Genealogische website Warsage

’t Pallieterke 15 november 1945
Ik ben getrouwd

Een heel flinke prestatie van Mevr. Van Wersch. Zij maakte van het luchtig persoontje dat luistert naar den weinig Italiaansche naam Daisy, juist wat het wezen moest om dit stuk een fatsoenlijk stuk te doen zijn; zonder daarom de gevaren der onfatsoenlijkheid onbelicht te laten. Zij kleedt zich ook met smaak maar moet een paar andere kousen koopen of leenen want deze die ze nu draagt hebben een zéér onesthetische kleur wanneer ze door het voetlicht beschenen worden. (Soms een koopje an een Amerikaan?).

’t Pallieterke 1 november 1945
De wacht aan den Rijn

Degelijk werk van de dames Verschueren, Van Wersch en Koch.

’t Pallieterke 7 februari 1946
Nieuwe huurders op de zesde verdieping

Te meer daar het stuk een uitstekende gelegenheid biedt om enkele menschen een schoone kans te geven. Hierbij denken we in de eerste plaats aan Mevrouwen Van Wersch en Balder.

Vooral voor Mevrouw van Wersch heeft de opvoering van dit stuk ons genoegen gedaan. — Deze dame op wie den vloek der onhebbelijke personagies schijnt te rusten, krijgt hier thans een zeer sympathiek fi­guurtje te verwerken en ze beleeft die rol met een zeldzame intensiteit. Die wèggewerkte, maar nog immer be­staande liefde voor haar man die een schoft is, heeft ze merkwaardig goed weergegeven en daarmee getoond dat ze een groote actrice is.

Mevrouw Balder: Toch was ze in zegging en acteeren bizonder aangenaam om volgen en bracht zij ons, samen met Mevrouw Van Wersch het genot van den avond.

’t Pallieterke 21 februari 1946
Lorely 1939

Mevrouw Van Wersch speelde, in een paar mooie kleedjes en met uitdagende buste, de rol van de vamp. Geen parel aan haar tooneelspeelsterskroon maar onberispelijk werk aan den loopenden band.

’t Pallieterke 28 maart 1946
Een kerel van een vrouw

… van deze operette zonder muziek waarin mevrouw Van Wersch voor de zoveelste maal vampt tot ieders voldoening.

’t Pallieterke 16 mei 1946
Die twee lieve jongens

Wat we dus bij mevrouw Van Wersch en Gaston Van der Meulen vooral hebben gewaardeerd is de strijdlust waarmee ze, op voorhand overwonnen, toch tegen dit handicap gevochten hebben.
Van Mevrouw Van Wersch kan gezegd worden dat ze de gelegenheid om te toonen dat ze nog wat anders uitbeelden kan dan “katje”, moedig heeft aangegrepen.

’t Pallieterke 28 juni 1946
Jeptha

Mevrouwen van Wersch en Fontijn waren de solisten van het «gesproken ballet» en betoonden Vondel’s rijmen allen eerbied. Er was een statige, gestyleerde mise en scène en aankleeding naar ontwerpen van Ch. Godefroid en er was muziek van Karei Candael.

’t Pallieterke 10 oktober 1946
Het onstuimig hart

..kon Mevrouw Lens de rol van nurse Margaret de haar was toevertrouwd  geworden niet spelen. Het was Mevrouw Van Wersch die dat dan maar in haar plaats deed en als Mevrouw Van Wersch een geintje erkentelijkheid in haar alleszins behoorlijk body heeft, dan zal zij in de toekomst, wanneer zij dhr. Lowette ontmoet, hem telkens met een vriendelijken glimlach beloonen. Want zij is, dank zij hem aan een zeer schoone kans geraakt welke schoone kans zij magnifiek heeft waargenomen. Ze zag er niet enkel zeer appetijtelijk uit als nurse en gaf mij lust om ziek te worden, maar ze heeft haar rol mooi gespeeld. Zeggen dat zij enorme vorderingen maakt past misschien niet zoo erg voor een actrice die haar debuut nu toch als een heel poosje achter den rug heeft. Laat mij dus liever schrijver dat ze thans volkomen is en als volwaardig actrice naast de beste mag staan. En niet alleen in rolletjes van groote of halfgroote kokette waarop men haar een beetje eenzijdig had

’t Pallieterke 26 september 1946
Pater Damiaan (le pèlerin de l’enfer / De pelgrim der verdoemden) (film) première.

De andere vertolkers spelen te veel tooneel. Alleen Mevrouw Cara van Wersch ontkomt dat verwijt maar verliest dan weer punten voor hare diction Française!

’t Pallieterke 16 januari 1947
Candida

Mevrouw Van Wersch was een Pros (Ph: dat was haar rol) die ik bij momenten verkoos boven die van de Engelsche dame die deelnam aan de nochtans door iedereen en ook door mij als «perfect» betitelde vertolking door het Arts Theatre. Ze zag er allerliefst uit (wat toch altijd een duit in ’t zakje doet) en was zoo verstandig nièt te overdrijven in het laatste bedrijf als ze «tipsy> is. Zij is een zeer goede actrice wier talent er nochtans wel wat onder lijdt dat men haart bij de doorgaans nogal eenzijdig orienteert. Met haar rol in Nieuwe Huurders en in het Onstuimige Hart mag deze in Candida als haar minst conventionneele en één uit haar beste serie opgeteekend worden.

’t Pallierterke 24 april 1947
Topaze

Côté dames is er feitelijk alleen maar Mevrouw Van Wersch die van den auteur wat meekreeg om uit te blinken en ze heeft er ook met haar gewone stielvaardigheid gebruik van gemaakt.

’t Pallieterke 12 juni 1947

Zoo is het dan Mevrouw Van Wersch geweest die den lauwerkrans heeft kunnen wegkapen en met een onder alle opzichten merkwaardige fraulein von Bernburg de groote overwinnaar van den avond is gewest. Dat was héél mooi werk en verdiende volkomen het geestdriftig applaus dat er mee uitgelokt werd. Jammer mag het heeten dat Mevrouw Van Wersch’ collega’s niet op de idee kwamen deze actrice ook eens héél anders te laten profiteeren van toejuichingen die op zulke opvallende wijze tot háár gericht waren. Te meer daar deze artiste in den loop van het seizoen nog niet veel gelegenheid heeft gehad om zich een zat te drinken aan ’t succes.

’t Pallieterke 2 oktober 1947
Zilveren bruiloft

De schoonste en veruit de interessantste rol is deze van “marraine” de vrouw die nog geen afstand heeft gedaan van de troon der liefde. Mevrouw Van Wersch heeft de figuur wonderwel begrepen en in de perfectie belichaamd.

’t Pallieterke 25 december 1947
Scrooge, Marley and Burlador

Zij werd dan ook overvleugeld door de dames Winkeler en Van Wersch die met hun beidjes de beste momenten van de voorstelling voor haar rekening namen.  Wat Mevrouw Van Wersch betreft, die heeft het ingénue-gedeelte van haar rol verbazend knap gespeeld.

’t Palieterke 29 januari 1948
Volpone

Dat de klassieke courtisane-rol van Canina aan Mevrouw Van Wersch veilig kon worden toevertrouwd was te voorzien. Dat ze haar zo bizonder intelligent speelde en er zo maximaal al de effekten van wist te benutten, was een aange­ name verrassing. Bovendien mag ze tevens geloofd omdat zij (samen met Cammans) de énige was die de melodieuze sonoriteit der Italiaanse namen en titels haar volle glans wist te geven.

’t Pallieterke, 15 april 1948
Duet voor Artevelde

In deze omstandigheden was het oor de dames Blanchaert en Van Wersch een kleinigheidje om de superioriteit van het zwakke geslacht overtuigend te demonstreren. Zowel jonge meisjes rol die aan Ibsen doet denken, als Mevrouw Van Wersch, in een hersenrijke damesrol, waren feilloos en gaven aan de voorstelling haar K.N.S. standing.

’t Pallieterke 25 november 1948
Hedda Gabler

Verder geloof ik ook niet dat hij het zwaartepunt van de interpretatie daar gelegd heeft waar het wezen moet. Over een figuur als die van Hedda Gabler is natuurlijk lang te redetwisten. Maar ik meen toch dat men het niet zo ver moet zoeken als Mevrouw van Wersch en Balfoort het gezocht hebben. Ik meen dat het «geval Hedda Gabler» een geval Madame Bovary is en al wat Ibsen er verder bijsleurt slechts dienen moet als dramatische stoffering. Zo bekeken heeft Mevrouw Van Wersch de rol totaal verkeerd gespeeld. Haar figuur miste alle innigheid en zeker alle vrouwelijkheid. Ze wou beslist de dochter van de sabelsleper zijn. En dat is ze geweest ook. Diè opvatting heeft ze voortreffelijk volgehouden maar ze heeft haar helaas zéér dicht bij de wettig gedeponeerde drakenstijl gebracht, met vervaarlijk ogengerol en al de rumoerige uitbundigheid die er bij hoort. Het publiek, een deel ervan althans, scheen dat echter wel te smaken en vierde haar persoonlijk zeer geestdriftig.

Het succes was groot. Het ging in hoofdzaak, ik zei het reeds naar de prestatie van Mevrouw Van Wersch die er zo van onder de indruk kwam dat ze tegen de gewoonte in die arme Maurits Balfoort mee op het toneel sleurde.

’t Pallieterke 7 juli 1949
De kathedraalbouwer

Verleden week heeft Mevrouw Hedda Gabler, geboren Cara Van Wersch van Mevrouw Freddy Engelen, geboren Tine Balder, in volle proloog van de Komediantenrevue een formidabele draai om de oren gekregen. Nadien ondervraagd door de commissie van de Belgische catchbond over de reden waarom zij niet dadelijk twee oorvegen had teruggegeven verklaarde Mevrouw Gabler, geboren Van Wersch:
-Nou ja, maar u moet begrijpen, ze veranderen de revue elke dag. En nou dacht ik zo, ’t zal zeker weer een nieuwe scene zijn.

’t Pallieterke 25 augustus 1949
De kritiek. (geen toneelstuk, maar een kritisch stuk)

“Ik hou erg veel van kritiek,” zei mevrouw Cara Van Wersch, “maar ze moet objectief zen onbevooroordeeld blijven.”

’t Pallieterke 8 december 1949
Groot Duimpje

Met de medehulp van hare corsetiere (die voor een wulpse leest gezorgd had) tekende Mevrouw Van Wersch de fatale vrouw (o, niet zo fataal als dàt) en fantazie dat hier volkomen gerechtvaardigd was.

’t Pallieterke 8 december 1949
De dubbele Adelaar

Met de Edith, zoals Mevrouw Van Wersch die bij ons gespeeld heeft dweep ik zo.

’t Pallieterke 23 februari 1950
Theophanes

Het plezier van mijn avond heb ik te danken aan Mevrouw Van Wersch die schitterde als een Hollywoodse vedette! Dat was de moeite tenminste waard en als ik rap de hele Theophaanse boel zal vergeten, diè prestatie vergeet ik niet zo vlug. Haar meesterstukje van fantazie (want dàt was het) deed nog meer betreuren dat de auteurs zo plomp naast de goede exploitatie van hun prachtig idee hadden gegrepen.

’t Pallieterke 20 april 1950
Madonna Oretta

Tip top leek mij daarentegen de soubrette van Mevrouw Van Wersch die wel het juiste inzicht in woord en gebaar te pakken had en zonder erg veel tekst, daardoor toch haar “aanwezigheid” wist op te dringen.

’t Pallieterke, 15 juni 1950
Der Komediantenkatastroof

Nu heeft de kameraad-directeur met deze sketch Zaterdag ’n moment gedacht dat hij stokstijf-steendood ging vallen. Want toen Mevrouw Van Wersch zegde : Wij willen dat de K.N.S. zich beter bewust zou zijn van zijn kulturele taak! (dat was in des Firmamento’s geest ironisch bedoeld) wel toen waren er mensen die dat serieus opnamen en op handgeklap onthaalden! Onder-directeur Postel die vlak voor me zat jon een “Amai” niet onderdrukken.

’t Pallieterke 5 oktober 1950
Ik ben getrouwd

En het is alleen dank zij de dames inzonderheid Mevrouwen Allaert en Van Wersch die zich kordaat tegen die afleiding verzetten, dat het niet helemaal is misgelopen.

Ook    Mevrouw Van Wersch is als Daisy de flirtlustige dame the right woman in the right place. Ze lanceerde haar inslaande repliekjes met het passende flegma en acteerde in een daarbij perfect aansluitende toon.

Deze beide dames speelden haar figuur met een tact en een verfijndheid waaraan de heren een lesje KONDEN nemen maar dat lesje helaas niet genomen hebben.

’t Pallieterke 2 november 1950
Edward mijn zoon

Cara had de rol van privé secretaresse.
Mevrouw Van Wersch gaf in een cliché́-figuur van zéér private privé- secretaresse voldoening.

’t Pallieterke 3 mei 1951
Ninotchka

Al mocht ze dan ook een Prinses zijn, véél heeft Mevrouw Van Wersch daaraan niet gehad en zeker niet de voldoening véél talent te kunnen tentoonspreiden Ze heeft recht op een betere kans.

’t Pallieterke 6 december 1951
De mens wikt

De directeursvrouw kreeg vanwege Mevrouw Van Wersch ook een goede belichaming. En nu kan de stem van deze actrice niet Iedereen even aangenaam In de oren klinken, maar ze zegt toch bizonder juist en goed.

’t Pallieterke 7 februari 1952
Koningin Christina

Cara Van Wersch was er al even naast als Herwig Hensen (ph: de auteur). Ze vermocht geen enkel ogenblik enige ontroering in de zaal te brengen en gelukte er niet in haar personage te doen aanvaarden.

’t Pallieterke 10 april 1952
Achnaton de Egyptenaar

In de vertolking zie ik maar een paar dingen die ’t vermelden waard zijn. IN de eerste plaats de lofbare pogingen die Mevrouw Van Wersch deed om haar tekst zo gewoon en toch zo zin-rijk mogelijk te zeggen en verder om, naar de wens van de regisseur zo hieratisch mogelijk te acteren.

’t Palieterke 29 januari 1953
Middernacht dr. Schweitzer

Mevrouw Van Wersch heeft nog eens voor verpleegster gespeeld zo op de evenaar. Dat was in «Het Ontstuimige Hart » en dat was toen prima van haar. Het was ook toen dat wij Maurits Balfoort voor ’t allerlaatst gezien hebben als acteur. Is dàt de (sentimentele) reden geweest waarom hij nu weer van Mevrouw Van Wersch een verpleegster-in- de-tropen heeft willen maken ? Ik weet het niet maar ’t was in ieder geval een formidabele « miscasting ». Dat is zowat het slechtste dat deze goede actrice al heeft laten zien op de planken van onze schouwburg. Ik zeg zien want over hetgeen zij liet horen is moeilijk wat te zeggen. Men hoorde namelijk bijna niets.

’t Pallieterke 26 maart 1953
De Misanthroop

Na Van den Brande moet beslist Mevrouw Van Wersch aan de beurt komen wier Arsinoé ook buitengewoon goed gespeeld was en die mede behoort tot de (jammer genoeg niet al te talrijke) artisten die rijmen kunnen zeggen zonder dat het een eentonig gedreun wordt.

Jan Cammans was kapitaal als de gendarm. Ook hij werd met een warmklinkend applaus bij opendoek beloond. De overige rollen betekenen niet veel in dit bedrijf. Maar toch had Cara Van Wersch in haar enkele opkomst veel prestige en was een schone verschijning.

’t Pallieterke 30 april 1953
De laatste op het schavot

Van Mevrouw Van Wersch kregen we eveneens merkwaardig werk. De rol van de onderoverste, de kalme, kordate en voorname Soeur Marie lag haar wel is waar zeer gunstig maar ze heeft die gunstige kans toch prachtig waargenomen.

 

t Pallieterke 21 oktober 1953
Het uur der Verrukking

De dames Allaert en Van Wersch waren uitstekend in hun respectievelijke rollen die aan actrices met ervaring (en talent natuurlijk) uitzonderlijk schone kans boden om zich bij ’t publiek te dien gelden. Het stuk steunt meer op spelen dam op werkelijk beleven en zweel Mevr. Van Wersch als Mevrouw Allaert hebben con brio gespééld en de auteur voortreffelijk gediend.

’t Pallieterke 21 januari 1954
Venus Bespied

Net als verleden jaar mocht Mevrouw Van Wersch ook weer eens één keertje meedoen in de Nieuwjaarsmaand. Klaarblijkend is het omdat ze dan volgens de etikette, de kameraad-directeur geluk komt wensen dat ze er dan in de K.N.S. aan denken dat ook Mevrouw Van Wersch nog op de loonrol staat!

’t Pallieterke 6 januari 1955
Boeven en Madeliefjes

En ook Mevrouw Van Wersch had, meen ik, van de regie de vingerwijzing mogen krijgen dart ze vooral nadat ze als hoofd van de bende bekend is, naar en vleugje komiekerigheid had mogen streven.

’t Pallieterke 25 april 1957
Requiem voor een non

De vertaling was van Cara Van Wersch, die tevens de hoofdrol vertolkte.

Men hoefde helemaal geen bijzonder goed verstaander te zijn om uit deze vertaling af te leiden, dat Mevr. Van  Wersch de uitdrukking nik*r-morflnlsten-hoer als een soort muziek in de oren moet klinken. Zo niet zou zij haar toch een beetje minder vaak hebben gebruikt. Ook heeft zij mij een (overigens zeer fatsoenlijk) nieuw exemplaar voor mijn verzameling stopwoorden aan de hand gedaan: «touché» luidt het.

Wel dan, om in Mevr. Van Wersch een meisje van 25 te zien (zij het ook een, die de bloemetjes nogal heeft buiten gezet), dat vergt, eerlijk ge­zegd, een inspanning. Maar nog een grotere inspanning is er vereist om zeven taferelen lang naar haar irriterende stem en grimasjes te kijken. Alles bij elkaar was deze vertolking van mevrouw Temple Drake dus voor de toeschouwer een vermoeiend karwei.

’t Pallieterke 30 april 1959
Het huis van Bernarda (toneel registratie voor de tv).

Ik denk verder aan mevrouw Cara Van Wersch (flink en beheerst in de ondankbare rol van de lelijke oudste dochter).


Voor de afkomst van het blad, Klik hier.

error: