Genealogische website Warsage

Stefan van Wersch studeerde als zoon van een geschiedenisleraar uit Maastricht, ook geschiedenis en dan specifiek Kerkgeschiedenis aan de Universiteit van Utrecht. Vervolgens was hij slechts twee schooljaren geschiedenisleraar waarna hij diplomaat Buitenlandse Zaken werd. Van 1990 tot en met 1993 was hij secretaris aan de Nederlandse ambassade in Cairo. Hierna was hij enkele jaren werkzaam in Den Haag om vervolgens in 1996 naar Washington te vertrekken met het Midden-Oosten in zijn portefeuille. Van 2005 tot en met 2008 was hij weer in Den Haag. Van 2008 tot en met 2013 was hij ambassadeur in Oman.

Na Oman verhuisde het gezin naar Berlijn waar Stefan leiding gaf aan het internationaal secretariaat van de Friends of the Syrian People, een organisatie van 120 landen.

2013

stefan van wersch

Interview met Stefan van Wersch  door Renate Buijsman.

 

‘We zijn hier groter dan we zijn.’ Met deze  woorden omschrijft Stefan van Wersch – onze  ambassadeur – de prestaties van de Nederlandse inbreng in Oman. Het is duidelijk dat ons kleine land Nederland op verschillende vlakken  meer voor elkaar krijgt in Oman dan menig land groter dan ons kikkerlandje. Daarmee hebben  we meteen een goed onderwerp van gesprek want dhr. van Wersch gaat ons verlaten en dat  is de reden voor de redactie van de Raskrabbel om een gesprek met hem te hebben over zijn ervaringen van de afgelopen 5 jaar.

 

Stefan kijkt met volle tevredenheid terug op zijn  ambtsperiode in Oman. De meest bijzondere  momenten waren onder andere de talrijke bezoeken van onze Koninklijke familie, officieel en  onofficieel. Een van de hoogtepunten van voor  de troonwisseling was het concert van het Radio Philharmonisch orkest in de muziekzaal van  het ‘al Alam Palace’, tijdens het staatsbezoek  van Koningin Beatrix en toen nog Prins Willem-Alexander en Prinses Maxima. Een ander bijzonder moment vormde de ontmoeting met dirigent Ton Koopman van Amsterdam Barok Orkest, een  langgekoesterde wens van de ambassadeur. 

 

Trots is de ambassadeur ook op de documentaire ‘Expedition Oman’ van filmmaker Gilles Frenken (in de vorige editie van de Raskrabbel  heb je kunnen uitgebreid lezen hoe de opnamen zijn verlopen). Vier jaar van voorbereiding, de nodige tegenslagen tijdens de opnamen en een fundraising van ruim 600.000 euro, was het  verschil tussen dromen over de documentaire en de realisatie ervan. De film ging in première onder toeziend oog van onze minister van Infrastructuur en Milieu, Melanie Schultz van Haegen.  ‘We zijn hier groter dan we zijn.’

 

Met hulp van de ambassade op het gebied van fundraising, lukte het om de film te financieren  en kreeg de samenwerking tussen het internationale bedrijfsleven en het gemeenschappelijk cultureel erfgoed een enorme impuls. In  augustus gaat de film in Nederland in première. Hopelijk gaat de zoektocht verder naar het wrak van de Amstelveen.

 

De minister was ook hier  voor een conferentie ‘GCC Supply Chain and Logistics’. Nog een momentje van trots voor onze  ambassadeur; de conferentie was namelijk in 3 maanden tijd tot stand gekomen in een samenwerking tussen de Ambassade, de drie CEO’s  van de grote havens, Jan Meijer (voormalig CEO  van de Port Sohar) en de Omaanse overheid. 


De minister haalde tijdens de bijeenkomst nog  even aan dat Cornelis Eijks niet had kunnen bevroeden dat zijn naam in deze dagen nog zou  worden herinnerd en dat de handel, zelfs na 250  jaar, tussen Oman en Nederland nog zo bloeiend zou zijn.

 

 De opnames van de film brachten  ook een angstig moment voor de ambassadeur. Tijdens het verblijf in Ras Madrakkah, ging hij een stukje zwemmen en dreef hij door de stroming te ver af. ‘Op zo’n moment besef je toch even hoe machteloos je bent en onderschat je de krachten van de zee’, zegt Stefan. Gelukkig  bracht deze stroming hem ook weer terug naar de kust maar hij beseft dat het ook anders had  kunnen aflopen. 

 

Tijdens het gesprek met de ambassadeur stappen we even over naar een ander onderwerp: de  Nederlanders in Oman. Het is een actieve gemeenschap, na de Britten de grootste Europese  en we mogen zeker trots zijn op onze veelzijdige  inzet. Maar de ambassadeur vraagt zich wel af of de Nederlanders echt gezien willen worden.  Activiteiten van andere gemeenschappen staan volop in de kranten; echter de Nederlanders organiseren de beste feesten maar lijken publiciteit niet belangrijk te vinden. Wellicht ligt  daar nog een uitdaging om meer bekendheid te  geven aan de fantastische events die er georganiseerd worden zoals het Kinderfeest en het  Oranjebal.

 

De ambassadeur uitte tenslotte ook  nog grote waardering voor de sociale, charitatieve en kunstzinnige inzet van veel Nederlanders, en met name Nederlandsen, in Oman.

 

De volgende baan is reeds begonnen, Dhr. van  Wersch verlaat de Nederlandse diplomatieke dienst tijdelijk en gaat leiding geven aan het  internationale secretariaat van de ‘Friends of the  Syrian People’, met als grootste opdracht de wederopbouw in de gebieden die niet meer onder de controle van het Syrische regime vallen. Samen met zijn gezin zal hij naar Duitsland vertrekken om zich te vestigen in Berlijn. De  Friends of the Syrian People bestaat uit zo’n 120 landen met Duitsland en de VAE als de ‘co-chairs’.

 

Zolang er binnen de veiligheidsraad van  de Verenigde Naties geen consensus is bereikt,  kan er nog geen initiatief starten van dergelijke  aard onder leiding van de VN en daarom doen  de Friends het nu.

 

Onbegonnen werk? Misschien, als je bedenkt dat deze gebieden weer in handen kunnen vallen van het Assad regime, maar niets doen is ook geen optie. Het fundraisen ging dhr. van Wersch hier al goed af en deze  skill zal hij in zijn nieuwe baan goed kunnen  gebruiken! 

 

Tevreden kijkt hij terug op zijn tijd in Oman, er is veel bereikt de afgelopen jaren in de samenwerking tussen Oman en het Nederlandse bedrijfsleven. Nederland is in steeds meer sectoren actief. De ‘Port of Sohar’ natuurlijk en PDO/Shell,  maar ook onderwijs, small en medium enterprises, onderwijs (steeds meer Omani’s gaan naar Nederland voor een studie), sport (denk aan de  Oman–Feyenoord samenwerking, de Nederlandse jeugdvoetbalcoach), visserij en landbouw  niet te vergeten.

 

Ook loopt samenwerking op het gebied van gezondheidszorg steeds beter, en natuurlijk niet te vergeten het oernederlandse thema water, waaronder hydroponics en de waterboxx van Pieter Hoff. Diens tamelijke eenvoudige uitvinding zou wel eens de belangrijkste Nederlandse bijdrage aan Oman kunnen worden en kunnen zorgen voor bossen die niet besproeid  hoeven te worden, aldus de ambassadeur. 

 

‘We zijn zichtbaar en actief’, zegt de ambassadeur, die ook een flinke stijging ziet in de  visumaanvragen op de ambassade. De vraag is nauwelijks bij te benen en momenteel is er een  wachttijd van bijna 6 weken, waar dit normaal 1  tot 2 weken is: ‘we staan opeens voor een grote  consulaire uitdaging’. In opvolger Barbara Joziasse voorziet hij een andere stijl, verfrissend, en  ze zal genoeg werk hebben! 

 

Op de vraag wat zijn favoriete restaurant is in Muscat kan hij geen eenduidig antwoord geven,  het zijn er meerdere! Voor wat sjieks de Chedi, wat lossers More Café of Trader Vic’s en Perzisch  eten doe je lekker bij Crown Plaza! 

 

We wensen de ambassadeur en zijn gezin het allerbeste toe en bedanken hem voor alles wat hij voor Oman en de Nederlanders in Oman heeft betekend!

 bron: Raskrabbel juni 2013

2013

stefan van wersch
Stefan van Wersch zie je achter koningin Beatrix

When Crown Prince Willem-Alexander
and Princess Maxima visited the Sultanate of Oman in January 2009, including the Port of Sohar, I had been in Oman for just 6 months. I was convinced that this visit would be the highlight of my tenure in the Sultanate. Not in my wildest imagination had I expected that I would receive Her Majesty Queen Beatrix herself, accompanied by Prince and Princess, even two times, for a private visit in March 2011 and a State Visit in 2012. Ever since the opening of a Netherlands Embassy in Oman almost 30 years ago, the relations between the two countries have deepened and become quite multipronged. The royal interest for the relations with the Sultanate eminently underlined the huge steps in the field of cooperation that have been taken in the last decades.

 

For many years the main connotation that the Dutch would have with Oman was the presence of Royal Dutch Shell. Obviously the Anglo-Dutch energy giant is still of major importance in our relations. But meanwhile many Dutch are quite aware of our other big leg in Oman: the Port of Sohar, a 50-50 joint venture between the Port of Rotterdam and the Omani Government. The port is one of Oman’s mega-projects and part of its diversification policy. It is already an important employment creator, and is bound to become an even bigger jobs booster. This project is after all no longer just about the industrial port: the Freezone has been launched and work on the airport and railway connection is on track. “Gateway Sohar” is by now the more appropriate label for this mega-project. So, when the visit of Her Majesty Queen Beatrix was announced, it was a given that the Port would be a major element in the royal program.

 

The royal program in Sohar was diverse. On the roof of the Jetty Cabin Her Majesty had a panoramic view of the entire port area, including the nearby jetty where the Vale ships deliver their iron ore. The Royals got a briefing about the port development and future developments as well as a briefing by two young Omanis on the challenges the Port faces in the field of environment and corporate social responsibility. It led to an intense dialogue between the Royals and the briefers.

 

The Royals visited the Free Zone and received a full explanation on the strategy to develop the 4500 hectares with the support of the Port of Rotterdam. In addition the water cooperation between the two countries was highlighted. 

bron: Port of Solar & Freezone Magazine, 2013

2012

stefan van werschI passed my Rubicon and bought a kindle.

Recently I bought a kindle, Amazon.com’s gadget to order e-books online. I had postponed this moment for several months. I come from a family which considers books something almost sacred, the pathway to knowledge, literature and art. “Who does not read avidly, won’t get far in life,” my late father would say. It would have deeply hurt him if he had lived to see that, when my mother left the family house, most of his books were removed. As the son of my father, I inherited this respect for books though diplomatic life forced me to concessions. If one has to move a lot, books are a burden, especially in the literal sense. The movers drop the boxes, you have the carry them to their destination, often ending up with a bad backache. So in the last 10 years, before moving, I would sell a large number of books to second-hand bookshops. The first time was painful, but by now I do it without any emotional turmoil. Still, the step to buying the kindle was a major one.

 

In general, I don’t belong to the early buyers of new gadgets, very much unlike my Omani friends who seem to love them. I only recently started to use a blackberry, and I still wonder why, since I only use the options that I was already using in my GSM! But with Borders Bookshop in Seeb gone — a really sad event — I felt as if I had my back to the wall. Ordering books by normal mail is cumbersome. Moreover, my kids have to write one essay after the other and need books for that, so my options were limited. So, yeah, I am now reading books on my kindle, albeit with a wee bit of a guilt feeling, as if I betrayed the family traditions.

 

An e-book has nothing “sacred”. I guess I will get used to it. Buying “real” books occasionally will probably help. Moreover, innovation is of course not just inevitable, it is basically a good thing. Last January I visited Eindhoven in the Netherlands, dubbed the smartest region world-wide by the Intelligent Community Forum in New York. I may be a conservative bibliophile but there is no doubt in my mind that the innovative inventions I saw there in the fields of energy, water and health care will be our best chance to meet the challenges of this century.

Stefan van Wersch is the Ambassador of the Kingdom of the Netherlands to the Sultanate of Oman.

bron: Times of Oman, 25 april 2012

2012

Queen Beatrix visit set to boost ties with Oman
MUSCAT: Several memorandums of understanding are expected to be signed during the state visit of Her Majesty Queen Beatrix of the Kingdom of the Netherlands to Oman tomorrow.

 

Speaking to Times of Oman, Stefan van Wersch, ambassador of the Kingdom of the Netherlands to Oman said, “Yes, we will sign memorandums of understanding on several issues, namely small and medium company, about vocational training and social-economic cooperation. These issues are very topical in Oman right now and I am proud that the Sultanate and the Netherlands work together in these fields that really matter.”

 

Stating that both sides will also sign some business contracts, Stefan said, “Among which, a big one is on hazardous waste management.”
The two countries will also conclude an agreement on the environment of the Port of Sohar area.
“Within the context of the visit, there will also be a speech by Prof Rinnooy Kan, chairman of the Dutch Socio-Economic Council, on corporate social responsibility. In Holland, CSR is an integral part of the way we do business. It is a concept that can mean a lot but the core is that business always has social implications. What do new economic ventures mean for surrounding communities; what about sustainability of the production processes, just to mention some elements? I guess that the speech could lead to some fascinating discussions,” he said.

 

At the beginning of her visit, the Queen will have a luncheon meeting with a large group of Omanis of different sectors of the society — ministers, undersecretaries, representatives of Majlis Al Shura and State Council, civil society organisations, education and business. “In a sense it will be a crash course on Oman and I am certain that Her Majesty and their Royal Highnesses the Prince of Orange and Princess Máxima will appreciate their presentations and insights on Oman’s achievements and challenges,” the ambassador added. Talking of the significance of the Queen’s visit to Oman, the ambassador said, “State visits are a great tool to reinforce the relations between countries. We have, of course, an embassy here, as the Sultanate has an embassy in the Netherlands, and not only we, as diplomats, but also others are working hard to further improve the relations. “But a state visit is of another magnitude; it is the highest kind of visit between states, and is first and foremost a meeting between the two heads of states, in this case His Majesty Sultan Qaboos bin Said and Her Majesty Queen Beatrix. During the visit, a whole range of existing relations is reviewed and discussed.”

 

Underscoring that visits of this kind can give a boost to the existing cooperation and also initialise new forms of working together, Stefan said, “At the same time, it is a way for states, especially the people in those states, to get to know each other better. I am proud that we have relations with the Sultanate that date back to the 17th century. In the 1670’s, we even had a kind of consulate in Muscat for some time. In the 18th century, Dutch castaways, after a terrible shipwreck, trekked from Ras Madrakah to Muscat in a survival experience during which they had many encounters with Omanis.”

 

A new book has recently been published about this event and the story will play a role in this state visit, he said. He added, “In Sohar, the Omanis and Dutch work closely together in the Port of Sohar. But that does not mean that everybody in the Netherlands has Oman on the radar yet. State visits are a great way of bringing countries and peoples closer together. “Tourism from Holland to Oman has been picking up in the last years. I have no doubt that what the Dutch are going to see about this beautiful country on TV during the visit, will lead to increased tourism. Dutch people tend to like active vacations witch activities like hiking, biking, diving, sailing and certainly also cultural sightseeing; the Sultanate has it all.”

 

On the economic and investment cooperation between the two countries, the ambassador said, “We are both working hard on that. Just before the state visit, an agreement between the Kingdom and the Sultanate on the avoidance of double taxation and the prevention of fiscal evasion with respect to taxes on income came into force. Tax treaties can play a vital role in achieving tax efficiency on cross-border investments and thus can stimulate cooperation.


“The Port of Rotterdam has made substantial investments in the Port of Sohar, alongwith the Omani Government. Mutual investments are on the rise; the Port of Rotterdam has invested quite a lot in the Port of Sohar. You would be amazed about the Omani investments in Holland, for instance in real estate and shipping. But at the same time it is clear that far more is possible and desirable.”
He said his hope is that the Port and the Freezone next to the port would become ever bigger engines for the Omani economy and a major employment booster for Omanis.

 

Explaining that Holland has of course also been quite involved in Oman’s energy sector, the ambassador said, “That we have a substantial Dutch community in Oman is obviously a direct result of the presence of Royal Dutch Shell, an Anglo-Dutch company (It has been active in Oman since 1958). But we are active in many other fields such as wind and solar energy, food security, consultancy, logistics, environment, road safety, transport, shipbuilding, electronics, you name it. Crosscutting themes are always innovation and sustainability.


“We recently had an architectural mission visiting in Oman; they showed the kind of schools that are nowadays built for vocational training. These schools produce their own energy and are, by the way, extremely attractive for students: I had the feeling that I wanted to go back to school! Flowers should not be forgotten: that is after all what Holland is known for most.


“In the past three years, we organised two large flower shows, and they were a remarkable success. Since 2009, we also have a joint business council, and we are very glad that Mohammed Barwani is the Omani co-chair. He knows Holland pretty well and is a businessman with a broad vision.

 

“Mutual investments are on the rise; the Port of Rotterdam has invested quite a lot in the Port of Sohar. You would be amazed with the Omani investments in Holland, for instance in real estate and shipping. But at the same time it is clear that far more is possible and desirable.”
About the plans to enhance cultural ties, the Dutch ambassador said, “We had in the last years some great events, such as the Rembrandt etchings exhibition in 2009 in Muscat, and an Oman exhibition in the heart of Amsterdam in 2010. Those were real toppers, and it is not easy to emulate that level year after year.

 

We will have nice classical and jazz events coming up in March, and I hope that next year a Dutch orchestra will be able to perform in the Royal Opera House, the grand new landmark in Muscat. But we are also working hard on the project of the shipwreck of the Amstelveen in 1763 and the survival trek of the 30 castaways which I mentioned above. Actually, we signed last year a memorandum of understanding on this subject which is in a sense the perfect example of shared heritage, namely encounters of Dutch and Omanis in the desert 250 years ago. We are working on a documentary on this story.


“I hope that we can release it in 2013 and then we might also have an exhibition and a maritime conference. We are both countries with seafaring traditions that date back to many centuries; we met each other many times in history, and nowadays maritime cooperation still belongs to the core of our relations, like in the Port of Sohar.”

 

On educational exchange, he said, “Let me mention that we provide scholarships to young Omani professionals on a yearly basis: they get a chance to follow courses in the Netherlands that directly relate to their jobs. That could be water management, business administration, agriculture and fisheries or geography, just to name some fields. Thanks to the scholarships that His Majesty granted, more and more Omanis are now going to Dutch universities which provide high quality education in the English language. Through the initiatives of Prof Ruud Schotting, who holds the Sultan Qaboos Chair for Water Management at my alma mater the University of Utrecht, we also see a start of Dutch students studying in Oman.”

 

It is going to be a great Royal visit, the ambassador concluded.

bron: Mrudu Naik, 9 januari 2012

2011

stefan van werschDe Erfenis van de Amstelveen
In 1763 vertrok  een schip van de Oost-Indische Compagnie Batavia (tegenwoordig Jakarta) naar Kharg in Iran. Toen zij Cape Comorin in India voorbij was waren er 85 zielen aan boord, maar 55 van hen zou nooit een voet meer op land zetten. Twee en halve eeuw geleden zonk zij voor de kust van Oman.


De andere dertig spoelden aan op het rotsachtige strand van Ras Madrakah ten zuiden van Duqm en ongeveer twintig overleefden de martelende wandeling naar Sur en Hadd in Oman. Een van hen schreef getrouw het verhaal op van de overlevenden van de Amstelveen, een schip wiens verhaal eindigde in Oman. Bijna 250 jaar later begint dit verhaal opnieuw te leven.

 

Het onderwerp van een nieuw boek, alsmede een geheel nieuw hoofdstuk in de relatie tussen Nederland en Oman, ontstond doordat het logboek van de derde stuurman Cornelis Eyks, een van de overlevenden van de Amstelveen, na een toevallige ontdekking kwam opduiken bij een antiquariatische boekhandel in het zuiden van Frankrijk. Dit logboek trok de aandacht van Dr. Klaas Doornbos die het onderzocht en er over schreef.


Een kopie van het manuscript is in Oman in de zorg van S.J. F. van Wersch, ambassadeur van het Koninkrijk der Nederlanden in Oman. Maar omdat het nog niet gepubliceerd is, heeft hij beloofd er niet zoveel over te vertellen. Hij was wel zo vriendelijk genoeg om er enkele feiten uit te lichten.

 

“Het is net Extreme Survival dat je wel eens op tv ziet, je weet wel waar ze iemand op een afgelegen plek achterlaten die dan moet zien te overleven met wat hij kan vinden. Alleen in dit geval was het een echte strijd van leven of dood,” zei Stefan van Wersch. “Deze mannen moesten ongeveer 700 km lopen om een punt te bereiken waar ze zijn aan boord genomen konden worden om naar Muscat te varen. En dit was in augustus, dus je kunt je voorstellen hoe heet het wel was in de woestijn..

 

In het logboek wordt beschreven hoe de zon hun huid verbrandde, hoe hun voeten vreselijk leden door het lopen zonder juist schoeisel op het hete zand en rotsen. ’s Nachts konden ze vanwege de kou niet slapen. Dit alles met een verschrikkelijk tekort aan water.”

 

Omdat niet iedereen hetzelfde tempo kon handhaven, werd de groep overlevenden uitgedund tot groepjes van twee of vier man. Sommigen, eventueel gewond of gewoon niet meer in staat om verder te gaan, vielen neer en moesten wel achtergelaten worden. Of werden ze door mensen die ze in de woestijn tegenkwamen aangevallen.

 

Wellicht was dat vanwege het taalprobleem.
Eyks’ log spreekt echter ook over het medeleven dat zij van sommigen mensen kregen. Zo werden hun gebarsten en verbrande lippen met een bepaald soort zalf behandeld. Bewoners van dorpjes gaven hen dadels en water, maar ook een schuilplaats tegen de wrede elementen, om in te slapen. “Het mooie van het logboek is in wat het beschrijft, maar helaas vermeldt het ook zoveel niet. Er zijn zoveel raadsels over de Amstelveen die nog niet zijn opgelost,” zei S.J.F. van Wersch.

 

Een raadsel is het waarom het schip in de eerste plaats aan de grond liep. De kapitein was ervaren en zou zeker deze wateren gekend hebben. Een ander raadsel is de man die Eyks in Muscat ontmoette die vloeiend Nederlands sprak. Hij zou hem zeker gevraagd hebben hoe de man Nederlands geleerd had, maar heeft dat niet opgeschreven. Sommige van de vreemde zaken zorgden er voor dat het verhaal van de scheepsramp door de heren bestuurders van Oost-Indische Compagnie met argwaan behandeld werd.

 

Ze suggereerden dat de bemanning het hele verhaal verzonnen kon hebben om de lading te verkopen.
Zonder enig medelijden voor de mannen en wat zij doorstaan hadden werd Eyks naar Kharg gestuurd waar hij ondervraagd werd. Van daaruit moest hij naar Batavia waar hij opnieuw ondervraagd werd voordat zij eindelijk zijn verhaal geloofden. Ten slotte betaalden zij zijn salaris, maar wel tot de dag dat het schip verging.

 

Over een schat de Amstelveen zou hebben? Zij had een lading van voornamelijk suiker en specerijen, dus er is niet veel om er in deze ruwe wateren naar te duiken. Andere zaken, zoals de kanonnen, die een goede waarde in die dagen hadden, zullen vrijwel zeker geborgen zijn door diegenen die kort na de scheepsramp erover hoorde.

 

Hoewel ze haar bestemming niet bereikt heeft, heeft de Amstelveen wel voor haar eigen erfenis gezorgd. Het logboek van Cornelis Eyks zal in een Arabische versie verschijnen terwijl Oman en Nederland een akkoord hebben ondertekend over een samenwerking in het maken van een documentaire over het wrak en de reis. Er zal in 2013 een gedenkplaat in Ras Madrakah geplaatst worden, precies 250 jaar nadat ze zonk, er zal een gezamenlijke tentoonstelling en een seminar over haar georganiseerd worden. Tevens is er een uitgebreide samenwerking ontstaan op gebieden als maritieme musea.


Stefan van Wersch zei, “Tijdens dit onderzoek vond Klaas Doornbos een tweede exemplaar van het boek. Het zou een passend eind aan het verhaal zijn als wij dat konden kopen zodat er één exemplaar hier in Muscat is  en één in Nederland.”  Hoe tragisch haar einde ook was, het lijkt erop dat de Amstelveen daadwerkelijk een lading heeft achtergelaten dan alleen maar etenswaren en wat hout.

bron: The Week: Jayant Jayakrishnan, May 11, 2011

 

Klik hier voor deel 1 van de documentaire over de tocht van de overlevenden van de Amstelveen van de VPRO september 2012.
Klik hier voor het boek.


Noot: Het schip is nog niet gevonden. De zoektocht startte november 2012.

2008

stefan-1

Stefan van Wersch

Op woensdagmorgen 18 september jl. reden we naar de Nederlandse ambassade voor een interview met de nieuwe Nederlandse ambassadeur voor Oman, Stefan van Wersch. De vragenlijst zat in de tas; we waren er klaar voor. De keuze voor een gesprek in de vorm van een interview lijkt voor de hand te liggen als je in korte tijd veel informatie wilt krijgen over iemand. Echter, dan moet zo’n gesprek zich daar wel voor lenen. Wanneer je zoals Stefan van Wersch communicatief bent en onderhoudend, dan verdwijnt de lijst met vragen gaandeweg in de tas en wordt er veel, heel veel geschreven.

 

Onze insteek was om een beeld te krijgen van de nieuwe ambassadeur: wie is hij; waar komt hij vandaan; hoe zag zijn loopbaan er tot nu toe uit; hoe word je diplomaat; wat doet een ambassadeur nu precies; waarom Oman; wat verwacht hij van deze posting; wat kunnen wij – Nederlanders – van Van Wersch verwachten en ten slotte zijn wij nieuwsgierig naar zijn privéleven.

 

De ontvangst is allerhartelijkst en zeer ontspannen. En zoals het Nederlanders betaamt mogen we tutoyeren. Dat brengt het gesprek op de Nederlandse cultuur en de ondernemende geest van de Nederlanders. Van Wersch is verrast over het grote aantal Nederlanders dat werkzaam is in diverse (Omanitische) bedrijven. Nederlanders karakteriseert hij als ondernemend, vol zelfvertrouwen en welbespraakt. Daarbij passen zij zich in het algemeen snel aan een vreemde cultuur aan, is zijn conclusie.

 

De ambassadeur komt uit Maastricht en studeerde (godsdienst) geschiedenis en klassieke talen. Deze studies zouden later goed van pas komen in z’n carrière als diplomaat al had hij zo’n loopbaan in zijn studietijd overigens nooit overwogen. Na zijn studie start hij als leraar, maar een vriend wijst hem op het diplomatenklasje. Omdat Van Wersch geen carrière ambieert in het onderwijs, meldt hij zich toch maar aan voor de eerste selectieronde.

 

Hij doorloopt alle rondes probleemloos en zo belandt hij in het `klasje’. Hij vertelt dat deze negen maanden durende opleiding het gewenningsproces aan een diplomatieke carrière vormden. En vult aan dat –erop terugkijkend- hij zich geen betere werkgever dan BZ (Buitenlandse Zaken, red.) kan voorstellen alleen al vanwege de enorme diversiteit aan banen. Van Wersch is net begonnen aan de zevende!

 

Van Wersch’ carrière begint in Nederland als secretaris van staatssecretaris Van der Linden van 1987 – 1990.stefan van wersch Daarop volgt de eerste buitenlandse posting in Cairo – waar hij zijn toekomstige vrouw Lilian Fawzi zou ontmoeten. In Cairo is Van Wersch verantwoordelijk voor de handelsbevordering en de rapportage over fundamentalisten aan BZ.

 

Hij vertelt dat hij destijds 3e secretaris was van de ambassade en dat dit feitelijk inhield dat je een soort deurloopjongen was. Toch bewaart hij goede herinneringen aan deze posting. Het sociaalmaatschappelijke aspect sprak hem aan: iets kunnen betekenen voor anderen. Diplomaten gaan na een buitenlandse posting in de regel een paar jaar terug naar Nederland (en werken dan op BZ of voor de Europese Unie, red.) om weer feeling te krijgen met de Nederlandse samenleving en de ontwikkelingen en dat is goed, vindt Van Wersch, zeker wanneer er een ingrijpende gebeurtenis plaatsvindt – zoals bijv. de moord op Pim Fortuyn en Theo van Gogh – die de samenleving behoorlijk ontwrichten, dan voel je de impact uiteraard veel beter wanneer je in het land zelf verblijft.

 

Bovendien zou je je objectiviteit kunnen verliezen en steeds meer gaan neigen naar het buitenland waar je dan verblijft (het zg. Charles Groenhuijsen –effect).

 

Van Wersch’ tweede buitenlandse posting is Washington (In zijn portefeuille zaten onder meer het ‘Midden- Oosten vanuit Amerikaanse setting’ en hij vertelt dat de spanning toen voelbaar was, met name ten aanzien van Irak, maar dat deze onvoldoende werd onderkend. Hij maakte er de ineenstorting van het vredesproces tussen Israel en de Palestijnen mee. Dat vervolgens de regering Bush de eerste jaren het Midden-Oosten conflict niet op de agenda zette, betreurt hij. Deze brandhaard werd – geheel ten onrechte – verwaarloosd en droeg zo bij aan de frustratie in het Midden- Oosten. Van Wersch vertelt dat hij heel kort voor 9/11 Amerika verliet omdat zijn posting erop zat.

 

Op de vraag wat zijn meest bijzondere ervaring tot nu toe is, verhaalt Van Wersch over de menselijke hulp die hij kon bieden aan Nederlanders tijdens zijn posting in Cairo. Hij krijgt daar te maken met o.a. een kinderontvoering en landgenoten die in de gevangenis zitten. Daarnaast was ook bijzonder voor hem zijn voorzitterschap van de werkgroep EU buitenlands beleid in Brussel, toen Nederland voorzitter van de EU was in 2004.

 

Hij heeft er veel verantwoordelijkheid en leert daar om beslissingen te kunnen nemen, te sturen en problemen op te lossen. Soms om 180 graden te draaien om een oplossing te forceren. De keuze ten slotte voor Oman is niet vreemd: Van Wersch kent de Arabische wereld vrij goed en spreekt de taal redelijk, zegt hij. Bovendien kent Oman een religieuze tolerantie en legt men anderen weinig op. Voor Nederland is Oman een economisch interessant land waar Nederland, zoals hij het noemt `goed ingeplugd is’.

 

Alle trends zijn gelegd: onderwijs, energie, transport, duurzaamheid, zeevaart. De bijdrage die de ambassade kan leveren is o.a. op het gebied van energie en water. Er zijn veel kansen voor Nederland, vindt Van Wersch. In oktober en januari komen resp. een Nederlandse onderwijs- en een handelsmissie naar Oman. Omanieten willen, volgens de ambassadeur, know-how. Dit uit zich ook in een toename in aantal studenten dat in Nederland gaat studeren. Ze hebben het geld en willen het in een keer goed doen en kijken daarom veel naar ons.

 

Momenteel exporteert Nederland voor zo’n 200 miljoen euro naar Oman. Dit is absoluut gezien niet zo’n groot getal, maar het is een verdubbeling ten opzichte van het jaar daarvoor en derhalve een snelle groei.

 

Stefan van Wersch kwam naar Oman met zijn vrouw Lilian en 3 kinderen van 15, 13 en 11 jaar. Zij gaan allen naar de ABA (American-British Academy, red.) en hoewel de oudste zich even afvroeg wat er voor hem in Oman te doen was, lijken ze alle drie zich het leven in het Midden- Oosten eigen te maken. Het gegeven dat hun moeder uit de buurt komt, maakt de inburgering wat gemakkelijker, besluit Van Wersch.

bron: Raskrabbel november 2008

2006

In de Trouw van 12 februari 2006 verscheen een interview met Stefan van Wersch met als titel Van Wersch / Een waardige maar glasheldere dialoog met de islam. Klik hier.

Publicaties

Stefan van wersch

  • Islamitisch Terrorisme? Over de werking van het islamitisch slachtoffercomplex, samenzweringstheorieën en fundamentalisme, in: Internationale Spectator, Februari 2002
  • Neoconservatieven, Christen-Zionisten, en zin en onzin van democratisering in het Midden-Oosten, in: Internationale Spectator, Mei 2003
  • Is er toekomst voor het Europese Buitenlandse en Veiligheidsbeleid na Irak?, in: Christen Democratische Verkenningen, Thema nummer “Allemachtig Amerika”, najaar 2003
  • De gnotisch-occulte vloedgolf, van Simon de Tovernaar tot New Age,uitgave van Kok, Kampen, 1999.

Klik hier voor Stefan van Wersch in de Heerlense Tak.

error: