Sjeng Coenen (zijn doopnamen zijn Jan Hubert Coenen) werd in Simpelveld op 10 januari 1915 geboren. Op 5 september 1944 werd hij door de Duitsers in Valkenburg gefusilleerd. Zijn overlijden werd door de plaatselijke molenaar aangegeven. Die zei dat Sjeng op 6 september om ongeveer 23.00 uur was overleden.
Hij was juist van plan om binnenkort met Bertha Hubertina Van Wersch (Wittemse Tak) te trouwen.
Uit het samenzijn werd voordat zij konden trouwen een dochter geboren. Haar vader heeft haar nooit gezien, omdat Bertha toen in verwachting was.
Op dinsdag 5 september bezochten J. Coenen en W. Francotte in Geulle om er twee auto’s op te halen die nodig waren voor de overval op het kamp Vught. Ze reden de auto’s naar
de boerderij van J.F.A. Horsmans in Ulestraten, waar tevens wapens waren verborgen. ’s Middags kreeg Horsmans bericht dat Duitse militairen bij hem zouden worden ingekwartierd. Omstreeks zes uur lichtte hij H. Quicken in de K.P.-centrale hierover in. Deze gaf Coenen, Francotte en Meulenkamp opdracht de auto’s en wapens onmiddellijk uit de boerderij van Horsmans te verwijderen. Ze verstopten die in een bos. Tegen negen uur keerden ze terug naar de boerderij, waar inmiddels tientallen 781 Duitse militairen rondliepen. Het drietal gedroeg zich in de ogen van de militairen nogal zonderling. Ze moesten hun legitimatiebewijs laten zien. Coenen maakte er zo’n theater van dat Meulenkamp kans zag te vluchten. Hij verdwaalde in de bossen, maar bereikte uiteindelijk Meerssen. Pas na drie dagen keerde hij terug naar Ulestraten. Coenen werd gefouilleerd. Toen hij in het bezit van een pistool bleek, ontstond grote opschudding onder de militairen. Men had blijkbaar met twee “terroristen” te maken. Er volgde een kort beraad.
Omstreeks half tien brachten vier militairen Coenen en Francotte naar een hotel in Valkenburg. De in het hotel ingekwartierde soldaten, die opgewonden en nerveus waren, onderwierpen hen aan een kort verhoor dat met schelden en dreigementen gepaard ging. Een dronken S.S.-officier wilde hen executeren, maar de militairen konden het onderling niet eens worden. Daarop brachten de vier bewakers Coenen en Francotte omstreeks tien uur naar een ander hotel, waar achttien militairen waren ingekwartierd. Die besloten over het lot van de twee te stemmen. Een meerderheid was voor de doodstraf. Tegen half elf brachten zes militairen de twee K.P.-ers naar het hotel van de Ortskommandant. Onderweg werden de twee ernstig mishandeld. Ruim een uur later begaven de soldaten zich naar de Cauberg. Daar werden Coenen en Francotte op bevel van majoor Bernardt doodgeschoten. De volgende dag ontdekte een passant de lijken langs de weg. Coenen en Francotte waren met hun polsen aan elkaar gebonden, hun schedel was ingeslagen en ze hadden ernstige verwondingen aan hun gezicht. Een nekschot had een einde aan hun leven gemaakt. Bij de stoffelijke resten lag een bordje met het opschrift “terroristen”.
bron: Het verborgen front: geschiedenis van de georganiseerde illegaliteit in de provincie Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog. Cammaert, A. P. M. 1994 s.n.
Beide mannen werden achter de auto van de Moffen gebonden en de Cauberg opgesleept waar zij hun eigen graf moesten delven.
Bij de verzetskapel in Valkenburg staat een carillon met tien klokken. Eén van die klokken draagt de naam van Sjeng Coenen. De tekst op de gedenksteen luidt:
IN ONZE VRIENDEN SJENG COENEN
EN JOEP FRANCOTTE HIER OP
5-9-’44 GEFUSILLEERD EREN WIJ
ALLEN DIE VIELEN IN HET VERZET.
BID VOOR DE ZIEL VAN ZALIGER
JAN HUBERT COENEN
geboren te Simpelveld den 10 Januari 1915 en door de terugtrekkende Duitschers gefusilleerd op den Cauberg te Valkenburg als actief lid der Vader!andsche Verzetbeweging op den 6 September 1944 en begraven op den 11 September d. o. v. op het R. K. Kerkhof te Simpelveld.
“Niemand heeft grooter liefde dan hij, die zijn leven geeft voor zijn vrienden.” (Joan. 15, 13.) Dit woord van den Meester is ten voile van toepassing op den dierbaren overledene.
Opgevoed in de vreeze des Heeren, gaf bij aan God wat Godes is en aan den keizer wat des keizers is. Voor zijn volk en vaderland in nood, streed en stierf hij met ontembaren moed en alles opofferende onbaatzuchtigheid.
Zwaar maar troostvol was zijn gang naar den dood. Zooals zijn Meester viel hij in handen van boeven; zooals Hij moest hij den berg op: zooals zijn Meester mocht ook hij Maria ontmoeten. Zijn weg naar den dood toch leidde langs de Lourdesgrot. Zooals zijn Meester stierf hij voor ons. zijn vrienden.
“Zoo de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft ze alleen; maar zoo ze sterft. brengt ze rijke vruchten vcort.” (Joan. 12, 24.J
Moge aldus, door zijn dood, in ons zijn geest vruchtbaar worden.
Mijn dierbaren en vrienden, vaartwel, tot weerziens bij God in den hemel. Intusschen, bidt voor mij.
Goede Heer Jezus, geef hem de eeuwige rust. Maria, Koningin van den vrede, bid voor ons.
Berthe van Wersch is nooit getrouwd. Zij overleed in 2012. Op haar bidprentje staat dat zij als weduwe van Sjeng overleden was.
Sjeng was ook de broer van Lieske Coenen die in 1941 met de leraar Hub van Wersch (Simpelveldse Tak) trouwde.
Gestorven op het veld van eer.
Deze woorden gelden zeker voor twee Limburgsche vrienden: Jan Hubert Coenen en Willem Jozef Francotte. Vier jaar hebben ze meegevochten tegen den bezetter. Hebben ze gestreden voor vrijheid en recht. Ze waren lid van een goed georganiseerde verzetsgroep of K.P. Ook wij konden steeds op hun hulp rekenen en veel hebben ze gedaan voor de ondergrondsche verspreiding van ons blad. Meer willen en mogen we nog niet schrijven, daar is de tijd nog niet voor aangebroken. Maar wanneer er eens een boek verschijnt over de ondergrondsche strijd in Zuid-Limburg, zullen zeker hun namen met eere worden genoemd. Doch het boek zal dan tevens moeten vermelden, dat van hen het grootste offer werd gevraagd: hun leven op te offeren voor God en hun Vaderland. Onderweg zijnde voor de uitvoering van een ontvangen opdracht, vielen zij in handen der terugtrekkende moffen. Ze zijn gepijnigd geworden en gemarteld, maar niets lieten ze zich ontfutselen. Ze verrieden niet hun makkers, die (ze wisten goed waar) zaten te knarsetanden van woede omdat ze machteloos waren tegen de groote overmacht der moffen. God heeft hen de kracht geschonken zodat ze als helden zijn gevallen op de Cauberg te Valkenberg.
bron: Trouw 20 januari 1945
1:
De weduwe Bertha van Wersch ontving in naam van haar man postuum vier onderscheidingen.
République Française, Guerre 1939-1945
Citation
Decision no 46
Le vice-président du conseil, ministre de la défense nationale, cite:
A l’ordre de l’armée
A titre Posthume
COENEN, Jan Hubert, né le 10 Janvier 1915 à SIMPELVELD (Pays-Bas)
“Magnifique et remarquable patriote, grand ami de la France, ayant fait preuve des plus belles qualités de courage et de dévouement. Pendant l’occupation ennemie, a porté inlassablement aide et assistance, avec le plus grand mépris du danger, dans des conditions difficiles, aux prisonniers de guerre français et alliés, évadés des camps d’Allemagne.
– A ainsi passé ou contribué au passage d’un grande nombre d’entre eux.
– Arrêté pour ces motifs par les allemands, a été torturé effroyablement, puis fusillé.
– A été, en toutes circonstances, au cours de sa belle et charitable mission, un modèle d’ardent patriotisme et de bravoure.”
Cette citation comporte l’attribution de la Croix de Guerre 1939-1945, avec PALME.
Fait à PARIS, le 22 Novembre 1951
George BIDAULY.
Vertaling
De Frans republiek, oorlog 1939-1945
Eervolle vermelding nr. 46
De vice-president van de Raad, minister van Nationale Defensie, verklaart dat:
Militaire Orde
Een postume akte
COENEN, Jan Hubert, geboren op 10 januari 1915 te SIMPELVELD (Nederland)
Een uitstekend en opmerkelijk patriot, grote vriend van Frankrijk, die de beste eigenschappen als moed en toewijding heeft getoond. Tijdens de vijandelijke bezetting, heeft hij in moeilijke omstandigheden en met de grootste minachting voor gevaar onvermoeibaar de Franse en geallieerde krijgsgevangenen, die waren ontsnapt uit de Duitse kampen geholpen.
– Heeft ook bijgedragen aan de doortocht van een groot aantal van hen.
– Hierom door de Duitsers gearresteerd, werd vreselijk gemarteld en vervolgens neergeschoten.
– Was in alle omstandigheden, tijdens zijn mooie en liefdevolle missie, een toonbeeld van vurig patriottisme en moed..
Dit citaat omvat de toekenning van de Croix de Guerre 1939-1945, met PALM.
Gedaan in Parijs op 22 november 1951
George Bidauly
2:
Ter gelegenheid van de 25ste verjaardag van de bevrijding van Europa werd op kasteel Stapelen in Boxtel aan 200 Nederlanders het Europese Erekruis uitgereikt, het Croix du Combattant de l’Europe Kruis van de Federatie van Europese oud strijders. Hierbij waren onder andere vijf Franse generaals bij aanwezig, de burgemeester van Strassbourg, vertegenwoordigers van de Royal Air Force en van de Raad van Europa. Negentig Limburgers kregen deze onderscheiding waaronder de weduwe Bertha Coenen-van Wersch.
3:
Op 3 februari 1947 kreeg de Sjeng Coenen postuum een médaille commémorative Française de la guerre 1939-1945. Deze medaille is bewaard gebleven. Hij is alleen sterk verkleurd. De gele V’s middenin staan voor Victoire = overwinning in het draaglintje waren oorspronkelijk rood. De gele strepen links en rechts waren groen.
4:
In 1982 ontving de weduwe Coenen-van Wersch voor haar man het nationale Verzetsherdenkingskruis. Twee jaar nadat deze was ingesteld.
De voorzitter van het Nationaal Comité Verzetsherdenkingskruis
Gelet op het Koninklijk Besluit van 29 december 1980, nummer 104, Staatsblad 715,
alsmede op de Beschikking van 29 maart 1981 van de Minister van Binnenlandse Zaken, de Minister van Defensie en de Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en maatschappelijk Werk, kent toe het Verzetherdenkingskruis aan wijlen Jan Hubert Coenen.
‘s-Gravenhage, 19 Okt. 1983. De Voorzitter voornoemd,
W.Ch.J.M. van Lanschot, R.M.W.O.
Hans van Wersch woonde als kind op Molenberg. Hij schreef het volgende over Sjeng Coenen:
Bij mijn weten was Sjeng Coenen als verzetsman betrokken bij het liquideren op 14 augustus 1944 van de beruchte May Raven, top-NSB-er, vlakbij ons huis aan de Dr Schaepmanstraat 1 op de Molenberg. Ik was toen 11 jaar en zag samen met mijn vader op een plek aan de Bongaertslaan (bestond toen nog niet) waar mijn vader een moestuin had naast het huis van advocaat Mr Pieter Pover, de auto met aanhanger van May Raven voorbij rijden. Waarop hij achterover lag op de zakken aardappels die hij verkocht. Naast hem zat geknield kapelaan Meertens van de Molenberg (met superplie om!), en in de auto (Mercedes) zat dr. Heiligers (huisarts) achter het stuur, op weg naar het ziekenhuis. Wij zijn toen met de sjoepkar via de Molenberglaan de berg op naar huis gereden en hoorden van mijn moeder wat er gebeurd was. Mijn moeder belde toen naar het ziekenhuis en hoorde dat hij overleden was. Zijn schoonzus, die altijd met hem meetrok om aardappels te verkopen, lag bij ons op de bank. Zij barstte in tranen uit toen mijn moeder dat vertelde. Ik zie dat alles nog voor me als de dag van gisteren……….
bron: Hans Van Wersch
Pierre Janssen was een jonge verzetsstrijder uit Heerlen. Iemand die niet bang was zijn eigen leven op het spel te zetten en risicovolle acties uit te voeren. Hij deinsde er dan ook niet voor terug om de liquidatie van Mathias Raeven, een NSB’er en berucht jodenjager, voor zijn rekening te nemen. Op maandag 14 augustus 1944 klonken er schoten in de Heerlense wijk Molenberg. Schoten afgevuurd door Pierre Janssen met een op de Wehrmacht buitgemaakt Walther P-38 pistool. Mathias Raeven werd dodelijk getroffen. Hiermee was de P-38 tot een moordwapen geworden. Janssen gaf het pistool aan mede-verzetsstrijder Joseph Buers die ervoor zou zorgen dat het pistool zou verdwijnen. Niets is echter minder waar. Buers heeft het pistool thuis verborgen en daarmee al die tijd in zijn bezit gehouden. In 2015 is het pistool door zijn nabestaanden aan Oorlogsmuseum Eyewitness geschonken waar het een prominente plek heeft gekregen in het verzetsdiorama.
bron: www.tracesofwar.nl
Eind september 2020 werd in Bocholtz een nieuw monument onthuld van de twee verzetsstrijders Sjeng Coenen en Joep Francotte. Het monument, door Wil van der Laan gemaakt, werd door de dochter van Sjeng, Jenny Degens-Coenen, onthuld.
Klik hier voor Sjeng Coenen in de Wittemse Tak.