Genealogische website Warsage

billy GrahamJuli 1954

Verleden Dinsdagavond is, zoals U allen weet, in het Stadion (noot webmaster: Amsterdams Olympisch Stadion) een evangelische bijeenkomst gehouden door de befaamde Amerikaanse prediker B.G. (noot webmaster: Billy Graham). Vanuit een oprechte bewogenheid onafhankelijk voor de fatale toekomst van een wereld –zonder- God predikt Graham het enige middel tot redding van enkeling en gemeenschap: bekering, terugkeer tot God. De spreker is Protestant. Voor hem is het allerbelangrijkste de geloofsdaad, de allesomvattende definitieve keuze van de wet voor God. Dan pas komt de Kerk aan de orde welke overigens onmisbaar werk – het verkondigen van Gods Woord aan gelovigen en ongelovigen- hij principieel buiten zijn taak houdt. Graham predikt uitsluitend bekering tot God en laat het aan de verschillende Kerken over eventuele bekerelingen op te vangen en hen te versterken in hun besluit. Op deze wijze heeft hij, zo de berichten luiden, reeds veel goeds bereikt. En wij moeten daarvoor dankbaar zijn.

 

Voor ons, Katholieken, is deze methode echter zeer onvolledig. Zij draagt bovendien het niet te onderschatten gevaar in zich van een volkomen verwarring van Gods huisbestel.  Wij weten alles, dat de onkerkelijkheid tegenwoordig in ontstellende mate toeneemt. Maar lang niet ieder, die de Kerk de rug toekeert, wendt zich ook af van God. M.a.w. onkerkelijkheid sluit nog niet noodzakelijk ongodsdienstigheid in. Dat geldt zowel voor Protestanten als voor Katholieken en in het algemeen voor iedereen. Dit mogen wij al tot op zekere hoogte een reden zijn om niet alle hoop op te geven, toch zal het duidelijk zijn, dat, wie godsdienstigheid als het voornaamste beschouwt, er gemakkelijk toe komt, kerkelijkheid als iets bijkomstigs, iets van het tweede plan, of zelfs een houding-naast-keuze te achten zonder werkelijk belang voor ons eeuwig heil.

 

Deze opvatting is volstrekt in tegenspraak met de Katholieke leer. Niemand kan God tot Vader hebben, doe de Kerk niet tot Moeder heeft. Uit dit woord van Cyprianus, in de 3e eeuw bisschop van Carthago en martelaar, heeft heel de theologie over de Kerk zich ontwikkeld, Zoals Gods wil daad is en dan wereld heet, zo is Zij Wil óók: het heil van de mens, en dan heet hij Kerk. Vandaar het axioma “Buiten de Kerk geen zaligheid,” d.w.z. zonder Christus, zonder de heiligmakende genade en de verdere bovennatuurlijke hulpmiddelen waarover alhier de Kerk beschikt en die zij alleen aan de mensen mede dult, is geen heil dankbaar. Of, meer positief: door de Kerk en daardoor haar alleen wordt de mensheid gered. De Kerk nu is in de onder ons voortlevende Christus, Die in en door haar, Zijn verlossing in de wereld voltooit. Niemand kan dan ook tot God komen tenzij direct of indirect door Christus’ Kerk. De Kerk in Christus’ mystieke Lichaam, waarin de mensheid haar energiebestemming bereikt, zijn een en hetzelfde. Even als Christus, haar Stichter en Hoofd, is de Kerk en zorg en doel van de weg. M.a.w. een noodzakelijke, goddelijk middel tot zaligheid, maar tevens ons einddoel, n.l. de voltooiing van het herstel der oorspronkelijke bovennatuurlijke eenheid van het menselijke geslacht, welke eenheid (niet leesbaar) eerst op het einde der tijden, wanneer het Lichaam van Christus is uitgegroeid tot volle wasdom, eeuwige volmaakte werkelijkheid wordt.

 

En hiermee raken wij een alles fundamentele waarheid der Katholieke leer, die tegelijk het voornaamste doel der Kerk uitmaakt.  De mensheid is een organische eenheid van goddelijke structuur. Het is de taal van de Kerk de mensen, die hun vroegere bovennatuurlijke eenheid hebben verloren, opnieuw die eenheid te openbaren, ze te herstellen en te voltooien. Zij wordt juist ecclesia, d.i. Kerk genoemd omdat zij alle tot zich roept en hen verzamelt voor het Godsrijk.

 

Hoe kwijt de Kerk zich nu van die taal? Voornamelijk door haar sacramentale structuur. De Sacramenten zijn middelen ter zaligheid en daarom bewakers van eenheid. Onze uiteindelijke zaligheid likt immer in het definitieve herstel der oorspronkelijk bovennatuurlijke eenheid. De Sacramenten bewerken, hertellen of versterken onze vereniging met Christus en daardoor onze deelname aan de christelijke gemeenschap. Of, beter nog andersom: naarmate hij zijn verantwoordelijkheid voor de mensheid meer beleeft, naarmate de Christen meer deelneemt aan de gemeenschap verenigt hij zich innigst met Christus.

 

Verlossingen en Openbaring zijn in beginsel niet van individuele, maar van sociale aard. Evenzo brengt de genade, voortgebracht en onderhouden door de Sacramenten, niet een zuiver individuele betrekking tussen God en de ziel tot stand. Het heil van de Kerk van de gemeenschap dus, is de voorwaarde voor het heil van ieder van ons afzonderlijk. Wij ontvangen de genade in de mate waarin wij ons sociaal verenigen met het enige organisme, waar haar bevattende sappen vloeien: de Kerk.

 

Het illustreert dit al heel duidelijk. De eerste uitwerking hiervan is niets anders dan de aanneming tot lid van de zichtbare Kerk. Doch in het uitwendige juridische effect. Het inwendige is het Kindschap Gods door onze inlijving in het mystieke Lichaam van Christus is al evenzeer sociaal – zij het dan bovennatuurlijk. “Allen zijn wij gedoopt in één God om één lichaam te vormen”, zegt St. Paulus. Hetzelfde geldt voor de Biecht. De Sacramentele vergiffenis der zonden bewerkt het weder opnemen in de gemeenschap der Kerk, werkzaam teken van de vergeving met God. Omdat men slechts dan het leven met God herkrijgt wanneer men weer in de gemeenschap met de Kerk terugkeert.

 

Maar het Sacrament bij uitstek, het Sacrament der Sacramenten, de voltooiing van het geestelijk leven en het doel van alle andere Sacramenten: de H. Eucharistie, die tijdens dit 40-uren gebed het middelpunt van onze devotie heeft gevormd is bij uitnemendheid het Sacrament der eenheid, omdat het heel het heilsmysterie inhoudt: Het herstel n.l. van onze oorspronkelijke eenheid. Zonder dit eenheidskarakter kan het dogma der Eucharistie onmogelijk volledig zijn. Kan het duidelijker gezegd worden door St. Paulus het deed, toen hij schreef aan de Corinthiers: “wij zijn één lichaam want allen hebben wij deel aan het ene brood.”  “Er is slechts één Kerk”, aldus Ignatius van Antiochië, “opdat hij ons verenige in het bloed van Christus.”

 

En het Concilie van Trente leert hetzelfde op deze wijze: “Christus heeft van dit Sacrament het symbool willen maken van het lichaam, waarvan Hijzelf het hoofd is waarmee Hij ons heeft willen verbinden als Zijn ledematen door de hechte banden van geloof, hoop en liefde, opdat alle zonder enige scheiding, één geheel zouden vormen.”

Leo van Wersch

 

Klik hier voor pater Leo van Wersch.

error: