Genealogische website Warsage

Tussen 1980 en 1989 behoorde Max van Wersch uit Kerkrade als marathonloper tot de top van hardlopers van Nederland. Begonnen als trimmer werd hij al gauw ontdekt als marathonloper door de Nederlandse Atletiekbond en de sponsors. Een marathon is 42 km en 195 meter lang. Max liep die op een keer in 2 uur 15 minuten. Een hele prestatie als je weet dat hij zijn eerste marathon in 1979 liep met een tijd van 2 uur en 58 minuten.
In die jaren schreven de kranten regelmatig over hem. Hieronder een hele kleine selectie uit die kranten. Vreemd dat Gerard Nijboer bij velen bekend is,  maar Max van Wersch  niet.

 

1982

Marathon

 

Max van Wersch loopt marathons voor zijn plezier

‘Mijn hobby hoeft geen geld op te brengen’

HEERLEN – Max van Wersch. Een onbekende naam in de Nederlandse atletiekwereld. Een buitenbeentje, zo luidt de algemene opinie. Max van Wersch is immers niet aangesloten bij een club, heeft geen sponsor en is fel gekant tegen de steeds toenemende geldelijke invloeden in zijn sport. In wedstrijdverslagen wordt hij heel vaak uit de uitslagen gelaten, omdat hij geen verenigingsnaam draagt.

 

De 24-jarige bedrijfsleider annex directeur van drankenhandel Van Wersch in Heerlen trekt er zich echter niets van aan. Hij loopt marathons, heeft alles voor zijn sport over én hij zet elk jaar betere tijden neer. Vorige week werd hij in de marathon van Kopenhagen tweede in een veld van ruim 2000 deelnemers.

 

Hij liep weliswaar geen wereldtijd, 2 uur 27 minuten en 52 seconden, maar het was wéér een verbetering van zijn persoonlijke record met drie minuten. Aangezien een marathonloper zijn top bereikt rond zijn zevenentwintigste, mag je Max van Wersch best als een talent zien. Een potentiële topper wellicht.

 

Max van Wersch bekijkt het allemaal een stuk nuchterder. Zijn maatschappelijke carrière is hem veel meer waard dan een gammele loopbaan in de sportwereld. „Kijk, ik heb een erg zwaar en verantwoordelijk beroep. In onze zaak ligt mijn toekomst. Het lopen betekent voor mij een ontspanning. Ik heb het gewoon nodig om me happy te voelen. Als ik geen marathons kon lopen dan was ik binnen de kortste keren helemaal overspannen. Dat is de drijfveer achter mijn prestaties. Nu weet ik ook wel dat het de goede kant opgaat. Ik wil er ook alles voor doen om steeds maar weer sneller te lopen. Nu heb ik een tijd van rond de 2.20 voor ogen, maar de kans bestaat dat ik die nooit haal. Of misschien wel binnen een jaar. Je kunt dat niet weten. Ik weet echt niet waar mijn grenzen liggen. Je moet zoiets kunnen relativeren. Ik geloof ook niet dat er in mij een echte topper zit. Het is een fijne hobby en dat moet het blijven.”

 

Training
Het begrip „hobby” wordt door veel mensen verschillend uitgelegd. Max van Wersch traint 170 kilometer per week. Dat houdt in vrijwel elke avond, en drie tot vier morgens in de week lopen. Dat komt neer op pakweg 20 uren per week keihard trainen. Dat trainen doet hij aan de hand van schema’s, die hij via trimclub Brunssummerheide, waar hij erg veel traint, krijgt. Elke dag controleert hij zijn gewicht, drinkt weinig tot geen alcohol, rookt niet, zorgt voor een uitgebalanceerde voeding en gaat vroeg naar bed.

 

De vraag werpt zich natuurlijk op: is dat nog hobby? In vergelijking met een profvoetballer heeft Van Wersch meer voor zijn sport over.

„En toch is het een hobby”, meent hij. „Ik ben helemaal niet jaloers op voetballers die veel geld verdienen. Mij kost het alleen maar geld.

Schoenen, sokken, shirts, trainingspakken, reiskosten en noem maar op. Ik leg er alleen maar geld op bij.

 

Een sponsor heb ik niet. Toch maakt mij dat niets uit. Als ik een marathon gelopen heb dan voel ik me heerlijk. Helemaal bevrijd. Het geeft je een geweldige kick, die ik gewoon nodig heb om mijn werk te kunnen doen. Ik ben een pure amateur en dat wil ik blijven.”


max van Wersch
Startgelden
De roep om het geven van startgelden te legaliseren wordt steeds sterker. De KNAU wordt vaak verweten dat ze kortzichtig en ouderwets is. Het voeren van reclame tijdens wedstrijden is bijvoorbeeld nog steeds verboden.

 

Max van Wersch: „Het is een feit dat in de KNAU erg veel bureaucraten zitten, die geen benul hebben van de atletieksport. Men plant bijvoorbeeld een marathon midden in de zomer en dan ook nog overdag.” „Dat is natuurlijk belachelijk, want in de smorende hitte kun je geen goede prestatie neerzetten, maar dat men het betalen van startgelden niet toelaat vind ik goed. Het is niet eerlijk dat enkele toppers tijdens een wedstrijd veel geld vangen en de rest van het veld geld moet betalen om mee te kunnen doen. Een mindere loper moet even hard trainen en er evenveel voor laten als een zogenaamde topper. Nee, ik ben helemaal tegen het geven van startgelden.”

 

Een nobele instelling, dat zeker, maar als een hobby toch zoveel geld kost mag er best wel wat tegenover staan? „Ik ben op zoek naar een sponsor”, vervolgt Max. „Maar van de andere kant ben ik er erg huiverig voor. Als je een sponsor hebt dan ben je niet meer vrij. Je bent verplicht zoveel wedstrijden te lopen. Dat is hetzelfde als je een verenigingsnaam draagt. Je bent gebonden en dat wil ik niet. Ik wil lopen als mij dat uitkomt. Daarom blijf ik op mijn eigen. Wat anderen doen vind ik oké en ook als anderen wat willen verdienen dan heb ik daar geen moeite mee. Mijn visie is gewoon: ik wil zo weinig mogelijk met geld en bindingen te maken hebben.”

 

Einzelgänger
Max van Wersch liep in 1978 zijn eerste marathon. Hij scoorde toen 2 uur 58 minuten. In vier jaar een verbetering van ruim 21 minuten. „Sinds die eerste marathon in Maastricht ben ik in Athene, Warschau, Amsterdam, Berlijn, Essen, Oostenrijk en in verschillende plaatsen geweest om deel te nemen aan marathons”, herinnert van Wersch zich. „Mijn doorbraak, als je het zo mag noemen, kwam eigenlijk vorig jaar. Ik won zelfs een marathon, de recreatieve in Amsterdam. Marathonlopen is trouwens erg zwaar. Soms denk ik wel eens; waar ben je mee bezig. Je loopt helemaal alleen. Maar als ik dan over de streep kom dan is alles van me af. Dan denk ik weer aan de volgende wedstrijd.”

 

De vraag of hij er zijn beroep van zou willen maken is eigenlijk overbodig. „Nee”, zegt hij resoluut. „Profsport trekt me niet aan. Ik kan nu wereldkampioen zijn en de gevierde man zijn. Maar dan moet je presteren. Je mag geen steekje laten vallen. Als je een blessure of zo krijgt weet niemand meer na een jaar wie Max van Wersch is. Nogmaals, ik heb erg veel over voor de atletiek, maar het is een pure ontspanning. Dat ik nu toevallig goed loop is meegenomen. Wie weet waar ik eindig? Het is geen must voor mij.”

 

Dat het lopen van een marathon geen wissewasje is mag wel blijken uit het feit dat een atleet niet meer dan drie marathons in een seizoen loopt. Max van Wersch: „Natuurlijk is het erg zwaar. Ik val vaak drie tot vier kilo’s af in een wedstrijd. Het duurt even voor je weer op je normale gewicht bent.”

 

„Twee jaar terug liep ik in de marathon van Athene. Het was verschrikkelijk warm. Het parcours was moeilijk en dan ben je echt wel kapot na die 42 kilometer en 195 meter. Er kwamen maar een paar honderd van de duizenden gestarte atleten aan de finish. Ik liep 3 uur en één minuut. Het was heel zwaar, maar ik ben nog nooit uit een wedstrijd gestapt. Ook toen niet.’

 

marathonMax van Wersch in actie tijdens een training. In het topseïzoen loopt hij 170 tot 180 kilometer per week. Veel steun ondervindt hij van trimclub Brunssummerheide.

 

Toekomst
Een pure amateur dus, Max van Wersch, maar toch met ambitie. „Ik probeer toch steeds hogerop te komen. Ik vind mijn bevrediging in de sport. Prof zal ik echter nooit worden. Het is maar voor een enkeling weggelegd. Mijn drankenzaak is echt veel belangrijker. Ik heb heel veel over voor het langeafstandlopen, maar het moet leuk blijven. Ik zit nu in de Nederlandse subtop, misschien zit er méér in. Ik laat het gewoon op me afkomen. Ik wil nergens bewust naar toe werken”, luidt de slotopmerking van Max van Wersch.

 

Max van Wersch in actie tijdens een training. In het topseïzoen loopt hij 170 tot 180 kilometer per week. Veel steun ondervindt hij van trimclub Brunssummerheide.
bron: Limburgs Dagblad 29 mei 1982
Tekst: Jos Cortenraad Foto’s: 3-poot Theo Gijzen

1984

Max van Wersch kon in mei 1984 de Belgische Armand Parmentier tweemaal voor blijven. In Geleen kreeg Max op de halve marathon de eerste prijs.

1985

max van WerschMax van Wersch droomt zelfs van de wereldtop
Heerlen. Trimmen is in. Sterker zelfs, het bedrijven van vrijetijds sportbeoefening neemt hand over hand toe. In deze tijd krijgt de mens steeds meer behoefte het lichaam in conditie te houden of te houden. Maar dat deze vorm van bewegen verder kan leiden dan dat blijkt uit het verhaal van Max van Wersch.

 

Deze 27 jarige Heerlenaar begon ooit als pretentieloze trimmer en is inmiddels uitgegroeid tot een van Nederlands beste Marathonlopers. Dat bewees Max van Wersch precies een week geleden nog in de Westlandmarathon waarin hij in een persoonlijke recordtijd de verdienstelijke 3e prijs voor zijn rekening nam. Een interview.

 

“Ja,” lachte Max van Wersch, “ik ben ooit als trimmer begonnen. Ik was toen een jaar of achttien en wilde weer iets aan de conditie gaan doen. Ik moet er wel bij vertellen dat ik vanaf mijn tiende tot zestiende de atletieksport beoefende. Daarna had ik er geen zin meer in. Het inspireerde mij weinig nog aan wedstrijden mee te doen. Daarom kapte ik ermee. Op stap gaan vond ik fijner.” Zoals velen van zijn leeftijd wilde ook Max van Wersch van zijn jonge leven profiteren. Daarom was er voor actieve sportbeoefening geen tijd meer over. Hij behoorde echter niet lang tot het leger van levensgenieters. Het bloed kroop ook bij Max van Wersch waar het niet gaan kon. “Na een jaar of twee kwam ik tot bezinning. Ik vond het niet meer leuk dat ik geen sport meer beoefende. Daarom besloot ik weer te gaan lopen. Als trimmer dan wel te verstaan. Ik had geen enkele inspiratie om ooit tot de top van Nederland te gaan behoren. Dat is er achteraf toch van gekomen.”

 

Passie
In de keuken van zijn ouderlijke woning vertelt Max van Wersch honderduit over zijn passie, het marathongebeuren. Het gesprek wordt plots onderbroken door telefoongerinkel. Janine van der Bolt meldt zich aan de ander kant van de lijn.. “Janine zit in Portugal. Ze werkt daar aan haar conditie,” verduidelijkt de afgetrainde atleet. “Janine van der Bolt, Harrie Driessen, Marcel de Veen en ik trainen vaak samen. Edmund Wojciechowski is onze trainer. De beste van Nederland, vind ik. Aan hem heb ik veel te danken.”

 

Max van Wersch was aanvankelijk lid van Trimclub Brunssummerheide. “Omdat ik helemaal niet de bedoeling had ooit wedstrijden te gaan lopen. Bij de Trimclub Brussummerheide vormden we een gezellig kliekje. Omdat ik steeds beter begon te lopen, kreeg ik de behoefte aan een marathon te gaan deelnemen.

 

Mijn debuut maakte ik in 1979 in de Marathon van Maastricht. Ik deed er 2 uur en 58 minuten over. Niet gek voor het niveau waarop ik toentertijd trainde. Ik was eigenlijk nog een trimmer. Daarom was ik ontzettend tevreden met de prestatie.”


Het bevredigende debuut in de Maastrichtse loop over 42 km en 195 meter was voor Max van Wersch de aanzet om ermee door te gaan. Van Wersch: “Twee maanden later stond ik aan de start van de Amsterdamse trimmarathon, die ik in 2 uur en 43 minuten uitliep. De groei zat er dus in.”

 

De zoon van een Heerlense wijnhandelaar (Max werkt in de twee zaken van zijn ouders) bleef toch nog tot 1982 op trimniveau (de trainingsopbouw was nog slecht) acteren, maar raakte niet veel later helemaal overtuigd van zijn talenten toen hij de Marathon van Eindhoven in 2.21.03 uur afwerkte. ”In Eindhoven vestigde ik de eerste keer de aandacht op me. Het leverde me een plaats in de Nederlandse B-Selectie op. Ik liep nadien ook Edmund Wojciechowski tegen het lijf. Hij stelde meteen goede trainingschema’s voor mij samen.

 

Dat betekende wel dat ik helemaal vanaf de basis moest beginnen. Daardoor kon ik mijn progressie in 1983 niet voortzetten. De drie marathons waaraan ik deelnam (Maassluis, Amsterdam, Enschede)liep ik steeds in 2 uur en 21 minuten.” Toen de aanpassingsperiode achter de rug was, begon de trainingsijver onder Edmund vruchten af te werpen. “Dat bleek vorig jaar in Maassluis. De Westlandmarathon liep ik in 2.16.47.”

 

Keurkorps
De prestatie van Max van Wersch bleef bij de Nederlandse Atletiekbond niet onopgemerkt. De Heerlense lange afstandsloper werd aanvankelijk officieus en niet veel later officieel aan de nationale A-ploeg toegevoegd. “Behalve mijn provinciegenoten Cor Lambregts en Pieter Ruisman en ik, behoren ook Gerard Nijboer, Cor Vriend, Jac Valentijn en Rudy Vermiel tot het nationale keurkorps.

 

Via de bond kwam ik vorig najaar in de marathon van Montreal terecht. Steken in mijn zij verplichtten mij jammer genoeg de strijd te staken. Toch sloot ik 1984 goed af. Ik nam op de Nederlandse ranglijst immers de zesde plaats in.


Max van Wersch maakte een zelfverzekerde indruk. Terwijl hij een slok neemt van zijn tweede kopje koffie, geeft hij zich helemaal bloot. “Ik zal ooit de marathon in 2 uur en 11 minuten lopen. Die tijd ligt binnen mijn bereik. Ik heb zelfs de pretenties om ooit tot de wereldtop door te stoten. Over een jaar of drie hoop ik dat ideaal te bereiken. Vaak heb ik al aan de Olympische Spelen in Seoel gedacht.

 

Toch denk ik dat de marathon van Korea niet geschikt zal zijn voor de Nederlandse atleten. Veel te zwaar en bovendien schommelt de temperatuur daar steeds tussen de dertig en de veertig graden. Bepaald niet ideaal voor ons,”meent hij.

 

Coming-man
De Limburgse coming-man is vast besloten zijn doel ooit te bereiken. “Ik heb voor de marathon gekozen omdat dat onderdeel me het meest aanspreekt. Als marathonatleet moet je ontzettend diep kunnen gaan en alles voor je sport over kunnen hebben. Daarom heb ik ook veel respect voor wielrenners. Ik ontzeg me ook alles om vooruit te komen. Het is een enorme uitdaging. Ik vind het prachtig om alles uit het lichaam te halen wat erin zit en steeds beter te presteren. Als ik me aan het voorbereiden ben op een marathon, train ik zelfs vijf tot zes uur per dag. Ik doe dat ontzettend graag.”

 

Voorlopig heeft Max van Wersch die gesponsord wordt door de Amerikaanse sportgigant Brooks, geen marathon meer op het programma staan. In Rotterdam is hij vandaag dus niet van de partij. “Omdat  ik vorige week in Maassluis liep, zou dat ook niet kunnen,” vertelt Van Wersch. “Een atleet heeft immers zes weken nodig om van een marathon te herstellen. Ik heb de komende weken wel enkele onbelangrijke stratenlopen op het programma staan. Omdat ik aan het afbouwen ben zal ik daarom niet tot het uiterste gaan. Hoewel ik er een hekel aan heb, ga ik in de zomer ook op de sintelbaan lopen. Dat doe ik om aan mijn snelheid te schaven.

 

Mijn eerstvolgende marathon loop ik in het najaar Hoogstwaarschijnlijk in september in Peking of in oktober in Chicago. Ik hoop dat ik tegen die tijd weer de nodige vooruitgang heb geboekt.

Bron: de Limbursch Dagblad 1985
Tekst Bennie Ceulen

1985

max van Wersch

Het weekeinde van Max van Wersch

MARGRATEN – Max van Wersch, een van de trekpleisters van de eerste editie van de halve marathon van Margraten, slenterde ruim een kwartier voor de start van de loop, arm in arm met vriendin Andrea het inschrijvingslokaal binnen. „Waar is de organisator, waar is Rob Gulikers”? vroeg hij.

 

Terwijl zijn collega-atleten in de straten van het stadje de laatste voorbereidingen troffen, wees niets er op dat Max van Wersch deel zou uitmaken van het ruim 300 koppen tellende veld. „Ik ben vandaag toeschouwer”, verduidelijkte hij, toen hem naar zijn loopschoenen werd gevraagd. „Rob Gulikers heeft mij gevraagd om toch naar Margraten te komen om de indruk weg te nemen dat de organisatie enkel maar met een bekende naam had geschermd om een aantrekkelijk deelnemersveld bijeen te krijgen”.

 

Met de beslissing van Van Wersch niet te starten in Margraten, kreeg zijn weekeinde plotseling een andere wending. Een weekeinde dat zaterdagochtend in de slijterij aan de Kloosterkoolhof begon „en bijzonder druk was”, aldus de Achilles Top-atleet. „Van negen tot zeven heb ik het waanzinnig druk gehad in de zaak. Ik had amper tijd om tussendoor een uurtje te trainen. Van tien tot elf heb ik een duurtraininkje van ongeveer veertien kilometer gehouden”. De drukte in de slijterij komt op een voor Van Wersch gunstig tijdstip. In de voortdurende belangenstrijd tussen zaak en ‘hobby’ speelt de atletiek tot januari een ondergeschikte rol.

 

„Na de New Vork-marathon ben ik aan een rustfase begonnen”, aldus Max van Wersch. En met rustfase bedoelt de 26-jarige een trainingsschema dat ligt tussen honderd en honderdvijftig kilometer per week. In die ‘rustfase’ worden tempotrainingen in de vorm van wedstrijden opgenomen. Zaterdagavond kwam de tempotraining in de vorm van de halve marathon van Margraten te vervallen.

 

„De secretaris van Achilles Top belde me met de mededeling dat mijn voornemen om te starten tijdens een wilde loop, en dat was die halve marathon, in de ogen van de bondsbestuurderen geen genade zou vinden en dat ik het risico zou lopen geschorst te worden. Ik heb meteen Carla Beurskens, die eveneens in Margraten zou starten, ingeseind. Na grondige bestudering van de reglementen en enkele telefoontjes met mensen, die op de hoogte zijn van de gebruikelijke handelwijze in voorkomende gevallen, leek het risico te groot. Ook Carla dacht er zo over, waarna ik organisator Rob Gulikers heb gebeld en hem heb meegedeeld dat wij niet zouden starten”.

 

Tegen die tijd, om ongeveer half elf zaterdagavond, stond ook het voornemen van Max van Wersch vast om deel te nemen aan de cross in Heythuysen, die gistermiddag om 15 uur van start werd geschoten. „Ik had een lange tempoloop gepland en moest een alternatief hebben voor Margraten. Wel had ik Gulikers toegezegd dat ik als toeschouwer in Margraten zou zijn. Ik dacht dat ik voldoende tijd had om als toeschouwers in Margraten te zijn en als deelnemer tijdens de Sinterklaascross van start te gaan”.

 

max van Wersch
Max en Edmund

Tijd, die de Heerlense atleet doorgaans ontbreekt. Vanaf februari wordt het aantal trainingskilometers drastisch verhoogd om aldus een goede basis te leggen voor het atletiekseizoen, dat vermoedelijk weer tot oktober zal duren. „Te lang”, vond Max van Wersch het afgelopen seizoen. „Ik was in New Vork opgebrand, te moe”.

 

In overleg met trainer Edmund Wojchiekowski stelt Max van Wersch momenteel zijn agenda voor komend jaar samen. Het hoogtepunt ligt vroeg in het seizoen: de marathon van Maassluis. „In februari wordt het aantal trainingskilometers opgevoerd naar tweehonderd tot tweehonderdvijftig. Daarvoor is een stage gepland in de zon, waarschijnlijk Portugal of de Canarische eilanden. De eerste piek komt te liggen tijdens de opening van het wegseizoen in Alphen aan de Rijn. In Maassluis loop ik de marathon”.

 

Maassluis wordt het uitgangspunt voor het nieuwe seizoen. De tweede zaterdag in april is daarmee del belangrijkste dag in het atletiekjaar van de Heerlense slijter. Waarom Maassluis? Waarom een marathon waar de wereldtop niet aan de start verschijnt en waar de omstandigheden allesbehalve ‘lopersvriendelijk’ zijn? „Het ontbreken van de wereldtop is alleen van voordeel voor een atleet, die qua prestatie tussen da 2.12 en de 2.16, zeg maar de subtop, zit.


In Rotterdam wordt aandacht aan de wereldtop besteed. Atleten, die bij de subtop horen, lopen daar vaak dertig kilometer alleen. In Maassluis blijven we altijd met een grote groep samen. Verleden jaar ben ik tegen het eind zelfs’ aan de groep gaan sleuren om de zaak uit elkaar te krijgen, omdat we nog met zijn twintigen over waren. De progressie, die ik in drie jaar Maassluis heb doorgemaakt sterkt mijn vertrouwen in die marathon. Van 2.21,30 onder slechte omstandigheden tot 2.15 verleden jaar. Ook toen waren de omstandigheden niet bijster”.

 

Van de cross in Heythuysen kwam niets terecht. „Ik vertrok Ie laat uit Margraten”, vertelde Max van Wersch. „Ik kon me daarop niet voldoende voorbereiden dus heb ik er maar een training loop van twintig kilometer van gemaakt. Een beetje heuvelachtig, richting Trintelen, dat is goed voor de spieren”. Na een uur en zestien minuten waren de twintig kilometer achter de hielen. „Jammer, dat het zo is verlopen. Ik had tijdens die halve marathon graag mijn gezicht laten zien in h deelnemersveld.”

Bron: Limburg Dagblad 12 december 1985,
Tekst: Fred Sochacki
Foto: Frits Widdershoven

Scores

In de  onderstaande tabel staat een willekeurige selectie van de wedstrijden en de uitslagen die Max gelopen heeft. Opvallend is dat het bijna allemaal in de top tien is. In de later verschenen boeken staat hij dan ook vermeld in de top tien van Nederland.


Max was destijds lid van atletiek vereniging Achilles-Top in Kerkrade. Op hun website staat een eeuwige top tien van mannen die het beste scoorde vanaf het begin van Achilles tot heden. Max staat onverslagen al 23 jaar (sinds 1987) op de eerste plaats met een nog steeds ongeëvenaarde afstand op de uurloop. Hij staat sinds 1984 op de tweede plaats van alle halve marathonlopers en op de derde plaats sinds 1985 van alle marathonlopers.

Maand en jaar Waar en wat plaats
11/1980 Volksmarathon Amsterdam 1ste
1981 Herzogenrath Halve Marathon 1ste *
10/1982 Weert, 10 Engelse Mijl 1ste
5/1983 Amsterdam Marathon 6de
5/1983 Eersel 25km 1ste
6/1983 Soest 5 mijl 2de
9/1983 Eindhoven 15 km 2de
10/1983 Weert Uurloop 1ste
3/1984 Alphen a/d Rijn 8ste
5/1984 Geleen, halve marathon 1ste
6/1984 Enschede halve marathon 3de
7/1984 Solothurn 27ste
3/1985 Alphen a/d Rijn Marathon 8ste
5/1985 Amsterdam Marathon 8ste
1985 New York Marathon 93ste
9/1985 Uden 15 km 6de
3/1986 Alphen a/d Rijn 12de
4/1986 Westlandmarathon 11de
6/1986 Tegelen, halve marathon 5de
11/1986 Maastricht Cross 4de
12/1986 Margraten halve marathon 1ste
3/1987 Weert Uurloop 1ste
5/1987 Geleen Halve marathon 1ste
6/1987 Grindmerenloop 8ste
7/1987 Ned. Kampioenschap 9de
8/1987 Grootebroek halve marathon 1ste
11/1987 Margraten Halve Marathon 6de
2/1988 Kerkrade 1ste
11/1988 Margraten halve marathon 8ste

Eerste in de halve marthon van Herzogenrath in 1981. Tot op heden (2010) heeft niemand daar zijn tijd verbeterd.

 

Enkele koppen van de tientallen artikelen die over hem verschenen.

2012

In het clubblad van Achilles-Top Tussen start en finish van 2012 stond onderstaand artikel:

 

Max van Wersch: Het lopen heeft mij veel gebracht

door Marcel van Veen.

Op de laatste zondag van januari 1988 schreef Max van Wersch historie. Nog nooit eerder in de geschiedenis van de Abdijcross slaagde een lid van de organiserende vereniging Achilles-Top er in om deze wedstrijd op zijn naam te schrijven.


Max kan zich die dag nog goed voor de geest halen. “Ik ging zonder hoge verwachtingen van start. Dat had meerdere redenen. Op de eerste plaats was ik absoluut geen specialist in het veldlopen. Bovendien trainde ik in de maand december nauwelijks, omdat ik het in die periode veel te druk had met het werk in mijn slijterij. En ten derde stonden er naar mijn mening veel betere atleten aan de start in 1988, onder wie de gebroeders Jaspers en de cross-specialist Jan Korevaar.”

 

Het liep echter anders dan Max verwachtte. Na een slow start passeerde de Heerlenaar in de eerste ronde pas op de twintigste tot dertigste plaats. “Ik voelde echter dat ik lekker draaide en pakte plekje na plekje. Met nog een ronde te gaan had ik het grootste deel van mijn achterstand goedgemaakt. Het gaf me natuurlijk ook een kick dat ik het complete veld van achteren kon oprollen.”

 

Met nog een kleine kilometer te gaan was er nog maar een tegenstander die Max moest weten te verschalken. Dat was niet de minste: Jan Korevaar was niet alleen een kei in het crossen, maar ook een absolute heerser als bergloper. Laat Max nou net zijn rivaal op zijn specialiteit weten te kloppen. “Ik had met de laatste steile klim te gaan nog wat over en plaatste een versnelling die voor Jan te machtig was.” In grote triomf passeerde Max de eindstreep, hartstochtelijk gedragen door het uitzinnige publiek.


Max kijkt 25 jaar later nog steeds met trots terug naar deze zege, die hij een van de mooiste vond uit zijn rijke loopbaan. We kennen de inmiddels in Kerkrade (Terwinselen) woonachtige ex-atleet natuurlijk vooral vanwege zijn triomfen op de weg. Tussen 1980 en 1989 volbracht hij heel wat marathons. In superscherpe tijden. In 1985 kwam hij in Maassluis tot zijn beste tijd van 2.15.47. Hij liep in zijn carrière vier keer onder de magische grens van 2 uur en 20 minuten. Max stond in die tijd bekend als trainingsbeest. Ondanks zijn drukke baan werkte hij als voorbereiding op de marathon tien tot twaalf trainingen in de week af. Weektotalen van tweehonderd kilometer waren gebruikelijk.

 

Met veel plezier denkt Max terug aan de trainingsstages op de Canarische Eilanden met zijn trainingsmaatjes Harry Driessen en Marcel de Veen. Onder begeleiding van trainer Edmund Wojciechowski presteerde Max het zelfs om in de warmte van die trainingsplek een week van 270 kilometer te verorberen.

 

Lopen is er helaas op dit moment voor de 54-jarige slijter echter al lang niet meer bij. Max heeft versleten knieën en moet in januari komend jaar een operatie ondergaan. “Ik krijg eerst links een nieuwe knie en een jaar later rechts. Ik houd er rekening mee dat het zo’n anderhalf jaar duurt dat ik helemaal hersteld zal zijn.”

 

Max denkt dat het vele trainen en het zware tillen in zijn zaak de oorzaken zijn van de klachten. Maar spijt heeft hij niet. “Vanzelfsprekend baal ik er van dat ik onder het mes moet. Maar ondanks dat zou ik het lopen nooit hebben willen missen. Het heeft me veel gebracht: fantastische sportmomenten, bijzondere ontmoetingen en vriendschappen.”

 

Max zal proberen om er op zondag 20 januari bij te zijn als de 49-ste Abdijcross gehouden wordt. Hij zal dan ongetwijfeld terugdenken aan die triomf van een kwart eeuw geleden.

2005

“Wijn is een snobistisch artikel”

max van WerschParkstad heeft goed slijters. Tenminste, als je kijkt naar de lijst genomineerden voor het predikaat Beste Slijter van Limburg. Vier van de zes kwamen uit Heerlen (2) en Voerendaal(2.) Maar ééntje kon er de beste zijn: Max van Wersch in Heerlen, Hij dingt in juni mee naar de landelijke titel.

 

Zelfverzekerd, vlotte babbel en ongetwijfeld een lopende wijnencyclopedie als je hem zo hoort praten. Max van Wersch van de gelijknamige wijnhandel /slijterij is trost op zijn vak. Dat hij uitgeroepen is tot de beste slijter van Limburg, mag dan ook gezegd worden. Een grote witte vlag van de vakvereniging Slijters Unie siert zijn pui.

 

Bij binnenkomst valt meteen de verlichting op. Tot achter in de winkel verlichten de spotjes de stofvrije flessen alcohol, extra benadrukt door de smalle verticale spiegels aan de wand. Vooraan wijnen uit Chili voor een paar euro. En in een vitrine de trost van de slijter: een Chateau Pétrus uit 1986 voor duizend euro, een cognac (Bagnolet, deels bestaand uit cognac uit 1890) voor 550 euro.

 

“Wijn is een snobistisch artikel. Er zijn altijd mensen die erop kicken om zo’n fles in de kelder te hebben liggen, Het is een cult,” zegt Van Wersch terwijl hij er een handboek op naslaat om de precieze naam van een wijn te achterhalen.

 

In de winkel staat een kleine bibliotheek aan boeken over allerlei alcoholische dranken. Van Wersch kijkt er nauwelijks in, zegt hij, maar zijn collega, Jacqueline Geraerts vindt dat er “altijd nog wat te leren”valt.

Volgens het jury rapport van de Slijters Unie is Van Wersch in de prijzen gevallen om zijn waar te verkopen, zijn vakkennis, de moderne inrichting van de winkel en de presentatie van de drank. Van Wersch: “We hebben veel vaste klanten. Op een gegeven moment ken je die mensen. Ook ons assortiment met bijvoorbeeld 160 whiskey’s (of whisky’s, zoals de Schotten het schrijven) is groot en we bezorgen bij klanten. Dat doet ook niet iedere slijter.”

 

beste slijterHet vak is Van Wersch eigenlijk met de paplepel ingegoten. Zijn opa had al een Heineken groothandel verderop in de straat. Zijn vader begin in 1961 de huidige slijterij. “Mijn ouders hebben echt geen alcoholisten van ons gemaakt. En mijn kinderen krijgen thuis ook gewoon frisdrank.” Hij geeft wel toe geregeld van zijn eigen waar te proeven. Eindelijk alles dat nieuw binnenkomt. Na sluitingstijd dat wel.“ Ik ben nu een dagelijkse wijndrinker.”

 

Geraerts heeft een paar van haar favoriete wijnen in de kelder van de winkel liggen. “Hier liggen ze goed en blijven ze ook liggen. Thuis is zo’n fles zo opengetrokken.”Voor haar zilveren bruiloft heeft ze een fles klaarliggen die ook 25 jaar oud is.

Tegenwoordig

Max is de derde generatie die in de drankenhandel zit. Zijn opa begon ermee, toen zijn vader en nou Max. Hadden ze in de jaren zestig nog twee zaken. Nu heeft Max een winkel in Heerlen genaamd Maxwijn. Ook hier presteert hij boven de norm. In 2004 en in 2005 werd hij gekozen tot de beste slijterij van Limburg.

maxwijn
Max voor zijn pand in 2016
Max van wersch
maxwijn
Zoon Seth in 2022 heeft de zaak overgenomen

2020

max van WerschMax Van Wersch (62) uit Kerkrade nam deel aan de New York City Marathon in 1985.

“De mooiste marathon is die waar je het snelst loopt. Voor mij was dat die van Maassluis in april 1985. Ik finishte in 2 uur, 15 minuten en 47 seconden. Je kunt je dus voorstellen dat ik niet tevreden was met de tijd (2.31.19) die ik een half jaar later in New York klokte. Op uitnodiging was ik daar, met langeafstandsloper Gerard Nijboer. Het evenement was fantastisch; groots en goed georganiseerd. Ik werd, positief gezien, gek van de schreeuwende mensenmassa. Toch liep het daar niet.

 

Het parcours was niet eenvoudig -met name dat laatste stuk in Central Park –  en daarnaast speelde een bloedblaar parten. Nog vervelender vond ik het moment dat de Noorse atlete Grete Waitz me inhaalde. Ik heb de marathon van New York nooit meer gelopen. Dat had niet met die omstandigheden te maken, maar met de blokkade in mijn lichaam die ik voelde zodra ik de oceaan overstak voor een wedstrijd. Gerard had daar geen last van en eindigde als vijfde.

 

Van 1980 tot 1989 heb ik alles voor de hardloopsport gelaten. Ik rende twintig marathons, In voorbereiding op zo’n marathon tikte ik wekelijk de tweehonderd kilometer aan, Had ik een rustweek, dan rende ik nog honderd kilometer. Toen mijn zoon in 1989 werd geboren, nam ik afscheid van mijn hardloop carrière.

 

Familie en de wijnhandel van mijn ouders kwamen weer op de eerste plaats. Rennen deed ik voor mijn plezier tot 2010, maar nu – met twee nieuwe knieën- loop ik niet meer. Natuurlijk ben ik trots op de prestaties uit het verleden, maar bij mij thuis vind je geen prijzenkast. Veel bekers heb ik weggegeven. Ik hecht er weinig waarde aan. Al kan ik wel nog genieten van het gezicht dat mensen trekken als ik zeg dat ik ooit zo snel heb gelopen.”
Bron: Limburgs Dagblad 12 en 13 september 2020.

Anno 2021 staan de prestaties van Max van Wersch nog steeds onverslagen hoog in de  eeuwige ranglijsten van zijn sportvereniging Achilles-Top. Bij de uurloop staat hij al jaaaaren op nummer 1 en voor de hele marathon op de 2e plek.

 

Klik hier voor Max van Wersch in de Simpelveldse Tak.

Klik hier voor zijn bedrijfsfilm anno 2021.

error: