Theodoor van Wersch, pastoor van Rimburg werd in 1812 als derde kind in Simpelveld geboren uit Jan Stefan van Wersch en Maria Lauvenberg. Het gezin woonde bij de kerk van Simpelveld. Zijn vader was tabaksverkoper en herbergier. Toen Theodoor 15 jaar was, kreeg hij zijn Latijnse les uit het boek Kleine lateinische Grammatik mit leichten Lectionen für Anfängen von Christian Gottlob Bröder, superintendent und Pastor zu Beuchte und Weddingen im. Thum Hildesheim. Achtzehnte verbesserte und vermehrte Original Auslage. Leipzig, 1820.
Naast het titelblad schreef hij Hic liber Pertinet ad me Johannem Theodorum Hubertus Von Wersch, gekommen in die School van Aldenhoven den 3 Februar 1828. = Dit boek is van mij Jan Theodoor Hubertus van Wersch die op 3 februari 1828 naar school in Aldenhoven ging.
Al in 1825 gaven zijn ouders hem jaarlijks tijdens zijn studie aan het bisschoppelijk seminarie in Leuven een bedrag van 200 francs.
Waarschijnlijk zal Theodoor ergens in Aldenhoven in de kost geweest zijn, omdat de afstand tot Simpelveld 30 km is. Hij ging hierna naar het seminarie om tot priester opgeleid te worden.
Op 2 oktober 1837 kwam zijn vader bij notaris Vreuls in Ubach over Worms.
Steven Van Wersch, weduwnaar van Maria Josepha Lauvenberg, grondeigenaar en landbouwer in Simpelveld schenkt aan zijn zoon Jan Theodoor Hubert Van Wersch, theologiestudent aan het bisschoppelijk seminarie in Leuven een rente van 200 franc per jaar. Als borg stelde Steven acht stukken land in Simpelveld.
In 1840 werd hij in Luik tot priester gewijd. Kort daarop ging hij naar Heerlen waar hij de vervanger (vicaris) van pastoor Rouillon werd die in 1839 benoemd was en in 1863 overleed. De Maas- en Roerbode schreef: Men meldt ons tevens uit Heerlen, dat aan den Eerwaarden heer van Wersch, kapellaan aldaar, door verschillende ingezetenen een fraai geschenk is aangeboden, als blijk van sympathie voor de liefde en zorg, aan den onlangs ontslapen Herder, den Wel Eerw. heer Rouillon, gestadig bewezen door den heer van Wersch, die, wij zijn er zeker van, dezelfde liefde en hoogachting op den nieuwe Pastoor der parochie zal overdragen.
1844: Voor notaris Nijst uit Wittem kwamen
1: de zeer eerwaarde Heer Jan Theodoor Hubert Vanwersch, kapelaan woonende te Heerlen handelende zoo in eigennaam als in hoedanigheid van voogd over zijne drie minderjarige broeders met name A Jan Jakob B Jan Lodewijk C Jan Cornelis Vanwersch
2: Pieter Joseph Hubertus Vanwersch landbouwer en
3: Jan Joseph Hubert Vanweersch koster, deze twee laaste woonend te Simpelveld;
Zij handelen als erfgenamen van wijlen Johan Stephan Vanwersch landbouwer weduwnaar van Maria Josepha Laufenberg overleden te Simpelveld, verklaren op heden ontvangen te hebben uit handen van ons voornoemden Notaris betalende voor en namens de kinderen en representanten van wijlen Daniel Brouwers landbouwer in huwelijk met Maria Agnes Haenraeds woonachtig te Simpelveld:
1: de som van ƒ 472,50 tot redemptie van een kapitaal van de gelijke som gekreërd bij akte verleden voor den Notaris Sanders te Heerlen den vierden December achttienhonderd vijfendertig
2: Als interest ƒ 32,84
Totaal ƒ 505,34
Vervolgens verklaren de comparanten met deze ontslag te geven en toe te stemmen in de royeering van de pandregtige inschrijving genomen ten kantore der hypotheken te Tongeren (…) tegen en ten laste gezegden Daniel Brouwers.
1847: Voor notaris Nijst
…. Compareerde
1: de zeer Eerzame heer Theodoor Hubert Van Wersch, kappellaan, wonende te Heerlen, handelende zoo in eigennaam als in hoedanigheid van voogd over zijne twee minderjarige broeders met name Lodewijk en Cornelis Van Wersch
2: Hendrik Joseph Scheijlen, landbouwer, wonende te Kerkrade, handelende als toeziend voogd der gezegde minderjarige kinderen
3: Pieter Josef Van Wersch, landbouwer
4: Jan Joseph Van Wersch, koster en
5: Jacob Van Wersch, landbouwer, de drie laatsten wonende te Simpelveld, zijnde al de Comparanten aan ons notaris wel bekend en tot het volgende geautoriseerd bij vonnis van de Arrondersements regtbank te Maastricht.
De welke verklaarden te hebben verkocht en mitsdien onder vrijwaring, volgens de wet, Vrij van hijpotheken in vollen en vrijen eigendom overgedragen aan en ten behoeve van de Aken Maastrichtsche Spoorweg maatschappij, gevestigd te Maastricht, alhier vertegenwoordigd door den heer Hendrik van Caubergh, boekhouder, wonend te gezegd Maastricht.
De broers verkochten acht stukken bouwland en twee boomgaarden vallende in de lijn van den aan te leggen Spoorweg van Maastricht naar Aken. De Spoorweg betaalde ƒ 4.226,37.
De verkoopers verklaren tevens hoegenaamd geene reclame voor Schadevergoeding vanwelken aard ook tegen de koopers meer, wegens het aanleggen van den Aken Maastrichtsche Spoorweg te hebben en ununceren dan ook en purselijk aan alle regten welke hun anders doorrege zouden kunnen Competeren.
26 december 1863 :Maas en Roerbode:
Men meldt ons tevens uit Heerlen, dal aan den Eerwaarden heer van Wersch, kapellaan aldaar, door verschillende ingezetenen een fraai geschenk is aangeboden, als blijk van sympathie voor de liefde en zorg, aan den onlangs ontslapen Herder, den Wel Eerw. heer Rouillon, gestadig bewezen door den heer van Wersch, die, wij zijn er zeker van, dezelfde liefde en hoogachting op den nieuwen Pastoor der parochie zal overdragen .
1865: In Heerlen vierde hij dan ook zijn 25-jarig priesterjubileum. Op 14 oktober 1865 werd Theodoor van Wersch door bisschop Paredis tot pastoor van de parochie de Hl. Drievuldigheid in Rimburg-Bruchhausen benoemd waar hij 15 jaar lang pastoor was. Zijn voorganger pastoor Muhlenberg was hier in 1863 tot pastoor benoemd. Bijna twee jaar later werd die tot pastoor in Schaesberg benoemd.
In 1867 vulde pastoor Van Wersch in Rimburg een deel in van de gevraagde statistiek van de Parochie van de H. Drievuldigheid te Rimburg. Hij schreef dat de “pastorij” 12 à 13 morgen land bezat, dat is nu ongeveer 5 à 6 hectare. Aan pacht ontving de pastorij 672 francs en 40 centimes.
Het inkomen van de pastoor was een stuk lager 125 tot 250 francs per jaar. Soms waren er andere inkomens. Dat jaar was er 200 franc extra door collectes en deels uit de kerkfabriek. Over de rente hoefde hij geen belasting te betalen. En tenslotte schreef hij dat de pastorie eigendom was van de gemeente Rimburg.
Rimburg was tot 1886 een zelfstandige gemeente waarna het samenging met Ubach over Worms. Sinds 1982 is de gemeente onderdeel van Landgraaf. Het zuidelijke deel van Rimburg heette in de volksmond Brokkelze = Broekhuizen = Bruchhausen.
In mei 1880 overleed Theodoor an den Folgen eines Schlaganfalls (een beroerte), 67 jaar oud ’s ochtends om 10 uur. De reden was dat hij door de rijksambtenaren uit Heerlerheide betrapt was bij het illegaal opslaan van een voorraad gedistilleerd in de tuin van de pastorie. Deze drankvoorraad was eigendom van de met hem bevriende kroegbazen. De alcohol werd in beslag genomen en de pastoor kreeg een proces verbaal. Eén uur na zijn bekeuring overleed hij aan een hartaanval. Wat moet hij een schande gevoeld hebben. Hij die juist de mensen wees op zondige zaken, hij waaraan zijn parochianen een voorbeeld moesten nemen.
Zijn opvolger werd kapelaan Grooten uit Schaesberg. Die bleef er vier jaar waarna kapelaan Neijssen uit Maastricht de nieuwe pastoor werd.
Na zijn overlijden werd een Memorie van Aangifte opgemaakt:
Nalatenschap van den Wel Ed: heer Jan Theodoor Hubert Van Wersch, overleden te Rimburg den 28 Mei 1880
Ondergetekende
1: Pieter Joseph Van Wersch
2: Jan Jacob Van Wersch
3: Jan Cornelis Van Wersch
alle drie landbouwers
4: Jan Lodewijk Van Wersch, burgemeester
alle vier wonend in Simpelveld
5: Anna Maria Lumeij, weduwe van Jan Joseph Van Wersch, akkervrouw wonend in Simpelveld als moeder en wettige voogdes over Jan Cornelis en Josephina Van Wersch, minderjarige kinderen uit haar huwelijk
6: Eerwaarde heer Jan Jacob Van Wersch kapelaan in Kerkrade
7: Jan Verstraelen als man van Magdalena Van Wersch, hoofdonderwijzer te Sevenum
8: Jan Schreurs als man van Maria Van Wersch, hoofdonderwijzer te Haelen, handelend voor zichzelf als voor Arnold Van Wersch, missionaris te Windham in America.
Pastoor Van Wersch van Rimburg was zonder testament overleden op 28 mei 1880. Nummer 1,2,3, 4 zijn zijn volle broers, elk voor 1/5 deel erfend en de kinderen van zijn overleden broer Jan Joseph ook voor 1/5 deel, te weten
a: Jan Cornelis
b: Josephina
c: Jan Jacob
d: Magdalena
e. Maria
f. Arnold
Ieder voor 1/30 deel.
De nalatenschap bestond uit
a: 1/6 deel in
1: Een boomgaard in dorp Simpelveld ,
2: Drie stukken Bouwland in het Boschveld,
3: Een boomgaard aan de Froonkuil,
4: Bouwland in het Hulsveld,
5: Een gebouw in het dorp Simpelveld,
6: Aldaar een tuin,
7: Een boomgaard Aan den Stamp,
8: Twee stukken Hooiland in het dorp Simpelveld,
9: Een huis in het dorp Simpelveld,
13: Twee stukken bouwland in Martensgraaf.
enzovoort.
Totaal bevatte de lijst 46 stukken, bouwland, boomgaarden, tuin, hooiland.
Totaal actief geschat op ƒ 3.514,10
Kosten: Begrafeniskosten met kerkdienst en getijden: ƒ 337,10.
Aan Hubertina Hanssen, dienstmeid in Rimburg, loon over het laatste jaar voor zijn overlijden ƒ 100.
Klik hier voor Jan Theodoor Hubert van Wersch in de Simpelveldse Tak.