Genealogische website Warsage

2019

Gevoelens zet je niet uit tussen huis en kantoor
De grootste valkuil van leiders van deze tijd? Volgens Jakob van Wielink en Marcel van Wersch is het een gebrek aan emoties op de werkvloer. Gelukkig is hier iets aan te doen. ‘Je kunt onmogelijk het beste uit jezelf halen als je hoofd ergens anders is.’

 

Vertrouwen en nieuwsgierigheid: dat zijn wat Jakob van Wielink betreft de twee essentiële eigenschappen van een goede leider. Van Wielink werkt als mede-oprichter van De School voor Transitie wereldwijd met CEO’s, directies en hun organisatie aan transformerend leiderschap. Tijdens het geven van een training ontmoette hij Marcel van Wersch, oprichter van The Hup, een groep van organisaties met verschillende diensten. Samen namen ze het initiatief voor een boek over secure base leiderschap: ‘een bedrijfscultuur gebaseerd op vertrouwen, waarin iedereen zich thuis voelt en wordt uitgedaagd om het beste uit zichzelf te halen.’

 

Motivatie voor deze vorm van leiderschap krijgen de twee professionals iedere dag. Van Wielink: ‘Een niet te missen tendens van onze tijd is dat het overgrote deel van alle medewerkers een werkplek verlaat vanwege hun leidinggevende, niet vanwege het werk zelf.’ 

Van Wersch werkte zelf jarenlang bij een consultancybedrijf ‘waarin wantrouwen centraal stond’ op de werkvloer. ‘Alles wat we deden werd gecontroleerd. Daarnaast heb ik nooit gevoelens bij collega’s gezien die niet met werk te maken hadden.’ De grootste valkuil van hedendaagse leiders is volgens Van Wielink en Van Wersch een gebrek aan ruimte voor emoties op de werkvloer.

 

Emoties op het werk
‘Het is essentieel en onvermijdelijk dat mensen hun persoonlijke leven meenemen naar hun werk,’ zegt Van Wielink. ‘Hier zit hét onbenutte potentieel van veel leidinggevenden. Zij zijn onvoldoende in staat om emoties te betrekken in hun gesprekken. ‘Wat doe ik waardoor jij niet het beste in jezelf naar boven haalt?’ ‘Waarom vertrouwen we elkaar niet?’ ‘Hoe komt het dat je teleurgesteld bent?’ Dit zijn uitdagende gesprekken. Het is natuurlijk prettiger om je te richten op de resultaten en door te gaan.’

 

Van Wersch vult aan: ‘ik heb zelf tijdens de training van Van Wielink ervaren dat het delen van gevoelens met collega’s die ik al tien jaar ken, leidde tot een constructievere en betere samenwerking. Ook de mensen binnen The Hup die ruimte hebben genomen om op het werk te worstelen met persoonlijke vragen, zijn nu de toppers van de organisatie.’
Volgens Van Wielink is het willen scheiden van werk- en privéleven zelfs ‘vragen om overspannen medewerkers’. ‘Doordat mensen niet weten wat ze op welke plaats kunnen delen, worden ze gestrest.’ ‘Je kunt geen kloten-ochtend thuis hebben en dat niet meenemen naar je werk,’ vult Van Wersch aan.

 

Daarmee bedoelen de mannen niet dat werk en privé 24 uur per dag door elkaar lopen. Van Wielink: ‘Feitelijke werkzaamheden hoef je niet mee te nemen naar huis, je hoeft niet ‘s avonds je mail te blijven checken. Maar gevoelens, zoals zorgen over werk, kun je niet aan- en uitzetten onderweg tussen kantoor en huis. Zo werkt ons brein gewoon niet.’

marcel van wersch the hup
Links: Jakob van Wielink, rechts: Marcel van Wersch

 

Leiderschapslessen 
Van Wielink en Van Wersch halen uit de secure base-benadering concrete lessen voor leiders. Allereerst: voeg daad bij woord. ‘Het heeft geen zin om te zeggen dat mensen zichzelf mogen zijn, zonder hier in de praktijk uiting aan te geven,’ zegt Van Wersch. ‘Voordat werknemers zich veilig voelen om kwetsbaar te zijn, moet een manager ook zelf in staat zijn om zijn of haar gevoelens te delen. Bovendien moet er ruimte zijn voor het persoonlijke gesprek. ‘En in deze gesprekken moeten werkgever en -nemer niet alleen evalueren hoe de werkzaamheden gaan, maar bijvoorbeeld praten over waarin ze elkaars hulp nodig hebben,’ zegt Van Wielink. 

 

Een andere belangrijke les: ‘check in’ bij je werknemers. ‘Ik zie dat veel managers een snel rondje doen over de werkvloer, waarbij ze aan mensen vragen hoe het gaat’, zegt Van Wielink. ‘In dit tijdsbestek heeft een werknemer nog niet de tijd gehad om over zijn of haar gevoelens na te denken. Ook hier is meer tijd voor een gesprek, waarin bijvoorbeeld aan bod komt hoe het thuis is en hoe iemands ochtend was, nodig. Dat hoeft trouwens geen uren te duren.’

 

Ook onmisbaar voor een leider is om het perspectief van de ander in te nemen. Hierbij is nieuwsgierigheid het sleutelwoord om begrip op te brengen voor de standpunten van iemand anders,’ zegt Van Wielink. 

Hij voegt nog een andere les toe: ‘eerst de pijn, dan de opbrengst’. ‘Een klassieke manager kijkt altijd naar een stip aan de horizon. Dat is logisch, maar soms moet je eerst de tijd nemen om problemen samen met een werknemer op te lossen.’

 

Bankencrisis
Wees dus kwetsbaar en durf collega’s ook in een persoonlijke context te zien. ‘Zelfs de bankencrisis is terug te voeren op een gebrek aan kwetsbaarheid,’ aldus Van Wielink. ‘Zodra de sfeer op de werkvloer is: ‘ik kan geen fouten maken, want dan gaat mijn kop eraf’, is het zaadje voor problemen geplant.’

 

Klik hier voor de website van The Hup.

bron: Management Team 18 febr 2019.
Julia Cornelissen, Getty Images 

2018

De wereldwijde scheepvaart is verantwoordelijk voor 90% van de wereldhandel en produceert 3% van alle broeikasgassen. Echter, door het gebruik van zware olie is de industrie en stuk vuiler dan het lijkt: de vijftien grootste schepen ter wereld stoten net zoveel schadelijke stikstoffen en zwavel uit als alle auto’s bij elkaar.
Om de scheepvaartindustrie te verduurzamen (onder andere door fossiele brandstoffen volledig uit te bannen) is het Future Proof Shipping (FPS) programma opgezet door Enviu en Huib van de Grijspaarde. Het doel is om blijvende systeemverandering teweeg te brengen door introductie van duurzame technologieën die economisch rendabel opgeschaald kunnen worden naar uiteindelijk de grote vaart.

 

FPS heeft en aantal onderzoeksprogramma’s opgezet met toonaangevende universiteiten op het gebied van alternatieve brandstoffen en transitiepaden in de sector. Daarnaast wordt er samen met partners gewerkt aan het verbeteren van wereldwijde regelgeving zodat innovaties sneller geïmplementeerd kunnen
worden. In 2019 hoopt FPS daarnaast een aantal demonstratieprojecten op te zetten om zo technologische doorbraken te forceren en schone technologieën op en steeds grotere schaal toe te passen.

enviu

Klik hier voor haar Enviu.

2013

Verdriet omzetten in iets positiefs is mooi

“Ik krijg er nog steeds kippenvel van. Ik had zelf de Roparun gelopen, kom binnen op de afdeling in Daniel den Hoed waar mijn moeder lag en zie op de gang dat bordje aan de muur ‘mede mogelijk gemaakt door Stichting Roparun.”

 

“Ik zie mezelf nog een foto maken van dat bordje en naar mijn broer sturen”, zegt Marcel. “Het raakte ons diep.” Marcel van Wersch liep in 2013 voor het eerst de Roparun met zijn broers Marc en Pascal en een stel goede vrienden en familie. “Ik deed het voor mezelf, maar natuurlijk ook voor mijn moeder”, zegt Marcel. In 2008 krijgt de moeder van Marcel, Marc en Pascal de diagnose terminale borstkanker. Dit is het begin van een lange periode van ziekte en levensverlengende behandelingen. Uiteindelijk verliest ze de strijd in 2013.

 

joop westraVriendenteam
De oorsprong voor het idee om de uitdaging van de Roparun aan te gaan, lag ongeveer vier jaar geleden. “Ik stond vlak bij mijn ouderlijk huis in Mijnsheerenland te kijken naar de Roparun, de route loopt daarlangs. Ik had nog nooit hardgelopen, maar mijn broertje Marc wel.

 

Met in gedachten onze zieke moeder, wilde hij graag een Roparunteam beginnen.” Zo gezegd, zo gedaan: de broers stelden een team samen. “Allemaal mensen die ons nabij stonden zoals een peetoom, de fysio uit ons dorp, de schoonvader van mijn broer, goede vrienden… Iedereen was betrokken en wist wat er met mijn moeder aan de hand was. Een echt vriendenteam.”

 

Diep geraakt
De eerste keer in 2013 stonden vader en moeder het team samen geëmotioneerd binnen te halen op de Coolsingel. “In 2014 liepen we weer mee, maar stond helaas alleen mijn vader er nog. Mijn moeder had de strijd tegen kanker verloren.”

 

In juni 2013 werd vastgesteld dat ze een hersentumor had, dat was het begin van het einde. Uiteindelijk overleed ze in september. “De laatste acht weken van haar leven heeft ze voor een belangrijk deel in Daniel den Hoed doorgebracht. We zijn op een fantastische manier begeleid, ik heb heel veel respect voor de balans tussen zorg en professionaliteit. Artsen zeggen de waarheid, maar op een menselijke, respectvolle manier. We lééfden zo’n beetje op die afdeling, zorgden dat er continu iemand bij mijn moeder was. Op de muur hing het logo van de Roparun vanwege bijdragen die de stichting gedaan heeft. Dat raakte ons diep.”

 

Waardevol
“Ik reed dagelijks op en neer naar ‘de Daniel’ en vaak daarna door naar ons ouderlijk huis in Mijnsheerenland. Daar waren altijd mensen, liep altijd wel iemand binnen. Het was intiem, we hebben veel mooie gesprekken gevoerd. De laatste weken hebben we mijn moeder thuis verzorgd. Het is heel dubbel en tegenstrijdig: op een gekke manier was het tegelijk één van de meest verdrietige, maar ook één van de mooiste zomers.

 

Als je weet dat het einde nadert, ga je intensiever met elkaar om. Dat was zó waardevol.”

 

Emotioneel moment
In 2017 doet Marcel weer mee met de Roparun: “Ik ga er weer voor! De route loopt langs Daniel den Hoed. Veel patiënten en verpleegkundigen staan de lopers aan te moedigen. Ik weet zeker dat het opnieuw een emotioneel en bijzonder moment wordt als ik daar voorbij loop.”

Redacteur: Lilian Suurmeijer
Foto’s: Marcel van Wersch

bron: roprarun.nl

2012

Ankie van werschShe’s an angel

Verschillende engelen gaven de afgelopen weken warmte, liefde en inspiratie. Deze week de laatste. Ze laten zien hoe dankbaar het is om je belangeloos in te zetten voor een ander.

 

Ankie van Wersch (36) is getrouwd met Marcel (37) en moeder van Ties (4), Lise (2) en Siem (0), Vijf jaar geleden richtte ze samen met haar man een weeshuis en een school op in Nepal, voor straatkinderen, ‘Als ik de poort van het weeshuis openduw, hoor ik het gesmoorde gegiechel van vijftien kindjes. Ik zie een uitgestorven plein, totdat ze opeens allemaal naast me staan. Plakkerige handjes, kleine snotneusjes. hier keek ik al maanden naar uit.

 

Eindelijk ben ik weer onderdeel van deze grote familie. Ik bekijk de kinderen stuk voor stuk. Zijn ze gegroeid? En gezond? Vooral hun oogopslag ontgaat me niet. Ik zie het wanneer ze glimlachen, maar toch verdrietig zijn.

 

Het begon allemaal zes jaar geleden toen ik met Marcel op wereldreis was. We zagen prachtige landen, maar ook veel ellende en armoede. In Nepal namen we de tijd om vrijwilligerswerk te doen. We stuitten op een verwaarloosd weeshuis waar zieke kinderen in hun eigen ontlasting lagen te slapen. De directeur van het tehuis stak al het geld in zijn eigen zak, waardoor de kinderen nauwelijks te eten hadden. Ook waren we getuige van een meisje dat haar kind moest afstaan om in het weeshuis te mogen blijven. Dat al deze kinderen niet de liefde kregen die ze nodig hadden, deed pijn.

 

Eenmaal terug in Nederland zochten we vanuit. hier naar een oplossing en we kwamen op het idee om zelf een weeshuis op te zetten. Intussen trouwden we en aan de gasten die op ons feest kwamen, vroegen we een financiële bijdrage voor een nieuw tehuis. In het dorpje Pepsi Cola,vernoemd naar de bottelarij van het frisdrankmerk dat daar ooit stond, vonden we een woning.

 

De kinderen die in het verwaarloosde weeshuis over het hoofd werden gezien, omdat ze te verlegen of te bescheiden waren, groeien daar nu samen op. Ik zie ze steeds groter en mooier worden. Ze zijn me bijna net zo dierbaar als mijn eigen kinderen. Marcel en ik gaan zeker twee keer per jaar naar Nepal. Helaas hebben we niet genoeg geld en vakantiedagen om vaker te gaan.

 

Hier missen we de kinderen uit Nepal constant. Ik vraag me voortdurend af hoe het met ze gaat. Laatst hoorden we dat een van de meisjes niet lekker in haar vel zit. Op zo’n moment baal ik van de enorme afstand tussen ons. Het liefst wil ik haar dan meteen in mijn armen nemen en zeggen dat het allemaal goed komt. De kinderen in het weeshuis hebben al zo veel ellende meegemaakt. Het wordt tijd dat ze zich veilig kunnen voelen. Gelukkig wordt er goed voor ze gezorgd door twee ‘moeders’ uit het dorp. Ze wonen bij de kinderen in het huis, zodat het familiegevoel wordt versterkt. Als ik door het weeshuis loop, ruik ik de vertrouwde geur van rijst en curry en hoor ik de meisjes zingen en de jongens lachen. Op dat moment voel ik me zo trots. De kinderen groeien, zijn gezond en ik zie dat het prachtige mensen worden.’

 

Wil je meer weten over Ankie’s weeshuis? Kijk dan op tikafoundation.com

bron: Flair 2012.

 

1988

marcel van wersch

Ook succes op het skateboard

Leerlingen tennisschool Hulst trainden een week in Spanje.

HULST – Dertig leerlingen van tennisschool 
Hulst hebben een grandioze ervaring achter de rug.
 Samen met tien ouders verbleven ze ruim een week op tenniskamp in Spanje. Daar werd een omvangrijk programma afgewerkt, dat grotendeels bestond uit sport en het bezoeken van bezienswaardigheden.

 

Vorige zomer kreeg tennisschool Hulst bezoek van een groep tennissers uit het Spaanse Logrno, een stad in de streek La Roija dicht bij de Pyreneeën. Richard Bral, leider van de school: “Bij het vertrek nodigden ze ons uit voor een tegenbezoek en daar bleek veel animo voor te zijn”. Een van de deelnemers aan het kamp was Marcel van Wersch.

 

De twaalfjarige Hulstenaar vertelt een leuke week te hebben gehad. “Iedere dag hebben we getennist. Veel trainen, maar ook speelden we een toernooi. Het enige dat ons tegenzat was het slechte weer. Het heeft namelijk een paar dagen flink geregend en dan hoor je later dat het in Hulst mooi weer was…”.

 

Door die regenval moest het tennisprogramma aangepast worden. Richard Bral: “Het was de bedoeling dat er veel wedstrijden gespeeld zouden worden met daarnaast enkele trainingsactiviteiten. Door het slechte weer hebben we dit eigenlijk precies omgedraaid, veel trainingen en maar enkele wedstrijden. Zo was iedereen vrij veel in actie.

 

Eerste prijs

In het gehouden toernooi bleek dat Nathaly Tijssen ook in Spanje goed kan presteren. De talentvolle Heikantse zegevierde bij de meisjes, terwijl die eer bij de jongens te beurt viel aan de Spanjaard David Sans, geen onbekende in Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen, omdat hij vorig jaar augustus deelnam aan het tennistoernooi van TC Smash uit Sint-Jansteen.

 

Marcel van Wersch speelde een anonieme rol in dit toernooi. .”Ik ben niet zo goed dat ik het had kunnen winnen. De eerste twee partijen kwam ik door, maar in de derde werd ik uitgeschakeld”. Van Wersch was succesvoller tijdens een van de uitstapjes. ”Op een avond waren er skateboardwedstrijden. Daaraan deden er vijftien mee. Ik was een van de drie Nederlandse deelnemers”.

 

De Hulstenaar, die zelf sinds enkele maanden in het bezit is van een schaatsplank, moest enkele proeven afleggen en mocht vervolgens later zien wat hij nog meer kon. “Toen iedereen klaar was, bleek dat ik de eerste prijs had gewonnen en daarvoor kreeg ik een grote beker. Naast het skateboarden werden er nog meer wedstrijden gehouden, waarbij het steeds tussen een treffen kwam tussen Nederland en Spanje. “Zo hebben we onder meer gevoetbald en gebasketbald”, vervolgt Bral. “Telkens waren het de Spanjaarden die wonnen, al gingen wij daar beslist niet onder gebukt.”

 

Ofschoon het iedereen reuze bevallen is, denkt Richard Bral dat het niet verstandig is om nog eens naar dezelfde streek terug te gaan. “Iedere minuut hebben we genoten. Naast het sporten bezochten we plaatselijke bezienswaardigheden, we hebben een dag geskied in de Pyreneeën, we hebben het stierenvechten gezien. Kortom, alles dat daar te beleven was, hebben we meegepakt, plus nog een rondrit door Parijs. Als we nu volgend jaar terug zouden keren is er in feite niets nieuws meer. Daarom geef ik de voorkeur aan een kamp in een ander land”, besluit Richard Bral.

bron: PZC 22 april 1988

 

Klik hier voor Marcel en Ankie van Wersch in de Simpelveldse Tak.

error: