Tussen 1927 en 1946 zaten twee Van Werschen uit Schweiberg in de gemeenteraad van Wittem. Jean en Jos van Wersch: vader Jean van Wersch en zoon Jos van Wersch. Vader was raadslid en Jos was wethouder.
De vader van Jean, Jan Mathias van Wersch was in Fosterheide (D) in 1824 geboren. Op zijn 26ste trouwde hij in 1850 met Anna Peukens uit het Limburgse Mechelen. Hij was landbouwer en verhuisde met zijn vrouw naar Schweiberg. Opvallend was dat hij kon schrijven, zodoende tekende hij zijn trouwakte en iedere geboorte-akte.
Naast dat hij landbouwer was, verhuurde hij zich ook als knecht bij andere landbouwers. Zo was hij in Bocholtz en in Voerendaal werkzaam. Uit het huwelijk werden tien kinderen geboren. Zijn vrouw overleed in 1879. Hun jongste kind was toen pas 1,5 jaar oud. Vandaar dat Mathias in 1882 nogmaals trouwde, nu met 14 jaar jongere Anna Coenen uit Wijnandsrade. Zij kregen geen kinderen.
Het achtste kind uit het eerste huwelijk, Wilhelm Johan Joseph van Wersch, werd in 1871 in Mechelen geboren. Hij trouwde toen hij 30 jaar was met Anna Maria Wilhelmina Kockelkorn (19 jaar) uit Wittem. Anna tekende de huwelijksakte met W. Kukkelkorn. Zij bleven in Mechelen, en dan specifiek in het buurtschap Schweiberg wonen. Tegenwoordig wonen hier iets meer dan honderd mensen. Het echtpaar kreeg twee kinderen. Bij zijn huwelijk tekende Wilhelm Johan Joseph, met de roepnaam Jean, net als zijn vader, de akte. Hij was uiteraard ook landbouwer.
In 1904 bij de geboorte van hun zoon Johannes schreef de ambtenaar in de akte dat Jean slachter in Wahlwiller was.
Op 13 augustus 1905 verscheen voor de notaris de heer
Pierre Nijssen, koopman in Gulpen. Die ruilde drie stukken land in het Kosbergerveld en Geerendal met Jean van Wersch, landbouwer in Schweijberg.
Pierre Nijssen gaf C 3162, 2938 en 2952 aan Jean. Dat was 33 are en de geschatte waarde was ƒ 300.
Jean ruilde met Pierre ook in het Kosbergerveld C 2982, en C 2987, 36 are met een waarde van ƒ 270.
De perceelen nummers 3162, 2938 en 2987 zullen door de tegenwoordige eigenaars of gebruikers met wintervruchten worden ingezaaid, welke eveneens door hen zullen worden ingeschuurd.
Van deze vruchten zal de halve knop met kaf en stroo genoten worden door de tegenwoordige eigenaren en de andere halve knop door de eigenaren welke de perceelen tengevolge deze ruiling verkregen hebben.
De ruil ging op 1 januari 1906 in.
Op 10 december 1905 kwam Jean van Wersch, landbouwer in Schweiberg bij de notaris. Hij ruilde met Johan Leonard Nacken, landbouwer in Epen een stuk bouwland in Wittem, aan de Duivenhagen C 2718 tegen bouwland aan de Breeberg C 3214. Beide stukken waren 92 are groot en per stuk ƒ 500 waard.
Jean van Wersch werd in mei 1919 voor de eerste keer benoemd tot Lid van den Raad in Wittem. In Wittem, waar Mechelen/Schweiberg toe behoorde, waren drie stemdistricten. In district 1 kreeg hij zes stemmen , geen in district 2 en één in district 3. Totaal stemden 1183 mannen en vrouwen, terwijl de dorpen van de gemeente Wittem totaal 1882 mensen telden die mochten stemmen. Het stemrecht voor vrouwen was twee jaar eerder, in 1917 eindelijk een feit. Van die 1183 stemmen waren 915 geldig. Jean van Wersch kreeg zeven stemmen. Er konden 25 mannen gekozen worden, dat dan wel weer. Jean was nummer 18. Door de kiesdeler kon hij toch in de gemeenteraad plaatsnemen omdat zij partijgenoot J. Houtvast veel stemmen trok. Jean tekende zijn benoeming met J van Wersch zonder puntjes.
Wanneer je zijn politiek wil beschrijven, dan kun je zeggen dat hij in de linkse hoek zat. Hij was sociaal en tegen groot geld. Daarnaast was hij geen gemakkelijke man.
9/1919: De heer Van Wersch spreekt over de kolendistributie en vraagt maatregelen te nemen, dat de menschen van Epen en Eys niet meer naar Partij behoeven te gaan om kolen te krijgen. Inwoners van Epen hebben spreker verzocht moeite te doen om ook in Epen kolen, te doen verkoopen. De Voorzitter deelt mede, dat dit verzoek bij de brandstoffencommissie thuis behoort.
4/1922: Er was een discussie over een vroeger genomen raadsbesluit, waarbij besloten werd, tot een bedrag van 20,000 aandeelen te nemen in de Limburgsche Tramweg Maatschappij, welk bedrag ondanks hevig protest van dhrn. Frijns, Rouwette en van Wersch, volgens het zielental over de drie secties zou worden verdeeld, ofschoon de sectie Epen met genoemd vervoermiddel volstrekt niet gebaat is. (De gemeente Wittem bestaat uit drie secties, elk met een afzonderlijk financieel beheer, onder één burgemeester en één gemeenteraad. (Dhrn. Frijns en Rouwette resp. wethouder en lid van dan raad voor Epen drongen er dan ook met klem op aan, genoemd raadsbesluit te willen herzien voor wat betreft de verdeeling van genoemde aandeelenkapitaal. Dit werd tenslotte toegezegd. Jean van Wersch bracht ook de slechte toestand van de brug in Wahlwiller en de weg te Hurpers ter sprake, benevens het feit dat hij op een verkoop in Nijswliler de drie gemeenteveldwachters heeft aangetroffen, terwijl de andere gedeelten van de gemeente misschien in gevaar verkeerden.
5/1923: W.J.J. van Wersch uit Mechelen werd benoemd in de gemeenteraad van Wittem. Hij tekende in de gemeenteraad met Jean van Wersch.
11/1924: De gemeente Wittem deed in november 1924 een onderzoek naar de drinkwatervoorziening van de waterbron De Landeus. Jean van Wersch wilde weten wie die werklieden betaalde. De voorzitter zei: De gemeente. Van Wersch vond dat het een particuliere onderneming moest zijn. Omdat het een zuiver particulier belang is.
12/1924: In de vergadering van december 1924 opperde hij om het salaris van de wethouders te verlagen, Dat bedroeg ƒ 300 per jaar. Ook wilde hij het presentiegeld van de raadsleden verlagen. Zijn partijgenoot Houtvast wil dat helemaal afschaffen. Van Wersch kreeg zijn zin niet, ging in grove discussie en was niet in te tomen. De voorzitter riep hem driemaal tot de orde.
Hij was lid van de raad, maar belangrijker was dat hij boer in Schweiberg was met diverse koeien en stieren. Vooral bij de stierkeuringen won hij prijzen. Maar hij was ook, namens de Raad, vertegenwoordiger bij de Vleeskeuringsdienst. Daarom is het juist interessant om te weten waarom hij dan in januari 1925 zijn ontslag nam als vertegenwoordiger van de gemeente Wittem bij de vleeskeuringsdienst. Helaas is die reden onbekend gebleven.
1/1925: Tijdens diezelfde raadsvergadering zei de gemeente een gevaarlijke kastanjeboom te willen rooien die volgens haar op gemeentegrond stond. Volgens Jean van Wersch stond die op grond van de kerk, dus die moest betalen. Het werd uitgezocht.
Een maand later verzochten de gezamenlijke hoofden der openbare scholen den raad tot opheffing van het vrije-woningstelsel en stelden voor den huurprijs te willen vaststellen op een vast tarief. Van Wersch verzette zich hier tegen. Zijn verzoek werd afgewezen.
5/1925: Jean is lid van de commissie tot het nazien der rekeningen van het Armbestuur. Na het voorlezen der notulen, die onveranderd goedgekeurd werden, merkte dhr. van Wersch (Mechelen) naar aanleiding van het beschilderen der raadszaal op dat volgens een raadsbesluit posten boven f 25 moeten worden aanbesteed.
7/1925: Een langer debat ontspon zich over de uitbetalingen die de gemeente Wittem moet doen aan naburige gemeenten tengevolge der Lagere Onderwijswet. Dhr. van Wersch (Mechelen) vindt dit niet in den haak, wij moeten onze onderwijzers toch betalen. Nadat de voorzitter gewezen heeft op de wettelijke verplichtingen, die de gemeente hieromtrent heeft, merkte dhr. Pelzer op; dan moeten wij maar Bijzondere scholen bouwen. Na verschillende opmerkingen werden tenslotte de wijzigingen met algemeen stemmen goedgekeurd.
10/1925: De kosten van elektriciteit zouden verhoogd worden doordat het eigen electriciteitsbedrijf verkocht zou worden aan de Stroomverkoop Maatschappij. De wethouder stelde voor het bedrag van de electriciteit in Mechelen gelijk te houden en in de andere dorpen te verhogen. De Limburger Koerier schreef in oktober 1925: Van Wersch verdedigde zijn sectie door mede te deelen dat hij niet wenscht, dat ten koste van de sectie Mechelen thans moet bijdragen in de hooge tartiefkosten der overige sectie. Hij verweet den voorzitter, die voor overdracht pleitte, dat hij op die manier de reeds genoeg gedupeerde bevolking de centen uit den zak te kloppen. Hij ging in hevige discussie met de voorzitter die hij verweet informatie achter te houden. Harde woorden en vuistslagen werden gewisseld en oude veten als verdedigings-materiaal opgeraapt, waarbij dhr. Van Wersch zoo ver ging, dat de voorzitter hem tot drie maal toe, tot de orde riep.
Nadat de gemoederen weer tot bedaren waren gekomen, werd besloten, het bedrijf over te geven echter onder voorwaarde, dat de prijs per K.W.U. voor Mechelen blijft gehandhaafd op f 0.20 en voor Epen en Eijs gebracht moet worden op f 0.35 De meterhuur zal dan in de geheele gemeente met f 0.10 per meter worden verhoogd en voor straatverlichting per lichtpunt f 20 per jaar betaald worden. Deze bedragen zijn thans voor Mechelen f 16, voor Epen en Eijs f 34.
11/1925: Hij zat in de commissie van onderzoek betreffende de gemeente begroting. Tevens deed deze commissie onderzoek naar de begroting van het Burgerlijk Armbestuur 1926 en gemeente rekening.
Het bestuur van de L.T.M. gaf den raad in overweging voor uiterlijk 30 November de genomen f 20.000 aandeelen te storten. Zoo aan deze uitnoodiging geen gevolg werd gegeven, zal de Mij. de gemeente langs gerechtelijken weg vervolgen. Dhr. van Wersch (Mechelen) licht het genomen raadsbesluit betreffende deze aandeelen nader toe. Hieruit bleek, dat de Mij. de ter bestudeering toegezonden plannen en bestekken niet heeft uitgevoerd, zooals deze waren aangeboden, o.a moest de losplaats in Wahlwiller komen en niet aan de Sinselbeek. Nooit was de raad in kennis gesteld van deze verandering. In verband hiermede besloot de raad niet te storten en zich gerechtelijk te laten vervolgen.
In dezelfde vergadering profeteerde hij tegen een verhoging van het elektriciteitstarief voor Mechelen met ƒ 0.05.
3/1927: J van Wersch was een van de plaatsvervangende leden van het stembureau. Het stemmen en herstemmen nam veel tijd in beslag. Van Wersch ging zich er mee bemoeien, maar de voorzitter, wethouder Boltong, riep van Wersch diverse malen tot de orde. De verkiezingen zouden in mei 1927 plaatsvinden.
5/1927: In mei 1927 werd hij weer herbenoemd. Toen werd hij J.W.J. van Wersch genoemd in plaats van W.J.J. van Wersch. Hij ondertekende zijn benoeming ook met het foutieve het J W J van Wersch (geen puntjes). Jean was toch weer keurmeester voor de Vleeschkeuringsdienst. Hij woonde in Schweiberg.
12/1927: Hij nam ontslag als lid van de raad van Wittem. Hij was sinds 1919 lid. Hij was 56 jaar.
In 1930 richtte hij een verzoek aan de gemeente Wittem voor een bouwvergunning, Hij schreef dat hij landbouwer was. Hij wilde bouwen aan de Schwijbergerweg te Schwijberg. Het bijbouwen van keuken, bergplaats, stal, privaat. (bron: archief Heerlen: Wittem dossier 1498)
10/1935: Jean stond op de lijst van de Inlichtingendienst vanwege zijn politieke houding. Hij was tevens loco burgemeester van Wittem.
5/1939: Kandidatenlijst gemeenteraadsverkiezingen. Van Wersch voert lijst 7 aan, anderen op lijst 7 zijn behalve: W. Van Wersch uit Schweiberg, P. Stassen en M. Blezer beiden uit Epen.
12/1939: Van Wersch maakte bezwaren tegen de reiskosten van de ambtenaren ten behoeve van het Armbestuur. Wethouder Schurman zei dat hij nooit een cent onkosten van het Armbestuur had gekregen. Hij was ook tegen de verhoging van salaris van de secretaris van het Armenbestuur. Het geld moest allemaal worden uit de armenkas. Hij zei dat er honderden menschen loeren op een “postje”. Laat hem aftreden dan zul je wel eens zien wat een hoop liefhebbers opdagen. Met twintigtallen.
Zelf had hij nooit gebruik gemaakt van reiskostenvergoeding. De voorzitter stak hem dan ook een pluim op de hoed.
6/1940: Afwezig bij deze gemeenteraadsvergadering J van Wersch.
4/1941: Vanwege het overlijden van raadslid J. van Wersch werd de heer Frijns benoemd.
Jean en Anna van Wersch kregen, zoals gezegd, twee kinderen. Hun oudste kind, Jan Hubert Joseph, roepnaam Jos geboren in 1904, zou zijn vader op de boerderij opvolgen. Maar hij was zo geboeid geraakt door het werk van zijn vader in de gemeenteraad, dat hij zich, op 27-jarige leeftijd, ook verkiesbaar stelde.
De zoon van Jean werd in 1904 in Mechelen geboren. Hij trouwde in 1930 met Maria Huijnen uit Noorbeek. Ook zij kregen twee kinderen. Zij hadden een boerenbedrijf.
1931: Op de verkiezingslijst voor de gemeenteraad 1931 van Wittem was Sjeng van Wersch lijsttrekker van Lijst 6. Er waren 1874 geldige stemmen uitgebracht waardoor Lijst Van Wersch één zetel kreeg. Hij werd dus in de gemeenteraad gekozen met zes tegen vijf stemmen. Tevens werd hij wethouder in Wittem.
9/1931: Wethouder Vanwersch vraagt hoeveel kiezel door Schins te Cartils aangevoerd is op den Carthilserweg en hoelang door Schmetz in deze weg is gewerkt. Hij meent, dat men moet opletten dat door Schins niet te veel kiezel worde weggehaald terwijl het ook gewenscht is dat op het werk van Schmetz meer controle wordt uitgeoefend.
In dezelfde vergadering: Wethouder Vanwersch wijst er op, dat het lokaal hetwelk beschikbaar gesteld zal worden voor de R.K. bijzondere bewaarschool niet zoodanig verbouwd worde, dat, wanneer de gemeente het later weer noodig zou hebben de ingebruikname weer groote kosten met zich meebrengt.
10/1931: In de vergadering van oktober dat jaar vond hij de verbouwing van de school in Mechelen en Eijs onverantwoordelijk. De pastoor had de burgemeester al geïnformeerd dat als er geen geld kwam, het maar zo moest blijven. Van Wersch antwoordde dat de gemeente gespaard was gebleven voor enorme uitgaven. IN okt 1931 werd er gestemd over een school in Nijswiller. De voorzitter van de gemeenteraad zei dat de kinderen uit Nijswiller 1,5 km moesten lopen om in Wittem naar school te gaan. Anderen zeiden 4 km. Nijswiller had toen 70 leerlingen. Wahlwiller 42, Partij en Wittem 9. Verder was hij het er mee eens dat enkele inwoners van Eijs zich aansloten op het elektrisch net.
2/1932: Samen met zes anderen was hij tegen een financiële regeling voor noodlijdenden maar voor werkverschaffing zolang de gemeenlijke financiën dat toe laat.
5/1932: Via notaris Mostart uit Gulpen verkocht hij in 1932 publiekelijk de gehele inboedel van zijn schoonzus wegens haar overlijden.
12/1932: Sjeng van Wersch stemde met het merendeel van de gemeenteraad tegen het voorstel om werkelozen te ondersteunen in geval werk niet mogelijk was.(7 tegen 4)
7/1933: Dhr. Lenoir vraagt of de candidaatstelllng Armbestuur ook wel reglementair geschied is, wat door den voorzitter bevestigend wordt beantwoord. Thans wordt de vergadering rumoerig. Dhrn. Lenoir en Dirks gooien met harde woorden naar wethouder v. Wersch. Voor voorzitter maant dhr. Lenoir binnen de grenzen te blijven en met te ver te gaan. Weth. v. Wersch zwijgt. Dhr. Debie verlaat de vergadering.
6/1933: In juni 1933 stelde de burgemeester voor om lid te worden van de Vereniging Gemeenten in Nederland. Sjeng van Wersch was daarop tegen.
Juli 1933: Wethouders Lenoir en Kuijpers en raadslid Dericks verwijten het beleid van wethouder Van Wersch want hij had niet ingestemd met het benoemen van een arbeidscandidaat in het Burgerlijk Armbestuur Wittem.
8/1933: Bij de ingekomen stukken was een schrijven van het R.K. Schoolbestuur, waarin de erfdienstbaarheid van het schoolhuis, bewoond door het hoofd der school, en eigedom der Gemeente ten volle wordt erkend. Weth. v. Wersch dringt er op aan de afscheidsmuur tusschen huis en speelplaats ten minste 1.50 meter langer door te trekken, zoodoende wordt volgens spreker de woning geheel afgesloten van de speelplaats, terwijl dhr. Hossen er op aandrong de woning aan de Kerkfabriek te verkoopen. De Voorzitter deelde mede, dat de muur niet verder kon doorgetrokken worden, daar gevaar driegde, den toegang tot de school daardoor te belemmeren. Wat betreft den verkoop der woning, was de Voorzitter van meening, dat de Kerkfabriek wel plannen had het huis te koopen, doch vooralsnog geen voldoende gelden daartoe ter beschikking had. Meerdere leden dringen er op aan, aan deze langdurige kwestie een einde te stellen, waarna de Raad besloot niet het gedane voorstel accoord te gaan, weth. v. Wersch en dhr. Hossen stemden tegen het voorstel en wenschten een bevredigender regeling. Door dit besluit is de bouw van een nieuw Patronaat spoedig te verwachten.
12/1933: Burgemeester Pappers vierde zijn 25-jarig jubileum (1908-1938). Wethouder Van Wersch was ziek en als plaatsvervanger werd dhr Frijns benoemd.
10/1934: Opvallend was zijn houding tegenover de Kerk. Hij was niet echt onder de indruk van de macht van de pastoor. Zo stemde hij in oktober 1934 tegen het voorstel om de kerk te vergroten omdat de kerk bijna altijd vol zat. Hij vond dat de pastoor dan maar meer missen op zondag moest opvoeren. Op die manier kreeg je de groeiende hoeveelheid gelovigen ook in de kerk zonder hem te vergroten.
6/1935: Bij de gemeenteraadsverkiezing van 1935 werd hij weer herkozen. Hij had aan zijn Lijst 6 drie andere mannen weten te binden: de heer Stassen uit Epen, de heer Magermans uit Nijswiller en de heer Jansen uit Mechelen. Er waren 1906 geldige stemmen uitgebracht waarvan hij er 182 kreeg. Magermans had enkele dagen voor de stemming een advertentie geplaatst waarin hij afstand nam van Lijst 6. Ze moesten maar niet op hem stemmen omdat hij toch geen candidatuur zal aannemen en Lijst 6 niet steunde.
10/1935: En in oktober 1935 was zijn klacht naar de oude club van zijn vader, de vleeskeuringsdienst. Hij had gemerkt dat de leden hiervan hun auto’s lieten repareren op kosten van de gemeente. Hij vond dat de leden dat zelf moesten betalen. Hiermee stemde de raad in. Gelijkertijd drong hij er op aan dat de wegen verbeterd moesten worden.
Het ging in de wereld in de jaren dertig bergafwaarts met de economie. Ook Wittem werd getroffen door een hoog aantal werklozen en behoeftigen. Zijn collega wethouders waren er voor om deze mensen steun te verlenen. Opvallend was dan de mening van Van Wersch die tegen steunverlening was, maar voor werkverschaffing van de noodlijdenden die zich tot de armenraad wenden. De armen stonden bij hem toch in een goed boekje. Elk jaar werden de bossen onderhouden en kwam er sprokkelhout vrij. Hij zei als enige dat dat hout gratis ter beschikking van de armen gesteld moest worden.
2/1936: Het kerkbestuur van de kerk van Mechelen vroeg in februari 1936 subsidie aan van f. 200. Jos van Wersch vond dat de kerk sowieso teveel subsidie kreeg. Zijn reactie werd genoteerd maar de kerk kreeg de gemeentelijke subsidie. Een maand later werd in de raadsvergadering ingebracht dat de KRO, de Katholieke Radio Omroep, in Wittem radiodistributie wilde gaan opzetten en vroeg de gemeente om financiële steun. Van Wersch meende dat er geen behoefte aan radio was gezien het aantal inschrijvingen daarvoor. Ook vond hij het te belastend worden wanneer er teveel elektriciteit afgenomen werd voor het energiebedrijf. Hij stemde dus tegen. Hij was de enige en het voorstel werd aangenomen.
5/1936: In mei 1936 stemde hij tegen belastingheffing op de wegen. In juni 1936 vond hij sommige gemeentelijke belastingen te hoog en nam de hondenbelasting als voorbeeld. Je moest nu f 5 (= € 2, 20) per jaar gaan betalen voor een loslopende hond en f. 2,50 (€ 1,10) voor een kettinghond. Na zijn opmerking bleef de hondenbelasting op het oude tarief. In 2017 was de hondenbelasting in de gemeente Gulpen-Wittem € 47 per jaar. In 2024 werd er geen hondenbelasting meer geheven.
12/1936: Aan het eind van het jaar werd er in de gemeenteraad besloten dat er een nieuwe weg moest komen van Simpelveld naar Nijswiller. Jos van Wersch stemde tegen want hij wilde dat met dat geld de armenkas aangevuld zou worden gezien de treurige toestand van de armen. En in dezelfde raadsvergadering vond hij het inkomen van de burgemeester te hoog. Hij bleef ook aandringen dat de armen toch niet vergeten worden en een flinke portie hout zouden krijgen. De Raad ging er mee akkoord.
3/1937: De Raad besliste in maart 1937 over de salarissen van de Vleeskeuringsdienst. Jos van Wersch vond die namelijk veel te hoog. Hij verloor. Tevens deed hij het voorstel om eens een vreemde van buiten het dorp op het gemeentehuis te laten werken. Nu werken er alleen maar mensen die elkaar kennen.
4/1937: Op een verzoekschrift aan den Minister om verhooging van salaris voor den gemeente-bode, werd afwijzend beschikt, doch de raad kent hem een verhooging toe. Weth. Van Wersch meent dat de gemeente-bode niet tevens belast moet worden met de werkloozenzorg. Men moet de menschen geen onnoodige lasten opdringen; ook niet den arbeidscontroleur. De Voorzitter geeft te kennen dat voornoemde heeren ook hun verplichtingen dienen na te komen. Weth. Van Wersch meent dat ook meer hout onder de armen kon verdeeld worden.
5/1937: Verzoekschrift van het kerkbestuur van Wahlwiller om gemeentesubsidie voor de verbouwing en vergroting van de kerk. Voorgesteld wordt ƒ 4.000 hiervoor uit te trekken. Van Wersch is hier voor doch het zal de belastingen nog hooger opdrijven.
Hierna stelt weth. Dirks voor f 3560 toe te kennen, doch ook dit vindt nog weinig steun. Hierna wordt met alg. stemmen aangenomen f 3000 toe te kennen, echter met dien verstande dat enkel georganiseerde arbeiders te werk gesteld mogen worden en de voorkeur gegeven wordt aan inwoners dezer gemeente. Dhr. Lenar stelt voor bij overtreding f 200 per persoon in te houden. Dit voorstel wordt door den raad aangenomen. Volgt rondvraag en sluiting.
7/1937: Er zou in juli 1937 een nieuwe vleeskeuringswet komen met allerlei nieuwe artikelen. Van Wersch verzette zich daar tegen en besloten werd de oude vleeskeuringswet te blijven hanteren. Net zoals de pastoor waren de scholen, als gevestigde instanties, niet heilig bij hem.
8/1937: In augustus van dat jaar pakte hij de hoofdonderwijzer aan van de openbare school in de gemeente. Die werkte in Mechelen en woonde in Maastricht. Hij verdient hier zijn geld terwijl hij ergens anders belasting betaalt. Ook kan hij niet het gewenste toezicht op de leerlingen houden, zei hij. De voorzitter gaf te kennen dat het een uitzonderingsgeval was. Zijn mening werd niet door de raad gesteund.
1/1938: Toen prinses Beatrix in januari 1938 werd geboren en Gedeputeerde Staten de gemeenten voorstelden minstens f. 50 beschikbaar te stellen voor versieringen in hun gemeente, stemde Van Wersch en zijn collega, als goede socialisten, tegen. Het geld kon beter aan de behoeftigen besteed worden.
2/1938: Wethouder Van Wersch dringt nogmaals aan op wegenverbetering.
6/1938: Zo ook zijn voorstel in juni 1938: de mijnwerkers in de gemeente moesten betalen voor de bus. Hij stelde voor dat de mijnwerkers subsidie zouden krijgen voor het busvervoer. Ook dit werd weggestemd. De gemeentesecretaris had tijdelijk zijn werk gratis verricht en vroeg de raad nu om vergoeding. Van Wersch en een ander stemden tegen. Het voorstel werd wel aangenomen.
9/1938: Hij vond dat ambtenaren van 65 jaar en ouder plaats moesten maken voor jongere krachten. Er werd tegengestemd waarop hij toen zei: Zo krijgt u nog eens ambtenaren van bijna 70 jaren. Ook bracht hij weer eens de armen onder de aandacht. In het najaar werd zoals ieder jaar, hout gekapt en hij zei dat men niet te krenterig moest zijn om de armen meer hout toe te kennen.
De commissie stelde verder voor ’n verbod van bezoldigde nevenbetrekkingen voor ambtenaren met ’n salaris van f 1200. De Arka stelt voor dit bedrag te brengen op f 1800.— Na uitvoerige discussie stelt de commissie voor ’t bedrag te brengen op f 1600.— en met dhrn. van Wersch en Stassen tegen wordt aldus besloten.
11/1938: Hij vroeg zich af of de lang beloofde brug in Wahlwiller er nog wel komt. Ook vroeg hij waarom mensen die niet in Duitsland willen werken steun trekken, terwijl anderen deze steun geweigerd wordt. Ook vroeg hij zich af waarom het hoofd van de school in Mechelen niet in Mechelen woont vooral nu het woonhuis leeg staat.
11/1938: Van Wersch dringt erop aan niet te krenterig te zijn met ’t toekennen van hout aan de armen. Ook vindt hij de salarissen van de ambtenaren en de daarbij behorende kindertoelage hoog genoeg. De ARKA had een voorstel gedaan de bezoldiging van secretariepersoneel te verhogen. In de vergadering later die maand werd besloten de beide secretarieambtenaren een jaarlijkse verhoging toe te kennen van ƒ 75.
Tijdens de rondvraag informeert hij naar de lang beloofde brug in Wahlwiller en zei: Laat het onze eigen menschen doen, De Heidemaatschappij kent er toch niets van. De voorzitter zei: Daar komt voorloopig niets van. Een andere vraag: hoe ’t komt dat menschen, die niet in Duitschland konden werken, steun trokken, terwijl anderen deze steun geweigerd werd.
12/1938: Weth. Van Wersch merkt op dat de gemeenteambtenaren ook in salaris verhoogd zijn geworden en meent ook nu een verhooging toe te moeten kennen. Hij dringt er op aan dit punt thans af te handelen. Weth. Dirks verklaart hier ook voor te zijn daar hier de kantonniers aan den lagen kant slaan.
5/1939: De heer P.L. Aussems-Voragen uit Gulpen vroeg per brief op 24 mei 1939 een vergunning in Wittem aan voor het venten van verpakt roomijs. Omdat het een persoon van buiten de gemeente was, werd de vergunning geweigerd. De heer Direchs geeft aan dat M. Jagmont ook de vergunning voor consumptieijs te venten geweigerd was. Maar die komt nog steeds in de gemeente venten. Van Wersch gaf te kennen dat Jagmont vroeger steeds is toegelaten om in de gemeente te venten.
In dezelfde vergadering werd gesteld dat er een kast voor de gemeente ontvanger gekocht moest worden voor het opbergen van stukken. Maar dat wel brandvrij moest zijn. Dus werd aan Lips Brandkasten- en Slotenfabriek NV te Dordrecht een offerte gevraagd. Van Wersch is van oordeel dat waar toch een kast moeten aangeschaft worden er dan ook een goede en degelijke moet gekocht worden. Er werd een enkeldeurskast besteldt voor ƒ 365.
Maar er was geen plek voor zo’n kast. De burgemeester Merckelbach stelde voor een nieuw gemeentehuis te bouwen. Van Wersch gaf te kennen er zich niet mede te kunnen vereenigen om een geheel nieuw gemeentehuis te bouwen. Besloten werd dat de nieuwe raad maar moest beslissen.
4/1941: Burgemeester Merckelbach van Wittem installeerde twee nieuwe leden Jan van Wersch jr. (Kosberg) = Mechelen en Peter Schuijeren (ook van de Kosberg).
3/1942: Zij wonen Schweiberg 143, Mechelen
6/1942: Hij werd door NSB burgemeester Koussen per besluit van 14 maart 1942 benoemd met zes anderen in de commissie tot wering van schoolverzuim.
Sjang en anderen werd in 1942 in de raadszaal van Mechelen geïnstalleerd als eerste dorpsboerenleider door den leider van den Landstand, den heer Roskam, resp. de heer J. van Wersch en de heeren Horbach en Straten.
Ook burgemeester Souren van Vaals en burgemeester Kousen van Wittem waren daarbij aanwezig. Roskam sprak over van Wersch: de ware man op de ware plaats een man van karakter, eerlijk en trouw.maar ook vol felle strijdlust.
Wikipedia: De Nederlandsche Landstand werd opgericht op 22 oktober 1941 met als doel alle organisaties op het gebied van landbouw en visserij te overkoepelen (vergelijkbaar met het Duitse Reichsnährstand). Het was een publiekrechtelijke organisatie, onder toezicht van de secretaris-generaal van Landbouw en Visserij. Evert Jan Roskam kreeg naast zijn leiderschap van het Agrarisch Front ook de leiding van de Nederlandsche Landstand. Het Agrarisch Front vormde de kern van de Nederlandsche Landstand.
De Nederlandsche Landstand was een organisatie die in oktober 1941 ontstond uit de fusie van Boerenfront en de Nationale Bond Landbouw en Maatschappij. De Nederlandse Landstand werd geleid door Evert Roskam die daarvoor al de leider was van de begin 1940 opgerichte NSB-boerenorganisatie Boerenfront. De organisatie had onder meer tot taak zorg te dragen voor de voedselvoorziening van de Nederlandse bevolking. Daarnaast was zij verantwoordelijk voor het behartigen van de belangen van boeren, vissers en tuinders. Deze werden allen gedwongen lid te worden. In 1942 ging ook de Bond van Landpachters op in de Nederlandse Landstand.
(bron: Wikipedia).
5/1943: Tot hoofd van Hoofdafdeling I van den Nederlandschen Landstand in de provincie Limburg is benoemd J.v, Wersch te Wittem, lid van den provincialen Raad van den Landstand. J. v. Wersch werd tevens aangewezen als vertegenwoordiger van den Boerenleider ln de Grondkamer.
5/1945: De Militaire Commissaris in de Provincie Limburg, mede uitoefenende de bevoegdheden toegekend aan het Militair Gezag, in het vorengenoemde gedeelte van het in bijzonderen staat van beleg verkeerende grondgebied van het Rijk in Europa.
Overwegende, dat zich hier een zeer dringend geval voordoet, waarin zonder uitstel dient te worden voorzien:
Gelet op het bepaalde in; art.35 het. art. 1 sub a van K.B. E133 (dat is Besluit Vijandelijk vermogen).
Gehoord de Advies-Commissie Rechtsherstel en Beheer, Maastricht de Provinciale Voedselconmissaris, Svalmerstraat 12, Roermond, met ingang van heden tot beheerder over het landbouwbedrijf van J. van Wersch, Schweiberg 143, Mechelen
En beveelt
dat de benoemde zich zal gedragen naar de hem door het Militair Gezag verstrekt c.q. nader te verstrekken instructies.
Gegeven te Maastricht, 17 mei 1945
Noot: Het Militair Gezag was de voorloper van het Ned Beheersinstituut sinds augustus 1945.
Na de bevrijding werd Jos/Sjang van Wersch door de Militaire Commissaris in de Provincie Limburg, met ingang van mei 1945 tot beheerder over het landbouwbedrijf J. van Wersch, Schweiberg 143, Mechelen benoemd. Het was zijn eigen bedrijf, maar vanwege zijn rol in de oorlog was dit nodig.
Het Militair Gezag was de voorloper van het Ned Beheersinstituut. In januari 1946 stond Jos onder beheer van de Provinciale Voedselcommissaris voor Limburg waardoor de roerende en roerende goederen getaxeerd werden. De bedrijfstechnisch leiding werd overgelaten aan de echtgenote van onderbeheergestelde daar v. Wersch nog geïnterneerd was. Het bedrijf is groot 9.41.55 Ha waarvan 9.14.55 Ha eigendom en 27 are gepacht, en bestaat uit 4,78 ha bouwland 83,55 are weiland en 3.80 ha boomgaard.
In januari 1946 was aanwezig
480 kg tarwe, 1000 kg haver, 800 kg rogge, 15000 kg. bieten, 4000 kg. aardappelen, 2000 kg hooi, en 2000 kg. stro.
Volgens de door onderbeheergestelde verstrekte gegevens op de maandmutatiestaat producten was echter aanwezig op 8 Jan. 300 wintertarwe 400 kg. rogge 350 kg. haver 2500 kg. stro 400 kg. aardappelen en 12000 kg. bieten, Deze voorraad is steeds op de maandmutatiesstaten verantwoord, Verbruikt in de huishouding werd 130 kg. tarwe en 400 kg. aardappelen. De rest werd verbruikt voor veevoeder, Van oogst 1946 was bij beëindiging van hot beheer de grootste gedeelte reeds verkocht; het aantal kg. werd niet opgegeven, Aanwezig was nog op 5 November 170 kg. tarwe 500 kg, rogge 450 kg. gerst 1400 kg. haver 6500 kg, stro 1700 kg. Aardappelen en 20000 kg. bieten.
(Bron Nat Archief, Den Haag, Beheersinstituut).
6/1946: Hij werd per 18 september 1944 als wethouder van de gemeente Wittem ontslagen.
10/1946: Hij werd onder Voorwaardelijke Buitenvervolgingstelling geplaatst. Hij had gevangen gezeten met een proeftijd van drie jaar. Hij moest wel voor 1 maart 1947 ƒ 3.000 betalen aan de Griffie van het Bijzonder Gerechtshof in Den Bosch.
Hij had een huis in Wittem ƒ 8.000 en twee in Noorbeek ƒ 2.000 en waarvan ¼ deel van ƒ 2.500. Daarnaast nog vele stukken land in Wittem, in Noorbeek (van zijn schoonouders), in Gulpen, in Slenaken. Bij elkaar werd alles op ƒ 44.949,86 getaxeerd.
Actief had hij ƒ 71.061,10 en passief ƒ 447,16. Dus zijn zuiver vermogen was: ƒ 66.613,94.
Weer via de notaris verkocht hij in 1953 wegens bedrijfsbeëindiging de bedrijfsinboedel. Hij was 49 jaar. De inventaris geeft een zicht op welke zaken aanwezig waren op een in werking zijnde boerderij in 1953:
Notaris Gorrissen te WITTEM zal op Woensdag 11 Nov. ’53 te 10 uur precies, ten verzoeke en ten huize van de heer J. van Wersch-Huijnen te Schweijberg 143 Mechelen-Wittem, wegens algeheel ophouden met zijn bedrijf, publiek verkopen:
23 stuks hoornvee waarbij hoogdragende en jongvee uit bedrijf, dragende zeug, Belg. lange kar met oogstgetuig, waterkar met vat 750 ltr., slagkar op luchtb. voor paard of aanhang, nwe karwielen met as, gegalvan. watervat 600 ltr, maaimach. Deering, hooiwender, kunstmeststrooier, weidevil, elec. gierpomp, hakselmach. voor motoraandrijving, bietenmolen, koekenbreker, cirkelzaag, electr. motor Dort 3 p.k., drijfriemen, veevoederketel, waterkarretje met gegalvan. vat 80 ltr., varkensbak, plukladders, klaverruiters, reservewielen met banden 32×6. koperen waterpomp, spanijzers, bascule met gewichten, siroopketel met pers, transmissie met pollier, slijpsteen voor maaimach., slijpsteen, ijzeren en houten veevoederbakken, brijdselmach., kruikarren, handschoffelmach., tuinbank, kunstmoeder, paardentuig, partij zakken, melkgereedschap als kannen, emmers, teems; bekisting voor betonpalen, gr. houten raam 3,5×1,5 m. met bijpassende deuren geschikt voor kippenhok, kuikenren 5×2,5 m., klein gereedschap, partij brandhout.
Elke post t/m. ƒ 250.— à contant, overigens crediet tot 1 juli 1954 tegen verplichte borgstelling.
Jos overleed in 1990, zijn vrouw Maria Huijnen, in 1993.
Klik hier voor Jean van Wersch in de Simpelveldse Tak.
Klik hier voor Jos van Wersch in de Simpelveldse Tak.