Genealogische website Warsage

2024

springplankprijsIn januari 2024 werd, zoals ieder jaar, de Van Wersch Springplankprijs uitgereikt. Nu aan Tim van Brederode en Federica Casano voor hun artikel in een belangrijk internationaal tijdschrift Intertaxe. De titel was:

EU Public Intervention in the Energy Market: A stroke of Good Luck or Misfortune?

Het behandelt de legitimiteit van de overheidsmaatregelen die genomen zijn om de enorm gestegen energielasten te verlichten.

2022

springboard prizeOp 1 november 2022 werd in de Leidse Academie de Van Wersch Spring Board Prize uitgereikt, een biofarmaceutische prijs. Dit jaar werd die door dr. Bas Goulooze gewonnen voor zijn met Cum Laude gehonoreerde proefschrift over “Nieuwe pharmacometrische technieken om de werking van geneesmiddelen en in het bijzonder van pijnstillers te meten bij baby’s”. Niet eenvoudig om metingen te doen bij baby’s die niet kunnen praten, wel huilen, veel bewegen, slapen enz.

Op de foto staan vlnr Leo van Wersch, de prijswinnaar Bas Goulooze, Marion van Wersch-Knepflé prof. dr Huub Irth, hoofd van het LACDR (Leiden Academic Center for Drug Research).

Klik hier voor Bas Goulooze.

De Springplank Prijs bestaat uit twee delen. Een juridische die in ieder januari wordt uitgereikt en de farmaceutische die in november wordt uitgereikt.

2021

In januari ontving Reijer Passchier met zijn Ars Aequi-artikel een van de Van Wersch Springplankprijzen. Deze prijzen bedragen dit jaar twee keer €5000 voor wetenschappelijke publicaties van actieve en getalenteerde onderzoekers op het gebied van medisch/farmaceutisch en juridisch onderzoek.

 

Reijer zal de Van Wersch Springplankprijs vooral gebruiken om zijn onderzoek naar de toekomst van de rechtsstaat in een digitaliserende maatschappij verder te verdiepen en te internationaliseren.

 

De tweede prijswinnaar in januari was Gitta Veldt voor haar bijdrage aan het onderzoeksprogramma ‘Coherent Privaatrecht’ met het artikel ‘De betekenis van Europese productnormen voor privaatrechtelijke normstelling’ Dit artikel bevat enkele bevindingen uit het proefschrift ‘Europese productnormen en privaatrechtelijke normstelling’ waarop Veldt op 10 juni 2020 is gepromoveerd. 

Klik op de video voor de prijsuitreiking tijdens de corona winter januari 2021.

2020

leo van wersch
Foto: Monique Shaw.

Van Wersch Springplankprijzen uitgereikt op nieuwjaars-bijeenkomst.

In mei vorig jaar heeft Leo van Wersch het “Van Wersch Springplank Fonds” opgericht.

Het Fonds kent een specifieke doelstelling, te weten het jaarlijks uitreiken van twee prijzen, geheten de Van Wersch Springplankprijzen. Deze prijzen bedragen ieder maximaal € 10.000 voor wetenschappelijke publicaties van actieve en getalenteerde onderzoekers op het gebied van medisch/farmaceutisch en juridisch onderzoek, dit alles in de ruimste zin van het woord. De onderzoekers mogen op het moment van publicatie niet langer dan vijf jaar geleden zijn gepromoveerd.

 

Overigens werd deze prijs dit jaar gedeeld door twee winnaars. De jury kon niet beslissen uit de zeven genomineerde kandidaten die allen publicaties van hoge wetenschappelijke kwaliteit geschreven hadden. De uitreiking was afgelopen 9 januari op de Universiteit van Leiden.

 

De winnaars waren Ruben van Uden: “Oversecurering en vrijgave. Over de werking van de Algemene Bankvoorwaarden bij een overmaat aan zekerheden” gepubliceerd in het  Tijdschrift voor Insolventierecht 2019(2) 70-80.

En
Hoko Horii: ”Pluralistic legal system, pluralistic human rights?: teenage pregnancy, child marriage and legal institutions in Bali” in de The Journal of Legal Pluralism and Unofficial Law.

2019

Flitsinterview met alumnus Leo van Wersch, 
15 november 2019

 

Hoeveel hebben alumni nog met Leiden, wat hebben ze aan hun studententijd en studie overgehouden en hebben ze eigenlijk nog iets met Leiden? We trappen deze flitsinterview-serie af met alumnus (Rechten én Farmacie) Leo van Wersch.

 

Waarom Leiden?
Als oudste kind uit een gezin van 12 kinderen wenste mijn vader (apotheker) dat ik Farmacie ging ‘doen’ om de volgende kinderen dezelfde kansen te bieden om te gaan studeren. In september van mijn derde jaar sprak ik tegenover een aantal van mijn clubvrienden mijn verbazing uit over het feit dat ze dat eenvoudige propedeuse examen Rechten nog niet gehaald hadden. Dat resulteerde in een weddenschap dat ik dat examen voor Kerstmis zou halen. Aangezien ik in diezelfde periode ook farmaceutische practica moest lopen was Leiden de enige mogelijkheid!

 

Mijn Leidse studententijd staat voor….
Uit mijn studententijd is mij vooral bijgebleven de enorme vrijheid die ik op eens kreeg na 6 jaar op een Jezuïeten kostschool gezeten te hebben. Niets werd meer voor je geregeld. Je moest alles zelf verzinnen. In die tijd werd de aankomende student in het kader van de Civitas-gedachte lid van het LSC en van een confessionele vereniging. In mijn geval was dat Augustinus, waarvan ik later voorzitter werd. Mij staat nog helder voor de geest dat ik  in dat jaar geconvoceerd werd door de toenmalige rector (Rypperda Wiersma) die mij duidelijk maakte dat Augustinus op de verkeerde weg was met de invoering van gezelligheidsaspecten.

 

Hierover lacht men nu maar in de jaren 60 was dit een doorbraak en in strijd met het Civitas-ideaal. Als ik denk aan Leiden komt steeds weer dat beeld naar voren van oeverloze discussies, veel plezier, diepe vriendschappen en stevig drankgebruik. Het verbaast mij nog steeds dat ik zonder grote schade aan mijn gezondheid Leiden heb verlaten! Dat wij in die periode met 4 broers en een zus tegelijkertijd in Leiden studeerden was heel bijzonder.

 

Hebt u veel aan uw studie?
Rechten en Farmacie studeren was toen en ook vandaag nog niet gebruikelijk. Na mijn afstuderen heb ik aanvankelijk bij DSM (Gist-brocades) gewerkt en daarna als VP Europa bij P&G. Op inhoudelijk vlak heb ik niet veel met mijn studies gedaan aangezien ik mij hoofdzakelijk met managementproblematieken (marketing, sales, financiën, HR enz.) heb bezig gehouden. Ik denk dan ook dat elke intelligente hard werkende persoon dezelfde resultaten had kunnen bereiken zonder al die jaren van studeren. Hij/zij zou dan echter heel veel plezier gemist hebben.

 

Hebt u nu nog iets met Leiden?
Op dit moment ben ik via mijn vriendenkring, die ik later heb kunnen uitbouwen, en het Leids Universiteits Fonds (LUF, als Sleuteldrager) bij Leiden betrokken. Maar eigenlijk meer nog via mijn echtgenote en beide dochters die vanzelfsprekend in Leiden gestudeerd hebben. Daarnaast heb ik net het Van Wersch Springplank Fonds bij het LUF ingesteld, waarmee ik jonge, talentvolle wetenschappers, zowel van de juridische als de medisch/biofarmaceutische wetenschappen een financieel duwtje in de rug wil geven. Het opzetten van het Fonds ging eigenlijk vrij makkelijk, mede door de hulp van het LUF. Als ik het zo bekijk heb ik nog vrij veel met Leiden.

bron: https://www.universiteitleiden.nl/nieuws/2019/11/flits-interview-met-alumnus-leo-van-wersch

1992

Leo van Wersch, président-directeur général de Procter & Gamble Pharmaceuticals France présente lundi la politique de développement du groupe américain en France dans le secteur pharmaceutique.

 

Propriétaire du laboratoire français Nativelle depuis 1986,la multinationale de Cincinnati, l’un des premiers fabricants mondiaux de détergents et de couches-culottes, veut devenir à l’horizon 2000 l’un des dix premiers laboratoires mondiaux. Toutes les activités du groupe dans le secteur pharmaceutique avec notamment Norwich Eaton et Rhom Pharma, ont été regroupées sous -une soule dénomination, Procter & Gamble Pharmaceuticals, qui génère dans le monde 2,6 milliards de francs de chiffre d’affaires, dont 25% sont investis dans la recherche. Procter & Gamble Pharmaceuticals France réalise un chiffre d’affaires de 370 millions de francs.

 

C’est en 1982 que Procter & Gamble est entré dans le domaine pharmaceutique avec l’achat de Norwich Eaton.
Léo van Wersch est diplômé en droit et pharmacie de l’université de Leiden aux Pays-Bas. Il a rejoint Nativelle au moment du rachat du laboratoire français par le groupe américain, en 1986, et est aujourd’hui également pharmacien responsable du laboratoire.

 

Vertaling

Leo van Wersch, Voorzitter en CEO van Procter & Gamble Pharmaceuticals Frankrijk presenteert maandag de ontwikkeling van het beleid van de Amerikaanse groep in Frankrijk in de farmaceutische sector. Sinds 1986 is zij eigenaar van het Franse laboratorium in Nativelle, De multinational van Cincinnati is één van ‘s-werelds eerste fabrikanten van detergentia en luiers, zal tegen het jaar 2000 een van de werelds eerste tien laboratoria zijn. Alle activiteiten van de groep in de farmaceutische sector, met name Norwich Eaton en Rhom Pharma, zijn gegroepeerd onder de naam Procter & Gamble Pharmaceuticals die wereldwijd een verkoopomzet genereert van 2,6 miljard francs waarvan 25% geïnvesteerd wordt in mondiaal onderzoek. Procter & Gamble Pharmaceuticals France realiseert een omzet van 370 miljoen frank Sinds 1982 kocht Procter & Gamble Norwich Eaton.


Leo van Wersch is afgestudeerd in de rechten en farmacie aan de universiteit van Leiden. Hij kwam in 1986 in Nativelle op het moment dat de groep door de Amerikanen gekocht werd. Vandaag  is hij, als apotheker, ook verantwoordelijk voor de R&D.

bron: Le Figaro 1992

1960

leo-van-wersch-leidenDies Augustinus
Ter gelegenheid van de 67ste dies van de Leidse R -K  Studentenvereniging  Sanctus Augustinus werd gistermiddag  in het Groot Auditorium van de Leidse  Academie een buitengewone algemene vergadering gehouden.  De praeses, de  heer L.  van Wersch, hield tijdens deze bijeenkomst een rede, waarin hij zijn  vreugde er over uitsprak, dat hij ten  aanzien van de bloei van de vereniging  niet zo somber behoefde te zijn als zijn voorgangers. Verschillende aspecten in  het verenigingsleven stemmen tot optimisme.  Het streven bestaat  om van de  gegeven situatie uit het contact  met de  werkelijkheid te handhaven.  Hij wees  in dit verband op de rapporten, die de laatste tijd zijn uitgebracht over de toekomst  van de studenten maatschappij en een ander karakter zal krijgen als  gevolg van de nieuwe maatschappelijke geest.

Augustinus houdt vast aan de Civitasgedachte, hoe moeilijk dit begrip ook is te omschijven en hanteren  De vereniging voelt  niets voor een isolement, doch voor openheid en contact met anderen, waar die ook mogelijk zijn.  In het bijzonder noemde spreker in dit verband ook de mogelijkheden van de Christen Studenten Raad. De gedachte van differentiatie in het zogenaamde gezelligheidsleven is echter niet zonder meer verwerpelijk, wanneer zou blijken dat hieraan op praktische  gronden behoefte  bestaat. De dies natalis van de vereniging bracht voorts een receptie in  het eigen tehuis en des avonds een schouwburg-voorstelling van Arthur Millers “mijn zoon”.

bron: Leidsch Dagblad 12 mei 1960

 

p.s. Leo was van februari 1960 tot februari 1961 praeses. Enige jaren (febr 1964 -febr 1965) later zou zijn broer Frans ook praeses worden van dezelfde studentenverenging. Onder Leo veranderde de vereniging. Er wordt besloten om het gezelligheidsaspect te laten wederkeren op de Vereniging. In 1961 wordt de kroegruimte ‘de Saint’ geopend in de voormalige leeszaal. Dat komt onder meer omdat Leo de jongste praeses was ooit. Zijn broer Henk vertelde dat hij al als 15 jarige naar de universiteit ging. De lagere school werd met enkele klassen tegelijk overgeslagen. In militaire dienst deed hij zijn doctoraal farmacie. Hij had daarvoor al rechten gestudeerd.

21 oktober 1960, Leids Universiteitsblad
INAUGURATIEREDE
Ter gelegenheid van de inauguratie der nieuwe leden van de R.K.S.V. Sanctus Augustinus, sprak op Woensdag 12 October j.1. de praeses, de heer L. J. A. v. Wersch in het Groot-Auditorium een rede uit. Doodstil concentreerde het talrijke gehoor zich op de uit het hoofd uitgesproken, als hamerslagen de zaal inrollende zinnen, die de denkbeelden van de spreker kernachtig samenvatten. Nadat hij alle aanwezigen w.o. vertegenwoordigers uit de gehele Nederlandse R.-Katholieke studentenwereld had welkom geheten, werd het een ieder duidelijk, dat er niet slechts formele woorden zouden worden gesproken. Immers, na enige inleidende zinsneden, waarin spreker de bestuurstaak t.o.v. het eerstejaar belichtte als behorende te zijn het leiden van het enthousiasme in de voor S. Augustinus meest wenselijke richting; kwam hij tot een nadere definiëring van „wenselijke richting”: Uitgaande van onze overtuiging, dat Christus de hele wereld verlost heeft, moeten wij tot het besef komen, dat dit voor elke Christen een opdracht inhoudt n.1. zich te richten op die wereld, m.a.w. zich ervan bewust te zijn, dat hij een verantwoordelijkheid draagt ten opzichte van de wereld, een verantwoordelijkheid, welke met zich medebrengt, dat hij zich niet mag isoleren in eigen kring. De taak van Sanctus Augustinus is dus de dubbele, stimuleren naar de andere en steunen en verdiepen vanuit de eigen overtuiging.” Naar de mening van spreker, moest de R.-Katholieke student vanuit zijn overtuiging iets brengen voor de gemeenschap, waarin hij leeft. Deze inbreng maakt voor ieder de openheid waardevol. Ten opzichte van deze inbreng in de hedendaagse praktijk sprak de praeses der R.K.S.V. zijn ernstige bezorgdheid uit: „Wanneer wij zien hoe de gemiddelde katholieke studente en student in de open Leidse situatie staat, dan moeten wij de vraag stellen of de kerk wel op waardige wijze door ons vertegenwoordigd wordt. Dat wij veelal nauwelijks onze functie als gesprekspartner, willen of kunnen vervullen is ernstig, ernstiger echter is, dat vaak uit onze levenshouding en ons gedrag niet de overtuiging en de durf spreekt bewust katholiek te zijn. De katholieke student zal zich niet moeten schamen zijn visie kenbaar te maken op datgene wat strijdig is met of kwetsend voor zijn beginselen.

leo van werschUit de houding van de katholieke student tegenover meisjes, uit de aanpak van zijn studie zou een diepere overtuiging moeten spreken. Vervolgens wees spreker erop, dat de confessionele bepaald niet bij de wetenschappelijke vorming behoorde achter te blijven, waarbij hij de aspecten van de confessionele vorming splitste in de zuiver religieuze en de confessioneel wetenschappelijke. Aangezien het contact tussen geestelijkheid en parochianen in de studentenparochie zeer direct is, zouden door de wederzijdse beïnvloeding grote resultaten geboekt moeten of kunnen worden. In tegenstelling tot zijn voorgangers, kon spreker een hoopvol geluld laten horen over de confessioneel wetenschappelijke activiteiten der vereniging. Aangezien zowel lezingenkringen als disputen tekortschoten, kwam men het vorige jaar tot het experiment werkgroep, m.a.w. een kleine kring van geïnteresseerde mensen, die regelmatig bepaalde problemen onder leiding van een deskundige bespreekt en uitdiept. Hoopgevende resultaten werden bereikt. Op de ingeslagen weg voortgaande werd ook dit jaar een uitgebreid werkgroepenplan opgezet. Dit is de weg, waarlangs de steeds meer gevoelde behoefte aan confessionele vorming zich zal moeten uitstrekken, aldus de heer v. Wersch, die ook de gezelligheidsaspecten van Sanctus Augustinus belichtte „Welke ons inziens door wanbegrip van velen in Leiden zo vaak in een verkeerd daglicht zijn gesteld”. Het principe openheid zal ieder moeten leiden, en elke tijdelijke isolering in eigen kring (werkgroep of lunch etc.) zal gericht moeten zijn op de ander om n.1. na die isolering met meer recht contact met hem te gaan zoeken.

Sanctus Augustinus geen confessionele vereniging alleen, zeker geen confessionele gezelligheidsvereniging, maar wel gezellige confessionele vereniging, was de zinsnede, die na afloop van de plechtigheid druk werd besproken als kristallisering van sprekers stellingen. „Het zij hier dus nogmaals benadrukt, dat elke vorm van gezelligheid steeds middel zal moe.ten zijn, gericht op een grotere deelneming aan datgene, wat de vereniging zich primair ten doel stelt. En wanneer de eerste tekenen niet bedriegen, dan is de vereniging ook in dit opzicht op de goede weg”. Het is vanaf deze plaats, dat wij onze teleurstelling wensen uit te spreken over de woorden welke de aftredende Rector Magnificus tijdens de Rectoraatsoverdracht sprak, waarin hij Sanctus Augustinus met de Societas Studiosorum Reformatorum op een lijn stelde. Laat Sanctus Augustinus pro parte een nieuwe vorm van gezelligheidsleven hebben, door gelijkschakeling met de S.S.R., waar de beslotenheid bewust ook het gezelligheidsaspect omvat, gaf de aftredende Rector Magnificus te kennen, het middelzijn van de gezelligheid in Sanctus Augustinus, niet doorzien te hebben.”

De vorm van gezelligheid zal vooral in de toch verloren uren van de maaltijd gevonden moeten worden, om aan de studietijd geen afbreuk te doen. „Wanneer wij tot slot onze blik richten op het gezelligheidsleven binnen Leiden, dan spreken wij onze vreugde er over uit, dat het besef van de noodzaak tot differentiatie, vaste grond onder de voeten heeft gekregen. Sanctus Augustinus zal spoedig haar houding in deze, ook voor de buitenwereld duidelijk gestalte gaan geven”. Nadat de inauguratie der nieuwe leden had plaats gevonden, werd de plechtigheid besloten met het zingen van het lied der vereniging. Ik heb het gesprokene zo neutraal mogelijk weergegeven, misschien wat veel geciteerd, maar dat alles om U zo dicht mogelijk te brengen bij de essentie der woorden en de wijze van formulering van de praeses der R.K.S.V. Sanctus Augustinus. En hoe kritisch ook staande tegenover die woorden, gebleken strijdvaardigheid zult ge toch moeten erkennen. Weinig is hier te bespeuren van een mentaliteit, een zekere geestelijke luiheid, welke prof. Rogier enige jaren geleden schetste als kenmerkend voor de Nederlandse Rooms-Katholieke intellectueel.

Klik hier voor Leo van Wersch in de Kerkraadse Tak.

error: