Genealogische website Warsage

Konijnenvleesch moet volksvoedsel worden.

 

Het konijn is wel bekend in ons land en wordt ook veel gefokt, maar er wordt toch niet die aandacht aan geschonken die het verdient, daar het meestal als speelgoed voor de kinderen gehouden wordt. Dit in schijn nietig diertje kan bij zorgvuldige verpleging enorme winsten afwerpen. Daar het gewone tamme konijn hoogstens het gewicht van 2½-3 kilo bereikt, zoo moet men dit ras trachten te verbeteren en dit kan niet beter, dan door kruising met de Belgische of Vlaamsche Reuzenkoniinen; hierdoor ontstaat een ras, hetwelk gemest 4-6 kilo weegt. Ontvangt men nu voor zulk een konijn slechts 60 cent per kilo, dat maakt toch ƒ. 2.- à  ƒ.,5-; en als men nu rekent, dat de voeding bijna niets kost, dan kan hij die zich op het fokken van konijnen wil toeleggen daarmee een aardige bijverdienste maken. In België en Frankrijk hebben ze de waarde van het konijn reeds lang leeren op prijs stellen. In deze twee landen wordt enorm veel aan konijnenfokken gedaan. Over Ostende alleen, werd in 1892 voor 7.000.000 franks konijnenvleesch naar Engeland uitgevoerd. zonder nog de massa gerekend die over Gent en Antwerpen verzonden werdt. Het zijn hoofdzakelijk  de provinciën Antwerpen, Oost- en West-Vlaanderen, die voor den uitvoer fokken!

 

In die streken wordt het konijn in elk huis aangetroffen, want iedereen is daar fokker. Frankrijk verzendt ook zeer veel konijnenvleesch naar Engeland, maar er wordt ook schrikkelijk veel konijn gegeten, het is daar een goedkoop volkseten geworden. De Duitschers leerden het nut er van kennen, tijdens dan oorlog in 1870-71, toen ze in Frankrijk lagen; ze waren verwonderd, dat zoo een beestje zooveel voordeeen kon afwerpen, en toen ze naar hun heimath terugkeerden, gingen zij zich op het fokken ervan toeleggen. Dagbladen wakkerden de liefhebberij aan en wezen op het nut ervan. Raskonijnen werden voor veel geld geïmporteerd, om het inlandsen ras te verbeteren; vereenigingen werden gesticht, tentoonstellingen gehouden, welke door hoog geplaatste heeren gesteund werden, Vakbladen zagen het licht, en konijnenfokkerijen werden opgericht. In Müllheim a/d. Ruhr is een fokkerij, die aan gebouwen alleen 88000 mark kostte en voor Raskonijnen werden 5000 mark besteed; zoozeer is men daar verzekerd van het nut dat de konijnen kunnen aanbrengen. De konijnenliefhebberij is in de laatste jaren daar erg vooruitgegaan en het zal ook niet lang meer duren of konijnenvleesch is in Duitschland ook volkseten geworden, want het is er slechts om te doen, een krachtig en goedkoop eten te verkrijgen.

 

En daar de konijnenfokkerij bij ons te lande nog ver ten achteren is, zoo kunnen wij deze ook op een hoogen trap brengen, zoo de fokkers en liefhebbers maar willen meehelpen. En die hulp bestaat hierin: als lid tot den Nederlandschen Konijnen-Bond toe te treden; want het is daarom juist, dat de Bond opgericht is geworden om de liefhebberij meer aan te wakkeren, De Bond zal dan later in staat gesteld worden,om eigen tentoonstellingen te houden en andere te ondersteunen (zie reglement in een der vorige nummers), want er is niets, wat de liefhebberij meer aanwakkert dan het houden van tentoonstellingen. Het konijn wordt dan ook meer bekend en men leert er ook de verschillende prachtige rassen kennen. Nu, liefhebbers en fokkers, wacht niet langer meer en laat u als lid tot den Bond voordragen: de contributie zal niemand afschrikken daar die slecht ƒ 1.50 bedraagt. Want konijnenfokkers denkt er aan, dat het juist door samenwerking is, dat men iets goeds tot stand kan brengen en het spreekwoord zegt: Eendracht maakt macht.
Xavier von Wersch

Bron: Nederlandsche Avicultura, april 1898.

 

Klik hier voor het levensverhaal van Xavier van Wersch

error: