Jan Willem van Weersch uit Elkenrade werd in de kerk van Eys op 16 januari 1788 gedoopt. Zijn vader was Jan van Werst en zijn moeder Maria van Can. In het jaar dat Jan Willem 19 zou worden, in 1807, moest hij zich bij de militie melden om dan daadwerkelijk in dienst te gaan. Jan was toen als dagloner woonachtig in Eys waar hij bij zijn ouders woonde. Hij hoefde echter niet in dienst omdat hij de enige zoon in het gezin was: nummer 340 is door den Militie Raad Zitting gehouden hebbende te Roermond uit hoofde hij eenigen Zoon is, finaal vrijgesteld.
Hij trouwde vrij laat. Pas toen hij 34 was trouwde hij twee dagen voordat zijn zoon in 1822 geboren werd. Dit huwelijk met de 28-jarige Anna van den Hove was haar tweede huwelijk. Zij was eerst getrouwd geweest met Jan Kleuters jr., overleden Wijlre 4 november 1819. De moeder van Jan Kleuters jr. was Anna Catharina van Wersch getrouwd met Jan Kleuters sr. Jan Kleuters jr overleed en Anna van der Hove trouwde met dienstknegt Jan Willem van Wersch uit Elkenrade omdat zij een kind van hem droeg. Jan Willem was dus een neef van Jan Kleuters. Hun ouders waren broer en zus.
Ondertussen was hij naar Elkenrade verhuisd waar het leven hem goed afging. Hij was geen dagloner meer, of dienstknecht, maar een landbouwer met een eigen huis en 27 stukken land verspreid over de vier windstreken van Elkenrade.
Klik op de kaart hieronder uit 1811-1830 en dan even wachten. Bij de pijl staat zijn huis.
Deze 27 stukken land lagen in de Overste Elkenrader Sippe, aan de Elkenraderweg, aan de Wlkeraderberg, In den Vrouwendel, aan de Bronkweg, aan de Scholtissensche Hei, In de Rensberg. Het gezin woonde in het laatste huis aan de noordkant van Elkenrade. Alleen achter zijn huis had hij een grote boomgaard, de rest was bouwland voor haver, gerst en tarwe. Mais werd nergens in Limburg verbouwd.
Op de kaart hieronder zie je de huidige situatie. Ook deze pijl wijst in Elkenrade de plek aan waar zijn huis stond. Nu staan er boerenschuren.
Uit het huwelijk zouden nog zes kinderen volgen. Bij de geboorte van zijn eerste kind kon hij de akte niet ondertekenen omdat hij niet kon schrijven. Dat leerde hij pas toen hij bijna zestig was.
Betreffende het echtpaar zijn aardig wat notariële akten bewaard gebleven:
25 maart 1834:
1: Anna Catharina van Hoven, in eerste huwelijk met Joannes Kleuters en in tweede huwelijk met Jan Willem van Weersch, landbouwer
2: Joannes Petrus Schoenmackers, veldwachter.
Allen wonende te Wijlre
De eerste als moeder en voogdesse van haar drie kinderen uit het eerste huwelijk:
Maria Gertrudis Kleuters,
Joannes Kleuters
Anna Elisabeth Kleuters
En de veldwachter als toeziend voogd.
Haar eerste man had destijds geld geleend en die schuld ging over op zijn minderjarige kinderen. Daarom werd er een nieuwe akte van lening opgemaakt
16 december 1841:
Maria Anna Wintjens en haar man Jacobus Deus, schrijnwerker, wonende in Ter Maar, gemeente Klimmen verkochten aan Jan Willem van Weersch, landbouwer, getrouwd met Anna Catharina Van den Hove, wonende in Elkenrade 33 roeden en 34 ellen vierkant bouwland uit een groot stuk onder den Berg bij Elkenrade, grenzend aan Stephanus Hupperitz, Maria Catharina Hollands en vrouwe Crutzen.
Dit stuk had Maria Anna Wintjens van haar grootouders geërfd.
Jan van Weersch betaalde direct ƒ 250.
6 maart 1843:
Notaris Helgers zal op Maandag den 6 Maart 1843, om twéé uren des namiddags, ten zijnen kantore in de Hondstraat, n. 838, te Maastricht , in het openbaar aan den meestbiedenden verkoopen de hierna omschrevene kapitalen , te weten :
Een eischbaar Kapitaal van Ned. f 630 gesticht ten interesse ad 5%, ’s jaars ten laste van Jan Willem van Weersch en Anna Catharina Van den Hoof, echtelieden wonende te Elkenrade, gemeente Wijlre.
De Edelgestrenge heer Willem Adriaan Vrijthoff, raadsheer bij het Provinciaal Gerechtshof van Limburg, wonende in Maastricht en handelende als gemachtigde van de heer Jan Francis Mamin, grondeigenaar en landbouwer, wonende in de gemeente Blonaij in Zwitserland. Deze Mamin was de algemene legataris van mejouffrouw Auguste Louise Petronella Wagener volgens haar geheim testament van 20 februari 1842. Zij was overleden in Maastricht 14 november 1842, ongehuwd dochter van Lodewijk Adolphe Wagener en Johanna Albertina Mamin en 80 jaar, geboren in Namen.
Een paar maanden later, in februari 1843 werd haar inboedel openbaar verkocht. Zij woonde St. Pieterstraat 555, Maastricht. Bij haar overlijden werd voor de belasting een document opgemaakt waarin stond dat zij bij haar overlijden een bedrag had van ƒ 83.961,40, zo’n € 200.000 nu.
In haar testament stond ook dat zij haar dienstmeiden Barbara Scheurs en Catharina Swaan een legaat achterliet, verder diverse dames en familie in Zwitserland van haar moeder, Zo kreeg Catharina Swaan onder meer een naaikistje, een sprei, twee tafeltjes, een klein kabinetje , een kachel enz twv ƒ 91,05.
Barbara Schaars kreeg zes stoelen, een kachel, een spiegel, een nachtkastje, een matras van stro, enz twv ƒ 68,75.
Zij had veel geld uitgeleend, zo’n ƒ 25.000.
Een kapitaal van 630 gulden met een rente bracht jaarlijks op 17 oktober 5% op. Het bedrag van ƒ 630 was door de overleden mejuffrouw Wagener uitgeleend ten laste van het pand van Jan Willem Van Weersch en zijn vrouw Anna Catharina Vandenhoof, weduwe in eerste huwelijk met Jan Kleuters, landbouwer in Elkenrade, zoals de akte van koop en obligatie verleden voor notaris Pieter Francis Vanderhouven uit Maastricht op 16 oktober 1829.
2: Een kapitaal reeds opeisbaar van 189 gulden, deel gemaakt hebbende van een groter kapitaal, gesticht met een rente van 5% jaarlijks te vervallen op 30 maart ten behoeve van eerder genoemde mejufrouw Wagener, oorspronkelijk ten laste op de panden van Joannes Van Weersch, vader en consoort edoch thans verschuldigd door voornoemde Jan Willem Van Weersch en zijn echtgenote Anna Catharina Vanderhoof, alsmede door Anna Catharina Van Weersch, weduwe van wijlen Jan Kleuters, landbouwster in Elkenrade, volgens akte voor dezelfde notaris 28 juli 1823
9 februari 1845
Jan Willem Van Weersch leende aan Jan Martinus Houppermans, landbouwer, getrouwd met Maria Catharina Pakbiers, beiden wonende in Trintelen een bedrag van ƒ 70, 80. Houppermans moest dat binnen 3 of 6 jaar terugbetalen met 5% interest. Als onderpand gaf hij een stuk bouwland in de Geitekuil onder Wijlre . Van Weersch mocht dit vanaf dag 1 gebruiken. Het tarwe dat er op stond was voor de helft nu voor Jan Willem, maar niet het stro en het kaf,. Gedurende de drie of zes jaar mocht Jan Willem het vruchtgebruik van dit stuk land hebben. Wanneer er afbetaald was moest Jan Willem dit stuk land ingezaaid met tarwe achterlaten. Hij moest het nadien oogsten en opslaan in zijn schuur. Het stro en kaf was voor hem en de helft van de tarwe moest hij afstaan. Het bedrag moest in zilveren munt worden terugbetaald.
30 augustus 1847
Anna Catharina van den Hove maakte haar testament op. De welke gezond van lichaam gaande en staande haar verstand, memorie en alle zinnen magtig is. Zij wilde de goederen die Godt haar in de Wereld gegeven heeft nalaten aan haar man, om hem mijne vriendschap en genegenheid daar voor te tonen. Het enige dat in deze akte als nagelaten goederen genoemd worden zijn meubels en mobiliaire effecten.
4 januari 1848
Jan Willem en zijn vrouw kopen van Martin Houppermans, landbouwer, getrouwd met Maria Catharina Pakbier in Ubachsberg wonende, een stuk bouwland onder de hegge op de graaf bij Elkenrade voor ƒ 60. Houppermans had dit in 1841 van zijn vader Wijnand Houppermans geërfd.
16 december 1848
Jan Willem Van Weersch kocht bouwland op den Rensberg onder Wijlre voor ƒ 100,- van François Wijnand Hollands getrouwd met Anna Catharina Bisschop, landbouwers in Ubachsberg. Die had het weer geërfd bij akte van deling van Maria Johanna Houppermans echtgenote van Jan Willem Linkens.
18 juni 1858
Op initiatief van zijn stiefzoon Jan Kleuters en zoon van zijn vrouw Anna Catharina van den Hove uit haar eerste huwelijk, geboren in Wijlre op 20 februari 1819, gingen Jan Willem van Weersch en Jan Kleuters in 1858 naar de notaris. Al sinds 1843 was het huis, weiden en tuin eigendom uit het huwelijk van zijn moeder en overleden vader, zijn eigendom en van zijn twee getrouwde zussen. Al vijftien jaar lang hadden Jan van Wersch en zijn moeder hem niets hiervoor betaald. Jan Kleuters werkte zelfs zonder loon als knecht op de boerderij. Het enige dat hij kreeg waren zijn kleren en eten. De comparanten vrezen dat daaromtrent nader moeilijkheden zouden kunnen ontstaan, schreef de notaris in de akte. Waarschijnlijk waren er al eerder meningsverschillen hierover geweest. Op die dag in 1858 was besloten dat Jan van Wersch over de afgelopen vijftien jaar eindelijk de pacht van huis en land te betalen, maar ook kreeg Jan Kleuters als loon over al die jaren ƒ 352,50 en als deel in de erfenis ƒ 110. Te samen met de achterstallige pacht kreeg Jan Kleuters uiteindelijk ƒ 1723,85.
Catharina van den Hove maakte haar testament op waarin zij alle roerende en onroerende goederen naliet aan haar kinderen. Zij wonen Elkenrade
. Het zelfde deed haar man. Vreemd dat zij niet in hun testament zetten dat de langstlevende de eerste erfgenaam was. Ook Jan Cleuters maakt zijn testament op en liet alles na aan zijn twee zussen en zijn twee halfbroers.
1: Elisabeth Cleuters gehuwd met Jan Andries Vromen
2: Anna Gertrud Cleuters gehuwd met Johan Bergmans
3: Hubert Van Weersch
4: Herman Van Weersch
Ieder kreeg een vierde deel. Zij overleed in 1880.
Een jaar later overleed Jan Willem van Weersch in 1859. Zijn weduwe bleef met een zoon uit haar eerste huwelijk en twee zonen uit tweede huwelijk in Elkenrade, huis nummer 135 wonen. Alle vier waren zij landbouwers in Elkenrade. In 1896 verkocht zoon Hubert voor notaris Palmen uit Voerendaal akkergereedschappen, twee paarden, vijf stuks hoornvee, twee dragende zeugen, schuurgereedschappen, 300 kg aardappelen, richelhout, karoten, hooi, een partij kippen en al de huismeubelen, koper, tin porselein, glas en aardewerk, wegens ophouden van zijn boerderij. Zoon Herman was al in 1876 naar Ubachsberg verhuisd en later naar Klimmen waar zij de boerderij bij het Huiske konden pachten. Tegenwoordig is dat de Huiskenshof.
Na zijn overlijden moesten de erfgenamen de bezittingen van Jan Willem opgeven in verband met de erfbelasdting. Deze opgave wordt de Memorie van Successie genoemd. Deze werd op 7 december 1859 ingeleverd.
Hij bezat
1: een perceel bouwland aan den Vrakenberg in Voerendaal.
Gemeente Wittem
2: Bouwland in het Boschveld.
3: Bouwland aan den Groenenweg.
4: Bouwland in de Wonkelder.
5: een tuin in Eijs.
6: een huis in Eijs.
7; Bouwland op de Horens.
8: idem aan den Steenweg.
9: idem op het Gasthuisveld.
10: idem in de Nijswillerdel.
11: idem aldaar.
12: Idem op de Hoogstraat.
13: Idem op de Horens.
Gemeente Wijlre
14: Bouwland aan het Akerland.
15: Idem aldaar.
16: Idem aan Elkenraderberg.
17: Idem op den Berg.
18: Idem op den Rensberg.
19: Idem in het Heiveld.
De volgende stukken land in Wijlre zijn voor de helft nagelaten en zijn in vruchtgebruik door Maria Barbara Janssen, weduwe van Mathijs Joseph Wijntgens
1: Bouwland op Krekelberg.
2: Bouwland aan den Douvenberg.
3: Bouwland op de Rensberg.
4: Bouwland aan de Elkenraderberg.
1880
Toen zij overleed werd er een memorie van Aangifte opgemaakt. Zij was gehuwd geweest met Jan Kleuters en Jan Willem van Wersch. De baten waren ƒ 6873,02. Aan lasten en schulden ƒ 1284,14. Dus bleef over ƒ 5,588,88.
Zij had op 18 juni 1858 een testament op laten maken voor. Notaris Bex uit Klimmen.,
De genoemden:
De kinderen kregen 7/40 deel:
1: Jan Kleuters, landbouwer in Elkenrade
2: Jan Andries Vroomen, landbouwer, man van Elisabeth Kleuters:
De kleinkinderen kregen ieder 7/200 deel
1. Joseph Bergmans
2. Maria Josepha Bergmans
3. Herman Bergmans
4. Philomena Bergmans (landbouwers in Wijlré)
Haar achterkleinkind kreeg 7/200 deel
1. Maria Starmans
De kinderen uit het tweede huwelijk kregen ieder 7/40 deel.
1. Hubert Van Weersch, landbouwer, Elkenrade
2. Herman Van Weersch., landbouwer Ubachsberg, Voerendaal
Daar de kleinkinderen van kregen ieder 5/80ste deel.
1. Willem Van Weersch, landbouwer, Ransdaal-Klimmen
2. Mina Van Weersch, minderjarig te Elkenrade
Omschrijving en waarde der onroerende goederen
Gemeente Voerendaal
1: bouwland in het Smitsveld met goederen onder Wijlre geschat ƒ 392.
De helft uit
2: Bouwland in Voerendaal aan den …berg met goederen onder Wittem en Wijlre geschat ƒ 2.410.
De ondergetekende
1: Jan Kleuters, landbouwer te Elkenrade
2: Jan Andries Vroomen, landbouwer man van Elisabeth Kleuters
3: de representanten van Anna Gertruid Kleuters, gewezen vrouw van Jan Bergmans: Joseph, Maria, Herman, Philomena en als voogd over de minderjarige Maria Starmans,
4: Houbert Van Weersch, landbouwer Elkenrade,
6: de kinderen van Joseph Van Weersch
a: Willem Van Weersch, landbouwer te Ransdaal
b. Catharina Gatzen, weduwe van Joseph Van Weersch, thans gehuwd met Bathis Pelzer, landbouwer te Elkenrade, als moeder en voogd over Maria Van Weersch, minderjarig, kind van haar en eerste man.
Per testament had zij bepaald 1 t/m 5 erfgenamen zijn
Dat 1,2,4 en 5 ieder 7/40 deel erven.
Nummer 3, de kinderen Bergmans: ook 7/40 deel of elk 7/200 en door de kinderen van Joseph Van Weersch nummer 6 te samen 5/40 of elk 5/80.
Dat volgt een lijst van het land dat zij had: 37 stukken land in Voerendaal, Wijlre en Wittem. Alles inclusief de roerende goederen vee, akkergereedschappen, meubelen, granen werd geschat op ƒ 6.873,02
Dan waren en nog verschuldigde bedragen. haar begrafenis als diensten, uitvaart, onthaal van familie en naburen, volgens plaatse gebruik met inbegrip van het eerste jaar getijd: ƒ 226,70.
Een schuld aan Jan Kleuters de helft van ƒ 1.723 is ƒ 861,92½. En de rente over 1876 t/m 1880: ƒ 195,52½
Totaal ƒ 1.284,14.
Klik hier voor Jan Willem van Weersch in de Simpelveldse Tak.