Bijdrage van Michiel van Wersch.
Mijn broer Philippe, die genealogisch onderzoek doet en de afstamming en verwantschap van het jonkergeslacht Van Werst in kaart brengt, verzocht mij informatie in te winnen over Rudolphe Juliën Jean Warsage. Hiermee borduurt hij voort op het omvangrijke onderzoek van onze vader. Door te achterhalen wie deze Rudolphe was en wie zijn ouders waren, hoopt Philippe meer te weten te komen over een mogelijke familierelatie tussen ‘Van Wersch’ en ‘Warsage’ 1.
Philippe ontdekte in de database van het Drents Archief voor onderzoek naar Drentse personen (Drenlias), dat Rudolphe opgenomen is geweest in Veenhuizen, vlak bij mijn woonplaats Norg (Dr.). In Veenhuizen was toentertijd een Rijkswerkinrichting gevestigd. De vraag rees natuurlijk hoe de Belgische Rudolphe daar terecht was gekomen.
Het onderzoek.
De feiten tot nu toe die in zijn overlijdensakte staan: de geboortedatum van deze Rudolphe is 15 maart 1889 en hij is overleden op 14 januari 1915 te Veenhuizen, gemeente Norg. Als woonplaats heeft Rudolphe Lorwegné (België) opgegeven. Vader en moeder zijn niet vermeld omdat de aangevers van zijn overlijden die die wisten. Als beroep werd door hen mecanicien opgegeven.
Een van de eerste acties was een bezoek aan de begraafplaats van Veenhuizen, waar onder andere verpleegden, gevangenen en werknemers van het gesticht (later Rijkswerkinrichting) liggen begraven. Veel graven dateren uit 1825 en later. Op de plek waar verpleegden en gevangenen begraven liggen, staan witte kruizen zonder naam. De rijen kruizen zijn ingedeeld in vakken, die weer zijn ingedeeld naar geloof. In elk graf liggen meerdere overledenen. Een eindje verder liggen ambtenaren begraven, in een eigen graf met naamsvermelding. Opvallend was een rij van acht kruizen, voorzien van een bordje met daarop de tekst Belgische vluchtelingen 1 t/m 8.
Na uitbreken van de Eerste Wereldoorlog verliet vanaf eind 1914 zo’n miljoen mensen België om naar het neutrale Nederland te trekken. Daar werden de vluchtelingen over de elf provincies verdeeld. In Drenthe zorgde het Drentsch Provinciaal Comité tot hulp en ondersteuning van Vluchtelingen, voor een goed verloop van deze invasie. Ongeveer 1500 van die Belgische vluchtelingen – waarvan 350 afkomstig uit Luik – kwamen, bestempeld als ‘minder geschikte elementen’ via Bergen op Zoom en Assen in Veenhuizen.
Daar werden zij geplaatst in het leegstaande voormalige Derde gesticht. 2 Zij verbleven er ruim zes maanden en werden toen overgeplaatst naar Nunspeet, waar al 10.000 ‘minder geschikten’ zaten. Rudolphe was inmiddels al overleden, evenals zeven andere Belgische vluchtelingen. In onderstaand document is te zien dat Rudolphe de eerste Belgische vluchteling was die in Veenhuizen het leven liet. De namen zijn destijds bijna allemaal verkeerd opgeschreven. Bijvoorbeeld: Warrage in plaats van Warsage.
In vak H. liggen acht personen begraven:
1-01 Rudolf Warrage, 14 januari 1915
1-02 Henri van de Veize , 17 januari 1915
1-03 Pierre J. Colleye, 10 februari 1915
1-05 August van Heissel, 20 maart 1915
1-06 Pierre Francis Gijzeling, 1 april 1915
1-07 Henri Piqueur, 3 mei 1915
1-08 Jean Francois D.Aoust, 8 mei 1915
1-09 Joseph Marechel, 4 juni 1915
Blok 4: Rooms-Katholiek Belgische Vluchtelingen Vak H.
In de Eerste Wereldoorlog is het Duitse leger België in getrokken. Zeer veel burgers zijn naar Nederland gevlucht. In Veenhuizen zijn toen een groot aantal opgevangen in het Derde Gesticht.
Dit gebouw stond toen leeg. De vluchtelingen zijn hier vrij kort geweest.
Een week na het bezoek aan de graven in Veenhuizen werd contact gezocht met Tiny Veenstra. Zij maakte deel uit van de werkgroep, die samen met een van de leden van de Historische vereniging Roon, onderzoek heeft gedaan naar de begraafplaats van Veenhuizen. 3
De begraafplaats van Veenhuizen wordt wel cynisch het Vierde gesticht genoemd. Het kerkhof lag ver buiten het dorp en de gestichten, maar was wel voor beide bedoeld. Het is nagenoeg vierkant en in vieren verdeeld. Een deel was bedoeld voor het dorp, een deel voor het personeel en een deel voor de gevangenen. Deze laatste groep werd tot 1875 anoniem begraven — de graven zijn nauwelijks als zodanig te herkennen. Tussen 1823 en 1875 zijn hier ruim 11.000 mensen begraven. Hervormden en katholieken werden gescheiden van elkaar begraven. 4
Het doel van deze werkgroep was onder andere het vaststellen wie in welk graf begraven lag. Wat betreft Rudolphe waren de aantekeningen tegenstrijdig. Er waren twee notities. Uit de ene bleek dat hij in het eerste graf van de Belgische vluchtelingen zou zijn begraven; het graf bij het eerste kruis naast het bordje. Dit was gewijde grond, dus Rudolphe was – zoals verwacht mocht worden – katholiek. Een andere aantekening gaf echter aan dat hij begraven zou zijn in vak D, ofwel in ongewijde grond aan de achterzijde van de begraafplaats. Een van de redenen om in ongewijde grond begraven te worden was, wanneer men zichzelf van het leven beroofde of overduidelijk niet het katholieke geloof aan hing.
De plaats Lorwegné werd door door de aangevers van het overlijden van Rudolphe opgegeven als woonplaats. Echter Lorwegné blijkt niet te bestaan. De ambtenaar en de aangevers kenden deze plaats niet en vertaalden de oorspronkelijke naam naar wat zij dachten te horen. Aannemende dat Rudolphe gezien zijn naam in ieder geval uit de buurt van de plaats Warsage moest komen, werd in de omgeving van Warsage gezocht naar een plaatsnaam lijkend op Lorwegné. Twee dorpen kwamen in aanmerking. Louveigné en Wegnez, beide in de buurt van Luik. Het bleek om Louveigné te gaan.
Hij trouwde in 1909 met Bertha Marie Cosby en zij kregen een dochter Juliëtte Louise Léopoldine Warsage, geboren in… Louveigné in mei 1913.
Opvallend is dat zijn doopnamen anders zijn dan dat de ambtenaren in Veenhuizen zeiden. De juiste doopnamen waren Julien Adam Joseph Rodolphe Warsage, zoon van Julien Adam Joseph Warsage en Adolphine Lambert.
De volgende stap was een bezoek aan het Drents Archief, een paar dagen later. Daar werd in de Drentse en Asser Courant van zaterdag 16 januari 1915 het volgende berichtje gevonden.
Vergelijking van de gegevens uit dit bericht met de reeds beschikbare informatie over Rudolphe, blijken met elkaar overeen te stemmen. Voeg daarbij de mededeling dat hij in niet gewijde aarde zou zijn begraven en een met pen geschreven opmerking opgehangen achter zijn naam, dan mag aangenomen worden dat hij zich in Veenhuizen van het leven heeft beroofd.
Naar aanleiding van het bovenstaande bestaat de mogelijkheid dat Rudolphe inderdaad in vak D ligt begraven, zonder kruis. Maar er is nog een andere mogelijkheid denkbaar. Tussen januari 1915 en juni 1915 zijn acht Belgische vluchtelingen overleden waaronder Rudolphe. Op het kerkhof staan acht kruizen voor Belgische vluchtelingen. Mogelijk dat Rudolphe onder het eerste kruis ligt begraven.
In bovenstaand krantenberichtje vermoedt men dat de zelfdoding van Rudolphe te maken heeft met chercher la femme. Maar een andere reden zou kunnen zijn dat hij wist dat twee maanden later de Duitsers zouden komen om 340 vluchtelingen met verdacht verleden mee te nemen.
Verder onderzoek in de leeszaal bij het Drents Archief wees uit dat R.J.J. Warsage met gegevens vermeld staat in een register over Belgische vluchtelingen te Veenhuizen 5. Dit boek is echter niet raadpleegbaar en maakt verder onderzoek op dit moment niet mogelijk. In het bevolkingsregister van de Gemeente Norg is slechts de overlijdensakte gevonden van R.J.J. Warsage. 6.
Met mijn dank aan Thijs Rinsema.
Michiel van Wersch
Norg, 14 oktober 2010
Noten
1. Van Wersch 800 jaar op www.warsage.nl
2. Wim Houtman, Nieuwe Drentse Volksalmanak 2000
3. Mijn dank gaat uit naar Tiny Veenstra die mij middels woord en inzage in vele documenten, de beslissende stap in de goede richting deed zetten.
4. http://nl.wikipedia.org/wiki/Veenhuizen (gevangenis)
5. Drents Archief: Toegang 0155, registratienummer 170, folionummer 51.
6. Drents Archief: Microfiches Overlijdensakten Norg 1915.
Anno december 2012 blijkt dit bovenstaande verhaal aanleiding geweest om een boek te schrijven over de Belgische Vluchtelingen van Veenhuizen. Lees hier het persbericht over het verschijnen van Vluchtoord Veenhuizen door Michiel van Wersch.