Genealogische website Warsage

Leonard was 13 toen zijn vader in 1907 overleed. Zijn moeder overleed in 1921. In het jaar dat Leonard 19 werd (1913) moest hij zich melden voor de Nationale Militie, ondanks dat hij in Aken geboren was. Maar voor de Nederlandse wet was hij Nederlander omdat zijn vader Nederlander was. Leonard was toen dagloner hoewel zijn moeder een kruidenierswinkel in Aken had. Hij moest zich melden bij het 5e Regiment Infanterie, maar dat deed hij niet. Twee maanden later werd geconstateerd dat hij niet verschenen was. Pas twee jaar later in 1915 kreeg hij ontslag uit de Militie wegens een lichaamsgebrek. Helaas stond op zijn kaart niet vermeld welk gebrek dat geweest was.

Ondertussen was de Eerste Wereldoorlog aan de gang. Leonard woonde in 1917 in Maastricht. Waarschijnlijk wilde hij toch naar zijn familie in Duitsland, maar werd hem het verblijf in en de toegang tot het in staat van beleg verklaarde gebied ontzegd. In die tijd moest je namelijk een speciaal bewijs hebben dat je de grens mocht oversteken. Toch wist hij bij zijn familie te komen. Daar bleef hij enkele maanden waarna hij in juni 1917 opeens naar Rotterdam verhuisde. Hier was hij los werkman en koopman ongeregelde goederen. Dat beviel hem niet waarop hij in de maand erna naar Maastricht vertrok. Wellicht dat hier zijn aanstaande vrouw ontmoette.

Maria Olischlägers woonde toen in Maastricht. In november 1917 trouwde hij met haar. Enkele weken later vertrokken zij naar Rotterdam. Leonard was nog steeds koopman ongeregelde goederen. In januari 1918 gingen zij naar Sittard. Hier werd hun zoon Godfried in april 1918 geboren.
Eind december 1918 kreeg hij eindelijk toestemming Bij Besluit van den Commandant van het Veldleger dd. 1 December 1918, is aan de navolgende personen toegestaan terug te keren in het in staat van belegd verklaard gebied waarin hun den toegang was ontzegd.

Hij mocht nu officieel naar zijn moeder. Gelijk verhuisde het gezin voor de zoveelste keer, nu weer terug naar Maastricht. Een jaar later werd in de december 1919 hun dochter Isabelle hier geboren. Zij werd twee jaar oud, als voogdijkind, in 1921 naar de zusters in Roermond gebracht. Wellicht hadden haar ouders het moeilijk? In juli 1921 kwam zoon Hubert in Maastricht ter wereld. In december 1921 verhuisde het gezin naar Hoensbroek. Hier werd in november 1922 hun dochter geboren. Isabelle kwam in 1925 gelukkig weer terug in het gezin.

Hoensbroek werd in juni 1925 verruild voor Sittard en Sittard werd in september 1925 verruild voor Geleen. Op 20 oktober 1927 vertrokken vader, moeder en alleen hun dochter Maria Theresia naar Obbicht. Waar bleven de andere kinderen? In Obbicht had hij een winkel bij zijn boerderij.

 

Leo van Wersch

Augustus 1929: BRAND. Door onbekende oorzaak ontstond Vrijdagmorgen brand in de woning van L .van Wersch aan den Bornerweg. In korten tijd brandden winkel en woonhuis geheel uit. Van den inboedel kon zoo goed als niets gered worden. Het houtwerk bleef nog den geheelen dag smeulen. De schade wordt door verzekering gedekt. Zij vonden op 11 oktober 1929 onderdak in Geleen waar zij enkele keren naar een ander adres verhuisden. Volgens het Bevolkingsregister van Obbicht was hij mijnwerker. In 1939 kreeg hij zijn pensioen van de Staatsmijnen. Hij was schiethouwer geweest op de Maurits in Geleen.

En toen kwam de Tweede Wereldoorlog. Leonard was in november 1940 lid van de NSB geworden. Later schreef Leopold dat hij maar tot de zomer van 1941 lid was geweest toen heb ik mij bedankt, en heb me niet meer met verdere politiek ingelaten.

Daarvoor werd hij na de bevrijding gestraft. Zijn pensioen en invaliditeitsuitkering werden vervolgens niet meer aan hem uitbetaald maar aan de beheerder van zijn financiële zaken. Als vergelding voor het lidmaatschap van de NSB werd hij direct na de bevrijding van september 1944 tot september 1945 in Geleen gevangen gezet. Doordat hij hier ziek werd, werd hij op advies van de arts vrij gelaten en ging weer terug naar Geleen.
In 1946 vroeg hij teruggave van zijn uitkeringen omdat hij het financieel moeilijk had.

Maria Philomena Olischläger
Frits (1918), Hubert (1921), Albert met hun ouders Maria Philomena Olischläger en Leo van Wersch aan de Bosweg in Geleen.
Maria Philomena Olischläger,
Maria Philomena Olischläger tijdens carnaval vijftiger jaren

Vreemd dat hij in zijn brieven nooit vermeldde dat hij in 1943 door de Duitsers in Kamp Amersfoort gevangen was gezet. Hij moest namelijk in Duitsland werken en tijdens een verlof keerde hij niet meer terug waarna hij opgepakt en gevangen gezet werd.

Zijn invalidenuitkering was ƒ 137,28 per jaar en bijslag ƒ 68,64 per jaar. Vanaf september 1944 had hij niets meer ontvangen. Het gezin woonde in Geleen in een gedeeld huis waarvan zij twee van de vijf kamers ter beschikking had. Zij betaalden geen huur en ontvingen geen steun. Leo had de meubels al verkocht, de elektrische wasmachine, karpetten, een 2/3 vrachtwagen schlaam, weckflessen met inhoud en ook zes kippen aan diverse mensen uit de buurt. Hij moest eigenlijk in een sanatorium opgenomen moeten worden vanwege stoflongen.

 

Hun jongste dochter Maria Theresia had haar ouders in die na-oorlogse dagen ook financieel geholpen. Vandaar dat haar vader in juni 1946 naar de instanties onder meer in een brief schreef: Met geheel zijn vader hart zou hij haar nu zoo gaarne een kleine gift schenken voor alles wat zij voor hem en de familie gedaan heeft in de moeilijksche tijde. Daardoor kon zij in staat zijn het hoogst nodige kopen want zij zou in juli 1946 trouwen. Dat voorschot kreeg zij. Zij woonde in Lutterade waar zij in de kost was. Voor dat geld kocht zij ondergoed, een jurk, een paar schoenen en kousen. De rest van het geld had zij aan haar vader gegeven omdat hij geen inkomen had. Zij was juist bij haar baas in de kost omdat tehuis geen plaats is, en mijn ouders op twee kamertjes zitten schreef zij.
Eind december 1946 werd Leopold buiten vervolging gesteld en zijn vrouw in januari 1947.

leo hubert van werschmaria olischlagerLeopold was toen 53 jaar en zij moesten vanaf nu verder leven van zijn mager pensioentje, de invaliditeitsuitkering en steun van de gemeente Geleen.

In 1967 vierden zij hun 50-jarig huwelijksfeest. Zij woonden in de Azaliastraat 22, Geleen. Leonard overleed in 1984 en zijn vrouw enkele maanden later, ook in 1984. Zij lieten vier kinderen achter, inmiddels twee mannen en twee vrouwen en zeven kleinkinderen.

Kamp Amersfoort

Leo van Wersch moest zich van de Duitsers bij het Arbeidsbureau melden voor de zogeheten arbeidsinzet in Duitsland (Arbeit. Eins. Reich). Hij ging werken in Duitsland en kreeg na verloop van tijd verlof. Bij een van die verlofregelingen is het kennelijk fout gegaan; Leo bleef thuis, was misschien ziek of ging niet terug om welke reden dan ook. Normaliter werd dit door de Duitsers Kontraktbruch genoemd en de gevangenen werden dan ook als Verspäteter Urlauber (V.U.) aangemerkt. Het niet terugkeren van verlof werd meestal door de Duitsers bestraft met zeven dagen detentie in Kamp Amersfoort (of enige dagen meer of minder afhankelijk van de treinenloop in Nederland en/of Duitsland) om vervolgens weer naar zijn werkgever in Duitsland te gaan. (Calamiteiten daargelaten werd de zeven dagen termijn altijd gehandhaafd door de Duitsers). In het geval van Leo moet dit Düren geweest zijn.

 

kamp amersfoort
bron: Arolson Archives.

Omdat er van hem geen kampkaart bewaard is gebleven, is de exacte datum van binnenkomst bij ons helaas niet bekend. Binnengebracht in het Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort, in de volksmond beter bekend als Kamp Amersfoort, moest hij zijn persoonlijke bezittingen inleveren en kreeg in plaats daarvoor de geëigende kampkleding met het daarbij behorende kampnummer. Het kampnummer van Leonardus Hubert van Wersch was 2455. Vanaf dat moment was hij dus niet langer meer Leonardus van Wersch, maar Häftling (gevangene) nr. 2455. De gevangenen verloren dus hun identiteit en werden vanaf dat moment aangesproken met hun nummer hetgeen zij ook dienden te doen als zij zich moesten melden bij de kampleiding.

 

Vanaf de Schreibstube, waar de gevangenen werden ingeschreven en wat zich bevond in het SS bewakingsgedeelte van het kamp, werd men door de poort naar het gevangenenkamp gebracht. Vandaar ging het dan naar de Bekleidungskammer, waar de gevangenen hun kampkleding en klompen ontvingen. De klompen waren vaak te klein en de kleding (voor zover je van kleding kunt spreken ) paste ook niet altijd. Vanuit de Bekleidungskammer ging het vervolgens naar de kapper en vandaar door naar de doucheruimte. Pas daarna kon je naar de toegewezen barak (Block) waar je vervolgens maar een plekje moest zien te vinden, waarvan de beste plek toch wel het bovenste gedeelte van de stapelbedden was. De reden hiervan laat zich raden.

 

Gevangenen mochten 1x per maand een brief naar huis schrijven en 1x per maand een brief van thuis ontvangen. Ook was het toegestaan om een postwissel van maximaal 20 gulden van thuis te ontvangen. Met de ontvangen postwissel, die op de kampadministratie werd bijgeschreven, kon men o.a. wat extra voedsel in de vorm van smerige meelkoeken kopen, maar ook moesten de gevangenen betalen voor kwijtgeraakte (lees gestolen) spullen zoals hun muts, mok, lepel enz. enz. Indien een gevangene last had van kiespijn, dan werd hij overgebracht naar de tandarts. Deze diende uiteraard betaald te worden, wat dus mede mogelijk was dankzij de postwissels van thuis die werden omgezet in het zogenaamde kamp geld.

 

Gevangenen van Kamp Amersfoort werden ingedeeld in de diverse arbeitskommandos. Dit kon in het bos Kommando zijn, waar de gevangenen bomen moesten rooien t.b.v. het Kleinholz Kommando, Strovlecht Kommando, aardappelschil Kommando, maar het kon ook in een van de vele andere kommandos zijn. Niets doen was er hoe dan ook niet bij want dan kwam je terecht in het zogenaamde marcheer Kommando. De gevangenen liepen dan uren lang over de appelplaats rondjes. Het beste Kommando waar je in terecht kon komen was het N.S.F. (Nederlandse seintoestellen fabriek) Kommando. Werkte je in dit Kommando, dan hoefde je in ieder geval één keer minder op appel per dag te staan, kreeg je extra te eten en bovendien werd je betaald voor het werk.

Op 03-12-`43 wordt Leo weer op transport gesteld naar het Arbeitsamt  Düren.

Eddy van der Pluijm van Kamp Amersfoort.

27 februari 2020

Aan dit verhaal zit een vreemd sausje. Op de kaart van Kamp Amersfoort wordt Leonardus van Wersch genoemd, terwijl de geboortedatum van zijn zoon Frits van Wersch is. Was het Frits die de naam van zijn vader gebruikte of zijn vader die de geboortedatum van Frits gebruikte?

Klik hier voor Leonard van Wersch in de Simpelveldse Tak.

error: