Genealogische website Warsage

2018

ingendael

Achter ieder merk moet een gezicht zitten.

Ingendael is dialect voor ‘in het dal’ maar ook het natuurgebied in het Geuldal tussen de plaatsen Valkenburg, Houthem-St. Gerlach, Geulhem en Vilt heet zo. “Mijn vrouw Christel en ik zijn uit Houthem”, begint Jean van Weers zijn verhaal. “Dus toen ik in 1997 een naam moest bedenken voor mijn kruidenbitter was de keuze snel gemaakt.” De oeros, die destijds in het gebied rondliep, is het beeldmerk geworden.

“Maar achter ieder merk moet een gezicht zitten”, voegt Christel van Weers er gelijk aan toe. “Ik ken al mijn klanten persoonlijk. Bezorg zelf de bestellingen en weet bij wijze van spreken van iedere klant waar hij de flessen in de zaak wil hebben staan. Ooit zei een nieuwe klant tijdens de eerste ontmoeting tegen mij: ‘ik ben getrouwd, heb drie kinderen en een hond’. Ik dacht wat een rare snuiter om me dit als eerste te vertellen. Aan het eind van het gesprek liet hij me weten dat hij benieuwd was of ik dat persoonlijke tintje de volgende keer nog zou weten. Was dat niet het geval, dan was ik dus niet in hem als mens geïnteresseerd. Ik heb me dit goed in de oren geknoopt. Ik weet wanneer klanten jarig zijn, iets bijzonders te vieren hebben enzovoorts. Daar zal ik altijd aandacht aan besteden.”

Van 150 naar 1.500 liter
De grote droom van Jean was altijd om een whisky te stoken van Limburgse ingrediënten. “Het probleem is echter dat dit zeer kostbaar is. Een beetje whisky rijpt drie jaar op vaten. Dat betekent dus dat je drie jaar lang geen opbrengsten hebt, maar je moet wel al de accijns afdragen aan de belasting. Ik had eind jaren negentig niet het kapitaal om dit te starten. Als alternatief heb ik toen voor een kruidenbitter gekozen. Daar heb je die investering niet voor nodig.” Absint-alsem, kummel, jeneverbes, karwij, steranijs, laurier, muskaat, kaneel en zoethout vormen de basis van het drankje. Bij de start werd er op jaarbasis 150 liter kruidenbitter gestookt, tegenwoordig is die hoeveelheid gegroeid naar 1.500 liter.

“Maar zelfs die 150 liter van destijds was nog een fiks aantal om aan de man of vrouw te brengen”, zegt Christel. “Dat zijn 300 halve literflessen. We doen alles met z’n tweeën: stoken, afvullen, etiketteren, marketing, verkoop en levering. Het gebied dat wij zelf verzorgen eindigt dan ook bij Roermond. Daarboven verzorgt Hansen Dranken de distributie.

ingendael van WeersInmiddels is het assortiment van IngendaeI flink uitgebreid. Naast de kruidenbitter bestaat er ook een Els, een koffie- en wijnlikeur, een apfelkorn, een jonge kloare en twee soorten whiskys. “Ja, mijn droom is uiteindelijk toch nog uitgekomen”, zegt Jean. “Vooral op het Geulhem’s Goud ben ik trots. Gemaakt van zuiver gerstenmout en 3,5 jaar gerijpt op eikenhouten rode wijnvaten van een gerenommeerd chäteau, Vervolgens rijpt de whisky nog een keer twee jaar in een cognacvat. In totaal dus 5,5 jaar rijping, vandaar ook de toevoeging ‘1980 daag’.”

Cachet
Jean en Christel leveren alleen aan slijterijen, drankenhandel en de horeca. Zo’n 200 afnemers die ervoor zorgen dat Christel de nodige kilometers aflegt in het Zuid-Limburgs landschap. “Maar wat ik ook bijzonder vind, is dat bakkers, slagers en chocolatiers onze producten verwerken in hun eigen ambachtelijke creaties. Dat geeft je product extra cachet”, besluit Jean vol trots.

bron: Wij Limburg 23 april 2018. Tekst Maurice van der Linden, foto: Anne Lefèvre.

2015

Christel van Weers en haar kruidenbitter

assortiment_wIn 2006 ontwikkelden Jean en Christel van Weers in samenwerking met Graanbranderij de IJsvogel uit Arcen een nieuwe kruidenbitter met de naam Ingendael, een likeur op basis van Zuidlimburgse streekkruiden. Het wat zoetige drankje is verder te halen dan alleen het Ingedal zelf, In veel Limburgse restaurants kom je het inmiddels tegen. Uiteraard is een website ontwikkeld waarop recepten staan waarbij je Ingendael kan gebruiken. Bijvoorbeeld in de koffie. Heb je geen suiker meer nodig.

Christel runt het drankenmerk Ingendael. Inderdaad, vernoemd naar het natuurgebied rond Château St. Gerlach. In 2010 was er een nieuw drankje klaar, een jonge klare luisterend naar de naam Limburgse Els. Op 15 april 2010 werd die gepresenteerd, samen met de even nieuwe Ingendael Apfelkorn en Ingendael koffielikeur – met-caramel.

Chez Moi
Jean van Weers is gek op schotels van vroeger. Eenvoudige kost, met liefde en zorg bereid. Schotels, die uren hebben kunnen garen. Zijn ‘zoervleisj’ is zijn favoriete slow food, met de zoetzure smaak van onvervalste nostalgie.

 

ingendaelEen Bord vol warme nostalgie
door Ray Simoen

Het is een van Jeans ‘tics terug naar de tijd van vroeger gaan. Zijn vrouw Christel (63) zegt het op plagerige toon. ‚,In de garage staat nog een oude Jaguar. Die wil hij ook al een tijdje opknappen.” Er klinkt ook wat lichte ergernis door. Christel van Weers is meer het type van het niet dralen, meteen aanpakken. Vanachter de potten en pannen in hun comfortabele keuken met veel herinneringen aan vroeger kijkt haar man en kok Jean (64) geamuseerd op. ‚,Ja, die Jaguar, daar zou ik mee beginnen toen ik met pensioen ging. Is er nog niet van gekomen. Heb nog geen tijd gehad.’ De licht zoete geur van vlees dat gebakken wordt, vult de keuken in Kotem, een Maasdorpje in het andere Limburg, waar Jean en Christel nu zo’n 16 jaar wonen.

Op tafel staan twee andere ‘tics’ van Jean: een fles whisky en een fles kruidenbitter Ingendael. Twee ‘tics’ die de vervulling zijn van twee langgekoesterde dromen van de Valkenburger. „Vroeger maakten mensen zelf kruidenbitter. Dat waren vloeibare dokters. Ze waren goed tegen allerlei kwalen en ongemakken. Veel mensen konden een echte dokter niet betalen. Ik heb altijd zelf zo’n kruidenbitter willen maken

Rond 1995 kreeg ik een oud recept in handen. We zijn er een eigen kruidenbitter mee gaan maken. We hebben het op de markt gebracht als Ingendael, een fraai beekdal bij Houthem-Sint Gerlach. Het loopt goed”, zegt de zilvergrijze kok, wiens hoofd rood aanloopt van het snijden van de rode kool. „We doen er ook veel aan om onze Ingendaels bekend te maken. We gaan veel naar slijters en lopen markten af. Leuk, want je komt in contact met allerlei verschillende mensen,” vertelt Christel.

Ingendaels? „Toen ons eerste kruidenbitter goed aansloeg, zijn we verder gegaan: we hebben nu koffielikeur, elske, apfelkorn, jonge klare en wijnlikeur”, legt Jean uit Deze maand kon hij zijn grote droom op tafel zetten: een eigen single malt whisky. „Ik had eens een fles White Horse gekocht toen mijn broer zei: ‘Dit moet je eens proeven.’ Dat was pas echte whisky. Sindsdien heeft de droom een eigen whisky te maken me niet meer losgelaten.”  Hij voegt een flesje bockbier, een borrelglaasje kruidenbittter, jeneverbessen, nootmuskaat en kruidnagels bij het vlees. ‚Je moet wat eigenzinnig zijn om een droom na te blijven jagen.” Niet dat hij krenterig doet met zijn whisky, maar hij wil hem niet verkopen. „Nog niet Volgend jaar weet ik exact in welk vat ik hem moet laten rijpen. Dan durf ik hem officieel te presenteren.”

De stoofpot is bijna klaar. Eerst nog een tijd laten garen. „Pas als je draadjesvlees hebt, is hij goed. Je moet koken met geduld en passie. Ik proef het meteen aan een gerecht als het snel en zonder veel toewijding is bereid. Vroeger werd er minder rijk en uitbundig gekookt, maar met een paar goede en eenvoudige ingrediënten werden fantastische schotels bereid.” Van een witte uiensaus of gekookte bloemkool met een dikke roomsaus en een ferme gehaktbal krijgt hij zowat tranen in de ogen. „Ik weet ook wel dat veel mensen die saus vroeger van armoe extra dik moesten maken om de maag te vullen, maar het is zo ontzettend lekker. Net als die stoofpotjes waar we er in Limburg zoveel van hebben. Maar ook voor een boeuf bourguignon zoals ze hem in Frankrijk al eeuwen maken, loop ik warm.”

Zijn kooknostalgie komt uit zijn jeugd. „Mijn vader, die bij busonderneming de Valk werkte, kookte meestal. Altijd lekker en altijd alles zelf gesneden, geraspt of gestampt. Puree met een handstamper, geen mixer. Zo doe ik het ook. Mijn twee broers en ik hebben die kooktic van vader.” H? kon een grote verzameling recepten opbouwen doordat hij als vertegenwoordiger in koeltechniek veel bij koks over de vloer kwam. „Ik vroeg alt?d wat ze aan het maken waren. En koks vertellen graag.” Wanneer de rode kool gaar is, voegt hij een mix van bloem en lauw water toe. ‚,Even laten doorgaren. Dit maakt de rode kool zachter van smaak.” Nog even de spekjes door de spruiten mengen. „Pas op dat je die spruiten niet te lang kookt. Pratsj is een laffe hap. De spruiten moeten nog een bite hebben.” Na twee happen van Jeans en Christels schotel en enkele slokken bockbier roept de fotograaf voldaan uit: „Net alsof ik weer ‘bie de mam’ thuis aan tafel zit”

Recept Zoervleisj Ingendael

Voor 6 personen: 1,5 kilo runderpoulet, 3 rode en 2 witte uien, 1,5 lepel stroop, 1 flesje bockbier, scheut azijn, 1 borrelglaasje kruidenbitter lngendael, versgemalen peper, 7 kruidnagels, 4 laurierblaadjes, 5 jeneverbessen, nootmuskaat.

 

Voor de rode kool: 1 rode kool,  2 zoete appelen, 1 klein gesneden  uitje, bloem.  Voor de aardappelpuree: knolselderij, aardappelen, nootmuskaat, boter.
Voor de spruiten: 1 kilo spruiten, nootmuskaat, spekblokjes.

 

De bereiding: bak het vlees en kruid met peper. De gesneden rode en witte uien bij het vlees doen en bakken. Dan wat zout erop.  Vervolgens bockbier, stroop en vol borrelglas kruidenbitter samen met kruiden erbij doen. Dan 2,5 uur laten trekken zodat je draadjesvlees krijgt. Intussen rode kool fijn snijden. Opzetten met de zoete appels en rustig laten garen. Vlak voor het opdienen de zacht gegaarde uitjes erdoor mengen en vervolgens een eetlepel bloem mengen met wat  lauw water en dit goed door de rode kool mengen. De spruiten schoonmaken en beetgaar koken. Uitgebakken spekjes erdoor mengen. Drie delen gekookte aardappelen mengen met 1 deel gekookte  knolselderijblokjes. Met een pureestamper fijnmaken en op smaak brengen met boter en nootmuskaat.

 

Serveren: maak twee quenelles van de puree en leg ze op het bord. Doe er wat zuurvlees bij en serveer met rode kool en spruiten. Drink er een bockbiertje bij.

foto: Rein Bollen, oktober 2015  

2010

Na een klein halfjaar begint het erop te lijken, merken Christel en Jean van Weers op. Christel runt het drankenmerk Ingendael. Inderdaad, vernoemd naar het natuurgebied rond Château St. Gerlach. De drankjes worden dus gemaakt met aldaar groeiende kruiden. Wat het Valkenburgse stel er overigens niet van weerhield domicilie te kiezen in het Belgische Kotem, al is dat natuurlijk evengoed Limburg. Net als Arcen, waar de flessen Ingendael op een ambachtelijke wijze worden vervaardigd bij Graanbranderij De IJsvogel.

Christel begon vijf jaar geleden met een kruidenbitter. Inmiddels is een nieuw vlaggenschip klaar, een jonge klare luisterend naar de naam Limburgse Els. Op 15 april wordt ie gepresenteerd, samen met de even nieuwe Ingendael Apfelkorn en Ingendael Koffielikeur-met-caramel. Bezoekers van de Groene Borrel mogen alvast even proeven. Gaat er prima in tussen alle stevige streek bieren.

bron: Posthoorn april 2010.

Klik hier voor Jean van Weers in de Wijlrese Tak.
Klik hier voor de website van Ingendael.

error: