Ulla van Wersch (Kerkraadse Tak) werd in Kerkrade als Agnes Ursula van Wersch geboren als oudste dochter van Karel van Wersch en Wally Maier. Karel was werkzaam als bureaubeambte op de Domaniale Mijn-Maatschappij waar hij verantwoordelijk was voor de loonadministratie. Een beambte wordt tegenwoordig medewerker genoemd. In 1946 vierde hij zijn 25-jarig werkjubileum.
Karel hield veel van tuinieren. Vandaar dat hij in 1954 meedeed met een wedstrijd wie het beste voortuintje van Kerkrade had. Hij won en kreeg ƒ 25,- (dat is nu ongeveer € 12). Ulla van Wersch vertelde dat haar vader ook een prachtige achtertuin had.
In 1965 verliet Karel wegens zijn pensioen de Domaniale. Helaas kon hij er maar kort van genieten want hij zakte in 1970 op weg naar het stembureau in elkaar en overleed in het ziekenhuis. De geneeskunde was toen nog niet zover als nu met overal een AED. Hij werd slechts 69 jaar. Zijn vrouw overleed 39 jaar later.
Karel was het vierde kind van het echtpaar Jan Mathias van Wersch (1859-1924) en Catharina Curtius(1868-1935). Mathias woonde als jongeman in Aken waar hij in een herenmodezaak werkte. Toen hij 22 was wilde hij naar Nederland, maar moest toen, in 1881, een nationaliteitsbewijs voor aanvragen. Hiervoor moest hij f. 1,29 betalen. Op dit bewijs stond dat hij brouwersknecht was. Drie jaar later ging hij terug naar Aken waar hij tien jaar later met Catharina Curtius trouwde. Na hun huwelijk verhuisden zij naar Bleijerheide waar hij winkelier werd in koloniale waren. In 1897, toen hun dochter Maria geboren werd, zei hij dat hij brouwer was. Zijn vrouw had een postagentschap in Kerkrade. In 1924 trof het ongeluk hem. Na het eten van vlees, dat schadelijke bestanddelen bleek te bevatten, is de heer J. van Wersch, een 60-jarig gepensioneerd ambtenaar te Bleijerheide overleden, schreef de krant. De krant gebruikte het woord Ambtenaar omdat zij een postagentschap hadden.
Na haar eindexamen van de MMS ging Ulla van Wersch als au-pair naar Londen om de Engelse taal beter te leren. Als 18-jarige was zij secretaresse van Johan Scholtes, mede-oprichter van het Wereldmuziekconcours in Kerkrade. Zij trad ook op als tolk in 1954 tijdens de Wereldmuziekconcours voor de Engelsen en de Canadezen. De krant schreef:
Kerkradenaren klagen erover dat ze zo weinig muziek krijgen te horen. Dat vertelde ons mej. Ursula van Wersch, die als tolk van de Engelsen en Canadezen op het ogenblik meer officiële toespraken in verstaanbaar Nederlands omzet, dan ze in haar jonge leven ooit heeft gedaan en zeer waarschijnlijk tot in verre toekomst zal doen. Telkens weer hoorde zij deze klacht bij haar rondgang langs de Kerkraadse woningen, als zij als kwartiermaakster voor haar musicerende Angelsaksische en Canadese gezellen optrad. De klacht is begrijpelijk. Het krioelt in Kerkrade van vermaarde muziekcorpsen.
Vier jaar later bij het volgende Wereldmuziekconours was zij weer actief. Het Limburgs Dagblad interviewde haar:
De leden van de Kerkraadse ontvangstcommissie
Honderden bedden beschikbaar en zelf slechts zelden naar bed
KERKRADE, 26 aug. (Eig. Red)
Onder de leden van de ontvangstcommissie van het Kerkraadse Wereldmuziekconcours is Ursula van Wersch (22 jaar) zogezegd de laatste der Mohikanen. Zij is (in elk geval ten naaste bij) het enige lid van deze commissie, dat nog ongehuwd is. Toen ik met Ursula sprak, was zij in het vermaarde keldertje van Brand’s bierbrouwerijen te Wylre drukdoende Portugezen te verdelen. Links de jongens en rechts de meisjes; allen leden van de folkloristische dansgroep Rancho Folclorioo da Casa do Povo uit Almeirim in Portugal, die maandagavond op het Wereldmuziekconcours te Kerkrade een door zijn spontaniteit en onbevangen natuurlijkheid hartveroverende gala-avond heeft gegeven.
De dansgroep logeerde bij de gastvrije burgers van Wylre en Ursula van Wersch scheidde daar in het keldertje van Brand de bokken van de schapen, zodat iedere Portugees in het Wylrese bed terecht kwam, dat volgens de logieslijst voor hem of haar gespreid was. Dat is gedurende deze augustusmaand het dagelijks werk van Ursula, die behalve lid tevens secretaresse van de ontvangstcommissie van het Wereldmuziekconcours is. Het is haar tweede concours. Tijdens het Kerkraadse muziekfestijn van 1954 trad zij tot de commissie toe. Zij was toen juist een jaar in Engeland geweest, om „de taal onder de knie te krijgen” zoals dat heet en in het kader van de ontvangstcommissie trad zij op als Engelse tolk. Na vier weken Wereldmuziekconcours is de halve wereld Ursula’s tehuis geworden. Zij heeft Spanjaarden, Portugezen, Canadezen, Italianen, Engelsen, Fransen, Zwitsers, Amerikanen, Duitsers. Algerijnen en ga zomaar verder onderdak gebracht. Soms op de meest onchristelijke uren, in het holst van de nacht of bij het aanbreken van de dageraad, als het buitenlandse gezelschap dat van ver kwam zich door pech had verlaat.
De leden van de Kerkraadse ontvangstcommissie staan nacht en dag gereed. Voor hen geen slaap, een maand lang, behalve gedurende enkele verloren uurtjes. 24 uur achtereen in touw en als het moet desnoods achtenveertig uur. Van het concours zelf zien de commissieleden slechts fragmenten en bij uitzondering krijgen zij tijd, om deel te nemen aan de feestelijkheden en andere pretjes van het Kerkraadse festival.
Zij zijn beter vertrouwd met de inrichting van de in Kerkrade en in Zuid-Limburg voor de buitenlandse concoursbezoekers beschikbare slaapkamers dan met die van de concerthal. Een maand lang wordt hun leven beheerst door bedden, zij praten dag in dag uit over bedden, zij rekenen in bedden, maar zij liggen zelf andermaal weinig te bed. Het actieve lidmaatschap van de ontvangstcommissie van een Wereldmuziekconcours is waarachtig geen sinecure!
PRETTIGSTE GASTEN
Ulla Van Wersch was in het keldertje te Wylre vergezeld van Lou Stassen (30) en eveneens lid van deze commissie. Een huisvader, die een maand lang het gezinsleven en zijn vrije tijd tot de laatste minuut opoffert, om in alle bescheidenheid het zijne bij te dragen tot het welslagen van het Wereldmuziekconcours! Hij is een markant voorbeeld van die gemeenschapszin der Kerkradenaren waardoor het concours mogelijk wordt. Zonder de harmonische samenwerking en de spontane medewerking van de vijftigduizend inwoners van Kerkrade was een dergelijk wereldomspannend feest ondenkbaar.
“De prettigste gasten zijn de dankbaren,” vinden Ursula van Wersch en Lou Stassen. „De Spanjaarden, de Italianen en de Portugezen! Hun dankbare geestdrift over de gastvrije ontvangst is hartveroverend. Zij maken het kwartiermaken tot een feest. In het algemeen echter zijn de ervaringen met de buitenlanders aller plezierigst. Er zijn af en toe ook teleurstellingen, maar die behoren tot de hoge uitzonderingen. De taak van de ontvangstcommissie eist de gehele persoon op. Het is echter een bijzonder prettige taak.” En na augustus? „Om te beginnen drie dagen slapen”, zegt Ursula. Geef haar eens ongelijk!
bron: Limburgs Dagblad 27 augustus 1958
Haar eerste baan was secretaresse bij Brand’s Bierbrouwerij in Wylre. Gedurende de drie jaar dat zij daar werkzaam was, volgde zij in Aken een avondopleiding correspondentie Duits/Engels.
Eind 50-er jaren schreef zij een open sollicitatie naar de KLM en mocht als Limburgs meisje helemaal naar Amsterdam komen voor een gesprek. Tot haar verbazing werd zij, na zware testen, vooral op sociaal gebied, aangenomen als grondstewardess. Een grond stewardess verstrekte inlichtingen aan passagiers in de vertrekhallen en begeleidde passagiers. Na één jaar dit gedaan te hebben kreeg Ulla van Wersch de mogelijkheid om tot stewardess opgeleid te worden. Die opleiding duurde twee maanden. De eerste tijd mocht zij alleen in Europa vliegen waarna eindelijk de intercontinentale vluchten kwamen. In 1963 ging zij trouwen en dat betekende toen het einde van haar carrière bij de KLM. Trouwen stond toen gelijk aan einde baan, niet alleen bij de KLM maar ook bij de Overheid, het onderwijs en het bedrijfsleven. Dat was toen normaal.
Enkele jaren later, in 1966 ontstond Martinair Holland die met chartervluchten begon. Hun prijzen waren lager dan die van de KLM, dus het werd steeds drukker en er ontstond gebrek aan ervaren personeel. In 1967 ontving Ulla van Wersch een brief van Martinair om eens te komen praten. Het klikte en zij werd aangenomen, weliswaar als free-lance zomer-stewardess en ondanks dat zij getrouwd was.
Ursula van Wersch vergezelde Woodburg Band uit Amerika
Heel toevallig werd de Woodbury : Band van Amerika vanuit de States naar Schiphol vergezeld door de Kerkraadse K.L.M. -stewardess Ursula van Wersch uit de Koninginnestraat, die om twee redenen deze band van leger-veteranen tijdens de vliegreis reeds uitstekend over de Klankstad kon inlichten. Ursula van Wersch is namelijk zelf lid van het ontvangstcomité van het Wereldmuzlekconcours en tevens oud-secretaresse; van de Brand’s Brouwerij te Wylré, waar de Amerikanen huisvesting genoten. De Kerkraadse stewardess leefde dan ook geheel mee met de verrichtingen van de Amerikanen. Jammer genoeg bleken deze geenszins althans in cijfers uitgedrukt! indrukwekkend. Maar dat kon Ursula van Wersch ook niet helpen.
Bron: De nieuwe Limburger 6 augustus 1962
Zodoende dat Trouw in 1967 een interview met haar had. De krant kopte: Getrouwde ex-stewardess werkt ’s zomers op vakantievluchten. De krant noemde Ulla van Wersch Uschi.
AMSTERDAM — Als je bij Uschi binnenkomt, zie en voel je meteen: hier is een geboren gastvrouw aan het werk. Het is niet alleen de precieze en uitnodigende manier waarop ze koffie serveert, het is vooral haar persoonlijkheid, die je laat weten: hier ben je welkom. Dan is snel het ijs gebroken en ben je op je gemak. Een gesprek komt vanzelf op gang. En als je iets meer van Uschi weet, begrijp je waaróm ze zon goede gastvrouw is. Ze doet bijna niet anders.
Gastvrouw voor haar gasten thuis is haar ene kant. Gastvrouw voor de duizenden toeristen die elke zomer per vliegtuig naar zonnige stranden reizen Is haar andere kant. Uschi is vakantiestewardess bij Martin Air. In de zomer en het voorjaar vliegt ze elke week wel een keer op en neer naar de Adriatische kust, naar Palma de Majorca, naar Joegoslavië en zelfs in een paar dagen op en neer naar Curaçao. Het zomervliegen is de laatste jaren snel toegenomen. Steeds meer mensen boeken een vliegticket en voor de chartermaatschappijen betekenen de komende maanden hoogseizoen, topseizoen en… zakelijk gezien: vlieguren maken.
Een ticket kan immers redelijk in prijs zijn, omdat er zo efficiënt en steeds met volle machines heen en weer gevlogen wordt. Dit top-seizoen brengt problemen met zich mee: het aantal stewardessen bij de maatschappijen is plotseling te klein geworden. De maatschappijen kiezen naarstig uit de free-lance-stewardessen. En dat is een prettige oplossing. Er zijn immers in Nederland ervaren stewardessen genoeg: als ze, na jarenlang vliegen gaan trouwen, moeten ze, bijvoorbeeld bij de KLM plaats maken voor ongehuwde meisjes. Het zijn net diè stewardessen van wie de chartermaatschappijen tot wederzijds plezier gebruik maken.
Uschi van Wersch – Van den Burg uit Amstelveen vliegt in de zomermaanden voor Martin Air. Ze heeft als KLM-stewardess ruime ervaring opgedaan op Europese maar ook op intercontinentale vluchten. Ze is nu dertig en haar ervaring stelt ze, als geboren gastvrouw, enkele maanden per jaar in dienst van de maatschappij en haar gasten. En ze doet dat met enorm enthousiasme: “Je kunt het vliegen tenslotte niet meer laten”, zegt ze. „Het vliegen van deze vakantiereizen is heel ander werk dan bijvoorbeeld een KLM-lijndienst. De gasten zijn altijd in vakantiestemming. Lastige mensen kom je op deze vluchten nauwelijks tegen. Maar… het werk is veel vermoeiender. Als ik een weekend met verse gasten naar Mallorca gevlogen ben, bijvoorbeeld, en met thuisgangers teruggekomen ben op Schiphol, moet ik echt even een paar dagen bijkomen. Je hebt op deze vluchten amper tijd voor je zelf. Je machine is vol. Mannelijke stewards en pursers vliegen niet mee. Ik ben z.g. eerste stewardess.
Twee collegaatjes en ik doen het werk op een vlucht: gastvrouw zijn, hapjes en drankjes serveren, een praatje hier, een praatje daar, kortom, je bent de hele vlucht in de weer. En als we straks met de DC-8 gaan vliegen, krijgen we het nog drukker: meer mensen aan boord en nog kortere vliegtijd, waarin je alles moet zien te redderen”, vertelt Uschi in één adem.
Zelf heeft ze aan deze vluchten niet veel. Op de plaats van bestemming is de stop meestal niet langer dan een uur. Dan moet het vliegtuig weer klaar zijn voor de terugreis. Uschi gaat haar derde vakantieseizoen tegemoet. „We gaan vooruit”, zegt ze, “in mijn eerste jaar moesten we bijvoorbeeld de maaltijden helemaal opdekken op plateaus. Daarna weer afruimen en kopjes bij kopjes, schoteltjes bij schoteltjes en borden bij borden zetten. Dat houdt natuurlijk erg lang op. Nu zijn de plateaus thuis al klaar gemaakt. Ze staan keurig in een rekje. We hoeven er alleen nog maar een lepeltje bij te leggen en een zakje zout en zo. Als we ze ophalen, kunnen ze zo, met rommel en al, in een leeg rek. Minder werk en het gaat veel vlugger”.
De romantiek die het beroep van stewardess voor de buitenstaander heeft, geldt in het algemeen al veel minder dan vroeger: vliegtijden worden scherper en stops worden korter. Het „zien van landen en mensen” Is er eigenlijk niet meer bij, zeker niet in de vakantievliegerij. “Ik ben eens in drie dagen op en neer geweest naar Curaçao,” vertelt Uschi, “maar ik heb een week nodig gehad om bij te komen. Ik liep op mijn wenkbrauwen, zoals je dat zegt.Als ik met de KLM naar Curaçao vloog, deden we daar een week over en had je onderweg ruimschoots de tijd hier en daar eens rond te kijken”, vertelt ze.
En hoe staat Kees, haar man daar nu tegenover?
Per slot van rekening is Uschi de hele zomer elk weekend in touw. „Meestal probeer ik de vluchten zo te nemen, dat ik één dag van het weekend thuis ben. Hetzij vrijdag, zaterdag of zondagavond. Af en toe zeg ik wel een vlucht af”, is haar antwoord. Maar vliegen kun je niet laten. Misschien is dat wel het prettige noodlot van een stewardess in hart en nieren. „De vlucht naar en van Oslo met de supporters van Ard Schenk en Kees Verkerk was geweldig”, herinnert zich Uschi, die ook op deze vluchten als gastvrouw is opgetreden. Intussen hangt haar hoedje, haar blauwe rokje, jasje en bloesje, keurig netjes in de kast. Immers, over een paar weken begint het vlieg-vakantiebedrijf op Schiphol. En Uschi zal dan, samen met haar collegaatjes, weer menig mannetje moeten staan.
Maar het vliegen bleek toch niet haar roeping te zijn. Tussen 1968 en 1972 werkte zij parttime als telefoniste bij Van Gelder Papier. In 1970 volgde zij een opleiding aan de Sociale Academie voor Maatschappelijk Werk. In 1973 werkte zij als maatschappelijk werkster in de Jordaan. In 1974 was zij afgestudeerd en ging werken bij Gisda, (1e-lijnsorganistie op het gebied van gezinsverzorging en algemeen maatschappelijk werk) voor enkele gemeenten in Noord-Holland. Hier bleef zij 26 jaar werken en ging in 2000 met pensioen.
Klik hier voor Ulla van Wersch in de Kerkraadse Tak.