Genealogische website Warsage

Tijdens de oorlog waren er diverse Stamgenoten die met de Duitse onderdrukkers meededen. Ze werden landverraders genoemd of foute Nederlanders. Na de oorlog werd met hen afgerekend. Er volgden gevangenschap, in beslagname van hun hebben en houwen, van vrouwen werden de hoofden kaalgeschoren, mannen moesten een vorm van dwangarbeid doen. Er zou voor hen alleen maar eeuwige schande zijn. Er kwamen veel aangiften over foute Nederlanders en politie en geallieerden volgden alles op. Er werd altijd een rapport opgemaakt en hoewel niet alles bewaard gebleven is, zijn er wel enkele die meer laten zien dan er werd verteld. Zo ook de veroordeling van Corrie van Wersch uit Kerkrade.

 

Direct na de oorlog trokken de mensen tegen haar op. Er was immers veel haat tegen landverraders en opluchting dat er wraak genomen kon worden. De beschuldigingen waren niet mis. Behalve dat zij zelf een Duitse was, was zij ook nog eens met een Duitser getrouwd. Dat haar man, Johann Gay, al in 1941 overleden was maakte niet uit. Zij had Duitse soldaten op bezoek gehad. Toen Seyss-Inquart Kerkrade bezocht had zij de vlag met het hakenkruis uitgehangen. Zij heeft hem zelfs bij haar in huis uitgenodigd en met hem gesproken. Het viel de mensen in de straat op dat zij altijd extra bonnen kreeg voor eten en kleding. Zelfs wist men dat zij lid was geweest van de D.R.K. (Deutsches Rotes Kreuz) en de K.W.H.W. (Kriegs Winter HilfsWerk). Zij ontving de Deutsche Zeitung. Haar dochter was lid van de N.S.V. (Nationalsozialistische Volkswohlfahrt) en de D.A.F. (Deutsche Arbeitsfront) en gedurende vijf jaar werkzaam bij de censuur in Keulen zonder dat moeder dat wist. Ook zij ontving, toen zij bij haar moeder woonde, bonnen voor extra groente en fruit. De weduwe mevrouw Gay mocht zelfs haar radio houden. Corrie had in de Pannesheiderstrasse een winkel in koloniale waren en de mensen zeiden dat zij juist veel aan Duitsers verkocht. Na de bevrijding trouwde zij in 1946 weer met een Duitser.

 

De genoemde beschuldigingen waren niet mis. Er waren genoeg redenen om haar te onderzoeken. Connie werd gelukkig voor haar niet gevangengezet, ook werden haar haren niet afgeschoren. Wel werd haar bezittingen in beslag genomen en door de Overheid in beheer genomen. Wat volgde was een procedure waarin zij haar onschuld kon bewijzen. In maart 1946 schreef zij dat niet zij de vlag had uitgehangen maar een huurder bij haar in huis. Zij leverde meer verweer, maar dat mocht allemaal niet baten. In mei 1946 vertrok zij met haar kinderen naar Kohlscheid, net over de grens. Met speciale toestemming van de Overheid mocht zij haar huisraad en lijfgoed meenemen.

 

In alle procedures tegen haar werd zij vreemd genoeg Maria Philomena Cornelia van Wersch genoemd, terwijl haar doopnamen Wilhelmina Cornelia waren. De veronderstelling is dat zij de naam Wilhelmina tijdens de oorlog niet kon of mocht gebruiken. In oktober 1946 trouwde Corrie in Kohlscheid met Ferdinand Gilles. Die was tijdens de oorlog in Roermond leraar aan de Deutsche Schule geweest en hoewel hij in 1930 de Nederlandse nationaliteit had gekregen was hij die weer kwijtgeraakt omdat hij in het Duitse leger had gezeten. Hij was op meerdere plaatsen hoofd van de Duitse School en lid van de Nederlandsch-Duitse Kulturgemeenschap geweest maar geen lid van de N.S.B. Op de Deutsche Schule werden kinderen volgens de toen heersende Duitse mentaliteit beïnvloed.
Omdat er zoveel rechtszaken tegen foute Nederlanders zaken liepen, kon Corrie van Wersch pas in 1948 een verweer indienen. Al die jaren kon zij niet over haar eigendommen en haar geld beschikken. Dit was in het kader van de Regeling Besluit Vijandelijk Vermogen. Corrie en haar man werden immers als vijanden gezien.

 

In het verweer bleken de zaken waarvoor zij door anderen beschuldigd was allemaal een diepere achtergrond te hebben.
Ook bleek ook dat alles wat Corrie gedaan had volgens een vooropgezet plan was geweest. De reden hiervan was dat haar broer Lodewijk in oktober 1940 door de Duitsers gevangen was genomen en naar Buchenwald was overgebracht. Toen Seyss-Inquart eind novem ber 1944 Zuid-Limburg bezocht zag zij haar kans. Zij hing daarom de vlag uit omdat dat moest, het was maar een paar uur. In een eerder verhoor had zij iets anders aangegeven. Doordat zij met Seyss-Inquart gesproken had, werd haar broer korte tijd daarna vrijgelaten. Haar argumenten waren dat haar broer in mei 1940 net een tweeling had gekregen, dat de drie andere kinderen nog zo jong waren dat ze niet konden lopen. Daarbij kwam ook dat haar broer apotheker was. Vanwege zijn gevangenschap had zijn vrouw, naast de vijf jonge kinderen, ook de verantwoording voor de apotheek.

 

Corrie van Wersch had meer bewijzen voor haar anti-Duitse houding. Ze wist dat haar broer Lodewijk, illegaal werk bleef doen en zij had hem niet aangegeven. Zij deelde van de extra bonnen die zij kreeg juist voedsel uit aan mensen die onderduikers hadden verborgen, ze wist wie het hoofd van het ondergronds verzet was en ook hem had zij niet aangegeven. Alles wat zij zogenaamd voor de Duitsers deed, was een rookgordijn voor wat zij voor de Nederlanders daardoor kon doen.

 

Haar verweer werd onderzocht. Ondertussen was Corrie met Ferdinand Gilles getrouwd en zij woonden in de Pannesheiderstrasse in Kohlscheid. De tuin grensde aan de tuin van haar oude huis. Dus ze konden via de achtertuinen de grens over. Het was inmiddels 1950, vier jaar na de eerste procedure en nog steeds was er geen resultaat. Corrie deed vervolgens toen een tweede verzoek tot ontvijanding. Ook dit verzoek nam zeer veel tijd in beslag. In 1953 kwam een afwijzing op haar verzoek en al die tijd stond zij onder beheer. De commissie had geen reden gezien voor teruggave vanwege al die Duits georiënteerde acties. Eigenlijk best vreemd want de Overheid had enkele positieve getuigenverklaringen al jaren in bezit.

 

In 1948 verklaarde Johan Deckers uit Gemert dat hij nooit iets heeft gezien of gehoord dat tegen de Nederlandse belangen gericht zoude zijn geweest. In tegendeel heeft zij steeds geholpen met geld en levensmiddelen en dat vooral in een tijd dat ik voor de Duitsers moest onderduiken. Aan haar heb ik te danken dat ik niet naar Duitsland gedeporteerd ben.

 

In 1948 had J.L. Overhof geschreven dat Integendeel, zij heeft hem geholpen, want door haar hulp ontkwam hij aan de oproeping der Duitsers (gewezen Ned. militair) om in krijgsgevangenschap te worden gevoerd.

Overhof sprak over zichzelf in de derde persoon. Zelfs een positief schrijven van de leider van de ondergrondse 1e luitenant Th.J.M. Goossen in 1948 had niet geholpen.
Er volgde nog vele brieven en gesprekken maar pas in maart 1955 was de laatste rechtszitting waardoor in november 1955, 10 jaar na het eerste proces, het beheer werd opgeheven. Helaas heeft ze dat zelf niet meer meegemaakt. Corrie van Wersch was op 31 oktober 1954 overleden.

 

Klik hier voor Corrie van Wersch in de Kerkraadse Tak. 

error: