Alphons van Wersch werd op 12 januari 1907 in Heerlen geboren in een gezin van zes kinderen (vijf jongens en één meisje). Zijn vader had, net als enkele van zijn ooms, een schildersbedrijf in Heerlen. Dat hij dan ook die kant zou opgaan was duidelijk. In zijn jonge jaren (1925) ging hij naar de schildersschool in Brussel. Dat was voor zowel hem als voor zijn vader Edmond aantrekkelijk, want de broer van Edmond, Frans, dus de oom van Alphonse, woonde in Brussel en voerde daar de vertegenwoordiging van een Belgische verffabriek.
Op die school in Brussel Institute Superieur de Peinture de Bruxelles A. Vanderkelen leerde Alphonse het schildersvak en ook de oude techniek van het marmeren. Die techniek gebruikte hij toen hij van school was en het sanatorium Op den Berg in Heerlen, een oud klooster moest schilderen. Tegenwoordig is dat Huize De Berg. Onderaan deze pagina staat daar een foto van. In 1926 kreeg hij zijn bekwaamheidsdiploma als decoratieschilder.
Op 24 mei 1931, hij was 24 jaar, verloofde hij zich met Berthe Theunissen, 21 jaar. Zij werkte als telefoniste in de telefooncentrale van het postkantoor in de gemeente Treebeek. In 1932 trouwden zij en hun eerste kind werd in 1936 geboren.
In 1940 brak de oorlog uit en ook in Limburg waren de gevolgen voelbaar in de gezinnen.
Bekendmaking: 14 juli 1942
Den laatsten tijd heeft de vijand, met het oog op de hem bedreigende vernietigende nederlagen in het Oosten, in versterkte mate door radio-uitzendingen en verspreiding van vlugschriften de bevolking van de door Duitschland bezette westelijke gebieden aangezet tot daden van sabotage. Ter waarschuwing van onbezonnen elementen tegen dergelyke handelingen heb ik, ter beveiliging van de uitvoering van myn militaire opdracht, een vry groot aantal inwoners des lands als gyzelaars gevangen doen zetten. Deze gijzelaars zullen by daden van sabotage der bevolking aangepakt worden. Zij staan borg met hun leven. De bevolking heeft het in de hand om door een bezonnen optreden en door medewerking by de verhindering van daden van sabotage van iederen aard de veiligheid van het leven harer medeburgers, die als gijzelaars zijn aangewezen, te waarborgen. De lijst met de namen der gyzelaars zal gepubliceerd worden.
w.g. Wehrmachtsbefehlshaber in Nederland.
Generaal der Vlitegers, FR. CHRISTIANSEN.
De Duitse bezetter pikte in mei 1942 Alphonse met 85 andere Limburgers op. Hij mocht tien minuten hebben om een koffer te pakken en vervolgens werd hij in een veetransportwagen afgevoerd.
Totaal zaten er om Beekvliet in St. Michielsgestel vijfhonderd gegijzelden. Van burgemeesters tot oud minister en van geestelijken tot werklozen. Minnaert had de opdracht gekregen om het kamp te veranderen in een studerende gemeenschap. Zo leerde Alphonse daar viool spelen. Zijn vrouw speelde immers destijds al viool.
Op een gegeven moment werden enkele Heerlenaren wakker gemaakt en naar boven gestuurd waar een foto van hen werd gemaakt. Alphonse dacht toen: “Nu word ik gefusilleerd.” Het was al bekend dat als er een foto van je werd genomen dat je niet meer zou terugkeren. Gelukkig voor hem liep het goed af en na vier maanden in St.Michielsgestel keerde hij naar Heerlen terug.
Maar nog was de dreiging van de Duitser niet voorbij. Zij waren op zoek naar jongemannen die in Duitsland te werk gesteld konden worden. De jongemannen van Duitsland moesten immers vechten. De verliezen waren groot voor de bezetter. Toen zijn oom Ferd dat hoorde, lijfde hij hem in in de vrijwillige brandweer van Heerlen. Ferd was commandant van de vrijwillige brandweer. Met een heus uniform aan durfde de Duitsers hem niet meer op te pikken en kon hij zich wat vrijer bewegen.
Heerlen, 26 november ’42
De Weled. Heer Voght,
Gr. v. Waldekstr.
Maastricht
Mijnheer,
Door deze deel ik U Ed. mede dat ik sinds Zaterdag 21 nov. ontslagen ben uit het gijzelaarskamp St. Michielsgestel. Mijn eerste schrijven is dan gericht aan Uwed. door wiens bemoeiingen ik mijn vrijheid herkregen heb, waarnaar ik in de afgeloopen 7 maanden zoo hevig verlangde.
Zeer geachte Heer, gelieve mijn oprechte dank te aanvaarden en zeker ook namens mijn nu, zoo gelukkige, Vrouwtje en ik hoop, ooit in de gelegenheid te zijn, Uwed. een wederdienst te kunnen bewijzen.
Met de meeste hoogachting,
Uw
A.F. v. Wersch.
In 1942 schreef mr. P.C.E. Vollgraff, een van de opgepakte mannen van mei 1942, een dagboek over de reis naar Sint Michielsgestel en hun verblijf daar. Op enkele bladzijden noemt hij Alphonse Van Wersch, maar ook toevallig Louis Van Wersch, apotheker in Kerkrade.
Mr. Volgraff schreef:
In Roermond werden wij in een zaal van de [kaz]erne gebracht voor een uurtje rust. We mochten ons brood opeten.
Een nieuwe groep kwam binnen: Ording (Blerick), Mr. Müller, (Venlo), Veldman (Reuver), Mr. F. van der Kun (Roermond), Smeets (Weert Drukkerij Emmanuel Smeets). Daarna kwam een groep van negen uit Heerlen; namelijk:
Jos. Maenen (Lid Gedeputeerde staten), Pelzer (Wethouder van Heerlen en Voorzitter van den Mijnwerkersbond), Ir. W.A. Dinger (Staatsmijnen) Mr. Doppler (Laura & Vereeniging), S. Petit (Calculator Oranje Nassau I), Oversier, Lemmens, Van Wersch (Kunsthandel) en het lid van Provinciale Staten Van der Bilt.
Donderdag 14 mei 1942
Ording is kamerpoëet. Hij leest ’s avonds het volgende gedicht voor, dat hij hier op ons gemaakt heeft. (Hij noemt 22 mensen).
Over Alphonse dichtte hij
De Kunsthandel, ook al gezwicht,
Die zorgt ’s avond voor het licht.
En eindigde met: Ze eten, slapen, eten daar; ze slapen, eten, slapen maar, ze eten, eten, slapen maar, met hen – als zij – Uw rijmelaar.Gegeven 12 Mei 1942.”In ’t bronsgroen Eikenhout” W.g.J.H.Ording.
Zaterdag 25 Mei 1942:
Van deze verzendgelegenheid hebben verschillende personen en firma’s gebruik gemaakt om wat mee te zenden. De Amstel Bierbrouwerij biedt voor de Limburgers 72 flesschen bier aan. Verder krijgen wij rooden wijn, moezel, een volledige verbandkist – geschenk van Apotheker Van Wersch uit Kerkrade (alleen de tang ontbreekt, zegt Govaert), Unox hutspot, 25 doozen hoestbonbons (ook van Van Wersch), Leverpastei, kazen enz. zóóveel, dat we een derde provisiekast gaan inrichten. We nemen de gangkast, die we van Speyart van Woerden gekregen hebben en stapelen de leege doozen op de bovenste plank. Het is een herrie van belang.
13 juli 1942:
Van nacht loeide Manus door de hal; hij moest er uit. Van Wersch – ik heb al eerder gemerkt, dat hij een goed karakter heeft – is opgestaan om hem uit te laten.
ZATERDAG, 18 JULI 1942.
Ik voel me beroerd. ’t Treft, dat ik juist kamerwacht heb. Van Wersch wilt voor mij waarnemen en ik blijf in bed. In zoo’n toestand merk je goed, dat de Limburger drukker is en harder praat dan de Hollander. Van Wersch probeert op z’n viool “Die kleine Nachtmusik” en Ording zingt uit volle borst mee van: tom tom tom, la tom tom la enz. Ording is twee maten vóór om Van Wersch te helpen.
DINSDAG, 20 OCTOBER 1942.
Geen cursus, de leslokalen worden schoongemaakt. Van Wersch neemt de functie van menagemeester van Ording over. Nieuwe bezems vegen schoon, zegt Ording, als hij ziet dat de gesneden boterhammen netjes op bordjes worden klaargelegd en dat er servetjes over heen zijn gelegd om vliegen te weren.
ZATERDAG 24 OCTOBER 1942
Daarna afscheidsconcert van het Indisch orkest. Van Wersch speelde viool ter versterking van het orkest.
ZATERDAG, 7 NOVEMBER 1942.
Van der Kun, brengt me verslag uit over den eersten nacht met de Haarineezen. Er zijn, goed geteld, tien snurkers. Dr. Beerendonck knarst daarbij met de tanden. Mendes snurkt exotisch, maar in elk geval irritant. Govaert is in wanhoop en besluit naar Blok III te verhuizen, waar nog een cabine vrij is naast Smeets. Ook van Wersch, Dohmen, Canisius en Aarts willen weg. Het rookverbod wordt niet geëerbiedigd; na tien uur wordt nog lustig gerookt.
VRIJDAG, 20 NOVEMBER 1942.
Govaert, van Wersch en Hovy (sinds 6 November op kamer 2) zijn vrij. Ik gun ’t hun gaarne, maar mij spijt het, dat ik Govaert en van Wersch voortaan zal missen.
Lees hier het hele dagboek van mw. P. Vollgraff.
Na het overlijden van zijn vader Edmond in 1944, werd het schildersbedrijf annex schilderijenzaak aan de Emmastraat in Heerlen voortgezet door diens echtgenote Maria Alette Bernardina Korst. In de zaak werkten toen de zonen Alphonse en Paul (zijn doopnamen waren Willen Hubert Paul: vandaar W. van Wersch in deze onderstaande advertentie). Nog voor het overlijden van hun moeder in 1949 werd de zaak opgesplitst. Alphonse kreeg de schilderijen zaak (die hij uitbouwde tot kunsthandel) en Paul kreeg het schildersbedrijf. Het schildersbedrijf ging failliet, de kunsthandel floreerde. Helaas stierf Alphonse in 1952 op de jonge leeftijd van 45 jaar.
Zijn weduwe, inmiddels moeder van twee kinderen de eerder genoemde Ria en de in 1946 geboren Alphonse jr., zette de zaak voort met vier werknemers. Geleidelijk aan is de zaak overgenomen door zoon Alphonse, terwijl zijn zoon Fons een opleiding volgde tot restaurateur. Deze kunstzaak is nog steeds gevestigd aan de Emmastraat 10, tegenwoordig omgedoopt in Pancratiusstraat 46 in Heerlen.
Augustus 1932 trouwde Alphons met Bertie Theunissen. De familie maakte, zoals nog steeds gebruikelijk is, een feestgids. Alleen toen heette het Bruilofts-Courant. Een gids vol met liedjes, korte humoristische opmerkingen, zogenaamde advertenties als Te Koop Gevraagd: een nieuwe of gebruikte kinderwagen, liefst groot formaat. Spoed. De familieleden maakten er ook opmerkingen in. De menukaart van het huwelijksdiner geeft een schitterend tijdsbeeld wat er toen tijdens een groot feest gegeten werd. Hoe anders is het nu. Om enkele diner gangen te noemen: Hord d’oeuvre, Julienne soep, pasteitjes, tarbot, ossenhaas, haantjes. En het dessert was: slagroom met ananas. Gedronken werd: champagne, Graves Superieur, Pauillac.
Kunsthandel van Wersch (artikel uit 1965)
Een van de oudste zakenhuizen van Heerlen, de bekende kunsthandel A. F. van Wersch, die in de loop der jaren in onze stad en wijde omtrek een begrip is geworden van goede smaak en degelijk vakmanschap, heeft een grondige modernisering ondergaan. Het initiatief daartoe is te danken aan de toegewijde ondernemingsgeest van mevrouw van Wersch-Theunissen. Na het overlijden van haar man heeft zij diens bedrijf met kennis van zaken voortgezet. De saneringsplannen van de binnenstad deden haar besluiten tot de nu voltooide, ingrijpende verbouwing. In de naaste toekomst immers zullen na afbraak van de tussen liggende panden, het tegenwoordige kerk- en marktplein één grote ruimte vormen met, als middelpunt, een geheel vrijstaande St. Pancratius. De kunstzaak aan de Emmastraat 10 zal dan een esthetisch verantwoord deel uitmaken van de omlijsting van Heerlens grootste plein.
De opening van de verbouwde zaak valt samen met haar 115-jarig bestaan. In 1850 vestigde J. A. W. van Wersch-Vijgen in de Emmastraat 8 een schildersbedrijf. Zijn oudste zoon Edmond volgde hem in 1889 op en ging tot een aanmerkelijke uitbreiding over. Hij was het, die in 1914 het pand no. 10 bouwde, waarin in 1944 diens zoon Alphonse de thans gemoderniseerde kunstzaak definitief onderbracht, nadat om praktische redenen het schildersbedrijf en de toen reeds tot grote ontwikkeling gekomen kunstafdeling gescheiden waren.
Deze tak van de vierde generatie der firma van Wersch is nu geheel gespecialiseerd in schilderijen, religieuze kunst en smaakvol encadreren. De zoon van mevrouw van Wersch heeft bovendien bij de bekende Limburgse kunstschilder H. Kolen een grondige opleiding genoten en legt zich toe op het vakkundig restaureren van schilderwerken.
De verjongde kunstzaak A. F. van Wersch mag met recht een sieráád heten van onze stad.
Oorsprong
Jan Anton Willem van Wersch (1830-1889) kwam vanuit Aken naar Heerlen waar hij zijn schildersbedrijf begon. Hij had een aantal zonen en later ook kleinzonen die ook de verf ingingen. Een van hen was zijn tweede zoon Edmond (1867-1944). Aan de Emmastraat 8 en 10 stonden de zaken van Edmond.
Op de linker foto zie je links de kunsthandel en rechts het schildersbedrijf. De kunsthandel werd overgenomen door Edmonds zoon Alphonse en het schildersbedrijf werd door zijn andere zoon Paul overgenomen. De kunsthandel werd in 1965 totaal verbouwd en het schildersbedrijf was inmiddels verhuisd. Het rechtergebouw heeft een totaal nieuwe gevel en werd een discotheek.
Het schildersbedrijf ging van Paul over op Harry. Op de vergunningen die Paul en Harry kregen staat dat het bedrijf handelde onder de naam Schildersbedrijf firma Edmond van Wersch & Zonen. Dit schildersbedrijf verhuisde uit de Emmastraat en wordt nog steeds onder de naam Schildersbedrijf Van Wersch door Harry en diens zoon Paul voortgezet. De kunsthandel werd door Alphonse overgenomen, een zoon van Edmond. Na de vroege dood van zijn vader Alphons in 1952, hij was pas 45 jaar, zette zijn vrouw Berthe Theunissen de zaak voort met vier werknemers. Zij verbouwde de zaak naar de eisen van de zestiger jaren en na verloop van tijd nam hun zoon Alphonse de zaak over.
Alphonse leidt vandaag de dag nog steeds de kunsthandel. Maar ook hij voerde het beleid over de winkel en toen nog het bedrijf na het overlijden van zijn vader. Zodoende verzorgde zijn bedrijf in 1955 de renovatie van de Stadsschouwburgzaal met nieuwe wandbekleding van houtbehang. In 1984 stond hij op de nominatie op prins carnaval van Heerlen te worden..
Van Wersch wordt 160
Dit jaar bestaat kunsthandel Van Wersch in de Pancratiusstraat in Heerlen 160 jaar. In 1850 begonnen als schildersbedrijf. Al vele tientallen jaren is de zaak echter een kunsthandel, een inlijsterij en een restauratie-atelier. Stokoud, maar springlevend.
De kans dat je bij kunsthandel Alphonse van Wersch aan de Pancratiusstraat in Heerlen klanten binnen ziet is klein. „Dit is geen zaak waar mensen binnenlopen om eens lekker rond te neuzen. Bij ons komt af en toe een klant binnen, daarom heb ik ook alle tijd om overdag in de werkplaats schilderijen in te lijsten of te restaureren”, zegt eigenaar Alphonse van Wersch (63). Stokoud en bij het grote publiek relatief onbekend is de zaak die is gevestigd in het fraai vormgegeven pand aan de Pancratiusstraat. De kunsthandel is een van de oudste onafgebroken bestaande winkels in koopstad Heerlen.
In 1850 vestigt de uit Aken afkomstige Jan van Wersch in het pand Emmastraat 8 – de huidige Pancratiusstraat – een schildersbedrijf. Dat wordt in 1889 overgenomen door zijn zoon Edmond, die vervolgens in 1914 op nummer 10 het nieuwe winkelpand bouwt waarin de kunsthandel nu nog steeds gevestigd is. „Het is gebouwd door architect Theofiel van Kan en werd verhuurd aan damesmodezaak Maison Chique. Op de eerste verdieping waar wij nu onze woonkamer en keuken hebben, waren de paskamers.
Na de bevrijding in 1944 heeft mijn vader Alphonse hier een kunsthandel gevestigd. Hij verkocht er schilderijen van regionale kunstenaars zoals Harry Koolen, Charles Eyck en Henri Jonas en daarnaast veel religieuze kunst. Kruisbeelden, heiligen beelden, wijwaterbakjes, dat soort werk. We hadden toen ook winkelmeisjes in dienst, omdat toen wel veel klanten binnenkwamen. Er is altijd een inlijsterij bij de zaak geweest”, vertelt Alphonse van Wersch, die begin jaren zestig in de zaak kwam, die toen gerund werd door zijn moeder Berthe.
Het pand naast de zaak is uiteindelijk verkocht. Het schildersbedrijf werd gevestigd achter het huidige pand op de plek waar nu de werkplaats is. Het schildersbedrijf werd eerst gerund door Paul van Wersch en later door diens zoon Harry, maar ging uiteindelijk failliet.
In de oude verfzaak kwam een discotheek. „Eerst Sanssouci, daarna de Ouwe Stomp en vervolgens Studio 54. Daar hebben we vaak overlast van gehad. Achter ons huis was vroeger namelijk een openbare waterput en daarom hadden de buren recht van overpad via een aparte gang door ons huis om de put te kunnen bereiken. Die waterput was allang weg, maar het recht van overpad bleef. Die gang werd lang gebruikt als nooduitgang van discotheek de Ouwe Stomp. We vonden er regelmatig heroïnespuiten en glaswerk. Ook trilde het hier in huis vaak behoorlijk door het lawaai bij de buren”, herinnert Alphonse van Wersch zich de jaren van de discoburen.
Ter gelegenheid van de 115e verjaardag werd de eigen zaak in 1965 grondig verbouwd. „Vader is in 1952 op 45-jarige leeftijd gestorven. Mijn moeder heeft de zaak doorgezet en besloot in 1965 de zaak te verbouwen. Ik was toen al in de zaak. Bij Harry Koolen heb ik een opleiding schilderen gevolgd, zodat ik zelf schilderijen kon restaureren. Het inlijsten heb ik hier in de zaak geleerd. Moeder verkocht naast kunst ook handwerkproducten. Zoals porselein, eikenhouten meubels, lampen en bloempotten.”
Toen Alphonse van Wersch de zaak overnam verdwenen de handwerkproducten gaandeweg weer uit het assortiment en werd het weer een pure kunsthandel. „Kunst koop ik in groothandels en op kunstmarkten in. Daarnaast hebben we werk van regionale kunstenaars. Gekocht of in consignatie. Maar ik heb ook nog werk dat indertijd door mijn vader en mijn moeder is ingekocht. Met name schilderijen van Harrie Koolen, die op kasteel Terworm woonde. Die was hier kind aan huis”, vertelt de kunsthandelaar, die tevens inlijster en restaurateur. “Maar mijn zoon Alphonse helpt ook regelmatig mee met inlijsten.”
Als we langs de werken in de zaak lopen, staan en hangen er naast de vele figuratieve werken voorstellende gebouwen, mensen en stillevens ook werken van moderne kunstenaars zoals Karel Appel en Herman Brood. „Nadat hij van het dak van het Hilton Hotel in Amsterdam was gesprongen verkocht Herman Brood heel erg goed. Zijn werk was niet aan te slepen. Nu verkoop ik af en toe iets van hem. Wat goed blijft verkopen zijn de schilderijen van Venlonaar Hans Bouwman en stadsgezichten van Willem Haenraets uit Heerlen.” Alphonse van Wersch toont enkele werken van Hahnraths. Zoals een schilderij van de Pancratiuskerk met op de voorgrond de dinsdagmarkt en een doek van de Geleenstraat met blik op de oude V&D en erachter de kerktoren. Hij wijst op de verkeerslichten op de hoek met de Saroleastraat. Duidelijk geschilderd voordat hartje Heerlen voetgangersgebied werd.
De kunsthandel heeft een paar moeilijke jaren achter de rug. „Nee, niet na de sluiting van de mijnen. Daar hebben we niet heel veel last van gehad. Meer problemen hadden we toen hier in de buurt rond 2004 de boel op de schop ging. De verbouwing van de Nor, het pleinenplan en het leggen van rioleringen. Onze klanten konden niet in de buurt van de winkel parkeren. De zaken hier ik de buurt hebben daar ongeveer twee jaar last van gehad. De omzetten kelderden en niemand die je daarvan iets vergoedt. In feite zijn we nog steeds bezig ons van die klap te herstellen. Ook hebben we veel last gehad van de drugsscène. Er heeft zelfs ooit een junk een bronzen beeld uit de zaak gestolen. Door de camerabewaking is de stad stukken veiliger geworden.
bron: Limburger 23 januari 2010
door Wiel Beijer
Citaat uit krantenbericht 1965 na verbouwing:
„Een van de oudste zakenhuizen van Heerlen, de bekende kunsthandel A.F. van Wersch, die in de loop der jaren in onze stad en wijde omtrek een begrip is geworden van goede smaak en degelijk vakmanschap, heeft een grondige modernisering ondergaan. De verjongde kunstzaak A.F. van Wersch mag met recht een sieraad heten van onze stad.”.
In de Limburger van 10 januari 2023 stond een artikel met foto waarop Alphonse van Wersch van de lijstenmakerij uit de Pancratiusstraat in Heerlen staat. Links is Alphonse, dan Ruben Jongen en rechts Max Jongen. De foto is van Marc Ploum. Het artikel ging over een 123 vierkante meter grote modelspoorbaan die zij in Heerlen bouwen.