Daniël van Weerst stopte in 1940 met zijn bedrijf, na de dood van zijn vrouw, toen twee jaar geleden. Hij was 67 jaar. Ze hadden geen kinderen. Hij had wel broers en zusters, maar niemand om de boerderij over te nemen. Vandaar dat hij overging tot een openbare verkoop. Opvallend is dat de krant hem Van Weerts noemde. In een volgende advertentie was dat gecorrigeerd naar van Weerst.
Epen-Wittem
Notaris Mostart te Gulpen
zal op Dinsdag 16 april 1940,
ten verzoeke van dhr. D.J. van Weerts te EPEN, wegens algeheel ophouden met het bedrijf, publiek verkoopen:
A. Des middags 12 uur, te zijnen huize te Epen, in het Rood No 1:
7 PRIMA MELKKOEIEN
(waarvan 6 gekalfde en 1 dragende), 2 pinken met schets. 2 vaarskalveren, 40 jonge kippen met haan.
Voorts DEN GEHEELEN INBOEDEL
hoofdzakelijk bestaande uit
zwaar eikenhouten kamerameublement, best. uit: uittrektafel, 6 stoelen, buffetkast, dressoir, spiegel;
pitchpine slaapkamerameublement, best. uit: ledikant met matras, kleerkast, linnenkast, lavabo, nachtkastje, 2 stoelen;
Stoelen, tafels, kasten, kisten, fornuis, ledikanten. Weckketel, porcelein, glas, aardewerk, draaivat, groote kaasplank en -stellage met toebehoor, bascule (300 K.G.), 6 groote melktulten, centrifuge (350 L.) (Persoons), melkkuipen, emmers, baren, slijpsteen, kortzaag, aks, 2 deel. citernepomp, 2 meelkasten, varkensbak, ijzeren mestsleep, kruiwagen, groote waterton, ploegklinken, kettingen, eiken palen, partij hooigereedschap. enz.
Posten tot ƒ 50,- à contact; voor vee verplichte borgstell.
Het resultaat van de openbare verkoop was dat in de namiddag het huis en de grond te Epen, Rood 1, verkocht werden. Het erf was 4,23 hectare groot waarop het huis stond met stallen, remise, gierput, de tuin en de boomgaard en weiland, bij elkaar 3,35 hectare. Aan de Heerstraat had hij ook nog grond bijna van 88 are. De aanvaarding was per 1 mei 1940.
Toen de Tweede Wereldoorlog door de bevrijding beëindigd werd, werd Daniël van sympathieën met de Duitsers beschuldigd. Hierdoor werd er door het Nederlandsche Beheersinstituut (NBI) beslag gelegd op zijn inkomen en spaargeld. Eind maart 1946 kreeg hij weer een brief van het NBI.
Voor de goede orde bericht ik U dat U vanwege Uw arrest conform Kon. Besluit E. 133 van rechtswege onder beheer staat en dientengevolge door U geen rechtshandelingen kunnen verricht worden zonder toestemming van het Beheersinstituut.
Ik vestig speciaal hierop Uw aandacht met het ook op een nieuwe verpachting, die U zoudt willen aangaan.
Tevens verzoek ik U om invulling en terugzending van ingesloten aangifte-formulieren.
Het Ned. Beheersinstituut
De Vert. Maastricht.
Het NBI had dezelfde dag een briefje naar de Politieke Recherche in Gulpen gestuurd waarin zij om inlichtingen over D.J. van Weerst vroeg. De burgemeester en de politieke recherche van Wittem kregen een afschrift van de brief die aan D.J. van Weerts was gericht. Het NBI hanteerde beide achternamen.
1 april 1946: Brief van de politieke recherche aan het NBI:
Naar aanleiding van Uw schrijven d.d. 27-3-46, No 6201, deel ik U mede, dat alhier ten name van D.J. van Weerst, wonende te Wittem-Epen No 1 tot op heden op politiek gebied niets nadeligs bekend is.
De Chef van de Politieke Recherche
Rayon Gulpen
F. Landerloo
12 april 1946. Daarop stuurde het NBI dit antwoord door naar de burgemeester van Wittem en vroeg: In verband met andersluidende mededelingen Uwerzijds, waarbij U mij verzocht bovengenoemde onder beheer te stellen, verneem ik gaarne schriftelijk de motieven, waarop Uw verzoek is gegrond.
13 april 1946: Daniël van Weerst (hij typte als ondertekening D.J. van Weerts) in een brief aan het NBI in Maastricht waarin hij reageerde op een brief van het instituut. In zijn brief schreef Daniël: ik doe geen rechtshandelingen doe, enkel wil ik mijn pand in gebruik nemen, daar de overkomst is afgelopen en ik niet van de huur kan leven, daar ik jaarlijks f. 300,00 aan rente moet betalen.
Verder schrijft U van arrest, ben nooit in arrest geweest, heb nooit iets van Politieke Recherche of iets dergl. te doen gehad, geen procesverbaal enz. Kunt u me ook mededeelen, waarvoor ik beschuldigd wordt en wie mij eventueel aanklaagt, waarover de zaak zich handelt, heb nooit iets van de politie ontvangen of gekregen, tot dat van U nu kwam, want ik ben nog steeds tegen de Duitschers geweest en heb nooit in iets on Nederlandsch gedragen.
7 mei 1946: Daniel schreef weer een brief naar het NBI dat hij nog steeds geen antwoord had gekregen op zijn brief van 13 april 1946.
13 mei 1946: Het NBI antwoordde:
In antwoord op Uw brief dd. 7 dezer kan ik U berichte dat blijkens nadere door mij ingewonnen informatie, U niet valt onder het KB E 133 (Besluit Vijandelijk Vermogen). Mitsdien zijn geen bijzondere bepalingen op U van toepassing en kunnen rechtshandelingen zonder mijne toestemming door U worden verricht.
Op 7 juni 1946 stuurde de Nederlandse Vaticaan Missie uit Nijmegen een brief aan het Nederlandsche Beheersinstituut waarin zij schreef dat haar hulp door D.J. van Weerst was ingeroepen. Hij was toch onder beheer gesteld en kon dus geen rechtshandelingen doen. Zij benadrukte nogmaals dat de Politieke Recherche niets ten nadelen van hem gevonden had terwijl hij ook een bewijs van politieke betrouwbaarheid bezat. Zij vroeg het Beheersinstituut naar de bewijzen van de beschuldigingen en dat het beheer spoedig zou kunnen worden opgeheven, aangezien hij een nieuwe verpachting van zijn boerderij zou willen aangaan.
11 juni 1946: Het NBI berichtte de Nederlandse Vaticaan Missie1 uit Nijmegen dat zij op 7 juni Van Weerst al bericht hierover hadden gestuurd.
Daniël overleed in 1950. In alle officiële akten werd hij Vanweerst genoemd, terwijl hij bijna alle akten met D.J. van Weerst ondertekende. Zijn vader, die in 1873 zijn geboorte aangaf werd ook door de ambtenaar Vanweerst genoemd terwijl vader de akte met Pieter van Weerst ondertekende.
Klik hier voor Daniël van Weerst in de Heerlense Tak.