Leo van Weersch werd op 5 februari 1918 in Schimmert geboren. Zijn vader was mijnwerker die ook een café (een koffiehuis, zoals dat toen heette) in Schimmert op Groot Haasdal had. Zijn moeder heeft hij nooit echt gekend want zij overleed toen hij drie jaar was. Zijn vader hertrouwde in 1924.
Over zijn jeugdjaren is niets te vertellen. Hij meldde zich in 1939, 21 jaar oud, als vrijwilliger (buitengewoon dienstplichtige) bij het Indische leger. Dat werd hem niet in dank door zijn ouders afgenomen. Bij aankomst in het leger was hij 1,778 groot en had een litteken aan de rugzijde van zijn linker muisduim. Op 20 september 1939 werd hij ingelijfd en was voor vijf jaar als soldaat verbonden voor den Overzeeschen militairen dienst.
Op 5 januari 1940 werd hij geschikt bevonden voor uitzending en kreeg een premie van ƒ 100,- en vertrok diezelfde maand, bijna 22 jaar oud, met de trein naar Genua om met de mailboot de MS Marnix van St. Aldegonde als soldaat 1e klasse naar Indië te gaan. Aan boord waren soldaten, geestelijken, zakenlui en echtparen, soms met kinderen. Sommige soldaten aan boord keerden na een verlof in Nederland terug .
Volgens de Indische Courant waren er 140 passagiers aan boord. De Marnix vervoerde ook vracht en poststukken.
De kranten waren onduidelijk over de datum van afvaart, sommige vermeldden dat het schip op de 24ste al vertrokken was, andere vermeldden de 28ste en de 29ste januari.
Op 14 februari 1940 kwam de Marnix aan in Sabang, een eilandje voor de kust van noord Sumatra. Vandaar vertrok zij naar Belawan, de haven van Medan waar zij de 15e aankwam. Op 18 februari 1940 kwam Leo van Weersch in Batavia aan. De reis was voorspoedig geweest, zelfs buitengewoon voorspoedig, schreef het Nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië. Niet alleen dat men van den oorlogstoestand in Europa niets ondervonden had, doch ook het weer was zoo uitermate gunstig, als men zich slechts had kunnen wenschen. Hij kwam eerst bij de infanterie, onderdeel CDKB = Centraal Doorgangs Kamp Batavia. die de repatriëring van Nederlands soldaten en KNIL-personeel administratief afhandelde.
Het was de laatste reis van de Marnix van St. Aldegonde als passagiersschip. Het schip voer na deze reis naar Soerabaja waar zij voorlopig uit de vaart werd genomen. Daar lagen inmiddels al de Oranje en de Slamat. De Dempo kwam er ook aan. In juni 1940 werd de Marnix toch nog een keer ingezet vanwege het grote passagiersaanbod heen en terug naar Genua. Uiteindelijk werd in mei 1941 het passagiersschip de Marnix van Sint Aldegonde in Singapore omgebouwd tot troepentransportschip. Er bestaat nog een samenvattend verslag van hun activiteiten.1
Leo van Weersch en Mia Geurts
In mei 1941, 23 jaar oud, verloofde hij zich daar met Mia Geurts uit Sittard.
Het jaar daarop kwamen de Jappen en na de capitulatie op 8 maart 1942 werd ook soldaat Leo van Weersch in het Jappenkamp Tjimahi op Java gevangen gezet. Op zijn Japanse interneringskaart staat dat hij soldaat 2e klasse was met legernummer 96280 en dat hij bij het IX Bataljon Infanterie zat. Zijn ouders woonden volgens de militair die dit typte in Grootharsdal 34, Schimmert. Infanterie IX.
Het eerste kamp lag in Tjimahi op West-Java. Daar gaf het onderdeel zich ook op 8 maart over aan de Japanners.
Op 29 oktober 1942 werd hij overgebracht naar het Thai kamp. Op 18 januari in het 18e jaar van keizer Hirohito (Showa2 18 = 1943) werd hij naar een ander Thai POWkamp (Prisoner of war) overgebracht. Zijn POW nummer was 9247. Als gevangene moest hij dat jaar met vele andere mannen als slaaf aan de Birma spoorlijn in Thailand werken. Die was in december 1943 af. Daarna moesten de gevangenen reparaties uitvoeren aan de gebombardeerde werkkampen naast de spoorlijn.3
Op 21 juli 1944 (Showa 19) werd hij naar het Thai kamp 2 gebracht. In dit kamp zaten toen Leo hier was 2505 personen waarvan 1389 Australiërs, 944 Nederlanders, 90 Britten, 80 Amerikanen , één Noor en één Canadees.4
Januari 1945 was Leo in het ziekenhuis wegens malaria. Daar bleef hij zes maanden waarna hij in mei 1945 van kamp 2 naar kamp 4 werd over gebracht.5. Op 30 augustus 1945 werden de gevangenen aan de Geallieerden overgedragen.
Leo van Weersch en Remi Dongmiran
In 1945 werden de gevangenen bevrijd. Tegen al die jaren in Indië bleek de verloving niet bestand en werd dus niet bezegeld met een huwelijk. 1946 bracht hem meer geluk want toen trouwde hij in het voorjaar met de Thaise Remi Dongmiran (* 1926) in het hospitaalkamp Nakompaton in Thailand.
De plaats Nakon Pathom lag ongeveer 40 km ten westen van Bangkok. Het kamp was een hospitaal-kamp sinds februari 1944, het grootste in de omgeving van de gehele Birmaspoorweg. Het bestond uiteindelijk uit 50 hutten voor elk 200 man. Wim Kan zat hier ook. Gedurende een zekere periode was dit kamp een modelkamp ten behoeve van een inspectie van het Internationale Rode Kruis: in die periode geen geschreeuw, geen slaag van de bewakers, niet hoeven buigen voor de Japanners en de bewakers.6
Hun terugreis naar Nederland begon in Bangkok op 17 augustus 1946 toen zo’n 1000 man aan boord van de MS Nieuw Holland naar Nederland geëvacueerd werden. Op 24 september 1946 kwam het schip in Amsterdam in de vroege avond aan waarna de debarkatie die volgende ochtend was.
Op 8 november 1950 schreef de Gazet van Limburg: Terug uit Indonesië. Onze dorpsgenoot Leonard van Wersch met echtgenote en kind keerde in goede gezondheid uit Indonesië terug. De jonkheid van Groot-Haasdal had voor een keurige versiering der ouderlijke woning gezorgd.
Leo van Weersch en Marie Emmelot
Nu moest Leo werk zoeken, maar kon het niet vinden. Zijn ouders gaven hem geen onderdak omdat hij vrijwillig als soldaat naar Indië gegaan was. Ontstonden er daardoor spanningen in het gezin? Leo ging namelijk in 1951 samenwonen met Marie Emmelot. Bij haar kreeg hij uiteindelijk zes kinderen. Hij scheidde overigens niet van zijn vrouw. Werk werd pas in 1954 in de Belgische mijnen van Romsee gevonden. Leo en Marie woonden toen in Eijsden. Toen hij in 1959 zijn pensioen van het Koninklijk Nederlandsche Indisch Leger (KNIL) kreeg stopte hij bij de mijn. Hij was 41 jaar oud.
Leo overleed in Maastricht op 4 april 1974, hij werd slechts 56 jaar en liet vijf kinderen achter.
Noten
1: NIOD, bewaarplaats 400 (Indische Collectie) inventarisnummer 4189 betreffende sergeant J.v.d. Nieuwenhuyzen.
2: Keizers kozen altijd een woord dat hun regering zou kunnen weergeven. Keizer Hirohito koos het woord Showa in het eerste jaar van zijn regering.
3: Toespraak
4: Prisoner of War Camps Thailand
5: POW Camps
Klik hier voor Leo van Weersch in de Simpelveldse Tak.