Enkele Stamgenoten, zoals Pieter Joseph van Wersch, werden als soldaat van Napoleon in zijn leger ingelijfd. In 1794 veroverde Napoleon Nederland en gaf het land een eigen bestuur. Zijn broer Lodewijk werd toen koning van Nederland. In 1798 werd de conscriptie = dienstplicht ingevoerd. Limburg was de eerste streek in Nederland die een dienstplicht kreeg. Pas toen Napoleon heel Nederland ingelijfd had bij het Franse rijk, was de dienstplicht in 1810 voor het hele land geldig.
Het ging over de “Conscription Militaire”, de militaire dienstplicht van 1798 tot 1814. Limburg was al in 1794 door de Fransen ingelijfd en hoorde tot het departement Nedermaas. Er werden, ten behoeve van de dienstplicht, lijsten gemaakt van mannelijke inwoners per gemeente, waarbij de doopboeken van de kerk als basis dienden. De personen die voor de dienst in aanmerking kwamen werden via de gemeente opgeroepen om aan de loting deel te nemen. Getrouwde mannen vielen buiten de dienst, zo ook de mannen die kostwinner waren of enige zoon in een gezin. Men kon zich laten vervangen; er werd dan een contract bij een notaris opgemaakt, waarbij een bedrag ineens werd afgesproken. Dienstweigeraars werden vervolgd en de ouders van deze personen moesten een boete betalen van 1500 francs, wat in die tijd een aanzienlijk bedrag was.
Pieter werd in 1816 opgeroepen. In het boek van de Nationale Militie staat: Pierre Joseph Van Wers was net als zijn vader landbouwer. Bij de opmerkingen staat: Congé d’un blessure = Verlof vanwege een blessure.
De namen van bestaande legeronderdelen veranderden. De infanterie werd fusiliers, de lichte infanterie, de scherpschutters werden de jagers, de ruiters werden cavalerie, de genie werd korps ingenieurs etc. Tussen 1811 en 1813 waren zo’n Nederlandse 25.000 mannen soldaat onder Napoleon.
Als zoon van de burgemeester van Simpelveld werd Pieter Joseph in 1810 letterlijk door het lot aangewezen om als soldaat dienst te doen in het leger van Napoleon. In het begin van dat jaar trok hij met andere lotgenoten naar de Franse garnizoensplaats Maubeuge om het soldatenleven te beginnen. Korte tijd daarna schreef hij een brief, in het Limburgs-Duits, naar huis waarin hij schreef dat zij binnenkort naar Spanje zouden trekken.
Jetzt machen jch den schluss mit den tausent faltigen grus an euch mein vatter bruder und schwesters freunden en verwanten en bekanten nun lebet wohl en bleijb gesunt bis das wir ons weder sehen is het dan in das zeitlich nicht dan is het in das ewigen.
In mei/juni 1810 komen zij in Bayonne aan (iets boven de grens van Spanje, bij Biarritz) en Pieter heeft tijd om weer eens naar huis te schrijven (4 juni). Hij schrijft onder meer dat hij het goed heeft:
Mein hertzallerliepster Vatter bruder und schwester, Ich schreibe euch das ich noch immer gesont bin so ich hoffe hetselbigen mit euch zu seyn so het anders waere het solte mich van hertzen leid seyn. Ich schreibe euch das wir jetz nach Spanien eintrecken en wir sind onder die gendarme. Aber ich kan nicht wissen ob ich zu fus oder zu pferd drunter komme en auf die reis war het dur reizen. Wir haben het pont brod 8 sou bezalt aber wir haben alle dagen 32 sous en ein halfen getrocken en ein pont brod en ein half. Wir konnen ganz wol leben. Den win mussen wir 5 sou bezalen hier trinken wir win als zu haus bir. Ich bin auch ganz content ich habe het besser als zu haus…………Ich hoffe das ich euch noch einstens sehe is es dan in das zeitlich nicht dan is het in das ewige. Mein lieber Vatter trauret doch nicht om mich den ich habe besser als ihr. Jetz mache ich den Schlus mit den tausendfaltigen grus an euch mein Vater bruder und schwester en unserige ganzen familigen, lebet wohl en bleibt gesont. Ich verbleibe euren getreuster Sohn bis in der dod.
Pieter Joseph van Wersch werd ingedeeld bij het eerste regiment van de chasseurs à cheval, het 1e corps, division de cavalarie du corps, Brigade Bordessoule, 1e regiment de chasseur a cheval onder Kolonel Meda, een onderdeel van de lichte cavalerie en kreeg een groen uniform. In 1812 kwam het bevel om met het grote leger naar Rusland te trekken. Op 9 mei 1812 begon de tocht en op 14 september stonden zij voor Moskou. Pieter was 22 jaar oud.
Echter Napoleon werd gedwongen de aftocht te blazen en in oktober kwam het leger in de verschrikkelijke Russische winter terecht. Deze terugtocht is een van de vreselijkste episoden uit de krijgsgeschiedenis. Duizenden en duizenden soldaten stierven van honger en kou of sneuvelen in de achterhoede gevechten tegen de achtervolgende Russen.
Pieter Joseph overleefde het echter met een stel vrienden en kwam veilig weer in Maubeuge aan.
In het blad Ons Erfgoed van maart/april 2002 staat de volgende regel: In Franse militaire hospitalen zijn minstens 4500 Nederlandse militairen overleden en van de 15.000 Nederlanders die deelnamen aan de veldtocht naar Rusland in 1812, kwamen er nauwelijks 500 terug.
Een jaar later, op 18 september 1813, schrijft hij zijn familie onder meer:
Jch Schreiben euch das jch noch frisch und gesont seijn (…) aber jch Kan noch nichs wissen wie es gehet jch mus noch eine monat warte dan werde jch wohl wissen of es goet gehet oder Schlegt. jch Kan euch noch nichs darvon Schreiben, nichs mehr als das jch noch Keine Kleijder hap als diejeningen wo jch mitt bin aus rusland gekomen.
Vervolgens vraagt hij zijn vader of hij hem geld wil sturen.
Twee maanden nadat deze brief is verzonden, wordt hij uit militaire dienst ontslagen. Gelukkig maar, want het 1e Regiment werd in 1814 weer ingezet om Maubeuge te verdedigen, de stad die hij vlak ervoor mocht verlaten. Pieter heeft als soldaat zijn plicht goed vervuld en als bewijs daarvoor ontvangt hij op 21 november 1813, een getuigschrift met een fout in zijn achternaam.
Enkele regels:
…que le nommé Vanwerch Pierre Jean, Chasseur au dit Régiment, s’est toujours bien distingué tant par sa Bravoure que par sa Conduite morale qui lui a valu l’estime de ses Chefs et l’Amité de des camarades.
Vertaling: … dat de genoemde Vanwerch Peter Jozef, Jager van het genoemde regiment zich uitstekend heeft onderscheiden door zijn durf en door zijn fatsoenlijk gedrag die hem de waardering van zijn meerderen en de vriendschap van zijn kameraden bezorgde.
Pieter ging richting huis en kwam daar enige weken later aan. Hij was pas 23 jaar. De schrijver van dit verhaal (M.L.H. van Wersch) heeft ooit van zijn vader gehoord dat van het regiment van Pieter slechts elf man het slagveld (slachtveld) hadden overleefd.
Pieter Joseph van Wersch begon een normaal leven en om een of andere reden had hij enkele jaren later, een bewijs van goed gedrag nodig. Op 23 december 1818 schreef burgemeester Brand van Simpelveld (opvolger van Pieters vader) onder meer het volgende over Pieter:
….que le dit Sieur Von Wersch Pierre Joseph s’est comporté en honnete homme pendant le temps, qu’il a demeuré dans notre commune, et qu’il y a tenu une conduite irréprochable (onberispelijk gedrag).
Pieter Joseph van Wersch trouwde in 1822 met Maria Corneli. Zij kregen drie kinderen waarvan er een op vierjarige leeftijd overleed. Pieter was boer. Het huwelijk duurde kort omdat Maria zeven jaar later overleed. Op haar bidprentje stond: “die er aber zu seinem grössten Schmerz bereits durch den Tot verlor. Het echtpaar woonde in de Irmstraat in Simpelveld.
Vlak voor de geboorte van hun eerste kind, laat hij zijn testament opmaken:
Peter Joseph Van Wersch gehuwd met Maria Sybilla Hubertina Corneli, akkerbouwer wonende in Simpelveld, gezond naar lighaam en mede gezond van verstand en alle andere zinnen machtig en gebruijkende, In geval van vooroverlijden, geve en late in volle Eijgendom aan mijnen voornoemde geliefde huysvrouw alle mijne mobilaire goederen, roerende voorwerpen.
Maria Sybilla Catharina Hubertina Cornely Cornelij, Corneli werd in Horbach op 16 februari 1800 geboren. Zij trouwde in 1822 met Peter Joseph van Wersch. Helaas duurde het huwelijk maar kort, want zeven jaar later overleed zij in Simpelveld op 20 september 1829. Zij was de dochter van Joannes Jacobus Cornelij en van Anna Catharina Meijers.
Haar man was 39 jaar en landbouwer. Hij woonde in de Irmstraat in Simpelveld.
Er werd op 20 maart 1830 een memorie van aangifte der nalatenschap gedaan. De notaris noemde hem Pieter Joseph Van Wersch. Zij hadden drie kinderen. Zij had een testament, verleden voor notaris Struijk in Kerkrade 15 februari 1823. Hierin stond dat haar man het vruchtgebruik zou krijgen over haar onroerende goederen en de eigenaar werd van al haar roerende goederen. De kinderen werden dus eigenaar van al haar onroerende goederen.
Te weten in Ubach over Worms
1: akkerland gelegen op het Kerkveld
2: akkerland gelegen op het Kerkveld
3: akkerland aan de Kolegraef
4: akkerland gelegen op de Akerstraat
5: akkerland gelegen op den Steenberg
6: akkerland gelegen op den Steenberg
In Rimburg
7: akkerland gelegen op den Gracht
8: akkerland op het Groenenwegsken
9: akkerland aan de Hofstadtergewanden
10: akkerland op den Scherpentielerberg
11: akkerland op den Akerstraat
In Simpelveld
12: de helft van een weiland in de Erimstraat
13: de helft van een perceel akkerland
Alles bij elkaar: ƒ 1.455.
Roerende goederen
Huismeubelen en huisraad en gereedschappen waard ƒ 50.
Garderobe waarde ƒ 20.
De kepi (sjako) en sabel van deze terugkerende soldaat van de slagvelden van Rusland bevinden zich vandaag de dag nog steeds in familiebezit. In 1858 hebben de nog levende 83 Limburgse soldaten die deelgenomen hadden aan de veldtocht, van Napoleon III de St. Helena’s orde gekregen: De Kommissaris des Konings in ons hertogdom heeft wederom de St. Helena-medaile ontvangen voor de oud-militairen wier naam hier vermeld en uitgereikt worden..
Op de sjako staat het cijfer 1. Dat verwijst naar het Eerste Regiment van Napoleon. De rozet is overgeschilderd. Oorspronkelijk waren het de kleuren blauw rood en wit.
Klik op een foto voor vergroting.
Toen Pieter terugkwam had hij deze sabel bij zich. Er staan twee inscripties in: De Gewaapende Burgerwagt van Groningen. En aan de andere kant: In het Eerste jaar van de Bataafsche Vrijheit. Hoe kwam hij aan dit sabel uit Groningen? Vond hij het onderweg, kreeg hij het van een andere soldaat? Ruilde hij het? In zijn brieven heeft hij daarover niets geschreven. Dit sabel was officieel van het 33ste regiment jagers dat uit Groningers bestond en het was van een luitenant geweest. De Gewapende Burgerwacht van Groningen werd ingesteld in 1796 en in 1814 vervangen door de Nationale Militie. Het eerste jaar van de Bataafsche vrijheid was in 1795.
De andere foto is een afbeelding van de Helena medaille die Pieter ontving. En rechts zijn sjako die hij in het leger droeg. Nog steeds in familiebezit.
Bron: Stukken uit Het land van Herle, deel 3, 1953, geschreven door M.L.H van Wersch en
Op zoek naar de voorvaderen, geschreven door M.L.H. (Leo) van Wersch, 1987.
In 1818 werd de Algemeene Commissie van Liquidatie opgericht. Een van haar taken was het vorderen op Frankrijk van de soldij van de soldaten die met Napoleon waren meegegaan. Een deel van de lijst werd in de Staatscourant van april 1820 gepubliceerd. Op nummer 11973 staat J.P van Wersch uit Simpelveld in plaats van P.J. van Wersch.
In september 2017 schreef Clara Burnet een artikel voor de Nieuwsbrief Stamgenoten over haar bet-overgrootvader Pieter Joseph, soldaat van Napoleon.
Deze zomer was ik weer op zoek naar onze voorvader: Peter -Pieter Joseph – van Wersch geboren op 18 mei 1790 dienstplichtig in 1810 (samen net zijn broer). Hij behoorde tot het Eerste Corps van het grande armée van Napoleon onder leiding van Davout bijgenaamd de IJzeren Maarschalk. Dit corps bestond in 1812 uit 66.345 soldaten en was verdeeld in vijf divisies waarbij de “zesde divisie cavalerie”, bestaande uit 2911 jagers ook behoorde. Pieter hoorde tot deze laatste “divisie”. Hieraan namen vier regimenten van chasseurs à cheval deel. Hij behoorde tot het eerste regiment onder leiding van Bourdesoulle.
Ondertussen is via de gegevens van een Franse kennis vrijwel zeker dat Pieter Joseph van Wersch de slag aan de rivier de Berezina niet heeft meegemaakt. Deze veldslag die plaatsvond van 26 tot 29 november 1812 was tijdens de terugtrekking van de veldtocht van Napoleon naar Rusland. Hier vond de fatale overtocht plaats met en zeer groot aantal slachtoffers. Het eerste regiment Chasseurs à cheval was daar niet aanwezig. De vraag rijst of hij in Russische gevangenschap verkeerde. Pieter Joseph is teruggekomen in september 1813. Het is bekend dat de Russen omstreeks die tijd hun gevangenen vrij lieten. Daar ik verder geen gegevens kon vinden – de enige beschikbare bron is Le régiment de chasseurs 1903 van Charles Oré – heb ik me verdiept in twee van de vele memoires van ex-soldaten.
Les Cahiers du capitaine Coignet d’après le manuscript original is in 1883 opnieuw uitgegeven door een zekere Larchey en gebaseerd op een oudere editie. Het boek is een mengeling van de treurliteratuur in die dagen in zwang zoals “Alleen op de wereld” en avonturen die gedeeltelijk zijn gebaseerd op snoeverij. Het was beschikbaar in de mediatheek van Troyes. De lezer moest in een apart kamertje verblijven dat wegens de hittegolf om de boeken (!) gekoeld was. De overige lezers moesten het met de hitte doen.
Het boek is verdeeld in zeven cahiers. Het eerste cahier opent met zijn droevige jeugd: In de steek gelaten door zijn vader en stiefmoeder komt hij na veel omwegen terecht bij zijn halfzuster die hem niet herkent. Vervolgens bij een paardenhandelaar M. Potier wiens vertrouwen hij wint. Tenslotte slaagt hij erin (als analfabeet!) tot in Parijs diens paarden te verkopen. Het tweede cahier opent met de oproep tot de dienst. Deze vindt plaats juist op het moment dat de onbloedige wisseling plaats had van het directoire naar het consulaat. Een remplaçant nemen, wijst hij af. Sedert de Franse revolutie in 1789 hadden verschillende regimes plaats gevonden. De laatste was het Directoire (Zie Wikipedia.)
In de stad Saint Cloud overvalt Napoleon de vergadering van het Directoire dat wordt ontzet. Hij krijgt dan de feitelijke macht in handen en benoemt zichzelf tot eerste consul. Vervolgens besluit hij ten strijde te gaan in Noord-Italië om de in 1795 veroverde en weer verloren gebieden terug te winnen. Tot het voorjaar 1800 blijft Coignet in Parijs waar hij wordt ingewijd in de vechtkunst. Tot het bittere einde in 1815 zal hij in dienst blijven. Op humoristische wijze verhaalt hij het noodzakelijke duel om met zijn meerderen om te gaan. Wij zouden spreken van communicatie.
Net als in zijn beroep omschrijft hij zichzelf als uitstekend in alle onderdelen.
In maart wordt de veldtocht ingeluid. De tocht verloopt via Auxerre, Dôle en het meer van Genève. Voordat in april-mei de Grote St. Bernard wordt bereikt, volgt er een uitgebreide beschrijving hoe een kanon in gedeeltes langs de steile afgrond wordt vervoerd. Natuurlijk bevindt Coignet zich vooraan en loopt hij langs de gevaarlijke kant. Op een gegeven moment valt zijn brood en moeten zijn medesoldaten op last van de canonier, die blijkt niet van humor te zijn gespeend, een gedeelte van hun brood afstaan.
Op de grote St. Bernard worden ze in het hospitium van de monniken goed ontvangen. Wel vermeldt hij dat de officieren in zalen slapen en de gewone infanteriesoldaten in gangen.
Tijdens de bloedige slag van Montebello in 1800 onderscheidt hij zich wederom eerst als de moedige soldaat die in zijn eentje een kanon uit handen van de vijand weet te veroveren en als de simpele jongen die het leven redt van een sergeant. Hij wordt zelfs voor Napoleon geleid en door de dankbare sergeant als gelijke behandeld.
bron: Clara Burnet-van Wersch, september 2017
Andere Stamgenoten die in het leger van Napoleon zaten waren
De vader van Pieter was burgemeester (1799-1813) van Simpelveld. Deze Theodoor hield een notitieboekje bij waarin hij zijn persoonlijke financiële situatie bijhield. Toen zoon Pieter weer terug in Limburg was nam hij het aantekenboekje van zijn vader over.
De beschreven periode in dit boekje gaat van 1806 tot en met 1848.
Pieter schreef:
Linkerpagina
den 9de october 1838 ontfangen 971/2 francs van peter joseph wetzels
ontfangen van Peter joseph wetzels 172 1/2 francs simpelveld den 9 october 1839 P.j van wersch
ontfangen den pagd (pacht) welck verfallen ist en i october 1840 74 Reksthaller (rijksdaalder) den 25 october P.j van Wersch
den 13 mertz ontfangen op recknine (rekening) 90 frans noch (ook) ontfangen 84 1/2 frans den negentinde december 1841
darmit voldaen P.j. van Wersch
Rechterpagina
den 22 mertz 1842 ontfangen van P: j Wetzels 90 frans P.j van Wersch
den 3 november ontfangen 74 1/2 francs op den phagt (pacht) vervallen den 1 october 1842
den 13 mertz 1843 ontfangen 90 francs van P j wetzels op rechnung
ontfangen den paght van P: j;: wetzels 1843 van wersch
den 16 mertz ontfangen hondert francs van P: j Wetsels 1844 P:j: van Wersch
ontfangen van P: j Wetzels vier en zeventig 1/2 francs simpelveld den 2 november 1844
P.j. van Wersch
Linkerpagina
Dieser Brif ist gefunden worden
in dem Brittannierland welchen der
heer Christus in ein Closter gesant hat
unser lieben frauen traum
im namen gottes des vaters
gottes Sohnes und Gottes des heiligen
geistes, ein einiger gott, amen
Jesus Cbristus gottes Sohn,
und reiner jungfrauen Maria als den
heiligen jungfrau Maria zu Bethlehem
auf dem Berg eingeschlaffen war kam
zu ihr der Sohn gottes ihr lieber
engel und sprach zu ihr: meine
allerliebste mutter schläffest oder wachest du
sie sprach Ich hab
Rechterpagina
Also muss ich NN (hier moest je de naam noemen van diegene voor wie dit gebed was) sowohl gesegenet
seijn als der h (heilige) Kelch und der wein
und das wahre lebendige brod das
jesus den heiligen swölf jüngerman
dem heiligen entlassabend gab,
und alle die (mich moet er nog tussen staan) fast hassen die
müssen mir alle fast steilsch
weigen (zwijgen), ihr herts seij gegen mir
erstorben, und ihre zungen erstum
men dass sie mir ganz und gar
nicht schaden mögen und alle
die mich mit ihren waffen
wollen verwunden oder verschneiden
die seijen vor mir unsieg haft
das hilft mir die heil gottes kraft
De pagina waarop het vervolg van de tekst stond is verdwenen. Gelukkig is het een bekend gebed dat in verschillende versies bewaard gebleven is. Het gaat verder met:
sie sprachh Ich hab geschlafen u du Hast mich erweckt und Hat mir erschrectlich geträumt. Ich habe gesehen als wärest du im Garten
gefangen mit Stricken gebunden von Caipha zu Pilatö von Pilato zu Herode geführt worden daß sie dein Heiligen Haupt geschlagen mit Dornen getröttet
und aus dem Richthaus geführet Holz auf deine Heiligen Achsel gelegt aus der Stadt auf den hohen Berg geführet und ans Krcuz geschlagen hahen so hoch
daß ich dich nicht habe erreicht können. Deine Heigen Seite wurde durchstochen daraus Blut und Wasser geflossen und auf mich getröpfelt hat.
darnach dich abgenommen und also gekreuzigt in meine Hände wie einen Todten gelegt und begraben so daß mit aus großen Schmerzen das Herz
hätte zerspringen mögen.
Jesus sprach zu ihr: Meine allerliebste Mutter es ist dir ein wahrhafter Traum vorkommen. Wer diesen Traum gedenken oder bei sich tragen wird,
der wird von allen bösen Sachen befreit seyn und wird nie gähling sterben auch nicht ohne Empfangen de Heiligen Sakramenten aus dieser Welt verscheiden.
Ich und meine Mutter werden bei deinem letzten Ende seyn und seine Seele in das Himmelreich einführen
IHS
De bovenstaande gebeden stonden met vele andere gebeden ook in het boekje Der wahre Geistliche Schild. Om het boekje extra geloofswaarde te geven stond erbij dat deze gebeden door paus Leo X (1513 – 1521) al bevestigd werden.
Deze gebeden worden nu als folklore gezien.
Pieter Jozef van Wersch heeft in het boekje diverse gebeden afgeschreven. Deze gebeden cirkelden door West-Europa.Zij hadden wonderbaarlijke kracht. Want als je dit bij je droeg zou je van alle boze zaken bevrijd blijven en je zou zeker niet sterven zonder de laatste sacrament ontvangen te hebben. Zelfs Jezus en zijn moeder zouden bij je dood, je ziel naar de hemel voeren. Of in geval van het tweede gebed op de rechterpagina, zullen er geen wapens zijn die je kunnen verwonden.
De Nederlandse vertaling van alleen het eerste gebed staat in het boek van Albert Boone, sj.: Het Vlaamse volkslied in Europa, uitgeverij Lannoo 1997.
Linkerpagina
vervolg van de vorige foto van bladzijde rechts:
die mache alle und jegliche
waffen od gewehr kraftloss
und schwach, davon werde ich
nimmer siech krank noch
verwund und bleibe mit leib
und seel gesund, es seijn die waffen von eisen oder stahl vor dem allein soll der
himmel mein schild seijn+. die
Waffen so stechen, schiessen, werfen, oder schlagen so
soll der engel gottes vor mir
Rechterpagina
auffangen das helf mir gott der vatter+ gott der Sohn+ und gott der h geist+
Amen
geschriebenn in simpelvelt den 26 februarius
anno Tausent acht hondert sech
Petrus Josephus Van Wersch
1806.
Opvallend is dan dat Pieter Joseph van Wersch hier pas 15 jaar is. Hij kan dus al schrijven en lezen, maar is ook godsdienstig. Enkele jaren later zou hij met Napoleon naar Rusland gaan en zelfs ongedeerd terugkomen. De gebeden hadden effect.
Linkerpagina
anno 1836 ist gemiet anna
maria brauwers fur
12 Rextaller 1 fur mulsen
nog ist bezahlt
———————————–
den 6te jenner R-g-m
gegeben auf der
lohn 2 Rextaller
———————————-
fur eine der die Rou
of Krou hat
so nimt man fur ein
merck Prinspitol
ein 1/2 peint ropolig (propolis, een bijproduct door bijen gemaakt)
4 loot schnuf 24 ouren (uur)
in die ert gezetzt fest
zugebunden mitt eine leijne (linnen)
tugh (doek) loggen darin geslossen
Rechterpagina
einen droink vor koe of paart
vor 3 merk filugrikum (fenegriek). 3m (3 merk)
lauerbeeren (=laurierbessen) en 3m schwegelsblum ( zwavelbloem) en eenen es lepel attermonium (antimonium, een metaalsulfide om braken op te wekken)
in een pint bier of melk lou
attermonium is goed vor eene
furdrank en voor alle vieh
——————
für Bie Verlätz der Menschen
Nimt ein loet Schwarze Nies– (zwarte nieswortel is helleborus, de kerstroos)
wurtzel, mit Roum von milch (room van de melk)
antereinandergemischet, und ge-
schmiert auf 3 of 4 mahl, in alle
geliedern und wo man die krätze
hat und ein Trockenen Poobatum ( dit laatste woord hoort eigenlijk te zijn: probatum est = het helpt.)
J.J.Cloot
—————-
Ein Mittel vor das Rintvieh in viele
Krantheiten. Nimt, Glauborsalz, (=glauberzout of wonderzout, natriumsulfaat. het werd gebruikt als een laxeermiddel)
Lauerbeeren, Fenegricum, antimonium
alles gut klein gemacht. Jedes für 3 merk.
Linkerpagina
Simpelvelt den 7te avril
1824 eine kou (koe) verkauft an
Maria Sibilla Ritzervelt
huesvrau (huisvrouw = echtgenote) van Paulus Ortmans
fur 26 1/2 Rextaller
————
darauf otfangen
—————
den 7te avril 1824 10
den 11 april ontfangen
junij Rextaller ses 2
galoen 6
den 5 September ontfangen 4
5 1/2 Rextaller
den 26 September
onfangen 9 Rextaller
eind gulden 9 1
Restant noch ses 25 7
gulden 3 merck
Rechterpagina
Anno 1821 den 20 november
ist durch Theodorius van
Wersch en Petrus van
Wersch, die Capital in
Achen afgelgt worden
van 1400 paticon en
vervallen inbressen (?) vor
1200 paticon diejenegen
welchen beij gewesen sint. johannes
Petrus van Wersch johannes
Hermannus van Wersch johannes
Joseph van Wersch, peter joseph
van Wersch alle wonde te
Simpelvelt.
Maria Sibilla Ritzerveld was in 1790 geboren. Zij trouwde in 1823 in Simpelveld met Paulus Ortmans die ook in 1790 geboren was. Zij was dus 34 jaar oud en net een jaar getrouwd toen zij die koe kocht van Peter van Wersch.
Theodorus van Wersch was de vader van Peter van Wersch,
Johannes Petrus van Wersch was de broer van Theodorus,
Johannes Hermannus van Wersch was een verre neef,
Johannes Joseph van Wersch was een verre neef,
Petrus Joseph van Wersch (=zoon van Theodorius)
Linkerpagina
Anno 1837 den 3 jenner (januari)
ontfangen den paght van
den heer A.J. Cornili (Corneli) die
van brauchaussen
somme van hondert funf-
zehr sage (-zegge) ii5 francks
welchen verfallen sijnd
1836
diese goederen sijnd verpaght
fur 42 Rextaller
58 steuber Klichs
1838 ontfangen den paght
van den heer a.j.Corneli
simpelvelt den 3 februari
1838
item ontfangen den pfagt
van den herr Cornili
1839
Rechterpagina
ontfangen den 13 mertz 1841
den paght welke vervallen
om st martini 1840 (11 november 1840)
ontfangen den paght van den
herr Cornili welke verfallen
om s. martin 1841
simpoelvelt den 22 mertz 1842
P:J: van Wersch
den 13 mertz 1843 ontfangen
den paght van den heer Cornili
wekje vervallen is om st
martini 1842
van Wersch
ontfangen den pagt van den
herr Cornili 1843
ontfangen den 15 juni 1845 den
vervallen paght van het jaar 1844
van heer Cornili
De heer Corneli betaalde niet regelmatig de verplichte pacht. Hij zou dus op 11 november van ieder jaar zijn pacht moeten betalen. Maar de ene keer is het januari, dan februari, drie keer in maart en als toppunt zelfs in juni over het afgelopen jaar. De pacht was 115 franks. Hij was zeer waarschijnlijk familie van Pieter Joseph omdat zijn echtgenote Maria Sybilla Catharina Hubertina Cornely heette. Dat verklaart dan ook dat Pieter het pikte dat de huur onregelmatig betaald werd.
Albert Milchers heft
de goederen gepagt in
Bruchaussen voor 264 francs
Bruchaussen is het tegenwoordige Broekhuizen, een wijk in Rimburg, een oude schrijfwijze van de naam was Buschenhaus.
Albert Melchers woonde als advocaat in Rimburg.
——————–
ontfangen den 5 abril i32
francs P:j: van Wersch
ontfangen den 26 october 1845
123 francs den pagt darmit
voldaen P:j: van Wersch
————-
m.e.
1848 4 jenner 15
item 4 jenner 2
item 16 jenner 21/2
Van Wersch
Emelie
Emelie van Wersch was de kleindochter van Pieter Joseph van Wersch.
Het boekje is van vader Theodoor naar zoon Pieter Jozef gegaan. Die had twee kinderen een jongen en een meisje.
Pieter gaf het boekje aan zijn zoon Johan Stephan. En Johan (Jan) gaf het weer aan zijn dochter Emelie die in 1868 geboren was.
Pieter had in 1856 zijn testament op laten maken. Zes jaar later zou hij overlijden.
… is verschenen Sieur Pieter Joseph Van Wersch, landbouwer, woonende binnen de Gemeente Simpelveld, weduwnaar van Maria Sibilla Corneli welke comparant gezond van ligchaam en zijn verstand, zinnen in geheugenis volkomen magtig en gebruikende, zoo als het aan ons Notaris en getuigen en volle gebleken is willende zijn Testament oprigten, heeft sinds vóóraf van zijnen uitersten wil, buiten de tegenwoordigheid der hierna gemelde getuigen, aan ons Notaris, opgave gedaan, welke wij opgesteld ingeschreven hebben, zoo als deselve zakelijk aan ons door den Erflater is opgegeven geworden en vervolgens hebben wij Notaris, alvoorens de voorlichting daarvan geschiede, hem Comparant verzocht, zijnen wil nader zakelijk aan ons Notaris, ion bijwezen der twee hierna genoemde getuigen, op te geven het welk hij heeft gedaan, en vervolgens verklaart hij uitersten wil te beschikken als volgt:
Ik beveel mijne Ziel in de barmhartige handen van God, mijner Schepper en Zaligmaker, in de voorspraak van de Heilige maagd Maria en van het geheel Hemelsch Hof, verlangende, in aanzien van de ongesteldheid des levens en ten einde alle geschillen en moeijelijkheden te vermijden, welke na mijnen dood tusschen mijne kinderen zouden kunnen ontstaan wegens de verdeeling mijnen vaste Goederen, bij deze de Scheiding en verdeeling der Goederen vast te stellen en verordenen, overeenkomstig Artikel Elf honderd zeven en zestig van het burgerlijk Wetboek, welke verdeeling ik vertrouw dat zij zullen eerbiedigen en handhaven in uitvoeren, zoo wil en begeer ik dat de na omschreven Goederen bij mijn overlijden als het best voegelijk zullen zijn en blijven verdeeld en toegevoegen als volgt:
1: een lot bestemd voor zijn dochter Maria Elisabeth Hubertina Van Wersch, echtgenote van Paulus Joseph Franssen, landbouwers, wonend in Kerkrade.
Dit zal bestaan uit goederen gelegen in de gemeente Ubach over Worms:
1 bouwland gelegen in het Kerkveld, een bunder, 58 roeden, 57 el.
2: een perceel gelegen aan de Oude Maastrichterweg, 23 roeden, 80 el.
Goederen gelegen in de gemeente Rimburg:
3: bouwland aan de Hofstedergewande, 91 roeden, 14 el.
4: bouwland aan de Scherpenselerweg, 50 roeden 70 el.
5: bouwland genaamd Op de Gracht, 38 roeden 47 el.
6: bouwland in het Burgerveld, 1 bunder, 9 roeden , 52 el.
Goederen gelegen in de gemeente Eijgelshoven
7: een beemd gelegen in de Waanderbeemden, 31 roeden, 30 el.
Lot 1 werd geschat op ƒ 4.900,-
Lot 2 is toegewezen aan zijn zoon Stephanus Johan Hubert Van Wersch, landbouwer wonend in Simpelveld, gehuwd met Maria Hubertina Horstmans (!).
Goederen in de gemeente Simpelveld:
1: weiland, maar nu bouwland, 10 roeden, 65 ellen, genoemd Birkeweide.
2: bouwland gelegen in het Langveld, 15 roeden, 70 el, naast de erven van Jan Pieter Van Wersch.
3: bouwland op dezelfde plek, 8 roeden, 80 el. Dit verkocht hij op 20 februari 1867 aan Jacob Wildergans voor ƒ 110,-
4: een weiland gelegen aan de Froonkuil, 14 roeden, 80 el.
5: bouwland gelegen in het Boschveld, 11 roeden, 50 el.
6: bouwland aan de Martensgraaf, 20 roeden, 45 el.
7: bouwland aan de Martensgraaf, 17 roeden, 60 el.
8: bouwland Martensgraaf, 31 roeden, 80 el.
9 bouwland, Martensgraaf 17 roeden, 20 el.
10: boomgaard gelegen aan de Henneberg.
11: bomgaard aan de Irmstraat, 7 roeden, 60 el.
12: tuin aan de Irmstraat, 2 roeden, 35 el.
13: bouwland, gelegen in Dornveld, 15 roeden 70 el.
14: bouwland, gelegen aan Martensgraaf, 15 roeden 10 el.
15: weiland aan de Irmstraat, groot 22 roeden.
16: schuur aan de Irmstraat, 80 el.
17: bouwland in het Boschveld 28 roeden, 40 el.
18: een schuur thans een huis en plaats, 2 roeden, 15 ellen aan de Irmstraat naast Jan Pieter Blijlevens en de erven Jan Pieter Van Wersch.
19: een perceel bos en hooiland gelegen aan de oude molen, 17 roeden, 70 el.
Goederen gelegen in gemeente Bocholtz:
20: bouwland in het Buschveld, 24 roeden, 55 el.
21: bouwland gelegen in Reisterkuil, 33 roeden 60 el.
Dit lot is begroot op ƒ 4.900
Dan wil en begeer ik, dat de kosten en regten verschuldigd aan den landerijen, door mijne gemelde kinderen voor gelijke aandeelen worden gedragen en afgekweten, en betuig bovendien, dat geen mijner twee opgenomen kinderen wegens vermoedelijke of wettelijke gedaan voorschotten aan mij iets het minste verschuldigd is.
In geval dat éen mijner kinderen vóór mij zoude komen te overlijden wil en begeer ik, dat deselve bij plaatsvervalling door hunne nakomelingen wegens deze mijne beschikking zullen vervangen worden.
Pieter overleed op zijn 71ste. Het bidprentje vermeldde dat Pieter Joseph met het leger van Napoleon I meetrok. Een deel uit de tekst:
…starb frühzeitig mit den h. Sterbesakramenten versehen, sanft und gottergeben, an wiederholtem Schlage, zu Nulland, unter Kirchrath, den 2. Januar 1862, gegen Mittag, unter dem Gebete seiner lieben Angehörigen. (…) Ja, die Furcht des Herrn begleitete ihn auf allen seinen Wegen, selbst bis in die stürmischen, gefahrvollen Kriegsfelder unter Napoleon I.
Klik hier voor Pieter Joseph van Wersch in de Simpelveldse Tak.