Leo van Wersch, later priester, was de oudste zoon van Edmond van Wersch en Maria Korst die een schildersbedrijf in Heerlen hadden. Als oudste zoon was het destijds voor de familie een eer als er een zoon was die priester werd. In een overzicht hieronder staan de stappen in zijn leven.
Deze foto is gemaakt op het Gymnasium Immaculatae Conceptionis in Venray, schooljaar 1917-1918. Leo zit helemaal links en is 14 jaar. De pater in het midden is een Franciscaan, herkenbaar aan het koord met de drie knopen, een verwijzing naar de drie geloften die de Franciscanen afleggen: gehoorzaamheid, kuisheid en armoede. Het gymnasium aan de Paterslaan werd in 1844 gesticht en was alleen voor jongens. Venray kende in die tijd ook een school alleen voor meisjes. In de oorlog werd het gymnasium zwaar beschadigd en er werd nieuwbouw gepleegd. In 1999 verdween dit gebouw ook. Na de oorlog veranderde de naam in het Boschveldcollege.
Op 30 augustus 1925 kreeg hij van bisschop Jardim van Arassuahy (Brazilie) de tonsuur in de Minderbroederkerk in Weert. Hij koos de fratersnaam Gereon. Het was vroeger de gewoonte dat wanneer iemand intrad, hij of zij zijn wereldse naam verloor en een naam van een heilige diende te kiezen. Leo koos voor Gereon.
Gereon was in de 3e eeuw na Christus een legeraanvoerder van een christelijk Egyptisch-Romeins legioen dat naar Gallië moest gaan om daar te strijden. Onderweg, bij Zwitserland, had de keizer bepaald dat zij de goden moesten offeren. De strijders weigerden en werden allen vermoord. Er waren echter al enkele legeraanvoerders vooruit getrokken om de boel te verkennen. Toen de keizerlijke moordenaars ook van hen wilden dat er aan de goden geofferd werd en zij weigerden, werden zij ook gedood. Gereon werd in Keulen gedood. Vandaar dat deze stad een St. Gereonkerk heeft met in de crypte de sarcofaag van Gereon.
Op 14 maart 1926 werd Leo in Weert door bisschop Schrijnen van Roermond tot subdiaken gewijd. Op 27 maart 1927 werd hij door bisschop Schrijnen in Weert tot diaken gewijd.
Op 18 maart 1928 werd hij door bisschop Schrijnen in Weert tot priester gewijd. Leo was toen nog frater (een priesterstudent die lid is van een religieuze orde).
De wijdingen waren steeds in maart omdat het die dag zondag Laetare is. Laetere is Latijn voor Verheugt u. Het is de vierde zondag in de vastentijd tot pasen. Die vasten periode duurt veertig dagen. Zondag Laetare is precies op de helft van deze periode. Deze dag wordt ook wel halfvasten genoemd. Een feestdag dus, omdat Pasen er aan staat te komen.
Zijn vader liet voor deze feestelijke gelegenheid hun huis opknappen en een groot stuk aanbouwen. Het hele huis was versierd met baldakijnen en bloemen en in processie trok de nieuwe priester begeleid door de harmonie door het centrum. Zijn neef Ferd van Wersch versierde, als ceremoniemeester, ook zijn eigen huis.
Tweede paasdag (april 1928) celebreerde Leo zijn eerste heilige mis om 10.30 uur in de sint Pancratiuskerk van Heerlen. Hij werd geassisteerd door de paters Crijns en Windthorst die dezelfde dag, maar op een ander moment, hun eerste heilige mis celebreerden.
Omtrent de viering van deze eerste heilige mis, was in de jaren van het Rijkse Roomsche Leven, veel aandacht. De krant schreef:
Den Tweeden Paaschdag droeg de weleerw. Pater v. Wersch zijn eerste H. Mis op in de parochiekerk van St. Pancratius. Evenals elders was ook hier het ouderlijk huis en de weg naar de kerk op zeer smaakvolle wijze versierd. Om 10 uur werd de neomist door de geestelijkheid, de Harmonie ,St. Caecilia, het Kerkelijk Zangkoor en een grooten stoet bruidjes aan huis afgehaald en naar de kerk geleid. Bij de H. Mis assisteerden de weleerw. paters Crijns en Windhorst, die daags te voren hun eerste H. Mis opdroegen als diaken en subdiaken. De feestpredicatie werd gehouden door pater Wilhelmus O.F.M. Het Kerkel. Zangkoor voerde wederom de missa in hon. S.S. Trinitatis van Cuypers uit. Na de H. Mis werd de neomist door denzelfden stoet huiswaarts geleid, waarna enkele bruidjes bloemen aanboden. Pater van Wersch dankte voor alles, wat bij deze gelegenheid voor hem was gedaan. Paaschmaandag bracht de Kon. Harmonie St. Caecilia aan de drie neomisten een serenade, terwijl hedenavond de K. Z. V. Mignon een serenade gaat brengen.
Een andere krant schreef na die aprildag 1928:
Pater v. Wersch.
Op den tweeden Paaschdag droeg Pater v. Wersch zijn eerste plechtige H. Mis op. Ook hier groen, bloemen en guirlandes. De tocht naar en van de kerk had hetzelfde verloop, de samenstelling van den stoet was eveneens dezelfde, als die, welke den vorigen dag door de Geleenstraat getrokken was.
Thans echter was het Jacqueline Schmitz, die aan de ouderlijke woning een gedichtje opzegde.
Pater v. Wersch werd by het opdragen zijner eerste H. Mis geassisteerd door Deken Nicolaye als presbyter assistens en door zijn beide medebroeders Pater Crijns als diaken en Pater Windthorst als subdiaken.
Onder de H. Mis sprak Pater Wilhelmus de Leeuw de feestpredicatie uit, naar aanleiding van den tekst: „Gij zijt Priester in eeuwigheid”. Pater de Leeuw zette uiteen, hoe de priester is de levende roep van Gods barmhartigheid en de belichaming van Diens onuitsprekelijke liefde.
Na de H. Mis heeft Mia van Ormelingen een gedicht opgezegd. De harmonie speelde ook hier nog een nummer, het bestuur feliciteerde, waarna Pater v. Wersch woorden van dank sprak.
Serenades.
Paaschmaandag, ’s avonds heeft de Kon.Harmonie St. Caecilia, serenades gebracht aan de drie neomisten.
In 1929 werd Leo door bisschop Paredis van Roermond benoemd tot leraar aan het missiecollege in Katwijk en van het Gymnasium St. Antonius van Padua van de Minderbroeders in Megen. Hij gaf les in Frans, Bijbel, Viool, en Voordracht. Hiervoor had hij de middelbare akte behaald.
Een paar jaar later, in 1936, gaf hij hier Frans, Wellevendheid en Viool.
In augustus 1936 werd hij wederom aangesteld als leraar in Katwijk aan het St. Willibrordcollege (een missiecollege van de Minderbroerders).
Ook nog in 1940 was hij leraar in Katwijk waar hij alleen Franse les nog gaf.
Tussen augustus 1942 en 1946 woonde hij bij zijn ouders in Heerlen.
In 1945 was hij aalmoezenier bij de gewonde Amerikanen die in Heerlen verpleegd werden. Hij ging met de Amerikanen ook mee naar Duitsland en was aanwezig bij de bevrijding van Dachau.
Er verbleven ook Amerikanen bij zijn ouders in Heerlen.
In 1946 trad Leo van Wersch uit uit het klooster, maar bleef wel priester en vertrok naar Amsterdam waar hij priester in de Agneskerk werd. Vanaf deze tijd begon hij ook zijn werk als schrijver op kerkelijke gebied bij het katholieke dagblad De Tijd.
Hij publiceerde ook in diverse kranten grote artikelen. In 1961 schreef hij De Poolse Kerk staat bloot aan een geruisloze vervolging. Gomulka’s bewind tracht episcopaat zoveel mogelijk te dwarsbomen.
In 1962 verscheen van zijn hand een bijna bladzijde vullend artikel over De 20 oecumenische concilies.
Leo maakte altijd notities in boeken of tijdschriften of schreef wat hij las of hoorde in schriften. Die notitieschriften noemde hij Penssées. Hierin schreef hij in het Duits, Frans, Nederlands of Latijn opmerkingen van mensen, van dichters, uitdrukkingen, zegswijzen die hij in zijn preken wellicht kon gebruiken. Uit 1937 stamt een preek gehouden op de eerste Adventszondag. Een aantal preken zijn bewaard omdat hij ze in een schriftje opschreef. Klik hier voor die Adventspreek.
In zijn boekenkast stond Tractatus Theologiae Pastoralis, 160 pagina’s dik dat een handleiding was voor priesters. Dit boek staat vol met zijn onderstreepte woorden en commentaren.
In een schrift zette hij in 1925 en 1927 zijn notities bij de twee delen van Theologica Moralis. Op 22 juni 1954 kwam de Amerikaanse prediker Billy Graham in Amsterdam. In het Olympische Stadion sprak hij de 40.000 /50.000 man een half uur lang toe. Een week erna publiceerde Leo een artikel hierover. Klik hier.
In 1949 speelde Leo van Wersch mee in een film over het verzet. Het was een gespeelde documentaire over het leven en werk van onderduikers en verzetsstrijders afgewisseld met originele journaal opnamen. De rollen werden grotendeels gespeeld door amateurs. De film werd in opdracht van de L.O.-L.K.P. (Landelijke Organisatie-Landelijke Knokploegen) door regisseur Max de Haas gemaakt
Links: Het filmaffiche van de film uit de collectie van het NIOD: LO-LKP uit 1949. Hier stond het volgende op gedrukt:
Een waardige bijdrage tot de geschiedschrijving van de Nederlandse verzetsbeweging. Het verhaal van ons vaderland in slavernij! L.O.- L.K.P. Landelijke Organisatie Landelijke Knokploegen.’
Regie, scenario, productie Max de Haas. Met Frans van de Laan, G. Reinders, W. Cordan, J. Buyst, D. Ringnalda, Pater N. Apeldoorn, L. v. Werch, H. Horsten, C. Baay en vele anderen.
Noot: Opvallend hieraan is dat Leo’s achternaam verbasterd werd tot van Werch. Op de aftiteling van de film stond het goed: L. van Wersch. Leo speelt ongeveer 1 minuut mee in de film.
Hieronder een beeldje uit de film. Op de rechterfoto een opname uit de film met rechts Leo.
De tweede afbeelding is een advertentie uit het Twentsch Dagblad van februari 1950: ook hier werd zijn naam verkeerd gebruikt.
In 1950 draaide de film in bioscoop Royal in Heerlen. De advertentie vermeldde:
Royal, Telefoon 4200 Heerlen, presenteert met trots de première van een filmwerk dat in eerbiedige herinnering is opgedragen aan allen die hebben bijgedragen tot de glorie en overwinning van Nederland en welke speciaal werd aanbevolen door hare Koninklijke Hoogheid Prinses Wilhelmina. LO – LKP. met medewerking van Frans van der Laan, Pater N. Apeldoorn. L van Wersch, r.k. pr. Chris Baay e.v.a.
Een film, die door de uitmuntende uitbeelding der historie, de reconstructie van ware gebeurtenissen (o. a. De tragische overval op de A’damse gevangenis aan de Weteringschans en div. distributiekantoren) door de Rijks- en Kath. Keuring gekeurd werd volgens art 1 lid 2.
In 1953 vierde hij zijn 25-jarig jubileumfeest als priester. Hij werd dat jaar ook 50 jaar. Bij hem op de foto, gemaakt door Albert van Wersch, een neef van hem, staan links: Bep Munnik, de vrouw van Albert en middenin Rietje van Doren, huishoudster van Leo. Rechts uiteraard Leo van Wersch.
De foto is bij Leo thuis in de Michelangelostraat 83 in Amsterdam gemaakt.
In Heerlen had hij bij een andere Limburgse priester Marietje van Doren (geboren in 1917) ontmoet. Zij had net een ongelukkige relatie beëindigd en ging een jaar later, in december 1951, bij Leo als zijn huishoudster in Amsterdam werken. Zij hadden een vader dochter verhouding. Samen gingen zij in december 1958 van de Michelangelostraat naar de Stadionkade in Amsterdam. Ook haar zusje Alvera van Doren, geboren in 1922, verbleef bij Leo in zijn huurhuis aan de Michelangelostraat. Zij was hier tussen 1956 en 1958 en verbleef ook drie jaar, van 1960 tot 1963, aan de Stadionkade. In december 1958 verhuisde zij naar de Brahmsstraat.
Leo kreeg als jong kind al vioolles, samen met zijn broer Alphonse. Op latere leeftijd bleef hij viool spelen.
Tijdens het 25-jarig bestaan van de Weertsche Academie op 14 juli 1927 gaf hij met drie anderen een klein concertje: Norma van Bellini. Uiteraard speelde Leo viool, verder waren er pater Gardiaan die de cello bespeelde, frater Facundus op fluit en frater Partenius op de piano.
Tijdens zijn leraarschap in Megen had hij, onder meer in het schooljaar 1931-1932, de leiding van het schoolorkest.
Voordat hij naar de Stadionkade in Amsterdam verhuisde, huurde hij tussen 1950 en 1958 een kamer in het benedenhuis in de Michelangelostraat 83 bij het echtpaar Hendrik (+1951) en Marie van Es-Philipsen (+1963). Hun dochter Jo woonde in dezelfde straat, maar dan op nummer 75, met haar man Theo Graeff en kinderen. Ook zij verhuurde kamers. Een van de dochters van dit echtpaar kreeg van Leo vioolles en speelt nu viool bij enkele orkesten.
Een kleindochter van Hendrik en Marie van Es schreef later over Leo: Hij was een aimabele, zeer erudiete man. Ik kwam vaak bij hem en dan werd er gepraat over godsdienst, geschiedenis, kunst en literatuur, enz. Mijnheer van Wersch was de eerste vioolleraar van mijn zus.
Eind april 1973 overleed Leo aan zijn suikerziekte en hartfalen. Hij werd hij vanuit de Christus Geboortekerk in Amsterdam op de begraafplaats Buitenveldert begraven.
Dankbaar voor alles, wat hij voor ons deed, geven wij u met droefheid kennis van het overlijden van onze lieve broer, zwager en heeroom
WILLEM HUBERT CHRISTIAAN LEO VAN WERSCH
Gesterkt door het sacrament der zieken overleed hij plotseling op 27 april 1973, in de leeftijd van 70 jaar en na 45 jaar priesterschap.
Namens de familie
J.P.E. VAN WERSCH
Avondmis tot zijn intentie op dinsdag om 7 uur in de parochiekerk Christus’ Geboorte, Prinses Irenestraat 23 (Naast het Sint.-Nicolaaslyceum).
De Eucharistie tot zijn nagedachtenis zal worden gehouden in bovengenoemde parochiekerk op woensdag 2 mei om 1 uur, waarna de begrafenis om 2.30 uur op het r.-k. kerkhof Buitenveldert, Amstelveenseweg 351.
Liever geen bezoek aan huis,
Geen condoleances .
Amsterdam
Stadionkade 4 huis
Ter gedachtenis van de Eerwaarde Heer
Willem Hubert Christiaan van Wersch
Geboren te Heerlen, 3 maart 1903, tot priester gewijd 18 maart 1928, in Christus overleden te Amsterdam 27 april 1973 en op 2 mei d.a.v. begraven op het r.-k. kerkhof Buitenveldert.
Stil en onverwacht is hij heengegaan. Opeens was hij heel ver weg, hij die ons zo nabij was, altijd zo hartelijk en zorgzaam, zo beschikbaar. Zo erkentelijk ook voor de zorgen en attenties aan hem besteed. Heel, zijn optreden was getekend door de gave van het priesterschap. Dat heeft hij uitgeoefend waar hij kon, ijverig en bescheiden, met een diep en warm respect voor God en de mensen. -Zo dacht en deed hij: in de familiekring, als vriend en raadsman en bij zijn werk als katholiek journalist. Zijn dagelijkse Mis was het centrum van zijn bestaan. Daar vond hij kracht en moed om zelf te leven en anderen te helpen leven.
Dank U, broer en oom Leo, voor alles, vooral voor Uw voorbeeld. Tot ziens in de vrede van God.
Voor Uw zeer gewaardeerde blijken van medeleven, betoond bij het overlijden van onze geliefde broer en oom, betuigen wij U onze welgemeende dank.
Familie van Wersch
In de krant van mei 1973 stond het volgende artikel:
In Memoriam W.H. CH. L . Wersch
Op 27 april overleed in Amsterdam W.H. Ch.L. Wersch in de leeftijd van 70 jaar. Hij was 45 jaar priester. Leo Wersch, geboren in Heerlen, trad in bij de franciskanen.
(Gereon) werd in 1928 priester gewijd. Mede in verband met zijn zwakke gezondheid trad hij in 1955 uit de orde. Sindsdien leefde hij als een seculier priester in Amsterdam en was hij jarenlange medewerker aan de Tijd op theologisch en kerkelijk terrein. In de destijds verschijnende nevenbladen van De Tijd, De Nieuwe Dag en de Nieuwe Haarlemsche Courant, verzorgde hij een wekelijkse rubriek over godsdienstige vraagstukken. Talloze boekbesprekingen van zijn hand verschenen, Hij signeerde veel met het initiaal L.
Van Wersch was een man met een open geest die, hoewel uitermate prudent, twintig jaar geleden al kon worden gerekend tot de geestesrichting die tegenwoordig progressief wordt geheten. Het was mede deze instelling die hem in journalistiek opzicht van betekenis deed zijn. Zijn belangstelling en eruditie waren indrukwekkend van gehalte en omvang zoals oudere lezers van De Tijd kunnen weten.
Leo van Wersch is 70 jaar geworden. Vele jaren heeft hij een zwakke gezondheid gehad. Dat hij een achttal jaren geleden zijn publicistische arbeid plotseling moest staken, heeft hij nauwelijks kunnen verwerken.
De Tijd plaatste ook een overlijdensadvertentie toen hij in 1973 overleed:
Met leedwezen geven wij kennis van het overlijden van onze oud-medewerker die gedurende vele jaren in onze krant de ontwikkelingen op theologisch en kerkelijk terrein begeleid heeft.Wij zullen ons zijn kundigheid en toewijding blijven herinneren.
De Directie en redactie van De Tijd.
Tweede Paasdag 1928 was een feestelijke dag, want toen celebreerde Leo van Wersch (1903-1973) als pater Franciscaan zijn eerste heilige mis. Dit was in de Sint Pancratiuskerk in Heerlen. Zoals gebruikelijk voor nieuwe priesters ontving hij die dag een kelk van zijn ouders. Deze was tussen 1910-1916 in Duitsland gemaakt. Alle jaren dat hij actief priester was werd de kelk door hem gebruikt. Zowel in Megen, Katwijk, Heerlen en uiteindelijk in Amsterdam.
Toen Leo van Wersch in 1973 overleed, erfde een neef alles. De kelk was daar een onderdeel van. Na diverse telefoontjes naar mogelijke geïnteresseerden, die geen interesse toonden, kwam de kelk bij de abdijwinkel Gebroeders Van Paridon in Amsterdam terecht. Pas in mei 1994 kwam de kelk weer in beeld toen deze door Van Paridon naar de Missiezusters in Maastricht gebracht werd.
De Missiezusters wisten ook niet wat te doen met de kelk en schonken die aan het Museum Catharijneconvent in Utrecht. Dit museum bezit al vele kelken van overleden priesters en een erbij was eigenlijk onnodig. Zij zochten een plek waar de kelk tot zijn recht kwam en vonden bij de paters in de Congregatie van de Missie (Lazaristen) een tevreden ontvanger.
De Lazaristen zonden missionarissen vanuit Nederland onder meer naar Zuid-Amerika. Zodoende kreeg in september 1994 pater Pubben de kelk mee naar Recife in Brazilië. Hij verhuisde daar diverse malen en nam steeds de kelk mee. Zijn laatste pleisterplaats was Belém in Brazilië. Toen hij terug naar Nederland met pensioen ging, liet hij uiteraard de kelk achter. Vanuit Belém werden na zijn vertrek door de paters daar nog steeds nieuwe kerken gesticht. Die kerken moesten ook voorzien worden van allerlei benodigdheden waarvan de kelk deel uit maakte. Zodoende is de kelk ergens in Brazilië bij een geloofsgemeenschap gebleven waar hij nu, meer dan 100 jaar oud, nog steeds in gebruik is.
Klik hier voor Leo van Wersch in de Heerlense Tak.