Genealogische website Warsage

Het Nederlandse Beheersinstituut (NBI) was een instelling die in augustus 1945 na de Tweede Wereldoorlog werd opgericht als onderdeel van de Raad voor het Rechtsherstel onder de Afdeling Beheer. Het instituut was in de periode 1945-1967 belast met het opsporen, beheren en eventueel liquideren van landverraderlijke vermogens, vijandelijke vermogens en de vermogens van tijdens de oorlog verdwenen personen, veelal gedeporteerde of ondergedoken Joden. Tevens was het instituut belast met ontvijandingsverklaringen van Duitsers met Nederlandse banden.

bron: Wikipedia

 

Aloys van Wersch werd verdacht van lidmaatschap van de NDSAP. Daarom werd zijn invaliditeitsuitkering en pensioen van de Staatsmijnen bevroren. Hieronder volgt wat bewaard is gebleven van de briefwisseling.

8 mei 1948

Peter Kuchen
Mariadorf, den 8. Mai 1948
Landkreis Aachen

Erklärung

Mit Herrn Aloys Van Wersch, geboren am 10 Januar 1897, wohnhaft in Mariadorf, Blumenratherstrasse 34, bin ich seit frühester Jugend persönlich gut bekannt. Auch seine Ehefrau Elisabeth geborene Born kenne ich seit lange Jahren.\Als =Nichtmitglied der Nationalsozialistischen Partei kann ich bezeugen, dass die Einstellung der Eheleute Van Wersch zu dieser Partei stets eine ablehnende war. Sie haben der Partei nicht angehört und sich in keiner Weise während das Naziregiemen politisch betätigt. Sie waren daher auch keine Nutznießer der Partei. Ich weiss, dass die Eheleute van Wersch als gute Christen und ihrer damit bedingten ablehnenden Einstellung zur Partei nur Nachteile und Unannehmlichkeiten gehabt haben.

Peter Kuchen

Die Unterschrift des Gemeindeangestellte Peter Kuchen aus Mariadorf, Kellersbergerstrasse wird beglaubigt
Hoengen, den 8. Mai 1948
Der Gemeindedirektor
In Vertretung

8 mei 1948

Peter Kuchen
Mariadorf, 8 mei 1948
District Aken

Verklaring

De heer Aloys Van Wersch, geboren op 10 januari 1897, wonende te Mariadorf, Blumenratherstrasse 34, ken ik sinds mijn prilste jeugd. persoonlijk goed. Ook zijn vrouw Elisabeth, geboren Born, ken ik al vele jaren. Als niet-lid van de Nationaal-Socialistische Partij kan ik getuigen dat de houding van de heer en mevrouw Van Wersch tegenover deze partij altijd negatief is geweest. Zij behoorden niet tot de partij en waren tijdens het naziregime op geen enkele wijze politiek actief. Zij waren derhalve geen begunstigden van de partij. Ik weet dat de heer en mevrouw Van Wersch, als goede christenen en hun daaruit voortvloeiende negatieve houding tegenover de Partij, alleen maar nadelen en ongemakken hebben ondervonden.

Peter Kuchen

De handtekening van gemeenteambtenaar Peter Kuchen uit Mariadorf, Kellersbergerstrasse, is authentiek verklaard
Hoengen, 8 mei, 1948
De directeur van de gemeente
Bij volmacht

10 mei 1948
Aloys van Wersch
(Duitsland) Mariadorf, kr. Aachen Blumenraterstr 34, 10.5.1948
Uw Teekens
Correct. Nr. WE 1568
Afd: Ontvyanding

 

Het Nederlandse Beheersinstituut’ s-Gravenhage, Neuhuyskade 94.
Betr: Vrygave van vermogen (invaliditeitspensioen)

 

De ondergeteekende Aloys Mathias van Wersch, geb. 10.1.1897, te Mariadorf, Kr. Aachen, woonende aldaar, Blumenratherstr. 34, van duitser nationaliteit, verzoekt beleeft, op grond van bijgaande verklaringen over zijn politieke betrouwbaarheid, en die van zyn echtgenote, om vrygave van zyn vermogen (invaliditeitspensioen).


Met schrijven van 26.2.1948 deelde ik U mede, dat ik als beamte by de Staatsmynen in Limburg een ondergronds bedrijyvsongeval gehad heb en nu aan een nierziekte lyd. Kortgeleden is hier in een Ziekenhuis (Marienhospital Aachen-B) door roentgenphoto vastgesteld, dat ik ook silicose met hartbezwaren heb, zodat ik zeer op myn pensioen ben aangewezen om in deze zware tyd iets voor myn gezondheid te kunnen doen.

 

Tot beheerder is aangesteld de Heer A. Roberts, Hoofdkassier der Staatsmyn Maurits, Geleen, L, wonende aldaar, Rijksweg,

 

De Kosten voor de behandeling van ’t request (ƒ 40,-) verzoek ik mogen aftenemen en als noodig te storten, zoo als aangegeven op girorekening Nr. 86085 van het Nederlandse Beheersinstituut, onder vermelding, als aangegeven in Uw schrijven van 10 Maart 1948
— “WE..1568 ………..aanvrage 34, d, e, ten behoeve van A. van Wersch.


Met de meeste Hoogachting
teekend
Aloys van Wersch

23 juli 1948
Berlin Military Post
7771 Document Center
Apo 742-A US Army
DC/688457-59/Br
23th July 1948

 

Subject: NDSAP: Records check
To: Nederlandse Beheersinstituut, ‘sGravenhage

 

1: Reference your letter Nr. WE 1658 dated 23 June 1948
WE1879 ,, 23 June 1948
WE 325. ,, 22 June 1948

 

2: The name listed below has been checked in the files of this Center. The following information is certified as being a true extract from original Nazi party records in the custody of this Center:

 

 

Van Wersch, Aloys
Date of Birth: 109 January 1897
Place of Birth: Mariadorf Kr. Aachen
Occupation: merchant
Party No: 7671082
Entered: 1 June 1940
(NDSAP Master File)

 

3: All other names on the attached forms have been checked with negative result.

 

For the director
Peter M. Warren
Chief of Records

23 juli 1948

Berlijn, Militaire Post

7771 Documentencentrum
Apo 742-A US leger
DC/688457-59/Br
23 juli 1948

 

Betreft: NDSAP: Records Check
Aan: Nederlands Beheersinstituut, ‘s-Gravenhage

 

1: Onder verwijzing naar uw brief nr. WE 1658 d.d. 23 juni 1948
WE1879 ,, 23 juni 1948
WE 325. ,, 22 juni 1948

 

2: De hieronder vermelde naam is gecontroleerd in de bestanden van dit centrum. De volgende informatie is gewaarmerkt als zijnde een waarheidsgetrouw uittreksel uit originele Nazi partij dossiers in bewaring bij dit Centrum:

 

Van Wersch, Aloys
Geboortedatum: 10 januari 1897
Geboorteplaats: Mariadorf Kr. Aken
Beroep: koopman
Partij nr.: 7671082
Ingeschreven: 1 juni 1940
(NDSAP Hoofddossier)

 

3: Alle andere namen op de bijgevoegde formulieren zijn gecontroleerd met negatief resultaat.

 

Namens de directeur
Peter M. Warren
Hoofd Administratie

26 augustus 1948
Beambtenfonds van de Staatsmijnen in Limburg
Heerlen, 26 Augustus 1948,

 

Aan het Nederlandse Beheersinstituut
Neuhuyskade 94
’s-Gravenhage

 

In antwoord op Uw schrijven van 20 Augustus 1948 No. W.E. 1658 betreffende A.M. van Wersch, geboren 10-1-1897 en wonende Mariadorff, Blumenratherstr. 34, delen wij U mede, dat van Wersch van ons fonds een invaliditeitspensioen ten bedrage van ƒ 1.026 per jaar geniet.


Op 9 December 1947 werd door ons fonds naar Uw rekening bij de Nederlandsche Bank N.V. te Uwent een bedrag van ƒ 2.344,04 overgemaakt zijnde het pensioen over het tijdvak 1 September 1944-31 December 1946 ad ƒ 2.394,- onder aftrek van ƒ 71,96 loonbelasting.


Op 18 December d.a.v. werd naar bovengenoemde rekening een bedrag van ƒ 1.010,58 overgemaakt, zijnde het pensioen over het tijdvak 1 Januari-31 december 1947 ad ƒ 1.026,- onder aftrek van ƒ 15,42 loonbelasting.


Wij maken U er op attent, dat aan van Wersch ook een rente van de Rijksverzekeringsbank is toegekend.

 

Hoogachtend
Beambtenfonds
van de
Staatsmijnen in Limburg

7 september 1948
Het Nederlands Beheersinstituut, bedoeld in het Besluit Vijandelijk Vermogen:
Gezien het verzoekschrift van Alojjs Mathias van Wersch, geboren 10 Januari 1897, wonend Blumenratherstrasse 34, Mariadorf, Kreis Aken, Duitsland

 

Strekkende tot vrijstelling van de bepalingen bij of krachtens genoemd Besluit gesteld met betrekking tot zijn overeenkomstig meergemeld Besluit in eigendom van de Staat overgegaan invaliditeitspensioen;

 

Overwegende, dat de gronden waarop het verzoek rust, alsmede de gegevens waarover het Nederlands Beheersinstituut beschikt, inwilliging van het verzoek niet rechtvaardigen;

 

Gezien de desbetreffende wettelijke voorschriften;
Wijst het verzoek af.

Aldus gewezen te ’s-Gravenhage, 7 September 1948.

De Directie van het
Nederlandse Beheersinstituut.

25 september 1948

Aloys van Wersch
Mariadorf, Kreis Aachen, 25.9.48

 

Nederlands Beheersinstituut
Vertegenwoordiging Zuid-Limburg
Klimmen Kasteel “Revieren”

 

Betr: 18-9-48. JO / L M / 41708. 9000 / 24

 

In antwoord op het schryven van 8.9.48 verzoek ik beleeft my de gegevens te willen mededeelen, waarom de Directie myn verzoek heeft afgewezen.
Het is voor my onbegrypelyk, dat de Directie over gegevens zou kunnen beschikken, welke de afwyzende beslissing rechtvaardigen.
Ook zou ik graag Art. 34 lid 1 sub f van het K.B. E 133 leeren kennen, of beter gezegt de wettelijke voorschriften betreffende de afwyzing.

 

Volgens de oorkonde van de indienstneming juli 1920, en verder het reglement van het beamtenfonds der Staatsmynen in Limburg, en de oorkonde voor de pensionering van 19. Juni 1936, kann het pensioen slechts worden ingetrokken krachtens Art. 31 van het reglement.

 

Het was plicht lid te worden, en het reglement onthoud geen bepaling, volgens welke de werkgever tegenover leden van andere nationaliteit zin verplichtingen niet hoeft te vervullen.
Ik heb op het reglement vertrouwd en hoop by god, dat ik nu niet toch nog bedrogen ben.
Het zou m.i. het beste zyn, wanneer Uw my een verklaring voor de Nederl. -Consul te Aken stuurd, ter verkrijging van een pas voor een dag, om de zaak met U te bepraten.

 

Met de grootste Hoogachting
Teekend
Aloys van Wersch

15 november 1948
Ontvijanding
Vrijgave van invaliditeitspensioen
Uw schrijven 25-9-1948

 


Aan de Heer A. van Wersch
Blumenratherstr. 34
Mariadorf, kreis Aachen
Duitsland (Br. Zone)

 

In antwoord op Uw hiernevens aangehaald, tot onze Vertegenwoordiging Zuid-Limburg gericht schrijven, delen wij u mede dat dit schrijven niet heeft kunnen leiden tot wijziging van onze afwijzende beschikking op Uw verzoek tot vrijgave van Uw invaliditeitspensioen. Die beschikking houdt o.m. verband met het feit, dat U op 1 Juni 1940 lid bent geworden van de N.D.S.A.P. (No 7671082).


De Directie van het
Nederlandse Beheersinstituut
Voor deze
Mr. D. Mulder

3 februari 1949
Aachen, den 3. Februar 1949
Kurbrunnenstr. 26

 

An das
Niederländische Konsulat
Aachen
Monheimsallee

 

Ich habe die Vertretung des Herrn Van Wersch Mariadorf übernommen, der als Deutscher lange Jahre auf den holländischen Staatsgruben tätig war.

 

Mein Mandant had Pensionsansprüche geltend gemacht und Freigabe der entsprechenden Beträge bei dem Beheersinstituut in ’s-Gravenhage beantragt. Diese Ansprüche sind nunmehr mit dem Hinweis darauf abgelehnt worden, dass mein Mandant am 1.6.1940 Mitglied der NDSAP geworden sei. Ich lasse Ihnen in der Anlage eine Abschrift des Bescheides zugehen, den mein mandant erhalten hat.

 

Meine Frage geht nun dahin, ob die Mitgliedschaft zur NDSAP schlechthin der Freigabe dieser Ansprüche entgegensteht, oder wird ein Unterschied zwischen einfachen Parteigenossen und prominenten Nazis, die irgendwelche Amter bekleidet haben, gemacht? Besteht kein Unterschied, zwischen denjenigen, die vor 1937 und denjenigen, die nach 1937 in die Partei eingetreten sind?


Einen derartigen Unverschied macht zum Beispiel das englische Entnazifizierungsgesetz, in dem es die nach 1937 Eingetretenen besser behandelt, als die vorher Eingeschriebenen,. Kann der Kategorisierungsbescheid, durch den der Betroffene in die beste Gruppe (Kategorie V) eingereiht ist, irgendwie von Nutzen sein?

 

Für eine möglichst baldgefällige Antwort wäre ich Ihnen sehr verbunden

 

Mit vorzüglicher Hochachtung
w.g. F. Meyer
Rechtsanwalt

3 februari 1949

Aken, 3 februari 1949

Kurbrunnenstraat 26

 

Aan het

Nederlandse Consultaat

Aken

Monheimsallee

 

Ik heb de vertegenwoordiging overgenomen van de heer Van Wersch Mariadorf, die als Duitser vele jaren in de Nederlandse staatsmijnen heeft gewerkt.

 

Mijn cliënt had pensioenaanspraken ingediend en het Beheersinstituut te ‘s-Gravenhage verzocht om vrijgave van de desbetreffende bedragen. Deze vorderingen zijn thans afgewezen op grond van het feit dat mijn cliënt op 1 juni 1940 lid van de NDSAP was geworden. Ik voeg een kopie bij van de beslissing die mijn cliënt heeft ontvangen.

 

 

Mijn vraag is nu of lidmaatschap van de NDSAP als zodanig het vrijgeven van deze claims uitsluit, of wordt er een onderscheid gemaakt tussen gewone partijleden en prominente nazi’s die een functie hebben bekleed? Is er geen verschil tussen degenen die vóór 1937 lid werden van de partij en degenen die dat na 1937 werden?

 


Een dergelijk verschil wordt bijvoorbeeld gemaakt door de Engelse denazificatiewet, waarin degenen die na 1937 zijn toegetreden beter worden behandeld dan degenen die daarvoor zijn toegetreden. Kan de mededeling inzake de indeling in categorieën, waarbij de betrokkene in de beste groep (categorie V) wordt ingedeeld, van enig nut zijn?

 

Ik zou u zeer dankbaar zijn voor een zo spoedig mogelijk antwoord.

 

Met het grootste hoogachting
w.g. F. Meyer
Advocaat

6 februari 1949

Mariadorf, Kr. Aachen 6.2.1949
Blumenratherstr. 34

Correct. Nr: WE 1658
Afd. Ontvyanding
Onder. Vrygave v. vermogen

 

Nederlands Beheersinstituut
s-Gravenhage, Neuhuyskade 94

 

Auf mein schrift. Ersuchen, nach den Grund der Ablehnung meines Antrages auf Freigabe meiner Invaliditeitspension teilten Sie mir mit Schreiben vom 7.8.1948 mit, dass der Grund der sei, dass ich am 1.6.1940 Mitglied der N.S.D.A.P. geworden sei.

 

Das stimmt nun in sofern, dass ich ab genannten Datums als Anwärter einen vorläufigen Beitrag bezahlt habe. Aber richtiges Mitglied (LED) konnte ich niemals werden, da ich durch ein tragischen Geschick im Frühjahr 1941 für eine Aufnahme unwürdig wurde.

 

Us reinen Existenzgründen hatte ich einer Anmeldung durch einen Kunden meines Lebensmittelgeschäftes stattgegeben, während ich selbst nie ein Parteiburo o.dgl. betreten habe. Ich musste das Geschäft betreiben, um als kranker Mensch, der durch eine schwere Nierenoperation schweren Unfall unter Tage, Staublunge usw. geschwächt war, leben und teure Behandlungen bezahlen zu können, denn meine Pension war zu klein. Ich hoffte durch die Anmeldung Erleichterung in Verkehr mit den Behörden, bes. dem Bezugscheiamt zu erreichen, da mir dort stets, da ich als Natie-Gegner bekannt war, stets die grössten Schwierigkeiten gemacht wurden.

 

Durch ein Missverständnis unterlief mir nun beim aufkleben der Bezugscheine ein Fehler. Ungefähr 4 Pfund Zucker sollte ich mir dadurch erschlichen haben und werde am 24. Juni 1941 am Schnellgericht in Aachen ohne Rücksicht auf meine vollkommen straffreie Vergangenheit, auf 3 Monate in ’s Gefängnis geworfen, Ich würde in ein Konzentrationslager gekommen, wenn ich nur den Mund aufgetan hätte um Einspruch zu erheben. Die gemeinsten Beleidigungen musste ich von jungen Natie-Richter hinnehmen, der mir zurief, ich müsste ausgemerzt werden.

 

So würde ich niemals behandelt worden, wenn ich Mitglied der N.S.D.A.P. gewesen wäre. Im Gegenteil man wollte mich garnicht haben, weil ich angeschrieben stand als zu s c h w a r z schwarz, als Kirchgänger, wie ich es von Holland aus gewöhnt war, weil in meinem Hause zwei Bruder meine Frau, die Priester sind und deren Mitbrüder dem nahen Kloster Broich verkehrten u.s.w.

 

Ich habe mich diesem rechtlosen Nazie-Staat so weit als möglich widersetzt und dadurch meine von Ihnen verlangte “juiste houding” bewiesen. Dies kann ich Ihnen von einer ganzen Reihe ehrenwerter Bürger aus Mariadorf, die keine Mitglieder der NSDAP waren, schriftlich bestätigen lassen.

 

Nach meine Entlassung habe ich den Kassierer des Natie-Partei weggeschickt mit dem Bemerken, dass ich erst meine Ehre hergestellt haben wolle, was auch wieder seht gefährlich war. Er sagte mir, dass ich noch vor ein Partei-Gericht kommen wurde, das entscheiden werde, ob ich Mitglied der Natia-Partei werden könne oder nicht. Ich habe dann nie mehr etwas von der Sache gehört und habe daher bis jetzt in dem Glauben gelebt, dass ich der Natie-Partei nicht habe angehört. Bis jetzt ist man auch hier noch nicht wegen Entnatiefixierung an mich herangetreten , da hier jeder mein Verhältnis zur NSDAP kennt. So ist mes auch gekommen, dass ich zu dem Herrn P. Kuchen sagte, dass ich wegen der erlittenen Gefängnisstrafe unwürdig gewesen sei, um Mitglied des Partei zu werden, so dass er in dem Übersandten Zeugnis dadurch schreibt ich habe der Partei nicht angehört,.
Darum war ich erstaunt als Sie mir schrieben, dass ich doch Mitglied gewesen sein soll, und mir sogar die Nr. Mitteilten, die ich selbst nicht kannte.
Um hier Klarheit zu schaffen, werde ich prüfen lassen ob ich doch irgendwie eingetragen worden bin, was nachher nicht gelöscht worden ist.
Stellt sich dann heraus, dass ich mich in einen Irrtum befinde, werde ich hier sofort einen Antrag auf Entnatiefizierung stellen und danach einen neuen Antrag auf Freigabe meiner Invaliditätspension dem Beheersinstituut zustellen.

 

Mit der grössten Hochachtung!
Aloys van Wersch

6 februari 1949

Mariadorf, Kreis Aken, 6.2.1949

Blumenratherstraat 34

Correct. Nr. WE 1658

Afdeling: Ontvijanding

Onderwerp: Vrijgave van vermogen

 

Nederlands Beheersinstituut

‘s-Gravenhage, Neuhuyskade 94

 

Op mijn schriftelijke verzoeken naar de reden van de afwijzing van mijn verzoek om vrijgave van mijn invaliditeitspensioen deelde u mij per brief van 7.8.1948 mede dat de reden was dat ik op 1.6.1940 lid van de N.S.D.A.P. was geworden.

 

Welnu, dit is in zoverre waar dat ik als aspirant lid vanaf voornoemde datum een voorlopige heffing heb betaald. Maar een echt lid kon ik nooit worden, omdat ik in het voorjaar van 1941 door een tragische gebeurtenis het lidmaatschap onwaardig werd.

 

Om zuiver bestaansredenen had ik mij op verzoek van een klant van mijn kruidenierswinkel aangemeld, terwijl ik zelf nooit een partijkantoor of iets dergelijks was binnengegaan. Ik moest de winkel runnen om te kunnen leven en dure behandelingen te kunnen betalen als zieke die verzwakt is door een zware nieroperatie, een ernstig ongeluk onder de grond, stoflongen enz. omdat mijn pensioen te klein was. Ik hoopte dat mijn registratie het voor mij gemakkelijker zou maken om met de autoriteiten om te gaan, vooral met de plaatselijke autoriteiten, aangezien ik bekend stond als een tegenstander van Naties en zij mij altijd de grootste moeilijkheden bezorgden.

 

Door een misverstand heb ik nu een fout gemaakt bij het opplakken van de coupons. Ik zou op deze manier ongeveer 4 pond suiker hebben gewonnen, en op 24 juni 1941 werd ik bij het kantongerecht in Aken voor 3 maanden in de gevangenis gegooid, zonder rekening te houden met mijn volkomen blanco strafblad. Ik kreeg de gemeenste beledigingen te verduren van jonge Natie-rechters, die me toeschreeuwden dat ik weggevaagd moest worden.

 

 

 

Ik zou nooit zo behandeld zijn als ik lid was geweest van de N.S.D.A.P.. Integendeel, ze wilden mij helemaal niet, omdat ik als negatief werd omschreven, als kerkganger, zoals ik gewend was uit Holland, omdat er in mijn huis twee broeders van mijn vrouw verbleven, die priester waren en wier confraters tot het nabijgelegen klooster Broich behoorden, enzovoort.

 

Ik heb me zoveel mogelijk verzet tegen deze wetteloze Natiestaat en daarmee mijn door u geëiste “juiste houding” bewezen. Ik kan u dit schriftelijk laten bevestigen door een hele reeks eerzame burgers uit Mariadorf die geen lid waren van de NSDAP.

 

 

Na mijn vrijlating stuurde ik de penningmeester van de Natie-partij weg met de opmerking dat ik eerst mijn eer hersteld wilde zien, wat weer zeer gevaarlijk was. Hij zei me dat ik voor een partijrechtbank zou worden gebracht, die zou beslissen of ik al dan niet lid van de Natie-partij kon worden. Ik heb daarna nooit meer iets over de zaak gehoord en heb daarom tot nu toe geleefd in de overtuiging dat ik niet tot de Natie partij behoorde. Tot nu toe heeft men mij ook hier niet benaderd wegens de-natieficatie, daar hier iedereen mijn relatie tot de NSDAP kent. Daarom zei ik tegen de heer P. Kuchen dat ik het niet waard was om lid van de partij te worden vanwege de gevangenisstraf die ik had ondergaan, zodat hij in de getuigenis schreef dat ik niet tot de partij had behoord.
Daarom was ik verbaasd toen u mij schreef dat ik toch lid ben geweest en mij zelfs het nummer meedeelde, dat ik zelf niet wist.
Om hier duidelijkheid te scheppen, zal ik laten onderzoeken of ik toch op de een of andere manier geregistreerd was, wat nadien niet werd gewist.
Als blijkt dat ik mij vergis, zal ik hier onmiddellijk de-natieficatie aanvragen en vervolgens een nieuw verzoek om vrijgave van mijn invaliditeitspensioen naar het Beheersinstituut sturen.

 

 

 

 

 

Met het grootste hoogachting!
Aloys van Wersch

6 januari 1950
Mariadorf, Kreis Aachen 6.1.1950
Blumenratherstr. 34

An das
“Nederlandsche Beheersinstituut
Te s ‘Gravenhage
Betr: Freigabe meiner Invalidiats-Pension

 

Am 1 Juli 1936 wurde ich nach 16-jähriger Dienstzeit als steiger unter Tage, nach Beschluss des Vorstandes des Beamtenfonds der Staatsmynen in Limburg, auf Grund der Bestimmungen nach Artikel 26, 28, und 29 des Fondsreglements, pensioniert.
Dus Juli 1944 habe ich regelmassig meine Pension erhalten, seitdem bis heute jedoch nicht mehr.
Da ich nun von verschiedenen pensionierten Bergleuten des Limburgschen-Hollindischen Steinkohlenbergbaues, die hier in meiner Nähe wohnen, hörte, dass auf einen Antrag hun jetzt ihre Invaliditäts-Pension vom Beheersinstituut freigegeben worden ist, und ab Januar 1946 nachbezahlt wird, stelle auch ich hiermit eine Antrag auf Freigabe seiner Pension incl. Nachzahlung und bitte den mir zustehenden Betrag zu überweisen auf Konto Nr: 50591 der Kreissparkasse Aachen, Zweigstellen Alsdorf.

 

Hochachtunsvoll !
Aloys van Wersch

6 januari 1950

Mariadorf, Kreis Aken, 6 januari 1950

Blumenratherstr. 34

Aan het
“Nederlandsche Beheersinstituut
Te ’s Gravenhage
Betreft: Vrijgave van mijn invaliditeitspensioen

 

Op 1 juli 1936 werd ik, na 16 jaar dienst als ondergronds arbeider, bij besluit van het bestuur van het ambtenarenfonds van de Staatsmijnen in Limburg gepensioneerd, op grond van het bepaalde in de artikelen 26, 28 en 29 van het reglement van het fonds.
Sinds juli 1944 heb ik regelmatig mijn pensioen ontvangen, maar sinds vandaag niet meer.
Aangezien ik inmiddels van verschillende gepensioneerde mijnwerkers van de steenkolenmijn Limburg-Holland, die in mijn omgeving wonen, heb vernomen dat hun invaliditeitspensioen inmiddels door het Beheersinstituut is vrijgegeven en vanaf januari 1946 achteraf zal worden uitbetaald, dien ook ik hierbij een verzoek in tot vrijgave van mijn pensioen, inclusief achterstand, en verzoek het aan mij toekomende bedrag over te maken op rekening nr. 50591 van de Kreissparkasse Aachen, filiaal Alsdorf.

 

Hoogachtend !
Aloys van Wersch

aloys van wersch
beambtenfonds

26 juni 1952

Aloys Van Wersch
Angermund, Bez. Düsseldorf, 26/6/ 52
52 Heiderweg 7 (DT)

 

An das
Nederl-Beheersinstitut
S ‘Gravenhage

Betr: Ausbezahlung rückständiger pension


Das “Beamtenfonds van de Staatsmynen te Heerlen, Limburg” teilte mir mit Schreiben vom 21.Juni 1952 mit, dass ich mich an das “Nederl. Beheersinstitut, s ‘Gravenhage, wenden solle, wegen der Überweisung der rückständigen Pension für die Zeit vom 1.September 1949 bis 31 Dezember 1950.
Laut Beschluss des “Nederl-Beheersinstituts” vom 21 April 1951, sei die Nachbezahlung für die genannten 16 Monate genehmigt, und beträgt für mich bei einer monatliche. Pension vom DM. 94,49 — 1511,84.
Ich bitte höflichst diesen Betrag direkt an mich, oder über die Aachener-Knappschaft zu überwiesen. Letztgenanntes Institut überweist auch regelmässig seit 1, Januar 1951 meine laufende monatl. Pension.
Zum Schluss gestatte ich mir noch höfl. die Bitte mir mitzuteilen, wann ich mit der Nachbezahlung der rückständigen Pension für die vergangene Zeit vom August 1944 bis 31. August 1949 rechnen kann,

 

Mit grösster Hochachtung
Aloys van Wersch.

26 juni 1952

Aloys Van Wersch
Angermund, district Düsseldorf, 26/6/52
52 Heiderweg 7 (DT)

 

Aan het
Nederl-Beheersinstituut
S ‘Gravenhage

Betreft: Betaling van achterstallige pensioen


Het “Beambtenfonds van de Staatsmijnen te Heerlen, Limburg” liet mij bij brief van 21 juni 1952 weten dat ik contact moest opnemen met het “Nederl. Beheersinstituut te ’s Gravenhage, over de overmaking van de achterstallige pensioenen over de periode van 1 september 1949 tot en met 31 december 1950.
Volgens het besluit van het “Nederl-Beheersinstituut” van 21 april 1951, werd de aanvullende betaling voor de bovengenoemde 16 maanden goedgekeurd, en bedragen voor mij, bij een maandelijks pensioen DM 94,49 – 1511,84.
Ik verzoek u vriendelijk dit bedrag rechtstreeks aan mij of via de Aachener-Knappschaft over te maken. Deze laatste instelling maakt sinds 1 januari 1951 ook regelmatig mijn huidige maandelijkse pensioen over.
Tenslotte zou ik U beleefd willen vragen mij te laten weten wanneer ik de betaling van het achterstallige pensioen over de periode van augustus 1944 tot 31 augustus 1949 kan verwachten,

 

Met het grootste respect
Aloys van Wersch

26 augustus 1952

Het Nederlandse Beheersinstituut – Hoofdkantoor
Onderwerp: Vijandelijk Vermogen

 

Restitutie
Ons is gebleken, dat nader te noemen persoon per 26 Juni 1952
In leven was, zodat thans i.v.m. verleende vrijstelling per 1 September 1949 (Beschikking: 4/7 – Staatscourant 1951 – No. 127), tot terugbetaling van teveel ontvangen gelden kan worden overgegaan:
van Wersch, Aloys
Nationaliteit: Duits
Woonplaats: Angermund (Kr. Düsseldorf) (West-Duitsland)

Uwerzijds had voor dit geval verzorging van uitkering plaats t/m 31 December 1950. Op grond hiervan komt dus voor restitutie in aanmerking
16/12 x ƒ 1026,- in totaal ƒ 1368,-
Over het tijdvak September 1949 t/m December 1950
(16 maanden)

Genoemd bedrag zal binnen enkele dagen op Uw post- of bankrekening worden bijgeschreven.

 

De Directie van het
Nederlandse Beheersinstituut
Voor deze:
J. Reistma.

 

Aan het Beambtenfonds der
Staatsmijnen
Schinkelstraat 2
Heerlen

Klik hier voor de Vanwerschkappen.

Klik hier voor Aloys van Wersch in de

error: