Genealogische website Warsage

1. Frans van Weers

 

vrije volk 13 jan 1955In het Vrije Volk van 1955 stond deze kop. Hierin wordt geschreven over Frans van Weers. Omdat het verhaal zich in Hoek van Holland afspeelde, kan men veronderstellen dat er een nieuwe tak van de stamboom gevonden werd. De naam Van Weers komt namelijk niet voor in die plaats. Onderzoek wees uit dat het niet Frans van Weers betrof, maar Frans de Weers. Wellicht is die achternaam verwant aan Van Weers, maar bewijs daarvoor is er niet. De krant gebruikte een verkeerde achternaam.

2. J. van Weerst

 

bataviaansch-nwsbld-1888In het Bataviaansch Nieuwsblad van 1888 werd J. van Weerst Jr. genoemd. Onderzoek in de Indonesische Stamboeken wees uit dat J. van Weert jr. bedoeld werd.

3. G. van Weerst

In de Tijd van 16 december 1896, staat bij Bevallen G. van Weerst – Schreuders. In feite ging het over Wilhelmus van Wierst die in Amsterdam op 12 december 1896 een dochter kreeg bij Gerarda Schreuders.

4. Van Weers

In de krant Voorwaarts van 1929 staat dat het echtpaar Van der Vorm en Van Weers een dochter kreeg. Het echtpaar woonde in Rotterdam. Omdat deze achternaam Van Weers vrijwel niet in Rotterdam voorkomt, heeft onderzoek uitgewezen dat het Maria Weers betrof. Naast de familienaam De Weers komt dus ook de naam Weers voor. Echter beide achternamen behoren niet tot de Stamgenoten.

5. G.B. v.d. Wersch

 

haarlems-dagblad-24-mrt-191In het Haarlemsch Dagblad van maart 1911 staat deze overlijdensmelding. Hé… een v.d. Wersch. Ook hier betreft het weer een fout. In maart 1911 overleed Wilhelmus Franciscus van der Wensch

6. Heer Wersch

 

kanton-weert-dec-1935

In het Kanton Weert van 13 december 1935 staat dat de beugelclub Sint Agatha in Grathem gebruikt maakte van de beugelbanen van de heer Wersch. Dit moet echter de heer Wirtz zijn.

7. Th. van Wers

 

noord-brabander-13-juli-185In de nacht op 9 op 10 juli 1854 is in Udenhout een huis van notaris Van den Bosch in brand gegaan. De bewoner J.v.H. was eruit gezet. De meubels zouden verkocht worden en waren nu verbrand. Na onderzoek werden gevangen genomen: C. van Hulten, C. van den Bosch en Th. Van Wers. Aldus de krant.

 

Vervolgens gezocht in de rollen van rechtbank Den Bosch en Breda tot eind 1854. Niets gevonden. Wel dat er een C. van Hulten in februari 1854 in Udenhout opgepakt was wegens stroperij. Hij was de smid en onbezoldigd jachtopziener. Het bevolkingsregister van Udenhout van 1850-1860 leverde geen passende namen op. Wellicht werd in de krant foutief Th. Van Wers gebruikt? Uiteindelijk bleek het te gaan om Theodorus van de Weem die toen 17 jaar was. Hij was in 1854 samen met zijn vader opgepakt voor een andere zaak.

bron: De Noord-Brabander, Staat- en Letterkundig Dagblad, 3 juli 1854

8. Mej. A. van Weers

leeuwarder-courant-6-febr-1

In dit artikel uit 1936 wordt gesproken over twee zussen met de achternaam van Weers uit Schiedam. Deze achternaam komt niet voor in Schiedam. Op 5 februari 1936 overleed Adriana Weers in haar huis aan de Galileistraat 89 in Schiedam.

9. G. van Weers

 

dgbl-vh-zuiden-2-sept-1943

In september 1936 stond bovenstaand artikel in het Dagblad van het Zuiden. Pastoor Van Weers was overleden. Ook hier was het weer een foute schrijfwijze. Het betrof pastoor G.J.H. van Wees die in 1926 pastoor werd van de Sint Laurentiusparochie in Ginneken, bij Breda.

10. H. van Weers

rdamnwsbld-13-jan-1898Moordaanslag Oppert.

Op oudejaarsavond was de stoker der Haarlemsche gasfabriek H. Van Weers genaamd, in Haarlem met eenige vrienden „uit” geweest, toen bij, thuis komende, te vergeefs aanklopte om binnen gelaten te worden. Wel was zijn vrouw, die een bierhuis hield in huis – er was zelfs nog een bezoeker in het lokaal- maar haren man deed zy niet open. Het gevolg was dat deze weer aan den sjouw ging, en den volgenden morgen toen bij terugkeerde wel het kooitje, maar niet meer het vogeltje vindend. Zyn echtgenoote was vermoedelijk met den bedoelden bezoeker naar Rotterdam vertrokken. Waar zy evenwel verblyf hield vernam Van Weers niet eer dan gisteren.

 

Hij stapte terstond in den trein en begaf zich, hieraangekomen, naar den Oppert, waar hy den ganschen dag vóór het pand No. 169 de wacht hield, om eindelijk gisteravond om 7 uur zijn geduld bekroond te zien door de verschijning zijner vrouw en die van den man. die op Oudejaarsavond in haar bierhuis zich bevond. Nu kon hij zijn woede niet langer bedwingen. Hij trok zyn mes en sprong als een bezetene op zijn vrouw los, die hij een gevaarlijken steek in den rug toebracht, van 6 c.m. lang en 3 c.m. diep.

 

Nog een eindweegs liep de vrouw voort, doch op het Groote Kerkplein zakte zy ineen, zoodat de politieagenten baar opnamen en haar naar het bureau aan de Lange Torenstraat brachten, waar weldra de doktoren Mees en Kodde aanwezig waren. Het bleek hun dat de messteek ter hoogte van de vyfde rib was toegebracht, en dat de toestand der gewonde vrouw hoogst bedenkelijk was, zoodat zij op hun advies, na een kort verhoor, en na voorloopig verbonden te zijn per brancard naar het Ziekenhuis werd vervoerd. De dader werd terstond gegrepen, evenals de man met wie zij in gezelschap was.

 

Beiden zyn op het politiebureau in de Lange Torenstraat in bewaring gesteld waar zy door den commissaris, den heer D. M. Ebbeler in verhoor zijn genomen.

De vrouw is 24 jaar oud. Nader vernemen wij nog, dat de naam der vrouw is Petronella S. Van Kampen, gehuwd met Hendrik Van Weers, en dat haar toestand nog steeds niet buiten gevaar is. Gisteravond werd zij zelfs voorzien van de H.H. Sacramenten der stervenden. De man met wien zjj in gezelschap was, en die zich op Oudejaar in haar bierhuis te Haarlem bevond is door de politie op vrye voeten gesteld. Haar man bevindt zich nog in arrest. Hij staat onder zorgvuldig toezicht.

 

bron: Rotterdamsch Nieuwsblad 13 januari 1898

weers kampen

Het betreft het echtpaar Hendrik de Weers en Petronella Sophia van Kampen die in 1892 getrouwd waren.

11. Van Wersch

bewerkt-nw-venlosche-couran

Een beroepsoplichter
Een nieuwe methode, die ook mislukte.
Voor enkele dagen kreeg de heer G. te Herzogenrath bezoek van zekeren van B. uit Kerkrade, die zich als mijn opzichter en vertegenwoordiger van een verzekerings-maatschappij voorstelde en zeide Van Wersch te heeten. Van B. zou G. aanstellen tegen een borgstelling als agent en zou minstens ƒ 20.— per week verdienen, G. stortte het geld en een contractje werd opgemaakt. Spoedig bleek, dat hij het slachtoffer was geworden van een geraffineerd oplichter. Op verzoek der Duitsche politie werd van B. te Kerkrade gearresteerd en Woensdag is hij ter beschikking van de justitie te Maastricht gesteld.
Van B. is herhaaldelijk wegens oplichting veroordeeld. Het laatst nog in April met een proeftijd van een jaar.

bron: Limburg Koerier 3 juli 1930

12. Georgette Van Wersch

 

georgette

Op 16 september 1877 overleed, 14 jaar oud, in het Luikse ziekenhuis Georgette Van Wersch. Zij was geboren in Ougnée bij Luik. Volgens de ziekenbroeders die haar overlijden aangaven, heette haar moeder ook Georgette Van Wersch. Haar moeder was al overleden, dus er was niemand die haar moeder gekend had en daardoor haar naam niet wist.

Nu komt de plaats Ougrée niet voor in de diverse Takken, dus wellicht een nieuwe tak? Nu blijkt dat haar moeder Marie Therese Vanwerich was die als ongehuwd moeder, 30 jaar oud, wonend in Keulen, in Ougrée haar dochter Georgine kreeg.

13. Van Wersch 

 

arthur-japinHet boek van Arthur Japin: De zwarte met het witte hart, speelt in de 19e eeuw en gaat over twee Ashanti prinsjes die “weggeven” worden aan koning Willem I. Dit in het kader als onderpand voor een illegale slavenhandel van de Nederlandse regering. Dit is echt gebeurd. Hun gegevens zijn te vinden in het gemeente archief van Delft. Hun namen waren Kwasi Boakye en Kwame Poku.

Japin verhaalt dan dat zij in een internaat geplaatst worden waar zij onderwijs kregen. Hun klasgenoten reageren slecht op de twee jongens en er wordt gevochten. Als een van de aanstichters noemt de auteur een Van Wersch. Het verhaal speelt zich af in Delft.Navraag bij de schrijver blijkt dat hij deze naam uit het telefoonboek had gehaald.

14. Barend van Wersch 

 

bredewold

In het boek van Ruud Bredewold: Papier Maché: de macht van de uitgever staat:
De vrouw van Max de Wit is omgekomen en hij is naar Zuid-Afrika gevlucht. Nog is dit niet genoeg. Hoeveel weet Max de Wit, voormalig agent van de AIVD, over één van de grootste krantenuitgevers van Nederland: Barend van Wersch? Is de democratie in gevaar? Het antwoord staat in deze spannende misdaadthriller, die zich afspeelt aan het eind van de jaren negentig. Een verhaal vol bedrog, sex, drugs en chantage. Gaat deze uitgever, een voormalig beursgenoteerde onderneming, letterlijk over lijken om zijn imperium uit te breiden?
bron: http://www.ruudbredewold.com

 

Bovenstaande tekst komt van de website van de auteur. Navraag leverde op dat hij de achternaam ergens was tegen gekomen en daarom gebruikt heeft.

15. Charles van Wersch

De schrijver A. Jurriaan Zoetmulder (1881-1972) voerde in zijn boek: Langs de doolhof uit 1923 een Roman van een familie, op Vijftien maal noemt hij de fictieve Charles van Wersch.

16. Harry van Weers

 

harry-van-beers

In 1981 nam Harry van Weers afscheid van de gemeenteraad van Linschoten. Hij zat daar sinds 1974 als raadslid namens Gemeentebelangen. Het blijkt te gaan om Harry van Beers, VVD wethouder van de buurgemeente Montfort.

foto: de IJsselbode 27 januari 1981

17. Juffrouw van Weers 

 

haarlems-dgbl-12-mei-1930

De schrijfster Catharina Magdalena Gaerthé werd op 17 mei 1881 in Zwolle geboren waar zij met conrector Van Hille trouwde. Na enkele jaren verhuisden zij naar Den Haag waar hij rector aan het gymnasium werd. Catharina (To) schreef toen al diverse boeken. In één van haar boeken uit de Haagse tijd staat bovenstaand stukje. Logisch dat zij de naam van Weers gebruikte want deze achternaam kwam toen en komt nog steeds voor in Den Haag.

18. J. van Weerst. jr.

 

In het Leidsch Dagblad van februari 1888 stond dit bericht. Duidelijk is dat het over Indonesië gaat. De Afdeling Sekampong was een kleiner dorpje dan de Afdeling Toelang Bawang dat in die tijd ongeveer 1800-1900 huizen telde. Sekampong telde ongeveer 600 huizen. Beide dorpen liggen in het Lampongsche district. Vandaag de dag heet deze streek Lampung. De dorpen en de streek liggen in zuid oost Sumatra. De aspirant controleur J. Van Weerst jr. werd naar deze plaats overgeplaatst.

 

Wat doet een aspirant controleur?
De bestuurshervorming van 1866 stond in het teken van de bescherming van de inheemse bevolking tegen willekeur van niet alleen de eigen hoofden, maar ook van de Europeanen. Hiertoe werd het Nederlands Binnenlands Bestuur gemoderniseerd. De administratieve macht werd gescheiden van de rechterlijke macht. Op Java kwam naast iedere resident een assistent-resident, die aan het hoofd stond van een afdeling. In de afdelingen traden de controleurs op als de vertegenwoordigers van de resident en assistent-resident. Zij waren de ‘pioniers van vooruitgang en beschaving’, maar zonder eigen bevoegdheden. De benaming ‘Controleurs der Landelijke Inkomsten en Cultures’ sloot niet meer aan op de werkzaamheden en werd gewijzigd in ‘Controleur bij het binnenlands bestuur’. In 1874 verscheen ook de titel ‘aspirant-controleur’.
bron: http://www.ambtskostuums.nl/ambtskostuums/kolonien/introductie_bb.htm

 

Maar wie is J. van Weerst jr.? Uit nader onderzoek blijkt dat in de Javabode van 21 januari 1888 en in het  Nieuws van den Dag, kleine courant van 27 februari 1888 het bericht staat dat de aspirant-controleur J. van Weert Jr. overgeplaatst is van de afdeling Sekampong naar de afdeling Toelang Bawang.

19. Doctor van Weers

 

In 1853 verscheen het boek Augustus Berneman en de Zijnen geschreven door Dr. Pronius. In hoofdstuk 2 van het derde deel introduceerde hij Doctor Van Weers.

In zijn inleiding schreef hij over het boek : Een roman als uit het leven gegrepen, met menig treffend en leerzaam tafereel; geschreven in een aangenamen stijl en wèl geschikt om de aandacht te boeijen. De gevaren der jeugd; het verlaten van den goeden weg; het voorthollen op en terugkeeren van den kwaden; de trotschheid en de nederigheid; de grootheid en de val; de schijn en het wezen, de rust na den storm, ziedaar in weinig woorden waar dit schoon geheel voorstellingen van bevat.

 

Dr. Pronius is het pseudoniem van Cornelius Tiele (Leiden 1830-1902). Hij was eerst dominee voordat hij professor in de Godsdienstgeschiedenis in Leiden werd. Hij schreef veel boeken over de geschiedenis van het geloof in Mesopotamië en Egypte. In 1853 was hij klaar met zijn studie en werd dat jaar geroepen als dominee in Moordrecht.

20. Mr. Van Weers

In een krant van 1920 verscheen een kort verhaal geschreven door Vidi.

 

Zij zaten tegenover elkaar in het patroons- kantoor — de twee directeuren.. De jongste was er altijd ’t eerst. Zóó vroeg kon geen van de bedienden op z’n post zijn, of de portier gaf het welbekende wenkje: wenkbrauwen optrekkend, eventjes knikkend. Hij is er al hoor… Waarop employé zich haastte, fiets in rek te zetten, trap op te vliegen, jas en hoed te bergen. Zich te gaan melden. Dat was instructie van jongsten directeur. Presentielijst vertrouwde hij niet. Ze hadden zich te melden, persoonlijk, van den oudsten boekhouder af tot jongste duvelstoejagertje. Men had te tikken aan de deur van directeurskamer.

 

Dan klonk zijn koel, streng afgemeten: „Ja!… Employé trad schuchter hem angstig aanziend binnen. Maakte deferente buiging. Jongste patroon keek hem even aan met streng observeerend oog. Zette schrapje naast naam op lijst, die hij bij zich had. ’t Is goed, zei hij. Employé verdween.

 

Voor meneer De Haan, den oudsten boekhouder was ‘t een hard gelag geweest. Hij had er met den oudsten directeur over gesproken — gemoedelijken, jovialen man. Die had schoon beseffend dat ’t vruchteloos was, collega¬ compagnon gepolst.

 

 „Zeg, Van Weers”, zei hy — je weet. De Haan is al over de dertig jaar hier. Hij is eerlijk als goud en stipt als een chrononieter. Ik zou hem niet net als Keesje, hier des ochtends zich laten melden. ” „Ik maak geen uitzondering” zei de jongere, — „ik denk er niet aan.” Meneer Janssen, de oudste directeur, werd even rood van opkomenden wrevel. Achttien jaar lang had hy ’t beheer alleen gevoerd.

 

Van Weers was, kort na z’n promotie, eerst volontair geworden. Toen snel opgeklommen. Een van de meest invloedrijke aandeelhouders was een oom van hem. Met den zoon van den wethouder, dien het kantoor telkens noodig had, was hy intiem bevriend. Vruchteloos had meneer Janssen getracht tegen te houden dat mr. Van Weers ten slotte naast hem in de Directie werd geplaatst. Het harde, kil- afgepaste, onvermurwbaar strenge van den jongere drukte hem. Hy voelde iets schuws, bedeesds tegenover hem. In het begin had er wel eens ruzie gedreigd, was meneer Janssen wel eens opgestoven, er voor bedankend zich door jongere te laten op den kop zitten. Mr. van Weers had ijzeren zelfbedwang, beheerschte zich. Sprak slechts een paar scherp sarcastische spotwoorden naar den vorm zeer hoffelijk. Hij won ’t pleit. Meneer Janssen miste de „Ausdauer” om hem te weerstaan.

 

Er werd weer getikt. „Ja!” zei de koude stem van jongsten directeur. Een bleek hoofd kwam te voorschijn —met schuwe, zoekende als telkens schrikkende oogen. Mr. Van Weers keek naar de rustig tikkende pendule. En op z’n horloge. Fronsde de wenkbrauwen. ,,’t Is bijna kwart over negen” zei hy tot employe. Deze mompelde iets op schorren toon. Directeur liet hem herhalen. Teekende iets aan op lijst. „Dat is de derde maal in twee weken. Kramers!” zei hij, „ik noteer je nu voor een gulden boete. Wees voorzichtig dat ’t niet weer spoedig gebeurt. Of ik tref andere maatregelen. Je kunt gaan” — Oudste patroon zat, met schutterige gebaren, driftig tastende vingers, potlood aan te slijpen. Hy vond ’t kras. En hij wist, welke zorgen Kramers, den afgestraften employé drukten — Ruim een jaar voordat mr. Van Weers in de directie kwam, was ’t gebeurd. Dat hij Kramers op het kantoor had genomen. Ondanks alles… Niemand had er, in de naaste omgeving eenig vermoeden van.

 

Maar meneer Janssen had Kramers gekend als een vroolijken, zachten, zwakken knaap, oogappel van onverstandige moeder. Hij wist, dat de jongen zou worden wat degenen, die invloed op hem hadden, van hem wilden maken. Toen was er in het leven van den zwakkeling, gekomen de egoistische,, zinnelyk wufte, geslepen deern, die besefte, dat zij hem kon winden om haar hand, als willoos werktuig. Zy had zich ingedrongen bij de onverstandige, oppervlakkige moeder. Zich weten voor te doen — met duivelsch geraffineerde sluwheid — als engeltje van goedheid en opoffering. En de moeder alras verblind.

 

Zij gaf haar toestemming tot het huwelijk. En toen Nelly met Andries Kramers wettig getrouwd was, wierp zy het masker af. Zij dwong hem ver boven zijn middelen te leven. Zij verkoos ’s avonds uit te gaan — uit te eten, dan naar komedie of bioscoop. Dikwijls per rijtuig thuiskomend, ’t Werk liet mevrouw Nelly aan de meid over. De schulden stegen voortdurend. Andries Kramers durfde nauwelijks protesteeren. Sidderde bij de gedachte, dat zij van hem weg zou gaan — waarmee Nelly telkens dreigde. Hij vond alles goed. Betaalde peperdure rekeningen van mode-magazijnen, van de naaister. Zijn fortuin slonk al meer.

 

Uit angst had hij Nellv belogen. — Zijn vermogen veel hooger genoemd dan ’t was. De debacle, ineenstorting, werd al dreigender. Moeder, die nu begreep, welk ongeluk over haar huis was gekomen, stierf onverwachts. Mevrouw Nelly zette haar leventje voort. ‘Toen gebeurde ’t. Andries had zich vergrepen aan de kas van het kantoor, waar hy werkte. Hij had ’t gat nog kunnen stoppen, maar de patroon was onvermurwbaar — had de politie al gewaarschuwd. Alle pogingen om de zaak in den doofpot te stoppen — faalden. Trouwens — Andries zou veel tijd en moeite noodig hebben gehad om aan geld te komen. Zijn fortuintje was bijna versmolten. Op ’t allerlaatste oogenblik had een oom hem weten te redden van ’t ergste. De gestolen som werd vergoed — men wist den officier te overreden. De patroon zelf door den oom rijkelijk „gestopt” terwille van naam der familie, deed démarche bij het parket.

 

Op ’t allerlaatste moment werd de zaak „geseponeerd” nadat patroon den officier had beduid, door handig verzonnen verhaaltje (waar oom een paar extra lapjes voor stortte) dat Andries toch had kunnen vermoeden, dat het bedrag „verrekend” zou worden met zekere waarborgsom, en zoo meer Andries ging niet naar de gevangenis. En het zaakje raakte in ’t ver vergeetboek.

 

Maar de oom brak voor altijd met hem. Beduidde Andries, dat hij by eventuele herhaling zelfs geen dubbeltje zou geven om hem te redden. Andries wist dat oom woord zou houden. En zijn betrekking was hy kwijt. En testimonium kreeg-ie natuurlijk niet. Mevrouw Nelly was door het gebeurde even „onder den indruk” geraakt; matigde haar leventje van Jan-Plézier. Maar acht dagen later sleepte zij mannie weer mee naar bioscoop, nadat ze in een restaurant gedineerd hadden. Het laatste restantje van fortuin ging nu versmelten.

 

Toen was Andries op een avond bij meneer Janssen gekomen. Had zitten schreien als een kind. Zijn hart uitgestort. Alles opgebiecht, óók van Nelly. ’t Was voor meneer Janssen een moeilijk geval. Maar zijne goedhartigheid overwon. Hij nam Andries Kramers op ’t kantoor. Met veel waarschuwingen en vermaningen.

 

Ruim een jaar later werd mr. Van Weers mede-directeur. En dag aan dag beefde meneer Janssen, dat jongere patroon iets zou te hooren krijgen van Kramers’ verleden. Want dan zou ’t uit zijn, — onherroepelijk. En meneer Janssen wist, wat dan met Andries gebeuren zou. Hij wist nog veel meer. En ’t, was de oorzaak, dat goedhartig medelijdende patroon steeds wat onrustig en angstig werd als Kramers zich ’s ochtends had te „melden”. In mr. Van Weers hart was — wist hij — geen plaats voor mededoogen.

 

Boven — op patroonskantoor — zaten meneer Janssen en mr. Van Weers tegenóver elkaar. Rustig als altyd, tikte de groote pendule. Vanuit liet bedienden-kantoor getikkel der schrijfmachines. Toen legde mr. Van Weers zijn pen neer. Luisterde. „Schoft! Afzetter! Ploert, die je bent! klonk vanuit de vestibule door het gebouw. Mr. van Weers drukte zeer lang vinger op knopje van electrische schel. Knecht verscheen. „Wat beduidt dat rumoer beneden?” vroeg mr. Van Weers. Joris krabde achter z’n oor. Wilde Kramers nog zien te sparen „Ik verkies onmiddellijk rapport over dat rumoer. Of je kunt je biezen wel pakken!” Mr. Van Weers was, tegen z’n’ gewoonte in, bleek van opwinding. Joris snelde heen. „Onmiddellijk, meneer!” had de man door ontslag bedreiging verschrikt, gezegd.

 

„Kan me niet verdraaien!” schreeuwde de man met het strookje papier in de hand, — „kan me niet verdraaien, oplichter die je bent! Me centen! En dadelijk…!” Andries Kramers stond daar lijkbleek, sidderend, — pratend, smeekend, op heeschen toon, met tranen in de oogen, zweetdruppels op het voorhoofd. „Neen!” brulde schuldeischer, „me centen! Twee en zeventig gulden veertig aan geleverde diners, met zes flessch.en wijn liefst… Laat je wijf zelf wat koken als je geen centen hebt. Maar licht de menschen niet op. Mijn geld, schoft! Ik loop er al over de acht maanden om. Die fyne medam van je heeft me vijf gulden afbetaald, — dat is alles! Dan vraag je je baas maar om geld. Ik ga hier niet vandaan vóór ik t mijn centen heb!… Schooier!

 

En hij bracht rapport. Vertelde omstandig, in alle bijzonderheden Meneer Janssen zat met strak, vaal, bedroefd gelaat, — doende of hij iets las. Hij begreep ’t liep af met Kramers.  En mr. Van Weers rukte deur van patroonskantoor open. Wilde nu zelf gaan zien… Het werd een schandaal daar beneden. Op de trap kwamen zij hem tegemoet. Andries Kramers, de handen woelend in ’t nat-bezweet haar-, snikkend in razende wanhoop… Achter hem de woedende schuldeischer, „Mooie mannetjes hebben jelui hier! schreeuwde de kok, „daar, meneer, voor dat bedrag aan diners en wijn loop ik al over de acht maanden. Vijf gulden afbetaald!… Ik ben een eerlijk man. Maar die daar is een bedrieger… Een flesschentrekker…

 

Trouwens, de vent behoorde in het bajes te zitten… Ik bad moeten weten, dat ie bij Wiegers & Co. over de twaalfhonderd gestolen heeft… Ik had ’t moeten weten ” Mr. van Weers wenkte den man hem te volgen. De kok bleef wel een half uur in patroonskantoor. In een spreekkamertje lag Andries Kramers te snikken, het hoofd tusschen de handen geklemd. Het geluid van zijn woeste smart-uiting klonk tot in de gang.

 

Nu en dan kwam een employé eventjes kijken… Verdween weer snel. Bang dat mr. van Weers hem zien zou. Iemand verliet patroonskamer. Ging haastig de trap af. ’t Was meneer Janssen, oudste directeur, die begreep dat hij verder de zaak op haar beloop moest laten. Ontwijkend sarcastische opmerkingen van jongere. Kok verscheen nu. Tevreden, gekalmeerd, met vergenoegd trekje op gelaat. Dat had geholpen. Meneer Van Weers had hem zijn centen integraal uitbetaald. Na alles omtrent Andries verleden gehoord te hebben. Kort gesprek met oudsten directeur had ’t bevestigd.

 

Kramers werd geroepen. Meneer van Weers had afrekening klaar. Genoten voorschot, betaling van kok. Hij had nog een klein bedrag tegoed. Teekende kwitantie. Streek geld op. Mr. van Weers schelde. Joris moest jas en hoed van Kramers uit bediende-kantoor halen. Andries mocht, daar geen voet meer Zetten. Mr. van Weers wees naar de deur. Andries vertrok. De portier beneden groette hem niet. Hij liep als wezenloos over de straat. Toen ging hij „bar” binnen. Dronk vier, vijf borrels achter elkaar. Ging naar anderen „bar”. Dronk nog meer. Telkens voelde hij naar het geld in vestzak. Cijferde na, wat er nog over was van z’n fortuintje. Hij was al doezelig. Kon niet erg goed rekenen. Hij strompelde café binnen. Bestelde port. De kellner bracht ’t hem schoorvoetend. Fluisterde Andries in, dat-ie beter deed met koffie te drinken.

 

Andries lachte. Zat na te rekenen. Kwam tot de conclusie dat hij toch nog wel, alles en alles, een twaalfhonderd, gulden bezat. Een heele som… Kom, geen muizenissen. Hij overreedde den kellner, hem nóg een portje te brengen. Gaf ruime fooi. Kocht voor Nelly een fleschje van die dure, zwoele parfum, waar ze zooveel van hield. In een prachtig luxe doosje. Ging naar huis. Nelly was op de wandeling. Hij zette ’t doosje voor haar neer. Met een heel lief, vroolyk briefje erbij. Ze mocht niets weten… Toen ging hij op de canapé liggen. Om wat „op verhaal” te komen.”

 

 ’t Zal een maand of drie later zijn geweest, dat mr. Van Weers zijn ouderen mede-directeur bij diens komst ten kantore, aanzag met lichtelijk spottend gezicht. „Heb je het nieuws al gehoord?” zei hij, — „van je ex-beschermeling Kramers?” „Neen,” zei de ander, begrijpend dat Van Weers jobstijding had — „iets goeds?” „In zekeren’ zin”, zei mr.  van Weers. „Zooals je ’t wenscht op te vatten. Voor de maatschappij wel. Die sinjeur Kramers is opgepakt. Zit in voorarrest wegens oplichting.” Meneer Janssen zei niets. „Misschien kruipt de vent weer tusschen de mazen door,” vervolgde jongste patroon — „tegenwoordig is alles mogelijk. De menschen zijn zóó sentimenteel, dat de schoftjes vrij spel krijgen. Ik zie je ervoor aan, als ik er ook niet was dat je den kerel hier nog kassier maakte. Pourquoi pas, mijn waarde!? ’t Ligt geheel in de lijn!…

 

En in patroonskantoor hoorde men, behalve het rustig tikken der fraaie groote pendule, nu even ook het knarsend piepen van mr. Val Weers’ lach. Hij was bijna, altijd stug en stroef-ernstig, maar nu moest hij zich toch eventjes laten gaan!… VIDI.

 

Noot:
Vidi was de pseudoniem van het latere Tweede Kamer lid Charles Cramer (1879-1976) mede-oprichter en voorzitter van de Indische Sociaal-Democratische Partij en koloniaal specialist van de SDAP (Sociaal Democratische Arbeiders Partij). Eind 1800 was Rintje van Weers (Haagse Tak) een medewerker van het Sociaal Demokratische blad Recht voor Allen. Heeft hij daarom de naam Van Weers gebruikt voor zijn verzonnen personage?

21. Gijs en Hub van Werst

Werst

Eind 1971 was er in Amsterdam een groot judo toernooi waaraan 600 judoka’s aan meededen. Vooral  de Limburgers uit Heerlerheide deden het bijzonder goed, schreef de krant. Op de eerste drie plaatsen stonden jongens uit Heerlerheide, waaronder de broers Gijs en Hub van Werst. De beide mannen waren lid van judoclub Gi-Ha-Ye. Deze judoclub kwam dus ook met de oplossing: het zijn Gijs en Hub Werst. Interessant om eens na te gaan of Werst van Van Werst komt, nietwaar?

22. Th.P. van Weerst

van weers de tijd 1933

In juni 1933 ging cafébaas Th. P. van Weerst uit Schiedam failliet. De naam van Weerst kwam en komt niet voor in Schiedam. Een Schijn-Stamgenoot want wat het is Theodorus Petrus van Weerdt.

23. Dames Van Weers

 

al-handelsbld-19-sept-1864Op 16 september 1864 kwam de Pollux met kapitein Blok met enkele passagiers vanuit Batavia aan op Texel. Twee van de ongeveer tien passagiers waren de dames van Weers. Wie waren dat?

Het betrof echter de jongejufvr van Meurs.
Het schip was op 14 mei 1864 uit Batavia vertrokken, zeilde naar Texel en een dag later naar Amsterdam. De Pollux was een snelzeilend gekoperd campagne barkschip van 500 ton.

24. Reijnerus van Weers

 

felcher, lochem, van weers.

In Nijmegen werd op 9 december 1761 Maria Gertrudis Felcher gedoopt, dochter van soldaat Michael Felcher en Arnolda van Lochem. De doopgetuigen waren Reijnerus van Weers en Petronilla Janssen.


Dat was vreemd, de naam Van Weers in 1761 in Nijmegen. Het blijkt te gaan om Reijnerus van Wees. Deze familie woonde toen in Nijmegen.

25. Johan van Weers

 

johan van weers

In de Provinciale Geldersche en Nijmeegsche Courant van 1931 stond dit artikel over regisseur en acteur Johan van Weers. Nu zijn er bijzonder weinig Stamgenoten die acteur of actrice zijn (geweest). Alleen Cara van Wersch (Heerlense Tak) is bekend als toneelspeelster en filmactrice.

 

Johan van Weers blijkt echter een fout van de journalist te zijn. Het dient Johan Steenbergen te zijn. Die naam staat wel in de tweede regel van het artikel. De Vereeniging in Nijmegen adverteerde enkele dagen voor de uitvoering met de juiste gegevens. De entree kostte in 1931 f. 0,30 tot f. 1,50 en met de kortingsbon zelfs f. 0,15 tot f. 0,75 . De duurste plaatsen kostten dus € 0,34 tot € 0,68.

27. M.W.A. van Weers

 

w m a weers 1949

De Gelderlander plaatste in 1948 zijn naam omdat hij, samen met zeventien andere officieren, op de Wedren in Nijmegen beëdigd werd als tweede reserve luitenant van het Commando Luchtvaarttroepen. Het was echter niet M.W.A. van Weers, maar M.W.A Weers uit Rotterdam. In 1949 werd hij tot 1e luitenant benoemd. Hij was eigenlijk opgeleid tot wiskunde leraar.

28. A.D. van Werst

nwsvddag-ned-ind-3-jan-1910was volgens onderstaand bericht uit het Nieuws van den Dag van Nederlandsch Indië van januari 1910 benoemd tot leerling opziener. Hier werd Adriaan Dieudonné van West bedoeld, geboren Malang 14 november 1889, overleden Leiden 6 november 1983. Hij trouwde in Indië met Adriana Francina Schönherr, geboren 18 april 1894, overleden Den Haag 6 december 1957.

Hij maakte een mooie carrière bij de Douane, of zoals dat toen heette Dienst in- en Uitvoerrechten en Accijnzen. Zijn benoeming tot leerling was in 1910. In maart 1921 was hij ambtenaar 4e Klasse. In november 1921 werd hij benoemd tot hoofdboekhouder. April 1922: Ambtenaar 2e klasse, augustus 1926 Inspecteur. In maart 1935 mocht hij met acht maanden verlof wegens zijn zijn lange dienstverband. In juli 1935 legde hij zijn functie neer en werd in maart 1946 eervol ontslagen met recht op pensioen.

29. W. van Weerst

 

delft adressenboek 1896

Tussen 1893 en 1903 stond in het adressenboek van Delft deze W. van Weerst vermeld als pakhuisknecht op twee verschillende adressen. Op het bovenstaande adres Harmenkokslaan en op zijn laatste adres: Kantoorgracht 8. Dit was het Roomsch Katholieke Oude Mannen- en Jongensweeshuis Huize Sint Vincentius van Delft. Van Weerst in Delft? Vreemd, want de naam van Weerst kwam en komt niet in Delft voor. Het bleek te gaan om Wilhelmus van Wierst die in 1823 geboren was. Zijn naam bleek ook bij zijn overleden op problemen te stuiten. Willem overleed in Delft in 1910, 86 jaar oud, als Willem Wierst.

30. Willem Van Weers

Burgerwelzijn 1873

Een vreselijk drama onder Brussel, in het plaatsje Watermaal Bosvoorde (in het Waals Boitsfort). De kleine Willem werd ’s ochtends om 8 uur door de veldwachter in de molenvijver gevonden. Hoe erg moet dat voor de ouders van deze 8-jarige jongen geweest zijn. Hij was net negen dagen 8 jaar.

Zijn juiste achternaam was echter niet Van Weers maar Vanveers. Hij werd in Bosvoorde op 21 oktober 1864 geboren uit Joannes Baptista Vanveers en Catharina Decock. De ambtenaar maakte nog een fout. In de overlijdensakte van de jonge Willem, werd zijn vader ook Willem genoemd, terwijl het Johannes Baptista was.

De naam Vanveers of Van Veers, kwam al eind 18e eeuw in Bosvoorde voor. Opvallend is dat een Theodore Van Verre in april 1769 met Jeanne Contempré trouwde. Toen hun tweede kind in februari 1772 hier geboren werd, heette vader Theodore Van Veers en zijn vrouw nog steeds Jeanne Contempré.

31. Suikerfabriek van Wersch

 

van wersch of van der Werff

In 1950 sponsorden enkele bedrijven het Sint Nicolaasfeest voor Nederlandse kinderen die in de verwoeste stad Aken dit feest wilden vieren. Een van die sponsoren was de Suikerfabriek van Wersch.  Nooit geweten dat er een Stamgenoot is geweest die zo’n fabriek had. Het archief van Kerkrade gaf de oplossing: het blijkt te gaan om Suikerwerkfabriek van der Werff uit de Onze Lieve Vrouwestraat 20 in Kerkrade.

32. Weersch

 

weersch

Een plaats in Overijssel met de naam Weersch? Interessant niet waar? Daar moeten we als Stamgenoten zeker naar toe. Alleen…. waar ligt het? Is/was het een wijk van een stad? Is het een oude benaming van een dorp? Dit krantenbericht uit de Volkskrant van 1964 gaf geen duidelijkheid. En de pastoor uit Linne kon het ook niet vertellen. Dus verder zoeken.
Blijkt het om Weerselo in Overijssel te gaan waar pastoor Geurts uit Linne in oktober 1964 benoemd was.

33. M. van Weers

van weers

Het Rotterdamsch Nieuwsblad uit 1941 berichtte dat M. van Weers met een hersenschudding opgenomen was in het ziekenhuis. Aangezien de naam van Weers geen gebruikelijke naam in Rotterdam is, moest het bijna wel een Schijn-Stamgenoot zijn. De Volkskrant gaf de richting aan van de oplossing. Het betreft volgens de krant de bankwerker M. D. Weers die bij de Netamfabriek bij het monteren van een koppeling van een auto een ijzeren driehoek op zijn hoofd kreeg. Het was niet M.D. Weers, maar M.B. Weers, Marie Bastiaan Weers, geboren in oktober 1907. Hij was plaatwerker/rijwielhersteller.

34. Van Weers

 

Adolf menschIn dit boek uit 1937, geschreven door Adolf Mensch en uitgegeven bij Vox Romana uit Schiebroek, wordt op bladzijde 209 een Van Weers met enkele anderen genoemd die een strijd tegen de heren van de fabriek aangaan.

 

Een recensent schreef: De ondergang van een grote machinefabriek, met alle leed dat daaruit voortvloeit: speculaties, werkloosheid, ontevredenheid, oproer, dood. Een zeer vlot en suggestief geschreven boek, waarvan de literaire waarde jammer genoeg in de verdrukking komt door de zeer tendentieuze strekking.


De hier genoemde Van Weers is geen Stamgenoot.

35. B.A. van Werst

 

b.a. werst

Op 10 april 1942 sprak, volgens de krant, B.A. van Werst de vergadering van de Nederlandse Volksdienst in Hilversum toe. Het betrof echter Bernardus Antonius Werst, geboren 1890 en overleden in Hilversum op 18 april 1948. Hij was een vakbondsman en bij zijn overlijden magazijnbediende. In de oorlog sloot hij zich aan bij de nazi cultuur. De NVV is de Nederlandse Vakvereeniging.

Krantenartikel: Gooi en Eemlander 13 april 1942

36. Van Weers

 

Het betreft J.W. van Weert.  Sinds 1909 zat hij al in Indië. In januari 1930 ging op op lang verlof terug naar Nederland. Eind december 1930 ging hij met zijn vrouw terug naar Batavia waar hij weer tot pandhuis-controleur benoemd werd in Soerabaja.

krantenartikel: De Locomotief, 3 november 1928

37. Kapelaan J.W. van Wersch

 

Van Wersch
Gemeentearchief Kerkrade

Weer een raadsel. Ditmaal gevonden in het gemeentearchief van Kerkrade. Ergens in het begin van de veertiger jaren werd het bijgaand schriftje in Simpelveld geschreven en gepubliceerd. Het gaat over de geschiedenis van de parochie Simpelveld. Volgens de kaft was dit geschreven door kapelaan J.W. van Wersch. Maar die heeft helemaal niet bestaan.
Wie heeft dat boekje dan wel geschreven?

 

De kapelaans van Simpelveld
In april 1941 vertrok kapelaan Rijcken uit Simpelveld. In augustus 1942 werd J. Boessen tot kapelaan benoemd. In november 1942 werd J.M.J. Will in Simpelveld tot kapelaan benoemd. Slechts drie maanden daarvoor was hij tot kapelaan in Welten benoemd. Hij had in januari 1942 zijn eerste mis in Wessem gecelebreerd. Jacq. Will was daar in 1915 geboren. Hij bleef tot oktober 1945 in Simpelveld.  

 

In het archief van Roermond ligt een mapje met aantekeningen over de geschiedenis van de parochie Wessem, ook zonder naam. Men vermoedt dat het kapelaan Will was die dit schreef. Ten eerste is hij in Wessem geboren en ten tweede had hij al vroeg belangstelling voor geschiedenis. Dat blijkt wel uit het feit dat hij in 1952 professor in de geschiedenis in het Belgische Mechelen werd. Hij overleed in Maaseik in 1990, 85 jaar oud.

 

J.W.

Een mogelijkheid dat het auteurschap van kapelaan Will bevestigd, is dat de vermeende schrijver van bovenstaand werkje J.W. van Wersch zou zijn. Toevallig zijn de letters  J.W. de afkorting van Jacq. Will.

In de pastorie van Simpelveld ligt het jubileumboek van de parochie. Daarin staat over kapelaan Will het volgende:

Jacques M.J. Will, .geboren te ’s-Hertogenbosch op 1 juli 1915.

  • Priester gewijd te Roermond op 21 maart 1942.
  • Kapelaan te Simpelveld 1942-1945,
  • Kapelaan te Welten-Heerlen 1945,
  • Professor in de geschiedenis aan het College te Maasmechelen (B) 1945-1956
  • Pastoor te Laar (B) 1956-1963
  • Pastoor te Nerem (B) 1963-1971
  • Pastoor te Leut (B) 1971-1982
  • Emeritus-pastoor te Maaseik 1982-1990
  • Overleden te Maaseik op 21 december 1990

 

Van november 1942 tot oktober 1945 was Jacq. Will, priester van het bisdom Luik, assistent in de parochie. Als Luiks vluchteling was hij kapelaan en onderduiker in Simpelveld. Hierna was hij nog korte tijd in Welten, waarna hij terugging naar België. Will was zeer in geschiedenis geïnteresseerd en hij schreef in zijn Simpelveldse jaren de “Geschiedenis onzer parochie”.

38. Joseph van Wersh

 

joseph van wersh

In het archief van Antwerpen is deze kaart te vinden.

In 1892 immigreerden Joseph van Wersh (zonder c) met zijn vrouw Anna Schröder vanuit Maastricht naar Antwerpen, naar de Stationstraat 29. Daar wilde hij, als werkeloze met wat geld een boter- en kaaswinkel beginnen. Van zijn immigratie werden documenten opgemaakt die bewaard gebleven zijn. Daaruit blijkt dat zijn fantasie groot was.

 

Volgens deze akte werd Joseph van Wersh in Maastricht op 8 januari 1864 geboren uit Mathieu van Wersh, die toen al overleden was, en Anna Paffen. Die was toen 58 jaar.

Wanneer de geboorteakten van Maastricht nagekeken worden, blijkt dat er dat jaar helemaal geen Van Wersh in Maastricht geboren was. In die tijd kwam wel de naam Wersche in Maastricht voor. Maar geen Joseph of Mathieu.

 

Omdat immigranten zich bij de politie moesten melden, of onder controle stonden, schreef de adjunct-opziener half oktober dat Joseph en zijn vrouw in een wijk woonden die door veel prostituees in beslag genomen werd en dat hij de hele dag in het café nummer 38 doorbracht.

 

Ook schreef hij:
Den genaamde Van Wersch (nu wel met een c), Joseph zonder beroep, geboren te Maestricht (Holl) den 8 Januari 1864 en zijne vrouw. Schröder. Anna. geboren te Essen (duitschland) den 13 februari 1871. Alhier opgeschreven statie straat nr. 29 sedert den 30 September 1892 komende van Brakel (Duitschl). zijn alhier sedert den 1 october j.l. vertrokken, voorgewende dat zij naar Neuss (Duitschl). gingen zonder zich nochtans te hebben laten afschrijven.

 

Brakel wordt genoemd omdat ze daar bij zijn zwager Antoine Schröder gewoond hadden. 
De naam Van Wersch bleef hij wellicht hanteren, want in 1909 werd  in Neuss Katharina van Wersch geboren. Haar ouders zijn (nog) niet bekend.

39. Christianus van Werst

 

christianus werstchristianus van werst

Het Brabants Historisch Informatie Centrum heeft op haar site gevangenisdossiers staan die op achternaam te doorzoeken zijn. Een van die gevangenen was de bankwerker Christianus Antonius Maria van Werst, geboren in Den Bosch op 1 mei 1900. Hij werd in januari 1920 aangehouden wegens diefstal en zat tot half maart 1920 gevangen, veroordeeld tot één jaar met aftrek van voorhechtenis.

Maar het was geen Van Werst: hij heette Werst getuige de handtekening die hij toen zette.

40. J.H. van Weers. jr.

 

j h van weesHalverwege 2019 kon je via de veilingsite Catawiki  een crucifix kopen, ontworpen door J.H. van Weers jr. van plateelbakkerij Zuid- Holland. Kort daarna verscheen er op de site ook een Mariabeeldje, gemaakt door dezelfde ontwerper.

Vreemd, we kennen geen Stamgenoot die bij een plateelbakkerij werkte. Aangezien deze bakkerij in Gouda zat, kwam de naam Van Wees bovendrijven. Deze naam komt vaker in West-Nederland voor. En jawel hoor. Het betrof J.H. van Wees jr. uit Utrecht die in de vorige eeuw een boekhandel had. Dit bedrijf werd na het overlijden van Joannes Henricus van Wees (1835-1919) door directeur Jos van Mackelenbergh (1896-1959), gehuwd met Agnes Waanders, geleid.

Behalve boeken handelde Van Wees ook in religieuze voorwerpen. Twee van zijn broers waren pastoor.
Joannes Henricus van Wees (1835-1919) was de zoon van Hendricus van Wees en Maria Bindels. Ook zijn vader was boekhandelaar, maar dan in Breda. Joannes van Wees trouwde met Maria Jacoba Genis.

 

 

van werst

Toen in 1862 de Encyclopädie der Wissenschaften und Künste verscheen, geschreven door J.C. Ersch en J.O. Gruber, somden zij op bladzijde 446/447 de veertien martelaren van Gorkum op waaronder Hieronymus van Werst en Anton von Werst. Deze katholieke martelaren waren in 1572 door de Spanjaarden in Gorkum gevangen genomen, gemarteld en in Den Briel vermoord. Maar het waren geen Stamgenoten die zij noemden, want hun werkelijke namen waren Hieronymys van Weert en Anton van Weert.

42. Christina van Weers

Eind 1958 trouwde de oud-Ajacied Piet van der Kuil. Hij was destijds een beroemd voetballer. Dus de kranten vermeldden zijn huwelijk. Het Utrechts Nieuwsblad schreef dat hij met mejuffrouw Christina van Weers trouwde en plaatste een trouwfoto. Dezelfde dag schreef de Volkskrant dat hij met mej. Tiny Aardenburg trouwde en plaatste een andere foto.

 

Dus met wie trouwde hij nou. Hun zoon gaf de oplossing: Piet van der Kuil trouwde met Tiny Aardenburg (Christina Aardenburg 1936-2010). Wie is dan Christina van Weers? 

piet van der kuil
Utrechts Nieuwsblad
piet van der kuil
De Volkskrant

43. Leon Jacob van Weerst

 

van weerst

Leon Jacob van Weerst was in de Voerstreek een bekende notaris die ook in Zuid-Limburg soms werkte. Daar kwam de naam Van Weerst vaak voor. Alleen Leon Jacob van Weerst is geen Stamgenoot. Hij heette Leon Jacob en hij kwam uit Weerst.

44. Harry van Wersch

 

wolfgang richter

In 1957 schreef Wolfgang Richter zijn boek Mister Monroes Millionen, dat in 1959 door het Davidsfonds in het Nederlands vertaald werd als Mister Monroe, Miljonair. Een van de hoofdrolspelers is…. Harry van Wersch.

45. Johanna van Weers

 

Johanna Van Weers

In 1844 overleed in Amsterdam Jacobus Bongerts, zoon van Jacobus Otto Bongerts en Johanna van Weers. De naam van Weers komt in Amsterdam, ook in die tijd niet voor. Wel komt de naam Weers hier vaak voor. Dus het kon een verschrijving zijn. Jacobus Bongerts overleed in het ziekenhuis en de aangevers waren geen bekenden van hem, dus de naam  Van Weers kon ook verkeerd verstaan zijn.

Hij overleed als weduwnaar 59 jaar oud en was, weer volgens deze akte, geboren in Duren. Dat zou dan Duitsland kunnen zijn, dus toch een Van Weers? Maar als er Duren stond, zou er ook Pruisen achter gestaan hebben. En dat was niet het geval.

Na de nodige speurtochten blijkt het uiteindelijk te gaan om Maria van Doorn die met Otto Jacobus Bongers in 1785 in het Gelderse Buren hun zoon Jacobus Bongers kreeg. Deze Jacobus trouwde in 1840 in Amsterdam met Maria Magdalena Schenk /Schenck. Zijn trouwakte ondertekende hij met J. Bongarts.

46. Graf Friedrich von Wersch

Het onderzoek naar onze familienamen richt zich wereldwijd op allerlei bronnen. In een van de Duitse bronnen stond de vermelding van een graaf Friedrich von Wersch. Wellicht was dat een onbekende tak, want de familie was wel van adel maar dan weer niet lid van de hoge adel. Zou er dan toch hoge adel geweest zijn?

Maar nee, het betrof Friedrich Graf uit het Duitse plaatsje Wersch bij Düren in Nordrhein-Westfalen.

47. F.J.F. van Werst

werd in de Nieuws van den Dag van Nederlandsch Indië van 24 juni 1895 genoemd omdat hij geslaagd was voor het overgangsexamen van de derde naar vierde  leerjaar aan de Koninklijke Militaire Academie en dan speciaal de Infanterie Oost Indië. Ook hier blijkt het een zettersfout van de krant te zijn. het betreft F.J.H. van West die in mei 1913 in Indië overleed. Hij was 1e luitenant der infanterie.

48: Warsage

 

warsageTijdens de oorlog droegen in Amerika vrouwen die wilden dansen een corSAGE ter herinnering aan de oorlog, aan de WAR. Zij droegen dus een WARSAGE

bron: Daily Illinois 30 december 1943

49: Weersch

blattler

Wanneer je bezig bent met genealogie is het altijd belangrijk niets aan te nemen wat er op internet staat. Altijd controleren, overigens niet alleen met genealogie natuurlijk. Zo zag ik in het archief van Den Haag dat er in 1827 een Zwitserse soldaat overleden was in het garnizoenshospitaal van Den Haag. De verzorgers wisten wel wie zijn ouders waren: Franz Blattler en Josepha Weersch. Nu leeft er in Den Haag een grote tak Van Weers, dus wellicht konden er verbanden zijn. De originele akte liet ook zien dat de ambtenaar het zo geschreven had. Dus zoeken.

Tenslotte via het archief van Zwitserland kwam ik erachter dat het wel Franz Blattler betrof en diens vrouw Josepha Wäser. De Haagse verzorgers die de aangiften deden, hadden Weersch van de administrateur begrepen en dat zo tegen de ambtenaar verteld. Dus die schreef Weersch.

Caspar Blattler is overleden Den Haag 21 september 1827. Hij was Sappeur in het regiment zwitsers no 32 in het guarnisoen te Leijden.

50: Van Vaarst

wunschIn de Duitse Aachener Anzeiger van 25 februari 1898 stond een huwelijksaankondiging van Wilhelm Rudolph Johann Wunsch uit Aken met de Antwerpse Henriette Gerardina van Wersch. Een onbekende.

wunsch

In het archief van Antwerpen blijkt dat het om Henrica Gerardina van Vaarst ging.

51: Wersch

treebeekIn de Stamgenoten van november 2019 nummer 108, werd gevraagd wie deze Wersch uit Treebeek was naar aanleiding van dit krantenbericht uit juni 1927.

Uiteraard kwam er geen enkele reactie, want de afdelingsopzichter was niet Wersch uit Treebeek maar Jan Jozef Weerts uit Treebeek. Deze Weerts werd in 1926 tot afdelingsopzichter aangesteld op de Emma. In 1928 werd hij meester-opzichter. En in 1952 kreeg hij een gouden medaille in de Orde van Oranje-Nassau. Jan Jozef Weerts overleed, 68 jaar oud, in Treebeek, op 13 april 1963.
En zijn leeftijd klopt weer met de 33-jarige Wersch uit Treebeek.

52: van Weers

j h van weert

De Raad der Gemeente Stad Hardenberg. Op verzoek van Mejuffrouw J.H. van Weers, onderwijzeres aan de Openbare Lagere School aan den Hoogenweg in deze gemeente. Heeft goedgevonden aan Mej. J.H. van Weers voornoemd eervol ontslag uit hare betrekking te verleenen, in te gaan 1 Maart 1909.

bron: Archief Hardenberg: 004-uit 1908 uitgaande brieven Burg BW 1904 1913.

Het betreft mejuffrouw J.H. van Weert.

53: M.J. van Weers

klerenbleker

In het studentenweekblad Vox Studiosorum uit november 1884 stond deze advertentie. Maar wie is hij of zij?
Een speurtocht.
In de advertentie staan enkele aanwijzingen waar die M.J. van Weers woont. Als locatie wordt de voormalige Witte Poort genoemd en de Haagsche trekvaart. Die Haagse trekvaart geeft aanleiding te zoeken in Den Haag, omdat daar de naam Van Weers veel voorkomt. Maar in Den Haag valt geen M.J. van Weers te vinden met deze gegevens.  De tweede aanwijzing is de voormalige Witte Poort. En die was in Leiden. Dan is het logisch om in Leiden te zoeken temeer daar Den Haag geen studentenstad is en Leiden wel.
Dan ga je zoeken in het archief van Leiden naar iemand die M.J. van Weers heet. Wellicht vind je die.
Niet dus.

 

Wel wordt Joannes Matheus Weers gevonden die in 1840 37 jaar was. Hij is met Catharina Verkissen getrouwd. Zij krijgen op 30 mei 1840 een dochter die zij Maria Helena noemen. Matheus is… klederbleker.. Zij wonen op de Binnenvestgracht. Maar die is het niet, want de Witte Poort stond 3 kilometer verder. Overigens werd de Witte Poort in 1862 gesloopt. Dit echtpaar vierde op 24 april 1880 hun 50-jarig huwelijksjubileum.

 

Ook wordt hun kleinzoon Mathijs Johannes Weers gevonden die op 27 maart 1875 in Leiden werd geboren.
Zijn vader Joannes Antonius Michael Weers deed de aangifte. Hij was met Elisabeth Slotboom getrouwd. In de akte staat dat vader kleerbleeker is en 46 jaar oud. Zij wonen in wijk F huis 105 in Leiden. Dat is beter want de Witte Poort lag in Wijk F. Deze wijk wordt aan de noordkant afgesloten door de Rijn/Galgenwater. Aangezien hij in de advertentie schrijft dat hij het eerste huis buiten de poort woont, moet dat ergens in de buurt van het huidige Rembrandtplein zijn.

 

Aangezien de zetter van de krant er M.J. van Weers van maakt, kun je nu concluderen dat het J.M. Weers had moeten zijn.

54: Gerrit van Werst?

gerrit van werstHet archief van Leiden kun je de boeken van de Burgerlijke Stand inzien. En om het je gemakkelijk te maken zijn de namen uit de boeken uitgetypt. In Leiden kwam de naam Werst in de 19e eeuw voor. Dus logisch toen de vrijwilligers aan kwamen bij deze Gerrit lazen zij Gerrit van Werst. Nou is het vreemde dat de naam van Werst in die jaren helemaal niet voorkwam in Leiden.

Wanneer zijn trouwakte uit 1801 erbij gehaald wordt, zie je dat deze Gerrit een zoon was van Maria Groenewoud. Zijn vader werd niet genoemd. Dan ga je zoeken met wie Maria Groenwoud eventueel getrouwd was. En dan kom je opeens uit bij Christiaan van Went. Kijk je nog eens naar die naam dan zie je ook van Went staan.

error: