Paul Servaas van Wersch en zijn neef Harry Vanwersch maakten naast hun vaste baan veel schilderijen. Van Paul zijn er veel bewaard gebleven. Van de schilderijen van Paul Servaas van Wersch weet iedereen die hem kende, dat hij zijn schilderijen niet met een penseel schilderde maar met een plamuurmes. Al het werk van Paulus Servatius van Wersch zijn uitsluitend met palet-messen gemaakt om meteen hele vlakken verf snel en trefzeker op paneel over te brengen.
Het mengen van kleuren gebeurde vaak op het paneel. Dat is ook in zijn zelfportret goed te zien. Palet-messen zouden bij zijn virtuoze werkwijze in grote schildersdoeken snijden. In zijn atelier was geen enkele penseel te vinden. Paul signeerde zijn werk met P.S. van Wersch dat hij met een smal palet-mes in de nog natte olieverf kraste.
In 1928 behaalde hij zijn akte Handteekenen voor het lager onderwijs. In 1935 deed hij examen voor de akte Handteekenen en decoratief teekenen aan het Nijverheidsonderwijs in Rotterdam. Paul kreeg in de oorlog en erna nog lang les van Piet Vermeulen in Maastricht. Zijn plannen om leraar te worden zijn maar vier jaar werkelijkheid geworden toen hij tekenleraar was op de avondschool in Kerkrade. Blijkbaar gaf hij dat op omdat hij als bouwkundig (hoofd)opzichter op de Emmamijn ging werken en later bij DSM. Hij ging in 1938 er voor het eerst naar toe en was 29 jaar. In december 1967 werd de Centrale Bouwkundige Dienst opgeheven en werd hij met zijn collega’s overgeplaatst naar de Afdeling Nieuwbouw DSM.
In zijn leven zijn er zes exposities van zijn werk geweest: in Kerkrade in 1946, 1947, 1948, in 1952 in kasteel Hoensbroek, in Treebeek (foto links) in december 1956, in Geleen in december 1960 en een half jaar voor zijn dood in 1984 in de Stadsschouwburg van Heerlen.
Over de tentoonstelling van 1947 schreef de Gazet van Limburg:
In het casino te Treebeek werd net na Nieuwjaar in 1947 een tentoonstelling georganiseerd van de schilderijen van vijf mijnopzichters. Dat waren Van der Lubbe, Dorleyn, Franck, Van Beek en Van Wersch. Over iedere schilder stond een kort stukje in de Gazet van Limburg
VAN WERSCH Interessant en veelbelovend voor een amateur is de pijlsnelle groei van Van Wersch, die op deze tentoonstelling’ van doek tot doek te volgen is. Waren zijn eerste bloemstukken nog brave ,mooie” schilderijtjes en zijn Roerbrug een aardige Panoramaplaat, in „Storm” wordt hij een schilder die een gedurfde visie eerlijk op het doek borstelt. Toch greep hij hier even boven zijn kunnen daar hij hiervoor zijn kleuren niet genoeg beheerschte en zijn zoeken naar sfeer in te effen donkere toon wilde uiten. „Boerenhuisje” werd echter reeds zoowel in zijn kleuren als in compositie een gaaf schilderij, het latere „Palemig” getuigt in zijn fijnere kleureffecten van dit voortdurend groeien.
1946, Kerkrade
Behalve de door ons in het vorig nummer reeds vermelde Kerkraadse schilders ggen, Ploem, Moonen, Ploum, Nols, Salvini en Stoelinga, zullen ook Peter Körver en van Wersch exposeren op de schilderijen-tentoonstelling, welke van 31 Augustus tot 7 September, wordt gehouden in lokaal Vestjens, Grachterstraat.
Er valt een keur van schilderijen te bewonderen, landschappen, portretten en stillevens in diverse genres en verschillende techniek. Van vele zijden blijkt grote belangstelling te bestaan voor deze expositie in Kerkrade-West en er wordt op een druk bezoek gerekend. Zaterdagmiddag wordt de tentoonstelling geopend door Wethouder H. J. Hubben.
bron: De Zuid-Limburger 31 augustus 1946
In 1946 was er in Kerkrade een verkoop expositie. De parochie Kerkrade West wilde kerkklokken aanschaffen. Zij nodigden zes kunstenaars uit waaronder Paul Servaas van Wersch. De krant schreef: Eenige variaties in het werk van Vanwersch zouden zeker zijn kunst ten goede komen. Zijn werken dwingen ons echter respect af.
bron: Limburgsch Dagblad september 1946
1948, Kerkrade
In 1948 werd 100 Jaar Spekholzerheide gevierd. In de R.K. Meisjesschool was toen een schilderijententoonstelling van plaatsgenoten, waaronder ook Paul Servaas van Wersch.
Paul van Wersch geeft een geheel eigen cachet aan deze tentoonstelling door zijn fraaigestyleerde stillevens.
bron: Limburgs Dagblad 29 december 1948.
1952, Hoensbroek
Tekeningen en schilderijen hangen er bij de vleet. En daaronder zijn zeer vele interessante. Doekjes en tekeningen, die in een echte schilderijenexpositie niet eens zo’n gek figuur zouden slaan. Wij noemen hier de namen van de heren E. Mullery, P. van Wersch en J. Frank.
bron: De Gazet van Limburg.
Er was ook een schilderijen- en tekenwedstrijd waarbij Paul van Wersch als jurylid de prijzen uitreikte.
1960, Geleen
Over de expositie in Geleen in 1960 schreef het personeelsblad van de Staatsmijnen:
Voor liefhebbers van de schilderkunst heb ik een aardig nieuwtje. De talentvolle en bekende schilder Paul van Wersch, hoofdopzichter bij de Bouwkundige Afdeling op het Hoofdbureau, heeft in de grote hal van De Hanenhof te Geleen een tentoonstelling ingericht van eigen werk. Morgen, 17 december, om 4 uur n.m. wordt ze door Paul Haimon geopend met een inleiding over de betekenis van het werk van de exposant. De tentoonstelling loopt tot 29 december en omvat 35 werken. Als u eerstdaags soms in Geleen komt, kunt u er best eens gaan kijken, Zelfs een apart reisje naar De Hanenhof loont der moeite. De expositie is gratis toegankelijk.
Met plamuurmes op hard-board
Paul van Wersch met expositie in Geleen
Bloemstukken en landschappen
In de Hanenhof te Geleen werd zaterdagmiddag onder zeer grote belangstelling een tentoonstelling geopend van schilderijen door de in Heerlen-Molenberg wonende heer Paul van Wersch in zijn vrije tijd geschilderd. Vele collega’s uit het mijnbedrijf waar de heer Van Wersch een belangrijke functie vervult en ook, vooral uit Geleen, veel amateurschilders waren deze hartelijke Zuid-Limburger, ruim 50 jaar geleden in Eys geboren, te midden van zijn bloemige schilderstukken komen begroeten.
Paul van Wersch heeft vaak aan allerlei groepsexposities van amateurs meegedaan, hij vond thans het moment rijp om eens alleen met zijn jongste werk voor de dag te komen. Reeds meer dan een kwart eeuw tekent en schildert hij, maar het is eerst in de laatste tijd dat hij zichzelf heeft gevonden. Zijn beste leermeester noemt hij Piet Vermeulen, de techniek die Vermeulen hem leerde heeft hij echter verwisseld voor een eigen methode. Hij werkt met het gewone schilders plamuurmes. Het lijkt een onmogelijkheid om hiermee ’n nauwgezet luisterende schildertechniek te bereiken, maar voor Paul van Wersch is het een instrument geworden dat hij merkwaardig goed beheerst.
Hij verkrijgt er heel geraffineerde effecten mee. Er is een stilleven op zijn tentoonstelling: glazen en flessen tegen een groene fond. Nu mag men die flessen en glazen ’ns bekijken. Met ’n enkele draai van zijn met is de suggestie gegeven van wat hij meedelen wilde.
Persoonlijk vinden wij dat Paul van Wersch het best slaagde in de verschillende bloemstukken en enkele Limburgse landschappen. Over ’t geheel is hij nog de volbloed levensgenieter, een romantisch Limburger, die een beperking der kleuren een rem vindt op wat hij uitbundig en geestdriftig uit wil zeggen.
In de landschappen is die romantiek dan dikwijls te sterk, niet meer overeenstemmend met het realistische gevoel van onze tijd. Het is de amateur-schilder gegund deze romantiek te schilderen.
Maar nu wij de doeken in Geleen bij elkaar zien, overheerst die romantiek toch wat te zeer. We denken dan aan ’t schilderij met de brug en het gezicht op Eysden. Bij de twee woonwagenkampen en het kleinere doek Bommerig, als ook het doek Oogsten trof de schilder een rake sfeer en wist hij in zijn techniek, die soms ook wel de verf te onbewerkt laat, ook de details geraffineerd in te passen in het geheel.
Bij de bloemstukken is hij het verst. Daar beheerst hij zijn motiefje. Hij schildert het licht in de kleuren die de bloemen hem geven. Hij weet ze levendig en gebonden op het vlak te brengen, telkens anders, meestal behoorlijk. Een veldboeket en Zonnebloemen (er zijn meer titels die het noemen waard zijn) zijn bijzonder geslaagd. Men staat ook in bewondering voor het grote doek Herfst, vooral om de technische afwerking bij diverse partijen, waarbij men de uitbeelding echter weer net iets te lyrisch romantisch kan vinden. Wat dit aangaat, zal men echter deze enthousiaste liefhebber van de schilderkunst maar rustig zijn gang moeten laten gaan want wanneer schilders van zijn slag, door de jonge schilderkunst gedreven, moderne paden inslaan, komt dat hun werk meestal niet ten goede.
Paul van Wersch weet in onderdelen van zijn doeken dingen te bereiken die heel opmerkelijk zijn, er valt voor menigeen zelfs iets van te leren, en een enkele maal raakt hij een stukje poëzie dat, al is er toeval bij geweest, maar daar mag men ook ’n weinig op rekenen men zich zal blijven herinneren. Voor de collega’s die ook schilderen, werd deze expositie ’n verrassing en is zij moedgevend. Een amateur die volhardt en gestaag blijft werken, krijgt op de duur ook zijn beloning.
De heer Paul van Wersch, een regelmatig bezoeker van exposities, is een exponent van de Zuid-Limburgse levenskunst, hij is beschouwer maar hij is meteen actief bezig. Hij heeft het zover gebracht, dat wat hij zelf bereikt en wellicht, bij meer beheersing in de kleuren, nog meer bereiken kan, schoonheidsontroering geeft. Dit is benijdenswaardig, want het is geluk.
P. H.
bron: Limburgs Dagblad 21 december 1960
1984, Heerlen
Tentoonstelling Paul van Wersch
Heerlen -Gisteren is in de foyer van de Heerlense Stadsschouwburg de expositie van werken van Paul van Wersch officieel geopend. De expositie van olieverven wordt gehouden ter gelegenheid van de 75ste verjaardag van Paul van Wersch. De tentoonstelling duurt tot en met 18 november en is dagelijks te bezichtigen.
Het afgebeelde schilderij staat hieronder in kleur onder het kopje Aan de Geul.
Ook in 1986, dus na zijn overlijden, was er een unieke expositie van hedendaagse schilderijen in Heerlen waarbij ook het werk van Paul van Wersch aanwezig was. Andere schilders waren o.a. J. Befort, P. Brouwer, P. Wilhelmus, R. de Haan, H.J. Wijngaard, Cor le Maire, Charles Eijck.
Schilder en mijnbeambte
Paul Servaas van Wersch werd op 6 november 1909 in Eijs-Wittem geboren als zoon van een huisschilder. In 1928 behaalde Paul de akte handtekenen voor het lager onderwijs en zeven jaar later deed hij in Rotterdam examen voor de akte handtekenen en decoratief tekenen. In Maastricht kreeg hij in en na de Tweede Wereldoorlog geruime tijd les van de kunstschilder Petran Vermeulen (1915-1988).
Sinds 1925 was Van Wersch werkzaam als (kerk) schilder en had hij enkele jaren zijn eigen schildersbedrijf. Ook werkte hij een tijdje als tekenleraar op de ambachtsschool in Kerkrade en was hij examinator schilderen bij de Stichting Landelijke Vakopleiding.
In 1938 trad hij in dienst bij Staatsmijnen. Daar klom hij van schilder op tot bouwkundig hoofdopzichter. In 1969 ging hij bij DSM met pre-pensioen.
Zijn werk als kunstschilder deed Van Wersch als hobby. Kenmerkend voor zijn werkwijze was zijn gebruik van het paletmes, waarmee hij de verf opbracht. Hij bouwde een oeuvre op van meer dan duizend werken. Lang niet alles daarvan had de mijn als thema. Op het doek in de collectie van het Continium is Staatsmijn Hendrik echter het onderwerp. Rechts in het midden, halfverscholen in het groen, is het karakteristieke hoofdgebouw van de mijn te zien. De mijn had aan de architectuur van dat gebouw zijn bijnaam ‘de boerderij’ te danken. Daarachter is de bolvormige watertoren zichtbaar, een ander markant herkenningspunt van de Hendrik. Centraal op het schilderij beeldde Van Wersch de twee oudste schachten van de mijn af, met links daarachter de gebouwen van de wasserij. Uiterst rechts op de achtergrond is nog net de luchtschacht (Schacht III) bij Nieuwenhagen te zien.
Diverse afbeeldingen
Zelfportret
Op zijn bidprentje stond: Als hij zijn eigen leven had moeten schilderen was het beslist een eenvoudig schilderij geworden. Schilderen was zijn lust en leven maar hij was nog lang niet klaar. Zijn laatste werk zal zonder hem drogen.
Volgens zijn weduwe waren er wel meer dan duizend schilderijen door hem gemaakt. Hij schilderde tenslotte vijftig jaar lang. De schilderijen zijn de hele wereld overgegaan, vooral naar vrienden, familie en kennissen.
Klik hier voor Paul van Wersch in de Wittemse Tak.