementeerde tweelaags woonhuis met risalerende middenpartij kreeg rond 1900 het huidige aanzicht. Bron:www.dbnl.org: monumenten in Nederland, deel Limburg.
Uit dit huwelijk werden geboren
a. Hubertina Josephina Elisabeth Franssen (Lies / Liza Franssen), geboren Merkelbeek 18 april 1911, overleden 2 november 1988, trouwde Bocholtz 4 mei 1939 Johannes (Sjeng) Petrus Hubertus Bastin, geboren Gulpen 15 juni 1903, overleden Bocholtz 2 november 1988, zoon van Maria Hubert Bastin en Maria Victoria Hubertina van Eijs.
1951: Dit echtpaar erfde in 1951 een deel van de weilanden die haar broer Pierre Franssen niet erfde.
Zij waren de laatste eigenaren van de boerderijhoeve De Hof / Gen Hof. In de jaren zestig werd het grootste deel van hun land onteigend vanwege de aanleg van de autosnelweg. Sjeng Bastin had vrijwel geen land meer en hief de boerderij op.
1988: Zijn overlijden: Hij was lid van het kerkkoor in Bocholtz.
In 2007 werd de boerderij verkocht aan hoefsmid Guido Steinbusch.
b. Hubertus Herman Marie (Herman) Franssen, geboren Merkelbeek 6 november 1912, overleden Schinnen 2 januari 1984, trouwde Schinnen 10 mei 1944, Maria Jacqueline Martin Otermans, geboren Schinnen 13 februari 1911, overleden Schinnen 30 april 1995, dochter van Jan Martin Otermans en Anna Catharina Speetgens.
c. Peter Joseph Maria (Pierre) Franssen, geboren Merkelbeek 1 maart 1915, overleden Heerlen 29 februari 1996, trouwde 1966 Maria Elisabeth Bruls.(Lieske Bruls), geboren Heerlen 9 januari 1917, overleden Bocholtz 19 maart 1999, dochter van Pieter Alfons Bruls en Maria Josepha Eussen.
Hij erfde de boerderij Gen Hof. Zij was lerares.
1985: Hij verhuurde in 1985 het huis aan zijn petekind Pierre Bastin.
d. Maria Gertrude Franssen,(Truuske, ook wel Truke) geboren Merkelbeek 13 april 1918, overleden 15 mei 2005, trouwde Klimmen 25 april 1946 Aegidius Cornelius Hubertus Grooten (Giel Grooten) uit Bocholtz, geboren 17 april 1918, overleden Retersbeek 16, Klimmen 2 november 1976, zoon van Cornelius Grooten en Maria Helena Hubertina Cobbenhagen.
Hun zoon Huub Grooten is nu eigenaar van B en B Huiskenshof in Klimmen.
S.7i. Franz Carl van Wersch, zoon van 6g, geboren Brandenberg, gedoopt Bergstein 20 april 1789, overleden Bergstein 12 maart 1855, trouwde Bergstein 4 december 1818 Anna Catharina Jörres, overleden Bergstein 6 oktober 1847.
1818: Bij hun huwelijk schreef de pastoor zijn naam als carolus van Wersh zonder c dus. Hij was 28, zij 23
Uit dit huwelijk werden geboren
S.7j. Johann van Wersch, zoon van 6g, geboren Brandenberg, gedoopt Bergstein 16 juni 1792, overleden Nideggen 3 december 1863, trouwde Bergstein 20 november 1824 Magdalena Stoffels, geboren ca 1801, overleden Nideggen 11 september 1870.
2/1810: Soldaat van Napoleon: canton Gemünd – 30e rég. d’inf. de ligne, nr. 12502
Volgens de inschrijving was hij geboren in Heimbach. Hij was 1.55. en werd in februari 1819 ingelijfd. Hij was kapper. Uit dienst 24 juni 1814
1824: Hij trouwde op dezelfde dag als zijn broer hieronder S.7k.
Uit dit huwelijk werden geboren
S.7k. Hubert van Wersch, zoon van 6g, geboren Brandenberg, gedoopt Bergstein 14 februari 1797, overleden Brandenberg 13 september 1866, trouwde 20 november 1824 Anna Gertrud Jörres, overleden 11 mei 1855, dochter van Stephanus Jörres en Anna Gertrude Jörres.
Hubert trouwde op dezelfde dag als zijn broer Johann hierboven S.7i.
Uit dit huwelijk werden geboren
S.7l. Franz Carl van Wersch, zoon van 6h, geboren 29 februari 1808, boswachter in Imgenbroich, overleden Imgenbroich 8 maart 1859, trouwde Höfen (D) 16 februari 1843 Anna Maria Theissen (Theihsen), geboren Höfen 16 augustus 1815, overleden Imgenbroich 6 juli 1892, dochter van Johannes Theissen en Katharina Weishaupt.
Uit dit huwelijk werden geboren
S.7m. Johann Mathias Christian van Wersch, zoon van 6h,geboren 24 juni 1818, overleden 65 jaar St Vith (B) 2 oktober 1883, trouwde Sindorf 5 mei 1846 Maria Catharina Ahren, geboren 1810, overleden Koblenz 25 augustus 1892.
Johann was vertegenwoordiger van landgoed Reichenstein en reisde daardoor erg veel door Duitsland en Oost-België. Soms bleef hij wel maanden weg. Samen met zijn kinderen woonde hij ook op landgoed Reichenstein.
Uit dit huwelijk werden o.a. geboren
Johanna Sophia Gertrud Von Wersch, geboren Kalterherberg 4 juli 1854. overleden Koblenz 1937, trouwde Koblenz 27 augustus 1874 Jacob Emanuel Ludwig Rennen, geboren Keulen 12 februari 1845, overleden Koblenz 13 mei 1932, zoon van Jacob Rennen en Alwine Jansen.
Ludwig Rennen was verbonden aan een rechtbank. Hij was Verwaltungsgerichtsdirektor. Klik hier voor zijn Wikipediapagina. Johanna van Wersch was de nicht van de heer van Reichenstein Jacob Ahren, de broer van haar moeder. Jacob overleed in 1867. Zijn weduwe Anna Sophia Engels overleed in 1901. Zij bezat veel geld, waardoor haar nicht Johanna 3000 mark erfde. Ook omdat Johanna het petekind van Anna Sophia Engels was. Zij erfde tevens diamanten sieraden en een gouden horlogeketting. (bron: Der Gutshof Reichenstein, Hans Gerd Lauscher, 2008, blz 242).
1915: Kölnische Zeitung van 22 april 1915: Arnold Rennen, Leutnant der Reserve im Inf. Regt. 68, Gerichts-Assessor zu Koblenz, Inhaber des Eisernen Kreuzes II. Klasse,
Is eind september 1914 voor het Vaderland gevallen. Zijn vader Jakob was Verwaltungsgerichtsdirektor.
Uit dit huwelijk werden vier kinderen geboren.
S.7n. Martinus Johannes Wilhelmus van Weertsch / van Wersch / van Weersth / Vonwersch, zoon van 6i, geboren Cartils 6 januari 1816, overleden Wittem 10 november 1868, 48 jaar, trouwde Wijlre 1 februari 1846 Maria Cornelia Plusquin / Pluisquin / Pluskin, geboren Moulingen (B) 15 maart 1812, overleden Wittem 26 januari 1882, 72 jaar, dochter van Jan Willem Pluisquin en Helena Teheux.
Martin en zijn een jaar jongere zus Barbara trouwden allebei met een Plusquin, kinderen uit het huwelijk Plusquin-Teheux.
1846: Bij hun huwelijk was Martin 30 en landbouwer. Zij was 34 jaar. Hij tekende de huwelijksakte akte met M Van Weersth. Zij woonde in Leyenhuis gemeente Wijlre. Hoeve Leyenhuis (Leienhuisweg 1) is een in oorsprong 17de-eeuwse gesloten hoeve met een gedeeltelijk verhoogd woonhuis in Kunradersteen.
1846: Hun eerste kind werd levenloos geboren. Zij woonden aan de Tintelerstraat in Eijs. Vader was 31 jaar. Dit jaar pachtten Martin en zijn vader het huis, tuin, boomgaard en veertien stukken land van Maria Catharina Meertens, weduwe van Jans Spees uit Trintelen. De pacht werd aangegaan voor zes jaar, van 15 maart 1846 tot en met 15 maart 1852. De notaris schreef zijn naam in het pachtcontract als Martinus van Wersth. De jaarlijkse pacht was ƒ 82.
1850: Vader en zoon zeiden het pachtcontract op omdat zij de hoeve gingen verlaten.
1861: Op de overlijdensakte van dochter Maria Helena schreef de ambtenaar opeens dat Martin niet kon schrijven: hij heeft het nooit geleerd. Wie tekende dan op die andere akten?
1868: Martin verkocht aan zijn broer Frans (S.7p) die op het Walborghuis in Kettenis met zijn vrouw woonde, een weiland in Cartils voor ƒ 480.
1880: Bij het huwelijk van hun zoon Jan Willem in 1880 was zijn vader overleden en zijn moeder werkvrouw in Wittem.
1882: Bij haar overlijden was er een memorie van Successie.
1 Maria Barbara van Weersch bijgestaan en gemachtigd door haar man Toscanus Beuskens, dagloner in Cartils
2: Johan Vanweersch gehuwd met Helena Jacobs, dagloner.
Van de zeven kinderen bleven er maar twee leven. Zij liet een stuk bouwland na en een huis met tuin en erf in Cartils met een waarde van ƒ 500. De inboedel werd geschat op ƒ 50. Aan activa was er dus ƒ 550. De begrafenis kostte ƒ 45 waardoor ieder kind de helft kreeg van ƒ 505. Dat zou nu zo’n € 8.000 zijn.
Uit dit huwelijk werden geboren
S.7o. Fredericus Josephus van Weersth / Vanweersth, zoon van 6i, geboren Cartils 23 januari 1822, overleden Moyeuvre Grande 7 november 1883,
trouwde 1: Sint Geertruid 15 mei 1845 Anna Catharina Broers, geboren Amby 27 november 1816, overleden Amby 12 november 1853, dochter van Jan Broers en Maria Anna Pinckaars ,
trouwde 2: Dudelange (L) 5 november 1857 Reine (Regine) Schneider, geboren Dudelange 21 september 1837, dochter van Jean Schneider en Elisabeth Breuer.
1845: Zijn eerste huwelijk: Zij woonde in Bruijsterbosch St Geertruid.en was ruim 28 jaar. Hij woonde in Wittem en was ruim 23.
1849: De familie woont in Mouland = Moelingen. Hier wordt zoon Jan Joseph geboren. Toen die in 1885 zijn nationaliteitsbewijs aanvroeg zei hij dat zijn ouders slechts enkele maanden in België gewoond hadden, Een jaar na zijn geboorte zijn zij naar Wijlre gegaan.
1851: Bij de geboorte van Franciscus was vader landbouwer, 28 jaar en zij woonden in Scheulder (bij Wijlre). Vader tekende de akte met F.J. Van Weersth.
1858: Bij het overlijden van dochter Marie was vader Entepreneur. Zij woonden in Büringen.
1863: Zijn broer Franciscus van Weersth uit Merol bij Kettenis verscheen namens Frederic voor notaris Hoho uit Wittem en verkocht enkele stukken van Frederic in Wittem om geld te hebben zodat hij zijn hypotheek kon aflossen op hun huis in Werlange. Zij waren net verhuisd uit Büringen (L).
1863: Een hypotheekstelling voor notaris Hoho, Wittem:
… is verschenen de heer Franciscus van Weersth, landbouwer woonachtig te Merol, Burgemeesterij Kettenis (Pruissen) welke verklaarende ter voldoening aan artikel 390 van het Burgerlijk Wetboek en tot zekerheid van zijn beheer, als voogd van de minderjarige kinderen van wijle Catharina Broers overledene echtgenoote van Frederik van Weersth met namen Maria Anna, Jan Jozef en Frans Jozef van Weersth, allen zonder beroep van regtswege gedomicilieerd ten woonhuize van hunnen vader te Werlange, Groothertogdom Luxemburg en ten beloope eener som van negen honderd gulden hijpothecair te verbinden de volgende onroerende goederen gelegen in de gemeente Wittem als:
Een perceel bouwland van dertien roeden gelegen in het Cartielserveld, een perceel bouwland van 19 roeden en 90 ellen gelegen achter het Boschje, een perceel bouwland van dertien roeden en 80 ellen gelegen aan de Karstraat en een perceel bouwland van acht roeden en 95 ellen gelegen in het Eijserveld. Het doel van de verkoop was ten einde uit de opbrengst te verhalen zoowel de hoofdsom als de interessen en de kosten.
Toeziend voogd was Johannes Wilhelmus Broers, landbouwer, woonachtig te Sibbe in de gemeente Oud Valkenburg.
1863: Bij de geboorte van zoon Jean Baptiste was vader dagloner, 41 jaar en zij woonden in Büringen (gemeente Dudelange). Hij tekende de akte met F J Van Weersth.
1863-1865: Ergens in deze jaren was de verhuizing van het gezin naar Moyeuvre-Grande in Noord-Frankrijk waar hij mijnwerker was.
1871: Bij het overlijden van hun dochter Maria Anna leefde vader nog en moeder was reeds overleden. Hij woonde in Moyeuvre, Moselle, departement in Frankrijk waar hij mijnwerker was.
1878: Bij het huwelijk van zijn zoon Franz woonde hij nog steeds daar.
1909: Bij het overlijden van zoon Franz schreef de ambtenaar de naam van zijn vader als Friedrich van Weersch en van zijn moeder als Catharina Broos. Beiden waren al overleden.
Uit het eerste huwelijk werden geboren
Uit het tweede huwelijk werden geboren
S.7p. Franciscus Vanweersth / Vanweersth, geboren Cartils 4 augustus 1826, zoon van 6i, overleden Hauset 5 juli 1906, trouwde Schin op Geul 18 januari 1860 Maria Gertrud Duysings / (Duijsens / Duyzengs / Duijsings), geboren Berg en Terblijt 17 oktober 1836, overleden na longontsteking (Lungenentzündung) Hauset (B) 7 juli 1909, dochter van Anna Margaretha Duijsings.
1845: In het jaar dat hij 19 werd moest hij zich melden voor de Nationale Militie. Hij had geen beroep. De militairen schreven Franciscus van Weersch. Hij was vrijgesteld wegens broederdienst.
1852: Hij gaf het overlijden van zijn vader aan en ondertekende de akte met Fr. Van Weersth. Hij woonde Straat/Cartils, was 25 jaar en landbouwer.
1859: Frans kocht van de twee broers Clignotte in augustus een huis en enkele stukken bouwland in Wittem voor ƒ 140.
1860: Voordat zij trouwden maakten zij de huwelijkse voorwaarden op:
Er zal tusschen de comparanten een gemeenschap van goederen plaats hebben overeenkomstig de bepalingen van artikel 114 en volgende van het burgerlijk wetboek met uitzondering nogthans van de onroerende goederen, welke aan de comparanten thans toebehooren als mede van die, welke hun gedurende het huwelijk bij erfenis, making of schenking zullen te beurt vallen, en welke onroerende goederen alzoo de afzonderlijke eigendom blijven van degenen, aan wien dezelve thans toebehooren of aan wien dezelve vóór of gedurende het huwelijk bij erfenis, making of schenking zullen te beurt vallen.
1860: In juli 1860 kocht hij van Willem Snakkers uit Wijlre twee stukken bouwland, een stuk gelegen in het Cartielserveld en een stuk land gelegen in het Bosje. Hij betaalde er ƒ 400 voor.
1860: Hij kocht een stukje grond van zes roeden met hakhout gelegen op de Guldenakker van Maria Mostart uit Maastricht. Hij betaalde ƒ 10.
1861: Samen met Theodoor Frijns bezaten zij vier stukken land in Wijlre. Dat wilden zij doen ophouden en maakten een verdeling zodat ieder eigen stukken land had.
De scheiding heeft plaats zonder eenige uitkeering. De partijen zullen van heden af in het genot hunner aanbedeelde goederen treden, en voorts die goederen nemen in den staat waarin dezelve zich thans bevinden en uitstrekken, met alle regten en erfdienstbaarheden daaraan verbonden en voorts onder vrijwaring als naar regten.
1861: Bij de geboorte van hun eerste kind schreef de ambtenaar Vanweersth, terwijl vader met Fr Van Weersth tekende. Hij was landbouwer. Zij woonden in Cartils.
1862: Blijkbaar had hij te veel verbouwd want op 15 juli 1862 verkocht hij openbaar veldvruchten (tarwe, haver en rogge) uitgewassen in de gemeente Wittem, in het Cartielserveld, in het Eijserveld, op den Wolf, op den Dries, in den Taander, op den Piro en op de Eijserpledden, 30 stukken land. Niet alles werd verkocht, maar totaal kreeg hij ƒ 284,65.
1863 en 1864: Ook nu weer verkocht hij zijn veldvruchten (rogge, tarwe, haver,) voor ƒ 168,65½. In 1864 kreeg hij ƒ 270.
Zij kregen acht kinderen waarvan er twee vóór 1906 op jeugdige leeftijd overleden waren. Twee dochters waren getrouwd, drie van zijn dochters waren kloosterlingen in Luik.
Deze foto werd rond 1890 genomen.
Vlnr: Franziska (zittend), Netta (staand), vader Franz, Philomena, Franz, moeder Maria, Josephina (staand), Barbara (zittend).
Uit dit huwelijk werden geboren
S.7q. Jan Mathias van Wersch (Vanwersch), zoon van 6k, geboren Forsterheide en volgens bidprentje in Horbach (Forsterheide) 2 juli 1824, overleden Mechelen 27 september 1908,
trouwde 1: Mechelen 16 juni 1851 Anna Maria Peukens, overleden 28 mei 1879, dochter van Willem Peuskens en Agnes Bosten,
trouwde 2: Wijnandsrade 20 juni 1882 Joanna Catharina Coenen, geboren Wijnandsrade 23 juni 1838, overleden Mechelen 22 augustus 1918, dochter van Petrus Laurens Coenen en Joanna Maria Bruls.
1851: Bij de geboorte van hun eerste kind schreef de ambtenaar in de geboorteakte hun namen als Mathijs Vanweersch, landbouwer, 27 jaar, wonend te Straat Schweijberg en Anne Marie Peuckens. Vader tekende deze akte met M Van Weersch.
1854: Bij de geboorte van hun tweede kind was het Vanwersch. Vader was dienstknecht en zij woonden in Schweiberg. Hij tekende de akte met J: M; van Wersch.
1856: In dit jaar kocht hij van Nicolaas Schoonbrood, dagloner in Mechelen, een stuk bouwland en betaalde er ƒ 50,- voor.
Verder betaalt de koper de helft in eene jaarlijksche rente van acht en een halve cent, ten kaptiaale somme van een gulden zeventig cents en B de helfte in eene dito rente van vier gulden twintig cents ten kapitale somme van vier en tachtig gulden ten behoeve van de armen van Mechelen gemeente Wittem vervallende jaarlijks den dertigsten November.
1861: Hij kocht van Pieter Jacobs, weduwnaar van Cornelia Schwanen uit Mechelen drie stukken land onder Kosberg in de gemeente Wittem voor ƒ 43,70.
1862: Hij was knecht in Bocholtz, gehuwd en werd op 4 oktober 1862 uitgeschreven omdat hij naar Voerendaal ging, gelijk met Agnes Vanwersch (in 1842, geboren Orsbach. Zij was toen meid in Bocholtz en ging naar Laurensberg). Hij had gezegd dat hij in Bocholtz geboren was. Zij was werkzaam op het adres Bocholtz 179. Hij op Bochtoltz 8.
1864: De familie Van Wersch woonde in Schweiberg en hij was landbouwer en 40 jaar. Hij tekende J.M. Van Wersch.
1880: Hij woonde met vijf kinderen in Mechelen, Kosberg nummer 125.
9 november 1881: Voor notaris Wijnans uit Gulpen, verschenen:
1: Mathias Van Wersch, landbouwer, weduwnaar van Anna Maria Peukens, uit Schweiberg, als vader en voogd van Josef, Francisca, Jan en Adolphe,
2: Maria Agnes Van Wersch, bijgestaan door haar man Michael Josef Bagget, landbouwer in Clermont,
3: Elisabeth Van Wersch bijgestaan door haar man Frederik Ernst, koffiehuishouder in Wijlre,
4: Hubertina Van Wersch gehuwd met Jacques Fassotte, landbouwer in Froidthier,
5: Hubert Wetzels als toeziend voogd over de vier kinderen, schoenmaker in Schweiberg.
Zij verdeelden de erfenis van Anna Maria Peukens. Dat waren 29 stukken land dat uit weilanden bestond, boomgaarden, bouwland en hakhout. Deze landerijen lagen in Wittem.
Haar man kreeg de helft van ƒ 6.728,26. De kinderen kregen de andere helft.
1886: De heer Caspar Hissel, landbouwer in Mechelen en zijn vrouw Elisabeth Schrouff verkochten aan Mathijs van Wersch, landbouwer in Schweiberg, een perceel bouwland in Wittem aan de Vauerstraat of Breeberg van negen are en 80 centiaren voor ƒ 144.
1892: Voor notaris Nierstrasz Maastricht, verscheen Jan Mathijs Van Wersch. Hij leende van de Beurzenstichting Mathias Wijnants ƒ 1.600 voor een periode van 10 jaar tegen 4,5 % rente.
Hij had al een lening van ƒ 550 , verleden voor notaris Wijnans Gulpen 30 augustus 1860. Deze was eigenlijk van de familie Bour geweest die diverse stukken land als borg hadden gesteld, die nu bij Jan Mathijs kwamen.
Jan moest verplicht zijn opstallen tegen brand verzekeren en de Stichting kon ieder moment de polis en de betalingen inzien. Als borg gaf Jan dertig stukken land in Wittem, zijn huis, stal , erf, boomgaard, hakhout, weiland en hooiland.
1896: Voor notaris Wijnans, verscheen
Maria Catharina Coonen, getrouwd met Johan Mathijs Van Weersch (zoals de notaris schreef). Zij maakte haar testament op en was landbouwster in Schweijberg. Zij legateert aan de twee kinderen uit het huwelijk van mijnen voornoemden man met Maria Peukens: Johannes Van Weersch en Maria Francisca Van Weersch alle ligchamelijke goederen en contanten gelden die in het huis zijn bij mijn overlijden en onroerende goederen in de gemeente Wittem.
Johannes kreeg extra gelegateerd met de uitdrukkelijke last om drie maanden na de dood van zijn vader aan zijn zus Maria Fransisca ƒ 250 te betalen. Aan haar man legateert zij het vruchtgebruik van alle roerende en onroerende goederen.
Op 21 november 1896 herriep zij dit testament door het geheel en al buiten effect te stellen.
1897: Op 15 juli 1897 maakte hij een nieuw testament op voor notaris Wijnans uit Gulpen. De erflater was zijn tweede vrouw Maria Catharina Coonen. Mathijs was landbouwer in Schweiberg. Hij liet alles na aan zijn twee inwonende kinderen Joannes en Maria Francisca voor ieder de helft. Blijkbaar erfden de andere kinderen niets. Betreft kind 7 en 8. Hiervan moeten de kinderen jaarlijks 100 franken of 48 gulden aan hun moeder uit betalen. Een levenslange lijfrente.
1904: Notaris Wijnans Gulpen.Jan Mathijs van Wersch, landbouwer, weduwnaar van Peukens en gehuwd met Coonen woont in Schweijberg. Hij verkocht aan zijn twee zonen Jozef en Jan zijn huizen en landerijen.
Aan Jozef, landbouwer in Schweijberg: het huis, tuin, boomgaarden, weilanden, bouwlanden, hakhout, bij elkaar 1 ha 13 aren.
Aan Jan, slachter en landbouwer in Wahlwiller verkocht hij huis, stal, erf, boomgaarden, weilanden, bouwlanden en hakhout in Wittem, bij elkaar 2 ha 99 aren.
Jozef betaalde ƒ 2.127,24
Jan betaalde ƒ 4.152,41
Jozef had nog een geldlening van ƒ 550 en van ƒ 1.600 bij de Beurzenstichting van Mathias Wijnants uit Maastricht.
Het volledige bedrag moest uiterlijk zes maanden na het overlijden van de verkopers aan hun erfgenamen betaald zijn.
Jan moest ƒ 200 van de koopsom betalen aan de Roomsch Katholieke Parochie Kerk van Mechelen tot heil der zielen des verkoopers en diens eerste echtgenoote Anna Maria Peukens.
Jan kocht gelijkertijd de dorsmachine en de hakselmachine. Beide kopers hadden het genot van het Stroo en de halve knop der verkochte goederen.
Wat was de Beurzenstichting van Mathias Wijnants. Hij was kanunnik, geboren in Maastricht in 1643. In 1672 werd hij priester gewijd en overleed op 15 januari 1709. Hij werd begraven in de St. Servaaskerk in de kapel van St. Christoffel.
Bij testament richtte hij een stichting op voor studiebeurzen aan katholieke burgerkinderen van Maastricht die naar de Universiteit van Leuven wilden gaan. Op 1909 werd het 200-jarig jubileum van de stichting gevierd.
Het bestuur van de Beurzenstichting had studiebeurzen ter beschikking in Wijsbegeerte en Letteren aan de Universiteit Leuven. En later ook Rolduc.
13 februari 1905: Mathias en Jan Van Wersch verkochten via de notaris vee en roerende goederen (zijn huisraad). Mathias verkocht voor ƒ 640,45, waaronder enkele spullen aan Jan Van Wersch slachter in Wahlwiller. Jan verkocht voor ƒ 127,70.
De notaris vermeldde nog dat er 10% opgeld was. Ook moesten de kopers ƒ 2,- betalen voor drinkgeld van de paarden, ƒ 1, voor drinkgeld en ketting van de koeien en ƒ 0.50 voor drinkgeld van de scheutelingen.
18 februari 1905: Hij verkoopt zijn dieren: twee paarden, een mauskoe (= een koe die niet meer drachtig werd en voor het vlees werd verkocht als de melkproductie stopte), drie dragende koeien, twee runderen en zes scheutelingen en huisraad met twee slagkaren, een tilbury, dorschmachine, hekwelmachine, melkgereedschappen. Op 23 november 1905 maakte hij voor notaris Wijnands uit Gulpen een nieuw testament op.
13 augustus 1905: Pierre Nijssen, koopman in Gulpen, ruilde drie stukken land in het Kosbergerveld en Geerendal met Jan van Wersch, landbouwer in Schweijberg.
Pierre Nijssen gaf 33 are met de geschatte waarde van ƒ 300.
Jan ruilde met Pierre ook in het Kosbergerveld 36 are, waarde ƒ 270.
De perceelen zullen door de tegenwoordige eigenaars of gebruikers met wintervruchten worden ingezaaid, welke eveneens door hen zullen worden ingeschuurd.
Van deze vruchten zal de halve knop met kaf en stroo genoten worden door de tegenwoordige eigenaren en de andere halve knop door de eigenaren welke de perceelen tengevolge deze ruiling verkregen hebben.
Broer Jozef en Jan ruilden twee stukken land op Breeberg met elkaar.
Jozef ruilde met Jan die op Breeberg met hem ruilde. De waarde van ieder stuk bouwland was ƒ 450,-. De stukken waren bijna even groot.
23 november 1905: Voor notaris Wijnans maakte Mathijs zijn testament op, Mathijs was weduwnaar van Anna Maria Peukens en gehuwd met Catharina Coonen. Zij woonden Schweijberg.
Mijn lichaam saliger moet worden afgehaald door vier Heeren geestelijken, de lijkdienst zal gehouden worden met acht stille heilige missen, voor welke plechtigheden ik een som van vierhonderd gulden uit mijne nalatenschap reserveer.
De kosten waartoe mijne begrafenis ingevolge voormeld beschikkingen aanleiding geeft, zullen moeten worden berekend worden overeenkomstig bisschoppelijk tarief, terwijl het restant der hiervoor beschikbaar gestelde som zal moeten worden besteed tot het houden van een jaargetijde en het lezen van stille Heilige missen tot rust mijner ziel.
De uitvoerder hiervan was zijn zoon Jan van Wersch, landbouwer in Schweijberg of bij diens ontsteltenis zijn schoonzoon Jacques Fasotte wonende in Brouette gemeente Battice.
1907: Hij maakte weer een nieuw testament op 29 december 1907 bij notaris Cremers uit Gulpen.
1908: Hij overleed in 1908.
Uit dit eerste huwelijk werden in Mechelen geboren
S.7r. Hendrik Joseph van Wersch (van Weers), zoon van 6l, geboren Mechelen 26 januari 1830, landbouwer in Over-Geul (Wittem), overleden Mechelen 1 oktober 1898, trouwde Bemelen 24 april 1862 Anna Cathrina Hubertina Velradt / Welraets, geboren Bemelen 3 februari 1832, overleden Vaals 17 maart 1911, dochter van Dionisius Welraets en Carolina Reijs.
1849: In het jaar dat hij 19 werd moest hij zich melden voor de Nationale Militie. Zijn beroep was niet ingevuld. Ze schreven Hendrik Josephus van Weers. Hij werd geschikt voor dienst bevonden.
1862: Bij hun huwelijk was Hendrik knecht en had hij aan de Nationale Militie voldaan. Anna Catherina was naaister.
1863: Bij de geboorte van Alphons was zijn moeder naaister. In de akte noemde de ambtenaar haar Velrots. Hendrik was 33 jaar, dagloner en zij woonden in Mechelen.
1866: Bij de geboorte van hun dochter was vader dagloner, 36 jaar en woonde Mechelen. Hij kon toen nog niet schrijven.
1870: Bij de geboorte van Joannes tekende vader de akte met H J van Weersch.
1873: Bij de geboorte van Ludovicus tekende zijn vader de akte niet, terwijl hij eerdere geboorteaktes wel ondertekend had. Hij had de aangifte wel zelf gedaan.
1880: Volgens het Bevolkingsregister Wittem (Mechelen) 1880-1890 woonden zij Mechelen nummer 64. Hij was dagloner, zij naaister. Zij woonden hier met vier kinderen (Johan, Jan Pieter, Louis, Ida). Ook in huis woonde Laurens Lochen, geboren Heer 31 maart 1835 die dagloner was, zoon van Thomas Lasoe en Maria Margarita Dupuits. Vader was Draijer. Laurens overleed ongehuwd Gulpen 17 februari 1908.
1898: Bij het huwelijk van zoon Jan tekende vader de akte met H Van Wersch. Hij was dagloner.1899: De weduwe Velraad verhuisde samen met haar zoon Jan Pieter Dionis op 3 maart 1899 naar de Boschstraat 3 in Vaals. Zoon Jan zou een maand later trouwen.
Moeder, weduwe, en haar drie kinderen verkochten
1: het huis, met stal, bakoven en tuin in Overgeul Wittem aan Hendrik Zenssen of Sintzen, schreef de notaris, beambte te Bommerig voor ƒ 800,
2: Bouwland Boven Robbe aan Hendrik Jozef Steinbusch, winkelier in Mechelen voor ƒ 93,06
3: Bouwland aan Trinteleberg genaamd Teuteling op den Hollenweg aan de twee kinderen Bisschops die toen minderjarig was en vertegenwoordigd werden door hun moeder Anna Catharina Muijtgens, weduwe van Jacob Bisschops, voor ƒ 157,50
De verkoop was in de herberg van Herbert Zinssen in Over Geul
Uit dit huwelijk werden in Mechelen geboren
S.7s. Andreas Hubert Vanweerst, Vonwersch, zoon van 6l, geboren Wittem, geboren 22 juli 1847, overleden Forst 3 juli 1901, trouwde Haaren (D) 27 februari 1874 Anna Maria Plum, geboren Verlautenheide (D) 18 december 1842, overleden in het ziekenhuis van Aken Josephinium, 20 februari 1912, dochter van Gottfried Plum en Margaretha Geulen.
1866: Nationale Militie. Hij knecht, en 1,632 groot.
1901: Bij zijn overlijden was hij Kesselschmied en woonde Rothe Erde 124 II.
1912: Bij haar overlijden was zij weduwe van Andreas van Wersch en woonde Adalbertsteinweg 18, Aken.
Uit dit huwelijk werden geboren
Klik hier voor het vervolg van de Simpelveldse Tak, generatie 8 t/m 13.