Hiernaast afgebeeld is de huidige boerderij Ferme du Thier Saive in Warsage die op een heuvel ligt. Op deze plek lag oorspronkelijk de Hof van Weerst. Omstreeks de 12e eeuw waren er in Weerst twee laathoven. De ene maakte deel uit van het bezit van ridder Arnold van Werst. De andere laathof van de monniken staat hieronder afgebeeld. Door het huwelijk van jonkvrouw Christine van Werst in 1548 met de heer van Saive, ontstond de naam Ferme du Thier Saive, waarbij thier de Waalse naam voor helling is.
De eigenaar van een heerlijkheid had vaak de verantwoordelijkheid gekregen om recht te spreken over zijn inwoners of laten. De organisatie en de leiding liet hij over aan een vertrouwenspersoon, de meier genoemd. De meier die het recht sprak uit naam van zijn heer, werd bijgestaan door voorname inwoners, welke de naam schepenen kregen. Het aantal schepenen kon naargelang de grootte van de heerlijkheid variëren van vier tot zeven. Wanneer de heerlijkheid samen viel met een dorp of parochie werd een laathof een schepenbank genoemd.
De tweede laathof in Weerst is La Moinerie (de Monnikenhof). Het oorspronkelijke gebouw werd in 1202 door de Cisterciënzers gebouwd.
Lambert van Weerst (begin 13e eeuw) voerde onder verantwoordelijkheid van de cellarius (monnik-econoom) het algemeen beheer van La Moinerie en had tevens de leiding van de bouw. Vanwege zijn vakkennis trad hij als deskundige op bij transacties ten behoeve van de abdij. Zijn taak als magister grangiae (mogelijk als meier van de laathof?) was de verdeling van de landbouwwerkzaamheden onder de monniken te regelen. Eveneens begeleidde hij de aan- en verkoop van voedsel en het innen van tienden en cijnzen van de in leen uitgegeven terreinen. Over zijn bedrijfsvoering moest hij rapporteren en rekenschap af te leggen aan de prelaat van de abdij. Volgens een oude regel, die de afhankelijkheid en ondergeschiktheid van deze monnik-econoom moest beklemtonen, mocht hij zich niet te paard naar de abdij begeven.
De bevoegdheden van een laathof waren niet groot. Een rechtbank met dergelijke lage bevoegdheid werd een rechtbank met “lagere justitie” genoemd. Het hield in dat er geschillen werden opgelost in verband met het verkopen en erven van gronden. Een laathof stelde ook akten op in verband met aan- en verkoop, of verkaveling van grond. Bij het overlijden van laten werden er denombrementen (verslagen) opgesteld. De meier of een daarvoor beëdigde ambtenaar als een griffier stelde deze op. Wanneer de grond, leengrond was, werden de akten genotuleerd door een andere rechtbank met name een leenhof. Het laathof vond plaats in open lucht of in een vaste hoeve. Deze hoeve was vaak de centrale hoeve waar omheen een heerlijkheid was ontstaan.
Wanneer het laathof enkel diende om de cijnzen te innen van de heerlijkheid en geen verdere rechten had werd het een cijnshof genoemd.
Daar de meier geld ontving voor zijn optreden, was het een gewild ambt. De heer kon het ambt als leen geven (erfelijke meierij) zodat het ambt overgeërfd werd van vader op zoon. Erfelijke meierijen konden ook net als elk leen verkocht worden. De heer kon ook de meierij behouden en het verpachten aan de meest biedende.
Eind 1600 maakte Henry Fricx een kaart van Zuid Limburg en Belgisch Limburg. Natuurlijk stond ons stamdorp daarop.
De monniken in Weerst kwamen uit de abdij van Hocht. De reden van het vestigen in Weerst was, om mede van daaruit, in het zuidelijker gelegen dal van de Berwinne, een nieuwe abdij te bouwen volgens de bij hen gebruikelijke vormgeving en architectuur. Dit dal lag in het grensgebied van het hertogdom Limburg en het graafschap Daelhem. In deze woeste en onontgonnen omgeving hoopten de monniken beter in staat te zijn volgens hun kloosterregel te leven dan in de abdij van Hocht waar de tucht in de loop der tijden nogal verslapt was. Zij leidden eerst vanuit Hocht en later vanuit La Moinerie de werkzaamheden.
Deze monniken bouwden inderdaad hun abdij in een dal. Het woord dal komt dan ook regelmatig in de naamgeving voor. De nieuwe vestiging kreeg de naam Vallis Dei of Val-Dieu (Godsdal).
bron: Albert van Wersch, Van Wersch 800 Jaar.
In 1784 schreef de pastoor van Wijlre over een echtpaar dat in Warsage getrouwd was dat het dorp ook wel Wersch werd genoemd: Warsage sive Wersch.
Klik hier om terug te gaan.