Genealogische website Warsage

volledige aflaat wersch

Jacques van Wersch maakte in 1882 een reis naar Rome. Na zijn bezoek kreeg hij, namens paus Leo XIII een oorkonde voor een volledige aflaat voor hem en voor hen waarvan de namen ook in deze oorkonde staan. Over het algemeen waren het geestelijken en een enkele leek waaronder de burgemeester van Kerkrade. Leo XIII was in 1878 tot paus gewijd. Hij leidde de kerk tot zijn 93ste toen hij in 1903 overleed.

 

De groep was divers in leeftijd. Deken Quodbach was de oudste, 79 jaar. Hij zou zes maanden na Jacques’ reis overlijden. De jongste was 27, zes waren dertigers, een was 48 en vier vijftigers.

 

De tekst in de oorkonde luidt:
Beatissime pater Jacbus van Wersch, sacerdos disc Ruremond.  Romae praesens et brevi discessurus, humillime supplicat SANCTITATI VESTRAE, ut dignetur benigne concedere sibi et omnibus suis consanguineis, ac affinibus in tertis gradu, necnon duodecim personis infrà nominatis, Indulgentiam Plenariam in articulo mortis dummodo tunc vere poenitentes et confessi ac sacra Communione refecti, vel quatenus id facere nequiverint, saltem contriti, Nomen JESU ore si portuerint, sin minus corde devote invocaverint. Quam Deus etc

 

Zeer Eerwaarde Vader.
Jacobus van Wersch priester in het bisdom Roermond was in Rome en gaat binnenkort weer terug. Nederig vraagt hij van Uwe Heiligheid of hij hem en al zijn familieleden, zoals in de derde graad, en de twaalf personen die hieronder staan genoemd, om een volledige aflaat bij het overlijden, onder voorwaarde dat zij boete gedaan hebben, gebiecht en de Communie ontvangen hebben. Of als dat niet mogelijk is en zij berouwvol zijn, of de naam van Jezus uitgesproken hebben, als dat mogelijk is of anders dan tenminste een vroom hart hebben. Zodat God etc.

 

De twaalf namen:

1. Aeg. Quodbach,
2. Xav. Neujean,
3. Aloysia Hoven,
4. Joan Alberdingk,
5. Ern. Menten,
6. Bern. Pothast,
7. Hub. Reighard,
8. Jos Schmitz,
9. Jos Hanover,
10. Ant. Wiertz,
11. Ignatius Daelen,
12. Wilh. Kreiten.

Aegidius Joseph Quodbach (1803-1882) werd in 1835 pastoor van Kerkrade. In 1842 legde hij de eerste steen voor de Lambertuskerk in Kerkrade en in 1850 de eerste steen voor de Martinuskerk in Spekholzerheide. In 1859 werd hij tot deken gewijd, in 1872 werd hij benoemd tot judex synodalis (rechter over geestelijke zaken). Zijn 50-jarig priesterjubileum vierde hij in 1876. In dat jaar zegende hij samen met kapelaan Van Wersch en Neujean (die met hem ook naar Rome zouden gaan) het klooster van de Elisabetherinnen in het Ansteldal in Kerkrade in. Ondertussen werd hij ook nog benoemd tot ere-kamerheer van de paus. Aegidius Joseph Qudbach overleed in december 1882.

neujeanAntoon Ferdinand Frans Xaverius Neujean, in 1872 tot kapelaan van Kerkrade, in 1892 pastoor van Roosteren en in 1895 tot pastoor van Bocholtz gewijd, werd in 1846 geboren en overleed in 1924. In april 1920 kreeg hij van de parochianen een bronzen Heilig Hartbeeld aangeboden. Bij zijn gouden priesterjubileum in 1922 werd hij benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau. 

 

Arnold van Wersch, de broer van Jac. van Wersch en missionaris in Canada, kende kapelaan Neujean ook. In een van zijn brieven vroeg hij Jac. hem te groeten.

Anna Mathilde Hubertina Hoven werd in 1824 geboren. Zij trad in in de orde van de Ursulinen en stichtte in 1888 de Ursulinenschool in Kerkrade waar zij moeder-overste van was. Mathilde Hoven was de enige vrouw in het gezelschap van twaalf mannen. Haar religieuze naam was Mère Aloysia. Zij overleed in december 1888.

jan AlberdingkJoannes Carolus Alberdingk Thijm was de zoon van de bekende schrijver Alberdingk Thijm. Hij werd in 1847 geboren, studeerde in Rolduc en trad in 1869 in in de orde van de Jezuïeten. In 1879 werd hij tot priester gewijd en in 1882 tot leraar in Mariëndaal bij Grave. Hij werd in 1879 pastoor van de Sint Ignatiuskerk in Amsterdam en in 1903 rector van de Jezuïeten in Oudenbosch.

 

Joannes Alberdingk was een zeer goede vriend van Jac. van Wersch. Vrijwel ieder boek dat Joannes schreef of vertaalde gaf hij hem met een aantekening als: mijn goede vriend, mijn trouwe vriend. De Dietsche Warande, door zijn vader gesticht, publiceerde artikelen van hem. Joannes Alberdingk overleed in Grave in 1926, 79 jaar oud

mentenJosephus Ernestus Hubertus Menten, pastoor van Maastricht, had de titel monseigneur omdat hij en Huisprelaat en Geheim Kamerheer was van Zijne Heiligheid de paus. Hij droeg meer titels: deken van Maastricht, Kanunnik van de kathedraal kapittel van Roermond, Erekanunnik van het kapittel van Luik, drager van het kruis Bene Merenti en van de kerkelijke onderscheiding Pro Ecclesia et Pontifici. Hij kreeg de Commandeurs-orde der Advocaten.

 

Tenslotte was hij officier in de Orde van Oranje-Nassau. Ernestus Menten was in 1834 geboren, in 1859 priester gewijd, professor in Rolduc, pastoor in Echt en in 1891 pastoor in Maastricht. In 1911 werd hij hier deken. Hij was ook doctor theologiae honoris causa. In 1914 legde hij de eerste steen voor de Lambertuskerk in Maastricht. Hij overleed in mei 1920, 86 jaar oud. De bekende Limburgse kunstenaar Charles Vos ontwierp zijn grafmonument.

pothastBernard Antoine Pothast was muziekleraar aan het seminarie Rolduc. Hij werd in 1824 geboren. Hij componeerde diverse missen en vele andere stukken waaronder Adieu Rolduc. Hij speelde viool en gaf vioolles. In 1843 werd hij directeur de Musique, 19 jaar oud. In 1848 werd hij tot priester gewijd. Jarenlang voerde men in Rolduc zijn vierstemmige compositie Matthäus Passion op. Bernard Pothast overleed in 1904. Op Youtube staat geen enkele compositie van hem. 

 

Math Dicker (www.rolduc.org) vond in 2018 uit waarom Pothast door Jacques van Wersch genoemd werd. Hij schreef: Pothast was altijd op zoek naar bijzonder jongensstemmen voor zijn koren en muzikale uitvoeringen; die leerlingen zijn bekend en jawel Jacques had een bijzondere sopraanstem en behoorde tot die groep;  op 17 augustus 1864 bij de prijsuitreiking zingt hij samen met nog 3 medezangers [een tenor, mezzo-sopraan en alt]  de ballade Hoogste Troost. Op 25 november 1864 nogmaals dat werk maar ook bij de uitvoering van der Erlkonig, de ballade van Goethe. Op 19 februari 1865 zingt hij Les deux Savoyards. Daarna komt hij niet meer voor, ik denk dat zijn sopraanstem is gebroken. 
Klik hier voor meer info over Bernard Pothast en luister tevens naar zijn muziek.

Pothast Erlkoning
Pothast Erlkoning

reighardAdelard Felix Hubert Reighard, geboren 1848, werd in 1874 tot priester gewijd en gelijk al tot leraar Nederlands en Engels in Rolduc benoemd. Dat bleef hij achttien jaar waarnaar hij van 1882 tot begin 1908 directeur van de bisschoppelijk kweekschool voor onderwijzers in Echt was.

 

In 1908 kreeg hij met zijn zestigste een pensioen van ƒ. 1710,- per jaar. De Limburgsche Onderwijzersclub voor Drankbestrijding had hem in 1920 als geestelijk adviseur. Hij vierde in 1924 zijn gouden priesterjubileum. Hierbij werd hij door monseigneur Schrijnen benoemd tot ere-kanunnik van het kathedraal kapittel benoemd. Het behaagde de koningin in 1925 hem te benoemen tot officier in de Orde van Oranje-Nassau.

 

Vanwege een zware ziekte werd hij in februari 1932, 84 jaar oud, bediend. Hij genas. In 1934 vierde hij zelfs zijn diamanten (60-jarige) priesterjubileum en in 1939 zijn 65-jarig priesterjubileum. Wegens zijn verdienste om Duitse kinderen in de Eerste Wereldoorlog verzorging te bieden kreeg hij van het Duitse Rode Kruis het Erekruis Tweede Klasse. Kanunnik Reighard overleed in juli 1942, 94 jaar oud.

Antonius Theodorus Josephus Schmitz, geboren 1855, was professor in Rolduc. Hij werd in 1879 tot priester gewijd. In 1901 werd hij tot pastoor van Oirsbeek gewijd waar hij in 1904 zijn 25-jarig priesterjubileum vierde. Hij was in 1908 pastoor in Klimmen en overleed in 1918, 63 jaar oud.

jos HanoverHubert Joseph Hanöver was muziekleraar in Rolduc. Sinds 1869 was hij hier pianoleraar. Als zodanig was hij sinds 1872 ook de dirigent van de studentenharmonie Rolduc.

Hij werd in 1852 geboren en directeur (=dirigent) van het kerkelijk zangkoor en organist van de Lambertuskerk, waar Jac. van Wersch kapelaan was. Ook was hij dirigent van de harmonie St. Caecilia uit Kerkrade. Jos Hanöver overleed in juli 1927. Hij werd 74 jaar oud.

Antonius Wiertz schonk Jac. van Wersch, pastoor in Spekholzerheide, een miskelk. Hij was koster in Kerkrade en familie van Jac. van Wersch. De vrouw van Antonius was de achternicht van Jac. Zij hadden dezelfde overgrootvader.

Karel Ignatius Jozef Daelen was tussen 1880 en 1901 burgemeester van Kerkrade. Ook was hij vanaf mei 1883 (en in 1895 herkozen) lid van de Provinciale Staten van Limburg. Juli 1901 vroeg hij ontslag aan als burgemeester van Kerkrade, hetgeen eervol verleend werd. De burgemeester kreeg een pensioen van ƒ 500,- Hij was de tweede leek die mee naar Rome ging. Ignatius Daelen werd in 1829 geboren en overleed in december 1902, 73 jaar oud.

Wilhelm Kreiten was een Duitse Jezuïet. Hij vierde in 1898 in het Elisabethklooster in Kerkrade zijn 25-jarig priesterjubileum. In 1877 kwam hij wegens een longaandoening vanuit Duitsland naar Kerkrade en bleef vervolgens in dat klooster wonen. Logischer is echter dat hij vanwege de vervolging van de katholieke dichters (Kulturkampf) van Duitsland naar Limburg vluchtte. Kreiten was bekend als schrijver, dichter en stylist. Hij werd in 1847 geboren en overleed in 1902.

De oorkonde

leo xiiicoat of armsBovenaan in het midden is paus Leo XIII door twee cherubijntjes omgeven. Daaronder links op de pilaar is de zweetdoek van Veronica met het ware portret van Jesus (vera iconi). Daaronder staat Petrus met de sleutels. Rechts staat Paulus met het zwaard waarmee hij onder Nero onthoofd werd. Boven hem is een afbeelding van een deur met een kruis. Dat is de dichtgemetselde heilige deur van de Sint Pieter. Die gaat alleen open tijdens een Heilig Jaar.

 

Dan zie je het wapenschild van paus Leo XIII: Het wapenschild van paus Leo XIII verwijst  eerst en vooral naar het oorspronkelijke embleem van zijn familie, de Pecci. Zijn familie was van kleine adel en oorspronkelijk afkomstig uit Siena. De Pecci verhuisde uiteindelijk naar Carpineto Romano, de geboortestad van Leo XIII. In het midden van het wapenschild staat een boom, die een soort combinatie is van een carpino (waarnaar het dorp genoemd is) en een cipres (teken van dood en eeuwig leven in het hiernamaals). Er staan ook twee fleurs-de-lis op die verwijzen naar Florence en zo de oorsprong van de familie in herinnering brengen.

Het geheel wordt doormidden gesneden door een soort regenboog en bekroond door een ster. Deze ster verwijst naar de wapenspreuk van Leo XIII Lumen in caelo.
bron: www.leoxiiiseminarie.org

 

Onderaan staat de vier belangrijke kerken van Rome. Links de Sint-Pieter, dan de Sint Jan Lateranen, St. Maria Maggiore en tenslotte de Sint Paulus buiten de Muren.

 

Namens de paus ondertekende Kardinaal PRO Dno Card Th. Mertel  het document.  Dat was de Duitse kardinaal Theodulf Mertel (1806-1899). Hij was minister van de paus.

 

Om meer te weten over het seminarie Rolduc. Klik hier.

Klik hier voor Jacques van Wersch in de Simpelveldse Tak.

error: